De oudste Veghelse schepenprotocollen
Martien
van Asseldonk, 12-4-2014
Deze gegevens mogen
gebruikt worden onder verwijzing naar: Martien van Asseldonk,
www.oudzijtaart.nl
Als men de registers van de oude schenkingsacten van
de Tafel van de Heilige Geest en van
de kerk van Veghel (1347-1545) doorbladert, dan valt op dat alle
oorkonden die door de Veghelse schepenen zijn uitgevaardigd in de
volkstaal zijn geschreven, terwijl alle oorkonden geschreven door hun
Bossche collega’s in het latijn opgesteld zijn. Ook de bewaard gebleven
Veghelse schepenprotocollen zijn in het Nederlands geschreven. Deze
protocollen dienden voor wat we tegenwoordig een ‘back-up’ noemen. Als
de originele acte verloren ging, kon men aan de hand van de protocollen
een nieuwe acte uitvaardigen, of, bijvoorbeeld in geval van geschillen,
in elk geval de belangrijkste inhoud van die verloren akten nog kennen.
De protocollen waren de belangrijkste bron bij het
bestuderen van de Veghelse schepenen. Daarvoor was het nodig om een idee
te hebben hoe die protocollen in elkaar zaten, alleen al omdat soms de
logica in de opvolging van de datums duister was. Bovendien vroeg ik me
af: is er, behalve het overnemen van namen van schepenen op bepaalde
datums, nog meer informatie over de schepenen uit de protocollen te
halen? Bij dit onderzoek was het was nuttig dat ik al eerder al de vier
oudste schepenprotcollen (inv. nrs. 23 tot en met 26) getranscribeerd
had.
De eerste acte van het oudst bewaard gebleven
protocol dateert van 5 december 1529. De oudste Veghelse
schepenprotocollen zijn dikke boeken. Ze bestaan uit een aantal
ingebonden deeltjes, waarvan de meeste zijn voorzien van schutbladen van
perkament of papier. De opschriften op de schutbladen zijn sterk
afgesleten, wat er op wijst dat de deeltjes pas op een later moment
ingebonden zijn, na eerst lange tijd als losse deeltjes door het leven
te zijn gegaan. Niet in alle protocollen zijn de deeltjes op de juiste
volgorde ingebonden en ten tijde van het inbinden waren enkele deeltjes
al verloren gegaan. We onderzochten of er enig systeem zit in die delen
waaruit de oudste protocollen zijn samengesteld.
Als we willen vaststellen op welk moment de
schrijver of schrijvers van de protocollen aan een nieuw deeltje
begonnen, moeten we rekening houden met enige ruis. De datering van de
acten in de protocollen vertoont enige wisseling, bijvoorbeeld omdat:
-
De acte werd (nog zonder datum) op in het protocol
ingeschreven, maar de uitvaardiging liep vertraging op, zodat de
datering in het protocol van latere datum is dan verwacht.
-
De uitgevaardigde acte werd pas na enige tijd in het
protocol bijgeschreven, zodat de datering in het protocol van vroegere
datum is dan verwacht.
-
Aan het begin en einde van het protocol kunnen folios
losgeraakt zijn en eventueel vervolgens ergens midden in het protocol
gestoken.
Het is ook voorstelbaar dat er op een bepaalde datum
een nieuw protocol ingevoerd werd, maar dat de schrijver uit
zuinigheidsoverwegingen de overblijvende lege bladzijden van het
protocol volschreef, voordat hij aan het nieuwe protocol begon. Als dat
al gebeurde, dan gebeurde dat niet altijd, omdat een aantal protocollen
lege folios aan het einde hebben.
Om rekening te houden met deze ruis werd van elk
deeltje de datums van de eerste vijf en de laatste vijf akten genoteerd.
Daarbij laten we de schutbladen buiten beschouwing. Dat leverde de
volgende bevindingen op:
Rechterlijk archief Veghel, inv. nr. 23, protocol
1529-1538
Dit protocol bestaat uit 8 deeltjes, gemerkt met de
letters A tot en met H.
Deel R23
van het oud rechterlijk archief van Veghel
is
(nog) niet gedigitaliseerd. Er bevond zich
in
2006 een ingebonden fotokopie
van dit deel in de bibliotheek in het depot Veghel van het Streekarchief
Brabant Noord-Oost. Een tweede niet-ingebonden kopie bevond zich daar in
een doos. De bladzijden in de doos zijn twee maal genummerd. Een maal
per deeltje (A-H, gevolgd door een nummer) en eenmaal met een
doorlopende nummering van 1 t/m 375. In het oorspronkelijke register is
deze nummering in potlood aangebracht van 1 t/m 61 (deel A en een deel
van deel B). Hier
is de doorlopende nummering aangehouden.
Deel A had al het nodige geleden toen het werd
ingebonden. Er zijn enkele van de laatste de laatste folios van dit
deeltje verloren gegaan. Aan het begin zijn enkele folios los geraakt en
die bevonden zich toen de fotocopies werden gemaakt ergens midden in het
register (fol. 14 en fol. 49). Die volgorde is voor de datering
hersteld.
Conclusies:
-
Het deel met de acten van 1536 was ten tijde van het
inbinden van de deeltjes al verloren gegaan.
-
Enkele deeltjes lijken op willekeurige datums te eindigen:
Deel A (juni of begin juli 1530), deel D (oktober of november 1533).
Mogelijk schreef men het register gewoon vol.
-
Deel B eindigt in april 1531. Vermoedelijk hield men het
kalenderjaar aan, dat in de paasstijl van goede vrijdag tot goede
vrijdag liep. Goede vrijdag viel in 1531 op 10 april.
-
Delen C, E, F, G, H eindigen in december of januari.
Mogelijk ging men ofwel uit van 1 januari, ofwel van het eerste
jaargeding dat – althans in de zeventiende en achttiende eeuw - in het
midden van januari gehouden werd. Vanaf deel E (1534) ontstaat er dus
continuïteit of systematiek wat betreft het moment dat men aan een nieuw
protocol begon.
Rechterlijk archief Veghel, inv. nr. 24, protocol
1538-1545
Dit protocol bestaat uit 6 deeltjes.
Conclusies:
-
Deel A
eindigt aan het einde van het kalenderjaar 1539, of misschien met het
jaargeding mid-januari 1540.
-
Deel B
loopt door tot Pasen 1541 en daarna liepen de protocollen steeds van
Pasen tot Pasen. Dat komt overeen met de paasstijl.
Men rekende een kalenderjaar van Goede Vrijdag tot Goede Vrijdag.
Rechterlijk archief Veghel, inv. nr. 25, protocol
1545-1552
Dit protocol bestaat uit 6 deeltjes. Omdat de delen
steeds duidelijk van Pasen tot Pasen liepen is alleen Pasen met het
jaartal vermeld, dus geen datums van de eerste en laatste akten. Elk
deeltje loopt over één jaar, behalve deel C dat bestaat uit twee
ingebonden jaargangen.
Op folio 146 staat: het voorgaande protocol is
gezegeld op 16 april 1547 die
welck was des saterdaechs nae paesschen. En waren schepenen: waarna
een lijst met namen van schepen volgt.
Op fol. 412 staat ook een lijst met namen van
schepenen.
Op fol. 257 staat: protocol van 1547, op folio 414:
protocol van 1549 en op fol. 503: anno 1550. Dit wijst er op dat de
delen de jaartallen volgden, die met Pasen (op goede vrijdag)
veranderden.
Rechterlijk archief Veghel, inv. nr. 26, protocol
1552-1559
Dit protocol bestaat uit 7 deeltjes. Ook hier lopen
de delen van Pasen tot Pasen.
In R26 ontbreken lijsten met namen van schepenen.
Rechterlijk archief Veghel, inv. nr. 27, protocol
1559-1565
Dit protocol bestaat uit 6 deeltjes, lopende van
Pasen tot Pasen.
Op fol. 284 staan de
scepenen van desen prothocolle genoemd, dat is over de periode van
Pasen 1560 tot Pasen 1561. Dergelijke lijsten staan ook op fol. 386
(1561-1562), 476 (1562-1563) en fol. 674 (1563-1564).
Rechterlijk archief Veghel, inv. nr. 28, protocol
1566-1573
Dit protocol bestaat uit 7 deeltjes, lopende van
Pasen tot Pasen.
Het deel van Pasen 1565 tot Pasen 1566 ontbreekt
tussen R27 en R28. Het deel dat loopt van Pasen 1566 tot Pasen 1567 is
op de verkeerde plaats ingebonden.
Op fol. 122 staat op een gehavende folio en slecht
leesbaar: die scepenen van Vechel
van den jairen LXVIen ende LXVII syn .. hyer na volgende, waarna de
namen van de schepenen volgen. Ook op fol. 258 staat een lijst met de
namen van de schepenen (van Pasen 1568 tot Pasen 1569). Op fol. 350c
staat (vertaald): het protocol van de schepenen van Veghel van 1569,
beginnende op 16 april, waarne een nauwelijks leesbare lijst met de
namen van de schepenen volgt. Ten slotte staat een lijst met namen van
schepenen gegeven op fol. 660 (1571-1572). Ook dit schutblad is
afgesleten en de tekst is slecht leesbaar.
Er is nog een tweede schepenregister uit deze
periode bewaard gebleven (inv.nr. 33). Het betreft de registratie van
civiele rechtzaken voor de Veghelse schepenbank over de periode
1569-1572.
Rechterlijk archief Veghel, inv. nr. 29, protocol
1573-1583
Dit protocol bestaat uit 7 deeltjes. In 1576 werd
van de Paasstijl overgegaan naar een kalenderjaar dat begint op 1
januari en loopt tot 31 december. Om te kijken of het protocol inderdaad
het kalender volgde, of van jaargeding naar jaargeding (half januari)
ging lopen, zijn weer de vijf eerste en 5 laatse datums van elk deel
gegeven.
Behalve het algemeen schepenprotocol bestond er in
deze periode nog een tweede register (inv. nr. 34), waarin
betaalbeloftes over de periode van 1576 tot 1581 werden genoteerd.
Aangezien deel A oorsponkelijk begon met Pasen 1574
zijn aan het begin van dit deel kennelijk een aantal folios verloren
gegaan. De deeltjes met de acten over 1573 en 1577 zijn op de verkeerde
plaatsen ingebonden. Deel D en G bevatten twee jaargangen, de andere
delen ieder één jaargang.
Op fol. 0 staat:
prothocol huius scabinorum hic de
Vechel de anno septimogesimo quarto incpiendo vicesimo
octavo die mense
Juny
(het protocol van de schepenen van Veghel van 1574 beginnend
op 24 juni).
Op fol. 96 staan de namen van die
scepens van desen prothocolle genoemd. Op fol. 392 staan de namen
van die scepenen van dese
voorseyden twee jaren. Ook op fol 579 staan de namen van schepenen
genoemd, alsmede op fol. 748 en fol. 888.
Deel A en B lopen van Pasen tot Pasen. Deel C loopt
van Pasen 1575 tot 31 december 1576. Daarmee volgde Veghel een
ordonnantie van de Spaanse lergeraanvoerder en landvoogd van de
Nederlanden
Don Luis de Zúñiga y Requesens dat in de loop van 1575 werd uitgevaardigd
om vanaf 1 januari 1576 de 1-januari stijl te gebruiken in vervanging
van de paasstijl.
Rechterlijk archief Veghel, inv. nr. 30, protocol
1584-1589
Deel A bestaat uit twee jaargangen de andere delen
ieder uit één jaargang.
Op folio 310 staat:
schepenen van desen protocolle zyn geweest, waarna een lijst meet
namen vand e schepenen volgt. Evenzo op fol.
804d:
nomina scabinorum huius
prothocolli de anno XVC ende LXXXVIII (de namen van de
schepenen van dit protocol van het jaar 1588)
Rechterlijk archief Veghel, inv. nr. 31, protocol
1589-1596
Van delen F en G lijkt een deel verloren gegaan.
Deel H eindigt in april 1596, het volgende protocol begint in juni 1596.
Op R31, fol. 358 staan
de scepenen van desen prothocolle. Ook op fol. 864 staat een lijst
met namen van schepenen.
Conclusie:
Een lastig te beantwoorden vraag is of de
protocollen na 1575 van 1 januari tot 31 december liepen of van
jaargeding tot jaargeding (in mid januari of februari). In de volgende
tabel zijn de overgangen van de protocollen samengevat.
De conclusie is dat men
in 1576 volgens het bevel van de landvoogd het protocol waarschijnlijk
op 31 december liet eindigen. De daarop volgende protocollen geven
latere datums voor de overgang van het ene naar het andere protocol.
Eerder gaven we als mogelijke reden voor dergelijke latere datums: de
acte werd (nog zonder datum) op in het protocol ingeschreven, maar de
uitvaardiging liep vertraging op. Deze verklaring voldoet niet omdat de
latere datums te consequent en algemeen zijn. De conclusie is daarom dat
het men het protocol dat op 1-1-1577 begon liet doorlopen tot het
jaargeding van 1578. Voor de rest van de onderzochte periode (tot en met
1596) liepen de protocollen van jaargeding tot jaargeding.
Samenvatting:
De oudste Veghelse schepenprotocollen bestaan uit
een aantal ingebonden deeltjes. De opschriften op de schutbladen zijn
sterk afgesleten, wat er op wijst dat de deeltjes pas op een later
moment ingebonden zijn, na eerst lange tijd als losse deeltjes door het
leven te zijn gegaan. Niet in alle protocollen zijn de deeltjes op de
juiste volgorde ingebonden en ten tijde van het inbinden waren enkele
deeltjes al verloren gegaan. We onderzochten of er enig systeem zit in
die delen waaruit de oudste protocollen zijn samengesteld.
Bevindingen:
-
De
eerste delen van 1529 tot 1533 hebben nog geen duidelijk patroon. Elk
protocol eindigde in een andere maand.
-
Vanaf
1534 eindigden de protocollen steeds in december of januari. Het is niet
goed vast te stellen of men daarbij uitging van 1 januari, of van de
jaargedingen in januari of februari.
-
Het
protocol dat begint in januari 1541 loopt door tot Pasen 1541.
-
Van
1541 tot 1575 liepen alle protocollen van Pasen tot Pasen. Dit kwam
overeen met de paasstijl van de jaartelling, men begon aan het volgend
ejaar op Goede Vrijdag voor Pasen.
-
In
1575 ordonneerde landvoogd
Requesens dat het
nieuwe jaar voortaan op 1 januari zou beginnen. In Veghel had dit
invloed op de indeling van de protocollen. Het protocol dat begint op
Pasen 1575 loopt door tot 31 december 1576.
-
De volgende
protollen in de onderzochte
periode (dat is tot en met 1596) lopen steeds tot het jaargeding.
Dit bevestigt het idee dat in Veghel ook al in de zestiende eeuw de
jaargedingen in januari en februari gehouden werden.
Vanaf 1547 troffen we lijsten met namen van schepenen aan, die bij de
betreffende protocollen hoorden. Soms wordt ook aangegeven welke
schepenen er in dat jaar verangen waren. Dergelijke lijsten vonden we
zowel voor de periode dat de protocollen van Pasen tot Pasen liepen als
voor de period van jaargeding tot jaargeding.
We vroegen ons daarom af of die protocollen ‘schepenjaren’ defineerden.
Met andere woorden: liep het schepenjaar van 1541 tot 1575 van Pasen tot
Pasen en pas daarna pas van jaargeding tot jaargeding? Het antwoord is,
nee. Het einde van een ‘schepenjaar’ wordt in de bronnen ook wel ‘het
verzetten van de wet’ genoemd. Het was het moment dat de schepenen
vervangen werden en de jaargedingen gehouden worden. Als we letten op
het moment dat de schepenen in de periode 1541-1575 vervangen werden,
dan blijkt dat dit vaker gebeurde in de eerste maanden van het jaar, en
niet in april.
Dat betekent dat we niet al te veel conclusies mogen trekken aan de
looptijd van de protocollen. Die looptijd ging vanaf rond 1576 wel
gelijk lopen met de schepenjaren, maar daarvoor hadden ze een eigen
logica. Men had eerst geen duidelijk systeem en volgde vanaf 1541 de
kalenderjaren volgens de Paasstijl. Toen de Paasstijl in 1576 afgeschaft
werd, veranderde men in Veghel ook de looptijd van het protocol.
Dus het antwoord op de vraag:
is
er, behalve het overnemen van namen van schepenen op bepaalde datums,
nog meer informatie over de schepenen uit de protocollen te halen,
luidt: dit onderzoekje heeft wat dat betreft niet veel opgeleverd.
Behalve dan natuurlijk een beter begrip van de oudste Veghelse
schepenprotocollen.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||