Door: Rolf Vonk
De oude huisplaatsen in het Meierijse landschap ontstonden overal op de
overgangen van hoge naar lagere gronden. Voor de bedrijfsvoering waren
zowel droge akkers en (relatief) weilanden als natte beemden en
broeklanden nodig. Veghel telde in de middeleeuwen een groot aantal
hoeves waarvan de namen aan het landschap refereerden. In de loop van de
geschiedenis raakten veel namen in de vergetelheid en herinnerde men
zich de locaties als 'hoef' of 'stad' (=hofstede, huisplaats). De
nakomelingen van Theunis Hendrick Lamberts en Metien Thijs van den Hurk
noemden zich Van Hoof of Van Hooft, naar de woonplaats van hun ouders.
Dat was de Oortse Hoeve (nu Heuvel 31) op Blankenburg. De
oorspronkelijke betekenis van het woord ort, oort of oord is: het
uiterste punt of uiteinde van iets. De Oortse Hoeve lag dan ook
eeuwenlang aan het uiteinde van de bewoonde wereld aan de rand van het
woeste Beukelaarse Broek. De voorouders van Theunis Hendrick Lamberts
woonden al enkele generaties op de Oortse Hoeve. Zijn tante en oom
hadden er enkele jaren een door een paard aangedreven rosoliemolen. Met
de val van Den Bosch in 1629 moesten zij de jaarlijkse belasting op deze
molen zowel aan de Spaanse koning als aan de Staten-Generaal betalen,
wat het weinig lucratief maakte om de molen in werking te houden. Toen
Hendrick Lamberts de molen van zijn zus in 1648 kocht, was ze niet meer
in werking. Hendrick Lamberts was samen met de toenmalige Veghelse
pastoor Joannes Houbraeken collator van de fundatie van zijn oom Jan
Lamberts. Jan Lamberts was in leven pastoor van Den Dungen. Na zijn dood
liet hij de ‘fundatie Jan Lamberts van Vechel’ na, een studiebeurs
waarvan zijn erfgenamen konden gaan studeren. De collatoren mochten de
studenten aanwijzen die hier voor in aanmerking kwamen. De familie Van
Hoof is sowieso van betekenis geweest voor het religieuze en culturele
leven in Veghel. Bakkersdochter Maria Elisabeth van Hoof (1822-1883),
die later onder de kloosternaam Bernardina door het leven ging, was in
1844 één van de drie eerste Zusters Franciscanessen van Veghel en
behoorde daarmee tot de pioniers van het Veghelse klooster. Zij werd
moeder overste van het eerste dochterklooster in Deurne, maar werd
teruggeroepen want “ze durfde niet te vermanen, zodat de regeltucht er
onder leed”. Ze ligt begraven in de Mariagrot in de Franciscushof in
Veghel. Ook het nestje Van Hoof’s in Mariaheide behoort tot de Veghelse
familiestam. Met Jan van Hoof, kunstenaar bij kunstgroep De Compagnie,
artistiek directeur van Fabriek Magnifique en voorheen ook met zijn zus
Anna van Hoof betrokken bij Het Groote Hoofd, is de familie Van Hoof nog
altijd volop zichtbaar in het Veghelse culturele leven.
|