De tellingen van huizen

Martien van Asseldonk

21 december 2014

Deze gegevens mogen gebruikt worden onder verwijzing naar: Martien van Asseldonk, www.oudzijtaart.nl

 

 

Het aantal huizen in Veghel

 

In Veghel zijn door de eeuwen heen het volgende aantal huizen geteld:

 

Jaar

Aantal

Opmerkingen

 

1374

153

Zonder de armen

1438

273

Waaronder 101 armen, dus 162 zonder de armen

1464

282

 

1472

245

 

1480

240

 

1496

214

 

1526

278

 

 

 

 

1736

424

 

1766

438

 

1771

464

 

1776

470

 

1792

493

 

 

 

 

Hoe de bevolking tussen 1526 en 1736 toenam is niet bekend. Vandaar dat in de grafiek voor die periode een stippellijn is getekend. We geven hierna meer details over de diverse tellingen.

 

De teling van de huizen van de Meierij uit 1374

 

Er ontstond er een geschil tussen Wenceslaus en Willem, hertog van Gulik, over het wegnemen van goederen van Brabantse kooplieden in het Land van Gulik. In Baesweiler kwam het als gevolg hiervan in 1371 tot een veldslag, waaraan Brabantse leenmannen deelnamen. De oorlog werd verloren en hertog Wenceslaus en veel van zijn medestrijders werden gevangen genomen. De telling voor de omslag van de hierop volgende bede is het oudst bewaard gebleven document waarin alle belastingplichtige plaatsen in het hertogdom opgesomd worden.

 

 

Bron J. Cuvelier, Les dénombrements de foyers en Brabant (XIV-XVI siècle) (Brussel, 1912) 14-15. Het aantal getelde belastingplichtigen is lager dan het aantal huisgezinnen, omdat de armen niet meegeteld werden.

 

Dit es de Meyerien van Den Bossche

 

[Die Meyerien op de Maes]

 

Persone

 

[Osse]  

497

Berchem en Dueren

89

Hees

140

Nisterle

142

Gyffen

136

Roesmale ende Nuwelant

246

Berlekem

173

Dyntere

108

Lyttoyen

233

Kessel

138

Maren

133

Alem

85

Somma prima

2.120

 

 

Die Meyerie van Pedelant

 

Persone

Rode Sint-Oeden

252

Liemde

35

Zonne ende Broeghele

121

Nuenen, Tongheren ende Wetten

171

Beke, Aerle ende Rixstel

190

Lieshout

70

Stiphout

50

Mierlo, Opthout

152

Helmont

153

[Schindel]

193

Vechele

153

Erpe

234

Bakel

70

Doerne ende Vlierden

98

Zoemeren

238

Liedorp

91

Asten

150

Sterczele

16

Somma secunda

2.437

 

 

Die Meyerie van Oesterwyc

 

Persone

die vriheit van Oesterwyc

153

Haren

158

Helvoert

104

Eschen

70

Waelwijc

140

Gansoyen

3

Druennen

129

Tielborch

301

Goerle

84

Ghestel

139

Beke

482

[Mirde]

158

Vuchte ende Cromvort

328

Somma tertia

2.249

 

 

Die Meyerie van Kempelant

 

Persone

Eersele

60

Eyke

50

Limmele

100

Hapaert

20

Steensele

18

Casterle

8

Rythoven

26

Duzele

12

Loen

18

Dommellen

20

Westerhoven

20

Stripe, Straten ende Gestel

87

Oerscot

375

Zeelst ende Mierenvelt

74

Knechtzele, Oerle, Wynterle

96

Vesshem

37

Zonderwijc ende Velthoven

55

[Berse]

80

Bladel

55

Roesel

72

Somma quarta  

1.283

 

 

Onder smaelheren

 

Persone

 

Groetlit

344

 

Merwijc ende Empel

128

 

Oyen    

-

 

Heeswijc

32

 

‘dlant van Herpen

400

 

Uden

400

secundum estimationem sculteti de Buscho Ducis

die stad van Meghen

48

 

Haren

26

 

Macharen

21

 

die stad van Graven; item Loen

300

secundum estimationem sculteti

Geldorp

25

 

Ghemert

60

 

Waderle, Wedert ende Aelst

133

 

Leende ende Heze

586

 

Eyndoven

200

 

Woensele

60

 

Boxstele cum suis attinentiis

300

secundum estimationem sculteti de Buscho Ducis

Marreyse ende Zoerendonc

45

 

Ghestel, Herlaer ende Ghemonde

100

 

Loen bi Tilborch ‘tsheren van Ghaesbeke

 

84

 

somma quinta

3.292

 

 

Somma van al der Meyerie van den Bossche       11.381 persone

Die stad van ‘tsHertoghenbossche                            3.647 persone

                                                                                         -------- +

                                                           TOTAAL                15.028 persone

 

De haardstedentellingen 1438-1526


Voorzover bekend werden in het hertogdom Brabant de beden vóór 1439 steeds hoofdelijk, dat wil zeggen over de belastingplichtige personen, omgeslagen. In 1439 veranderde dat. In 1434 hadden de Staten van Brabant de hertog van Brabant een bede toegestaan van 300.000 rijders. De Staten waren het niet eens over de vraag hoe de bede omgeslagen diende te worden. Uiteindelijk werd besloten dat er in 1437 een haardstedentelling gehouden zou worden en dat men de bede over de plaatsen zou omslaan in verhouding tot het aantal haardsteden. Ook de welstand van de plaatsen zou mede bepalend zijn voor de berekening van de op te brengen quote per plaats. De hertog benoemde een aantal commissarissen belast met de taak om in het hele hertogdom alle huizen en haardsteden te tellen. Omdat in het hertogdom Brabant bijna alle huizen bewoond werden door slechts één gezin, verschilde het aantal haardsteden nauwelijks van het aantal huizen. In vijftiende-eeuwse teksten worden ‘haardsteden’ en ‘huizen’ als synoniemen gebruikt.

 

Ondertussen was in juli 1438 de haardstedentelling afgerond. Enkele dorpen uit de Meierij van 's-Hertogenbosch reclameerden. Op 20 december 1438 vertrokken commissarissen uit Brussel om de huizen van Eerschot, Heeze, Leende en enkele andere plaatsen opnieuw te tellen. Men keerde op 5 januari 1439 in Brussel terug. Hierna kreeg elk dorp bericht over het bedrag waarvoor het aangeslagen werd.

 

Vanaf 1439 werden de bedragen voor de vierde tot en met zevende termijn van de bede volgens de haardstedentelling berekend. Voor het berekenen van de aanslagen werden de plaatsen op het platteland in drie klassen verdeeld. De rijkste plaatsen betaalden 10 ½ schellingen per getelde haardstede. De middelmatige plaatsen 9 ½ schellingen per getelde haardstede en de arme plaatsen 8 ½ schellingen. In de Meierij van 's-Hertogenbosch werden vijf aan de Maas gelegen plaatsen als arm gekwalificeerd, twintig plaatsen waren middelmatig en zevenenvijftig plaatsen werden als ‘goed’ beoordeeld. Hoe men tot deze indeling kwam, is niet bekend. Het tarief voor 's-Hertogenbosch was 18 schellingen per haardstede en dat van de twee andere steden, Helmond en Eindhoven, 13 schellingen per haardstede. In de steden mocht men vanwege de armen elke tiende haardstede in mindering brengen en op het platteland elke vijfde haardstede.

 

Bij de bede die de Staten van Brabant op 20 september 1451 toestonden aan Filips de Goede, kregen de Staten minutieuze voorschriften voor de gehele operatie. Deze werden in 1497 en 1515 bevestigd. Net als in 1438 werden de steden, vrijheden en andere plaatsen aangeslagen volgens een bepaalde quote. In de steden mocht men weer elke tiende haardstede in mindering brengen vanwege de armen en op het platteland elke vijfde haardstede. In de regeling van 1451 worden plaatselijke bedezetters expliciet verantwoordelijk gesteld voor zowel het maken van lijsten voor de aanslagen als het ophalen van de bede. De bedezetters dienden in de tweede helft van maart op een zondag hun rekening openbaar te verantwoorden. In 1451 werd ook bepaald dat als iemand in gebreke bleef de bede te betalen, andere inwoners van het betreffende fiscaal ressort tot Lichtmis niet verantwoordelijk gesteld konden worden. Na Lichtmis kon ook beslag gelegd worden op de goederen van de andere inwoners.

 

Door het nieuwe systeem werden bepaalde taken en bevoegdheden gedecentraliseerd naar de plaatsen op het platteland. Volgens het oude systeem stelden de zetters de waarde van iemands bezit vast. Aan de hand van een tarief van de overheid werd vervolgens de aanslag berekend. Volgens het nieuwe systeem werden de inwoners van een bepaald fiscaal ressort op de hoogte gesteld van hun quote en bepaalden zij vervolgens zelf volgens wel tarief of formule die quote plaatselijk omgeslagen zou worden. Voor de belastingplichtige inwoners veranderde er waarschijnlijk niet veel. De goederen van kloosters werden nog steeds afzonderlijk aangeslagen en bepaalde personen en categorieën bleven vrijgesteld.

 

De fiscale ressorten dienden vanaf 1439 een bepaald bedrag op te brengen. Hoe lager het aantal getelde haardsteden, hoe lager de quote. Bij de haardstedentelling was het voor de steden en dorpen van belang de quote zo laag mogelijk te houden en zo weinig mogelijk haardsteden of huizen mee te tellen. Was de quote eenmaal vastgesteld, dan was het van belang deze quote plaatselijk over zoveel mogelijk huizen om te slaan. Het een en ander betekende dat er omstreeks 1438 een nieuwe bron voor mogelijke conflicten in het leven was geroepen. Dergelijke spanningen konden ook tussen gehuchten binnen een fiscaal ressort ontstaan, als de quote voor de bede plaatselijk weer over verschillende gehuchten verdeeld werd. Spanningen tussen plaatsen werd verder in de hand gewerkt doordat de commissarissen van de haardstedentellingen om te kopen waren en niet altijd nauwkeurig te werk gingen. In 1496 werd de houding van de commissarissen tijdens de Brabantse haardstedentellingen in weinig lovende woorden omschreven. Ze zouden de dorpen geld en voedsel afpersen. Tegen betaling schreven de commissarissen het door de vertegenwoordigers van de dorpen onder ede opgegeven aantal op zonder zelf te gaan tellen. Als de commissarissen al de moeite namen om te gaan tellen, werden ze vergezeld door de plaatselijke schout, schepenen, Heilige-Geestmeesters en bedezetters. Aan de rand van het dorp gekomen zeiden de plaatselijke functionarissen wel eens dat een bepaald huis onder een andere parochie hoorde. De commissarissen namen dat meestal voor waar aan.

 

Om de verdeling van de bede aan te passen aan de demografische ontwikkeling werden in 1464, 1472, 1480, 1492, 1496 en 1526 nieuwe haardstedentellingen gehouden. Cuvelier heeft de resultaten van de verschillende tellingen gepubliceerd. De resultaten van de haardstedentelling van de Meierij van 's-Hertogenbosch van 1480 zijn door Cuvelier niet teruggevonden. Caspar van Breugel maakte echter omstreeks 1794 een afschrift van deze telling dat bewaard bleef. In de tabel van Van Breugel ontbreekt de haardstedentelling van 1496. Om te controleren of Van Breugel inderdaad de telling van 1480 geeft, werden de resultaten van de haardstedentelling van 1480 uit de rekeningen van de bede over 1492 en 1493 afgeleid. In die jaren betaalden de plaatsen in de Meierij twee keer één gulden per haardstede. Deze omslag was gebaseerd op de haardstedentelling van 1480. Toepassing van de regel dat op het platteland elke vijfde en in de steden elke tiende haardstede in mindering gebracht was, geeft de resultaten van de verloren haardstedentelling van 1480. Vergelijking met de door Van Breugel gegeven getallen laat zien dat Van Breugel inderdaad de resultaten van de telling van 1480 geeft.

 

 

De bron gebruikt voor de haardstedentellingen van 1438, 1464, 1472, 1496 en 1526 is: J. Cuvelier, Les dénombrements de foyers en Brabant (XIV-XVI siècle) (Brussel, 1912) 476-483. De haardstedentelling van 1438 is ook gepubliceerd door: C.R. Hermans, Bijdragen tot de geschiedenis, oudheden, letteren, statistiek en beeldende kunsten der provincie Noord Brabant II ('s-Hertogenbosch 1845) 51-57; zie ook 70-74. De haardstedentelling van 1526 door: C.R. Hermans, Bijdragen tot de geschiedenis, oudheden, letteren, statistiek en beeldende kunsten der provincie Noord Brabant II ('s-Hertogenbosch 1845) 57-69; zie ook 74-80. Voor een andere uitgave van de telling van 1526 zie: J. van de Hammen en A. Sassen, Telling der huizen en haardsteden in de stad en de Meierij van 's-Hertogenbosch gedaan in het jaar 1526 ('s-Hertogenbosch 1894).

 

Cuvelier heeft de haardstedentelling van 1480 voor de Meierij niet gezien en maakt daar een schatting van. Er is echter een kopie van de resultaten van de haardstedentelling van 1480 voor de Meierij aangetroffen in: RANB, Archief van de Leen- en Tolkamer inv. nr. 38a, tabel A: aantekeningen gemaakt door mr. Caspar van Breugel in verband met zijn onderzoek naar de belastingen en de sociaal-economische toestand van de Meierij van 's-Hertogenbosch 1792-1794. De resultaten van de telling zijn samengevat in kolom 1480a. In de tabellen van Van Breugel ontbreekt de haardstedentelling van 1496. Om te controleren of Van Breugel inderdaad de telling van 1480 geeft, werden de resultaten van de haardstedentelling van 1480 tevens uit de rekeningen van de bede over 1492 en 1493 afgeleid. ARAB, ARK inv. nr. 15732 bevat zes in perkament gevatte bundels rekeningen. De betreffende rekeningen bevinden zich in de tweede bundel, fol. 32v-37. De resultaten van deze berekening zijn samengevat in kolom 1480b. De overeenkomst tussen de getallen in beide kolommen bevestigt dat Van Breugel de resultaten van de haardstedentelling van 1480 geeft en niet die van 1496. De telling van het aantal haardsteden in 1480 kan voor een aantal plaatsen beïnvloed zijn door het verbranden van huizen vanwege de Gelderse oorlog van 1478-1481.

 

 

 

 

De stad 's-Hertogenbosch

 

 

1438

1464

1472

1480a

1480b

1496

1526

 

Totaal aantal haard-steden

Huizen van armen

Totaal aantal haard-steden

Totaal aantal haard-steden

Totaal aantal haard-steden

Totaal aantal haard-steden

Totaal aantal haard-steden

 

Totaal aantal haard-steden

's-Hertogenbosch[1]

 

2.883

300

2.335

2.351

-

3.000

Bin 3099

Bui   357

3.803[2]

408[3]

 


 

Het kwartier Peelland

 

 

1438

1464

1472

1480a

1480b

1496

1526

 

Totaal aantal haard-steden

Huizen van armen

Totaal aantal haard-steden

Totaal aantal haard-steden

Totaal aantal haard-steden

Totaal aantal haard-steden

Totaal aantal haard-steden

Totaal aantal haard-steden

 

Mierlo en Opthout

236[4]

64

226

220

225

225

211

239

Lierop

116

19

125

98

100[5]

100

120

108

Budel

245

120

245

-[6]

-

-

-

-

Bakel

194

94

215

207

149[7]

208

157

204[8]

Liempde

123

50

137

137

102

111

128

142

Asten

265

77

261

271

278[9]

262

250

281[10]

Heeze

415

128

429

429

531

531[11]

308

425

Leende

 

227

323

Helmond[12]

280

76

333

282

327

330

Bin 107

Bui 168

137[13]

259[14]

Sint-Oedenrode

467

166

446

436

372

372

364

416[15]

Someren

287

91

373

250

316

316

261

339[16]

Soerendonk en Maarheeze

192[17]

59

209

182

166

166

132

210[18]

Geldrop

109

45

99

99

106

106

116

136[19]

Aarlebeek en Rixtel

162

51

286

289

180

185

234

327[20]

Deurne en Vlierden

316

117

413

286

327

327

299

317

Nuenen en Gerwen

364

111

353

353

240

241[21]

209

244[22]

Nederwetten

 

29

34[23]

Tongelre

 

89

114[24]

Erp

234

87

267

207

239[25]

200

209

254

Stiphout

74

29

86

67

65

66

69

89

Veghel

273

101

282

245

240

166

214

278

Son

290

70

328[26]

325

276[27]

284[28]

130

138[29]

Breugel

125

149[30]

Lieshout

145[31]

51

132

134

133

133

132

148[32]

Schijndel

263[33]

119[34]

284

280

241

241

248

287[35]

 

 


 

Het kwartier Kempenland

 

 

1438

1464

1472

1480a

1480b

1496

1526

 

Totaal aantal haard-steden

Huizen van armen

Totaal aantal haard-steden

Totaal aantal haard-steden

Totaal aantal haard-steden

Totaal aantal haard-steden

Totaal aantal haard-steden

Totaal aantal haard-steden

 

Oirschot

659

206

728

703

700[36]

670

591

782[37]

Oostelbeers

110

45

118

118

111

115[38]

112

74

Middelbeers

45

Eersel

185

50

222

216

196

222

178

173

Bergeijk

247

56

292

298

270[39]

220

212

249

Duizel

44

15

49

40

42

42

43

41

Hapert

55

13

66

70

57

57

58

63

Hoogeloon

91

14

97

90

88

88

85

89

Casteren

41

10

45

45

44

45

41

43[40]

Westerhoven

97

21

115

105

82[41]

82

132

126

Dommelen

48

12

52

35

55

55

45

51[42]

Riethoven

96

27

101

100

105

105

99

104

Steensel

46

14

54

50

50

50

38

45

Bladel

186

73

207

202

242

242

158

171[43]

Reusel

118

30

129[44]

136

105

122

105

127[45]

Lommel

244

46

291

298

266[46]

256

250

256[47]

Oerle

102

43

101

101

79

80

76

80

Vessem

80

18

86

84

83[48]

81

85

82

Knegsel

33

16

32

32

30

30

27

24

Meerveldhoven

30

20

35

36

34

35

13

16

Wintelre

46

10

56

57

84

75

47

50

Zeelst

46

-[49]

75

68

65

65

66

74

Gestel bij Eindhoven

162

44

185

180

176

176[50]

47

84

Strijp

81

103[51]

Stratum

40

71

Valkenswaard

110

29[52]

135

135

134

135

118

118

Waalre

87

20

104

104

95

95

85

100

Aalst

54

18[53]

60

50

59

60

57

67

Zonderwijk en Veldhoven

107

43

118

109

104

105

102

111

Blaarthem onder Oerle[54]

23

2

26

30

31

31

29

40

Woensel

153

36

161

161

140

141

135

195[55]

Eindhoven

248

55

231

209

207

207

168

225[56]

 

Het kwartier Oisterwijk

 

 

1438

1464

1472

1480a

1480b

1496

1526

 

Totaal aantal haard-steden

Huizen van armen

Totaal aantal haard-steden

Totaal aantal haard-steden

Totaal aantal haard-steden

Totaal aantal haard-steden

Totaal aantal haard-steden

Totaal aantal haard-steden

 

Vught en Cromvoirt

252

73

239

259

252

252

237

310

Sint-Michielsgestel en Gemonde

175

44

170

170

136

136

177

221

Tilburg

542

158

520

396

426

421[57]

379

509

Goirle

109

Loon op Zand

127

66

143

143

139[58]

91

85

221

Oisterwijk

684

281

682

660

694

696

667[59]

370[60]

Haaren en Belveren

142

Udenhout

128

Berkel

74

Enschot en Heukelom

110

Helvoirt

114

35

111

101

107

107

96

116

Esch

48

19

48

49

55[61]

45

41

60

Lage Mierde

201

59

205

168

170

217[62]

135

78

Hooge Mierde

88

Hulsel

41

44

44

53

Waalwijk

118

34

137

124

113

113

121

147

Moergestel

193

82

161

161

151

166

155

172

Hilvarenbeek

724

213

716

740

-[63]

650

625[64]

499

Diessen

170

Riel

59

Westelbeers

37

Boxtel

330

140

349

349

315

316

340

417

Drunen

145

57

153

147

148[65]

142[66]

94

165

Gansoijen 

54[67]

21

39

4

2

Onsenoort

 

 

 

 

 

Nieuwkuijk

 

 

 

 

 

 

 


 

Het kwartier Maasland

 

 

1438

1464

1472

1480a

1480b

1496

1526

 

Totaal aantal haard-steden

Huizen van armen

Totaal aantal haard-steden

Totaal aantal haard-steden

Totaal aantal haard-steden

Totaal aantal haard-steden

Totaal aantal haard-steden

Totaal aantal haard-steden

 

Dinther

135

55

150

130

94

95

123

159[68]

Kessel

48

27

39

41

-

25

39

43

Maren

71

42

68

61

35

35

60

81

Nistelrode

166[69]

68

173

99

120

120

70

165

Berlicum

200

53

184

136

118

168

86

168[70]

Nuland

276

82

261

272

286[71]

218[72]

47

99[73]

Rosmalen

85

191[74]

Oss

361

86

321

199

229

230

243

375[75]

Lithoyen

78

63

75

52

50

50

40

97

Heeswijk

115

60

94

70

80

80

73

94[76]

Alem

46

23

56

37

38

38

25

54

Berghem en Duren

122

34

136

103

124

75

106

136[77]

Geffen

163

56

128[78]

131

124[79]

126

162

171[80]

Heesch

146

38

149

132

95

95

59

136

Lith

161

60

-

-

-

-

-

-

Empel en Meerwijk

73

60

65

64

53

53

51

85[81]

 

Totaal Meierij

17.349

 

5.071

17.407

16.236

15.543

[82]

16.017

15.853

20.003

 


 

De tellingen van huizen 1736-1792

 

Voor deze tellingen zijn twee bronnen geraadpleegd:

 

Bron A: RANB, Archief van de Leen- en Tolkamer inv. nr. 381, tabel A. Deze circa 1792-1794 door mr. Caspar van Breugel aangelegde lijst geeft de resultaten voor de Meierij van de haardstedentellingen van 1437, 1464, 1474, 1480 en 1525, enkele vijftiende-eeuwse omslagen van de beden, de omslag van de kwartier-taux en het aantal huizen in 1736 en 1792. Bij deze lijst staat de aantekening: ‘staat te weten dat van het getal van de nummers der huizen de anno 1792 alle die welke effective geen woonhuijzen zijn, als schuuren, bakhuijzen, raadhuijzen, schoolen, etc(etera), die onder het getal van de nummers der huijzen de anno 1736 begreepen zijn.’

 

Bron B: RANB, Archief van de Leen- en Tolkamer inv. nr. 312: ‘Lijste van het getal der huizen in de Meijerije, zo als dit was in de jaaren 1736, 1766, 1771, 1776.’ Alleen voor het kwartier Peelland zijn ook de aantallen huizen in 1781 gegeven. Het handschrift is identiek aan dat van bron A, zodat ook deze lijst aan Van Breugel toegeschreven moet worden.

 

Voor 1736 zijn twee bronnen beschikbaar. Omdat de cijfers grotendeels, maar niet helemaal overeenkomen, is de informatie uit beide bronnen gegeven. Ook de totalen zijn zoals in de bronnen gegeven. De volgorde van de plaatsen is zoals in Bron B. Bron A volgt een alfabetische volgorde.

 

 

Het kwartier Peelland

 

 

1736

Bron A:

 

1736

Bron B:

1766

1771

1776

1792

Helmond

385

385

385

385

385

414

Maarheeze

 

 

128

124

126

118

Soerendonk

260

260

98

96

100

101

Gastel

 

 

35

34

36

41

Budel

-

-

-

-

-

423

Sterksel

6

6

5

5

5

6

Nuenen

313

313

288

315

310

309

Nederwetten

46

46

41

49

49

52

Son

182

181

181

181

183

194

Breugel

100

100

100

99

114

110

Someren

353

333

334

392

412

468

Asten

361

360

366

375

368

409

Deurne

368

327

376

382

385

423

Vlierden

81

81

91

91

97

100

Bakel

245

245

274

276

280

286

Sint-Oedenrode

485

484

503

523

494

533

Mierlo

240

240

231

256

263

277

Stiphout

80

80

88

87

97

88

Lierop

146

146

150

155

158

167

Erp

264

264

286

284

294

317

Veghel

424

424

438

464

470

493

Heeze

528

428

387

362

368

325

Zesgehuchten

75

135

151

162

141

Leende

337

337

328

335

408

277

Geldrop

246

246

178

183

224

182

Tongelre

132

132

133

126

121

118

Schijndel

545

545

579

578

594

582

Liempde

190

190

198

193

173

190

Aarle

157

157

162

168

168

167

Beek

177

184

198

197

188

194

Lieshout

142

142

143

147

136

175

TOTAAL

6.787

6.711

6.839

7.013

7.168

7.680

 

 

Het kwartier Kempenland

 

 

1736

Bron A:

 

1736

Bron B:

1766

1771

1776

1792

Valkenswaard

208

208

202

210

218

198

Bladel

118

118

127

126

138

131

Reusel

129

129

140

148

168

146

Netersel

40

48

54

47

48

47

Eersel

186

186

175

177

166

185

Duizel

53

46

52

50

51

57

Steensel

50

50

51

52

53

58

Oirschot

900

900

912

912

904

986

Eindhoven

305

305

300

300

345

328

Woensel

372

272

347

348

369

347

Gestel

114

114

108

107

124

112

Strijp

171

171

154

154

162

148

Stratum

62

62

62

62

72

64

Eckart

25

25

22

23

23

21

Waalre

138

138

134

136

138

131

Aalst

100

100

90

93

90

90

Bergeijk

320

320

319

320

335

336

Riethoven

113

113

115

119

113

109

Westerhoven

113

113

114

115

115

99

Borkel

53

53

43

56

54

53

Schaft

44

44

42

42

45

44

Vessem

97

97

104

101

107

114

Wintelre

69

69

69

62

68

73

Knegsel

49

49

38

39

40

43

Oerle

133

133

122

135

133

137

Meerveldhoven

40

40

45

39

39

34

Oostelbeers

73

73

76

71

77

85

Middelbeers

59

59

69

61

67

70

Lommel

319

319

334

340

338

366

Dommelen

70

70

66

58

73

75

Veldhoven

163

163

161

149

155

143

Zeelst

199

199

194

185

193

159

Blaarthem

43

43

36

36

38

28

Hogeloon

118

118

115

121

129

117

Hapert

76

76

78

79

83

86

Casteren

41

41

48

48

51

51

TOTAAL

5.163

5.064

5.118

5.121

5.314

5.271

 

 

Het kwartier Oisterwijk

 

 

1736

Bron A:

 

1736

Bron B:

1766

1771

1776

1792

Vught

204

204

215

217

221

222

Cromvoirt

67

67

75

82

81

79

Oisterwijk

261

261

272

279

269

273

Udenhout

233

243

271

280

283

294

Hooge Mierde

95

95

65

98

103

97

Lage Mierde

88

88

97

80

105

93

Hulsel

46

46

43

46

52

56

Tilburg

1.276

1.276

1.232

1.228

1.245

1.394

Goirle

141

141

132

133

140

146

Moergestel

184

184

187

192

198

218

Sint-Michielsgestel

315

315

295

345

346

341

Loon op Zand

603

564

607

680

695

692

Gansoijen

4

4

6

6

6

5

Esch

52

52

56

55

57

51

Hilvarenbeek

361

361

356

359

363

382

Diessen

139

139

139

141

143

147

Riel

66

66

63

62

64

67

Westelbeers

35

35

38

37

40

45

Berkel

 

69

64

63

65

59

Heukelom

179

51

46

46

47

44

Enschot

 

59

52

53

56

50

Haaren

197

197

216

219

228

219

Helvoirt

173

173

184

187

196

199

Drunen

254

254

241

270

276

274

Waalwijk

207

263

205

201

197

199

Hagoort

-

8

8

8

8

8

Boxtel

483

483

515

499

502

478

Nieuwkuijk

131

-

-

-

-

143

TOTAAL

5.794

5.698

5.679

5.866

5.986

6.275

 

 

Het kwartier Maasland

 

 

1736

Bron A:

1736

Bron B:

 

1766

1771

1776

1792

Berlicum

304

204

225

223

320

306

Heesch

213

213

223

227

224

235

Berghem

209

209

260

244

268

284

Nistelrode

305

305

339

343

343

348

Heeswijk

119

118

127

130

132

129

Dinther

197

197

222

215

213

210

Nuland

114

114

131

133

128

127

Geffen

147

147

162

160

158

155

Oss

507

507

556

566

539

555

Lith

192

192

193

193

206

222

Kessel

53

53

44

47

49

49

Lithoijen

93

93

104

105

108

116

Alem

42

42

47

49

49

45

Empel

77

77

78

85

85

87

Maren

102

102

93

103

103

97

Rosmalen

113

213

234

251

254

247

TOTAAL

2.787

2.786

3.038

3.074

3.179

3.212

 

 

Totaal voor de vier kwartieren[83]

 

 

1736

Bron A:

1736

Bron B:

 

1766

1771

1776

1792

Peelland

6.787

 

6.711

6.939

7.013

7.168

7.680

Kempenland

5.163

 

5.064

5.118

5.121

5.314

5.271

Oisterwijk

5.794

 

5.698

5.679

5.866

5.986

6.275

Maasland

2.787

 

2.786

3.038

3.074

3.179

3.212

TOTAAL

20.531

 

20.259

20.674

21.074

21.647

22.438

 

 



[1] Bin = Binnen de stadsmuren; Bui = Buiten de stadsmuren.

[2] 3.146 Huizen met 1 haardstede, 241 huizen met 2 haardsteden, 5 huizen met 3 haardsteden, en 48 kloosters en gasthuizen, elk gerekend voor 1 haardstede.

[3] 7 Huizen met 2 haardsteden, waaronder 1 gasthuis en 2 kloosters.

[4] Cuvelier, Les dénombrements,  478-479, aantekening in register 15722: ‘in desen partien van Myerle zijn begrepen die van Opthout daer bevonden zijn 78 hersteden, zijn tsamen 236 hersteden, als ‘t blijct bij eenre certificatie van Loenis van Lancvelt, schouthet van Pedelant hier overgegeven ende gehecht mit den anderen brieven van deser rekeningen’.

[5] Waarvan 44 huizen van armen.

[6] Niet meer geteld. Budel betaalde volgens een speciaal privilege de helft van het bedrag van Maarheeze en Soerendonk.

[7] Waarvan 12 hutten en 34 huizen verbrand.

[8] 1 Huis met 2 haardsteden.

[9] Waarvan 11 leegstaand.

[10] 1 Huis met 2 haardsteden.

[11] Heeze 310 en Leende 221 haardsteden.

[12] Bin = Binnen de stadsmuren; Bui = Buiten de stadsmuren.

[13] Waaronder 2 kloosters.

[14] 1 Huis met 2 haardsteden.

[15] 2 Huizen met 2 haardsteden.

[16] 1 Huis met 2 haardsteden.

[17] Hermans, Bijdragen, 54: Hermans geeft 112.

[18] 1 Huis met 2 haardsteden.

[19] 1 Huis met 2 haardsteden.

[20] 3 Huizen met 2 haardsteden.

[21] Nuenen en Gerwen 135, Nederwetten 35 en Tongelre 71 haardsteden.

[22] Waaronder het klooster van Zoeterbeke.

[23] Waaronder de priorij van Hooidonk.

[24] 1 Huis met 2 haardsteden.

[25] Waarvan 39 verbrand.

[26] Cuvelier, Les dénombrements,  478-479: register 45729 geeft 338 haardsteden.

[27] Waarvan 40 personen onder Hooidonk

[28] Son 133 en Breugel 151 haardsteden.

[29] 1 Huis met 2 haardsteden.

[30] Waaronder 3 huizen met 2 haardsteden.

[31] Hermans, Bijdragen, 54: Hermans geeft 165.

[32] 1 Huis met 2 haardsteden.

[33] Hermans, Bijdragen, 54: Hermans geeft 164.

[34] Hermans, Bijdragen, 54: Hermans geeft 109.

[35] Waaronder 6 huizen met 2 haardsteden.

[36] Waarvan 60 leegstaand.

[37] Waaronder 22 huizen met 2 haardsteden.

[38] Oostelbeers 72 en Middelbeers 43 haardsteden.

[39] Waarvan 50 leeg en afgebrand.

[40] Waaronder 2 huizen met 2 haardsteden.

[41] RANB, Archief van de Leen- en Tolkamer inv. nr. 381. tabel A: geeft foutief ‘Borkel’  als plaatsnaam.

[42] Waaronder het klooster van Sint-Agnes.

[43] Waaronder 2 huizen met 2 haardsteden.

[44] Cuvelier, Les dénombrements, 482-483. Register 45729 geeft 139 haardsteden.

[45] Waaronder de abdij van Postel.

[46] Waarvan 20 leegstaand.

[47] Waaronder 1 huis met 2 haardsteden.

[48] Waarvan 4 leegstaand.

[49] Zeelst ontbreekt bij Hermans, Bijdragen, 55-56.

[50] Gestel 45, Strijp 83 en Stratum 48 haardsteden.

[51] Waaronder 2 huizen met 2 haardsteden.

[52] Cuvelier, Les dénombrements, 482. Cuvelier geeft hier een streepje (geen bedrag); Hermans, Bijdragen, 56 geeft 29, welk aantal vermoedelijk correct is.

[53] Hermans, Bijdragen, 56: Hermans geeft 14.

[54] Cuvelier, Les dénombrements, 482: Cuvelier schrijft foutief ‘Blaarthem en Oerle’.

[55] Waaronder het klooster Op de Hage.

[56] Waaronder 2 huizen met 2 haardsteden. Het begijnhof telt 4 haardsteden.

[57] Tilburg 325 en Goirle 96 haardsteden.

[58] Waarvan 48 leegstaand.

[59] Oisterwijk 290 haardsteden, Haaren en Belveren 126, Udenhout 113, Berkel 52 en Enschot en Heukelom 86 haardsteden.

[60] Van de Hammen en Sassen, Telling der huizen, 18: van de Hammen en Sassen geven 516 haardsteden voor Oisterwijk en 146 voor Haaren en Belveren. Cuvelier geeft 516 voor Oisterwijk en Haaren en Belveren tezamen. Op basis van het cijfer van Van de Hammen en Sassen hebben we het aantal haardsteden voor Oisterwijk in 1526 op 370 bepaald.

[61] Waarvan 10 leegstaand.

[62] Hooge- en Lage Mierde 172 haardsteden en Hulsel 45 haardsteden.

[63] Dit cijfer ontbreekt bij Van Breugel. Hij schrijft: ‘deficit’

[64] Hilvarenbeek 392 haardsteden, Diessen 146, Riel 51 en Westelbeers 36 haardsteden.

[65] Waarvan 1 leegstaand.

[66] Drunen 137 en Gansoijen 5 haardsteden.

[67] Cuvelier, Les dénombrements, 477: 15722 bevat de aantekening: ‘van welken dorpen niet getermineert en is, weder zij Brabant of Hollant zijn. Ende daarom en hebben zij niet betaelt.’

[68] Waaronder 2 huizen met 2 haardsteden.

[69] Hermans, Bijdragen, 54: Hermans geeft 146.

[70] Waaronder 1 huis met 2 haardsteden.

[71] Waaronder Cauwater.

[72] Nuland 68 haardsteden en Rosmalen 150.

[73] Waaronder 4 huizen met 2 haardsteden.

[74] Waaronder 2 kloosters.

[75] Waaronder 1 huis met 2 haardsteden.

[76] Waaronder 1 huis met 2 haardsteden.

[77] Waaronder 1 huis met 2 haardsteden.

[78] Cuvelier, 480-481, Register 45729 geeft 138.

[79] Waarvan 5 leegstaand.

[80] Waaronder 1 huis met 2 haardsteden.

[81] Waaronder 2 huizen met 2 haardsteden.

[82] Inclusief de huizen van 's-Hertogenbosch, waarvoor een aantal van 3.000 huizen aangenomen werd (vergelijk met kolom 1480b).

[83] Dat is exclusief het aantal huizen  van 's-Hertogenbosch.