01 Het offer van Kaïn en Abel

 


Rozet. Engel met kroon in de hand
De kroon, de zogenaamde martelaarskroon, is het symbool voor het hemelse loon dat wordt geschonken voor het martelaarschap omwille van het geloof. Hier is de martelaarskroon bedoeld voor de rechtvaardige Abel die onschuldig vermoord is.

# Engel met een kroon in de hand. Rondom in de vier-pas vier lelies, symbool voor de onschuld, tegen een rode achtergrond.


Het offer van Kaïn en Abel
Na de verhalen over de schepping van de wereld en over Adam en Eva volgt in de Bijbel het verhaal van Kaïn en Abel, de zonen van Adam en Eva. Beiden brengen een offer aan God. Kaïn van de vruchten van het veld; Abel een eerstgeborene van zijn schapen en hun vet. God sloeg geen acht op het offer van Kaïn; op het offer van Abel zag hij genadig neer. Daarop ontstak Kaïn in woede en sloeg Abel dood.
Zie: Bijbel, Genesis 4:1-17; Brief aan de Hebreeën 11:4.

# Kaïn en Abel brengen beide een offer aan God. Links op de voorgrond knielt Abel met vroom gelaat, de handen gevouwen, gekleed in een wollen herderskleed met een bruine voering. Een herdersstaf staat tegen de binnenkant van zijn rechterarm. Hij draagt een veldfles om zijn middel. Hij zit geknield op een steen voor het offeraltaar. Voor hem staat een schaal met offerbenodigdheden. Een kleine ram, een eerstgeborene van zijn schapen, ligt als een offerande op het brandende offerhout. Twee andere schapen staan bij het offeraltaar. De blauwe rook van het offer stijgt omhoog naar God.
Kaïn, rechts op de achtergrond met een rode mantel, bijeengehouden door een riem, draagt een zak over zijn schouders. Met een ‘donkere’ gelaatsuitdrukking brengt hij een offer van de vruchten van het land. De zwarte rook stijgt niet omhoog. Boven de lichtblauwe rook van het offer van Abel staat God afgebeeld, met rode nimbus. God draagt een paarse mantel over een wit bovenkleed. Hij richt zijn gezicht naar Abel en strekt zijn handen naar hem uit. De achtergrond met een blauwe band en daarboven lichtgele wolken, met florale motieven, en zonnestralen tegen een rode band roepen het idee op van de hemel of het firmament. Achter Abel staan enkele groene bomen. De achtergrond bij Kaïn en Abel is donkerblauw.

 


Links.
Wapen van Mgr. A. Godschalk 
Mgr. Adrianus Godschalk (Den Dungen 1819 - Den Bosch 1892) was bisschop van ’s Hertogenbosch, 1878 – 1892. Wapenspreuk: Servus Dei - Dienaar van God. Dit is de Latijnse vertaling van zijn achternaam: God (Deus) en 'schalk' = dienaar (servus).
Op dit wapenschild ontbreekt het engelenkopje en zijn de kwasten paars. Hetzelfde wapen is ook in de rozet van een ander raam afgebeeld maar dan alleen het schild zonder de hoed en de andere attributen (Venster 24, H. Hart van Jezuskapel, rozet).


Rechts. Wapen van Mgr. F. Sonnius  
Mgr. Franciscus Sonnius (F. van de Velde (Son 1506 - Antwerpen 1576)) was de eerste bisschop van ’s-Hertogenbosch, 1561-1570. Later was hij bisschop van Antwerpen, 1570- 1576.
Van het wapen zoals in het raam afgebeeld, is de kleur van de molenijzers gewijzigd in goud. Normaal gesproken hangen er 2x 6 kwasten aan de hoed. De 2x4 kwasten zijn wel gebruikt voor apostolische vicarissen zonder bisschopswijding.

© Foto’s Henk van der Voort - Tekst Wim van Stiphout
 
Bijdrage Gert Beuving:
 

Links Het wapen is gevierendeeld: In de kwartieren 1 en 4 is een gouden arend met in zijn snavel een inktkokertje en een pennenkoker op een zwart veld afgebeeld (= het, in omgekeerde kleuren, oude wapen van het bisdom ’s-Hertogenbosch). De kwartieren 2 en 3 zijn op een blauw veld twee zgn. kepers weergegeven die in twee rijen geblokt zijn in rood en zilver. Op het schild staat een engelen-kopje en (heraldisch) rechts de bisschopsmijter. Achter het schild vergezeld van de bisschopsstaf. Ook hier een hoed met 2x10 kwasten, maar zover bekend is hij geen apostolisch vicaris of aartsbisschop geweest. Zijn wapenspreuk luidde: Servus Dei die vermoedelijk van zijn naam was afgeleid: Schalk = dienaar en God = Deus. Het wapen van het bisdom Den Bosch is naderhand (per Koninklijk Besluit in 2001) veranderd: de arend heeft alleen nog de inktkoker in zijn snavel en de kleuren zijn omgedraaid.

Rechts Het familiewapen van mgr. Sonnius was: “In zwart drie zilveren molenijzers”. Hij heeft de kleur van het veld naar blauw veranderd en de zon eraan toegevoegd als verwijzing naar zijn geboorteplaats Son. De groene hoed met 2x 6 kwasten geeft aan dat het wapen toebehoort aan een gewijde bisschop. De wapenspreuk “Sine Onere Nihil” betekent: “Niets Zonder Moeite”. De eerste letters van deze spreuk vormen het woord SON: zijn geboorteplaats.

© Gert Beuving
TERUG VENSTER 01 VENSTER 02