Het 'vuytsetsel'
Martien van Asseldonk, 4 augstus 2016
In de jaren 60 en 70 spaarden mijn oudste zussen bonnen van Douwe
Egberts en dergelijke voor hun uitzet. Dat was serviesgoed dat ze mee
zouden nemen voor hun huwelijk. Verkering of geen verkering, aan de
uitzet werd gewerkt.
In de Veghelse bronnen kwam ik de uitzet, dan geschreven als
'vuytsetsel' in de betekenis van huwelijksgift van de ouders, weer
tegen. We geven hierna enkele voorbeelden.
R23, fol. 169v (22-04-1534):
Margriet dochter Willem Wouterss van Coelen maakt
haar testament op:
-
de broers Delis en Aert en hun zussen Ermgaert en Cristyn, kynderen
Jannen Delis en Margrieten krijgen ‘voer hen vuytsetsel’ de erfpacht van
2 mud rogge, veghelse maat, die Jan Delis gekocht heeft van Jannen Maes
Melissoen, en dat ter compensatie ‘van alle den gereede gueden van
bedden, van potten, van ketelen, van coeyen, van peerden ende van
desgelycken’, die de andere kinderen van Jannen Delis en Margriete bij
hun huwelijk al gehad hebben
-
Anthonis dochter Jan Delis en Margrieten krijgt ‘voer hair vuytsetsel’
een erfcijns van 1 ½ Carolus gulden, die Hanrick Janss van Wetten uit
zijn goed betaalt
R24, fol. 508 (06-07-1542): Thys soene wylen Geritssoen
heeft als huwelijkse voorwaarden beloofd aan Ghysbrechten soene wylen
Hanrick soene Hanrick Driessens te geven ‘enen aabempt’, gelegen in
Veghel in die Dungen. Ook zal Thys zijn dochter Gertruyt ‘clede,
eerlycken, soe Aert Philipss syn dochter cleet’ en zal hij ‘die
vuytsetten van coeyen, van peerden, van huysraet’ en dergelijke geven,
‘soe hij syn andere kynderen vuytseth ende daer eer aff hebben wil’.
R28, fol. 685 (15-01-1573)
Corstiaen Joachim Corstiaenss en de andere minderjarige
kinderen van voornoemde Joachim krijgen goed toebedeeld. 'Noch sal dit
gedeelt voirscreven geven Ariaen Jacops voer syn vuytsetssel' 50 Carolus
gulden.
R30, fol. 509 (16-12-1586): Aert soene wylen Henick
Roloffs heeft verkocht, opgedragen en ovegegeven aan Henrick soene wylen
Gerit Meeussen, 'zijnen oome', zijn kindsdeel in een 'huys, hostadt,
hoff ende erffenisse. Uitgezonderd 50 Carolus gulden 'voer zyn
vuytsetsell', die hij ontvangen zal van Merten Laurensen van Hynsbergen.
R30, fol. 948 (30-12-1588): Delis voerscreven krijgt voor
zijn 'vuytsetsell' een jaarlijkse rente van 7 gulden, te beuren van
Pauwels Goiaert Pauwels.
R31, fol. 262 (08-03-1591): Peter heeft beloofd 100 gulden
te betalen aan Peter Verheyen den Auwen. Willemken had dit bedrag
toebedeeld gekregen 'voer haer vuytsetsel'.
R32, fol. 75 (10-04-1597): Anna weduwe van Danelt Willem
Jans met 'haeren swaegher' Tonis Geerlyckx aan de ene zijde, en Aelken
weduwe van Willem Danelt Willemsen aan de andere zijde, hebben voor
schepenen van Vechel Peter Gysberts en Mathys Danelys van Looken een
accoord gesloten, 'belangende sekere vuytsetsel welcke Aelken
voorscreven pretendeert van haers overleden mans weghen van die
voorscheven Anna Danelts haer toe te competeren'.
R32, fol. 355 (06-04-1601): Er is een geschil ontstaan,
'ter orsaecke omdat Huybert Willems en Heylken syn hysvrouwe het
voorschreven naekynt' 'tot vuytsel' 50 gulden hadden gegeven en na hun
dood nog eens 100 gulden.
R35, fol. 151 (11-06-1610): Jan Aerts zal Jan Gerits 'een
behoirlyck vuytsetsel mede te geven, te weten een koey ende een mael,
een bedde met syn toebehoirt, eenen niuwen sack vol roggen ende voorts
eenen tobbe ende een stande ende pot ketel ende kan'.
R41, fol. 173 (05-02-1619):
'de voorschreven questie dat de voirschreven Dandel eerteyts is beloeft
geweest by de voirschreven Dinghen voir een vuytsetsel van hare dochter
die de voirschreven Dandel getrout heeft gehadt, ende nu sonder wittige
gebuerten overleden'.
R41, fol. 300 (14-02-1621):
Dirck zone wylen Claes Dircxen heeft verkocht, opgedragen en overgegeven
aan Matheus zone wylen Jan Matheissen 'eenen acker tuelants', groot
ontrent 1 sestersaets, gelegen opte Hooch Boeckt. Dirck heeft dit goed
bij zijn huwelijk als 'vuytsetssel' van zijn ouders meegekregen.
R46, fol. 142 (01-02-1641): Niclaes Pauwels als man van
Ariken voor de helft, Jan Melters als man van Catharina dochter van
Arien Janssen van Balgoijen optredend voor Maijken, 'sijnen huijsvrouwe
suster', dochter voorschreven, voor de andere helft, hebben opgedragen
en overgegeven aan Henrick Henrickx van Erp een 'huijs, hof, bomgaert
met het aengelegen landerije met allen den houtwas, poterije ende
gerechticheijt daer toe behoorende', groot ontrent 6 lopensaet, gelegen
aen de Bueckelaer stegde aldaer. Niclaes heeft dit goed voor de ene
helft verworven van de ouders van zijn vrouw en de andere helft heeft
zijn vrouw van Anneken weduwe van Arien Janssen van Balgoijen kregen als
'vuytsetsel' ten behoeve van haar beide dochters.
R47, fol. 9 (11-05-1646): Als een van de voor- of
nakinderen trouwt dan zal Antonis Henricxsen aan hen als 'vuytsetsel'
geven een bedrag van 100 gulden, ook 25 gulden voor 'een peerdt, een
coeij, de beste vuytten stalle op een naer, ende een dragende mael, noch
eenen coeijketel oft sess gulden daer voor, met noch een eertkerre, noch
een koetse met een bedde ende sijn toebehoortten, noch twee nieu sacken
vol roggen, een sijde specx van vijftich ponden ende het halff reusell
daer bij, noch eenen cleijnen ketel oft drij gulden daer voor, ende noch
andere cleijnen huysraet, soo hij daer eere aff hebben wille, ende de
selve kijnderen eerlijck cleeden naer behooren'.
R47, fol. 38 (05-06-1646):
Jan Sijmonssen en zijn vrouw Heijlken Goosen Ariens, 'beijde
sijnde gaende ende staende ende gesont van lichaeme, hun lieden
verstandt, memorie ende vijff sinnen wel mechtich', maken hun testament
op.
-
als Lambert Gerytss,
'met consentte ende wille van Heijlken sijne moeije comt tot huwelijcken
staett', dan zal Jan Sijmons hem 'eerlijck vuytsetten, soo ende gelijck
hij sijn eijgen kijnderen is doende'
R48, fol. 48 (25-07-1648): Aert Reijnders als man van
Mariken dochter van Nicolaes Gerijtssen van Soest, 'te voorens gewesene
huijsvrouw' van wijlen Jan Jan Jacobs, aan de ene zijde, en Henric Jan
Jacobs en Dirck Aertssen van Eerde als voogden over de minderjarige
kinderen van voorschreven Jan Jan Jacobsen, aan de andere zijde, hebben
een accoord gesloten.
-
Aert Reijndersen zal
geven aan de minderjarige kinderen van Jan Jan Jacobs, verwekt bij
Meriken Claes Gerytssen, 'elck kyndt int besonder gecomen synde tot
staet, 't sij gestelyck oft werelyck, ofte gecomen synde tot hennen jare
van discretie',
o
'een goet leverbaer bedde met een nieu surgie ende twee niuw lakens,
o
een coetsse,
o
een tafelken van den onmundigen eygen houdt te laten maken op den
voorgenoemde schoonvaders costen,
o
een goede ofte de beste coije vuyten stall,
o
sess vadt roggen met eenen nieuwen sack,
o
een sijde specx wegende dertich pont,
o
met drij pondt reusels,
o
eenen moespot van sess cannen,
o
eenen coperen ketel van vijer kannen,
o
twee nieuwe stoelen,
o
eenen tobbe met een stande, oick van den onmundigen eygen houdt'
-
de voorschreven
voogden staan toe dat voornoemde Aert met zijn vrouw 'sal genieten ende
profiteren d' innecomen ofte emolumenten van de goederen den onmundigen
aengestorven van Henric Jacob Roelofsen, soo lange ende ten tijde als de
kijnderen sullen sijn gecomen tot eenigen staet'
-
'als dan dijen tyt
gecomen synde, hennen vuytsetsel te gebruycken metten aenverstorven
gedeelte, elck kint besonder mogen affdeylen'
-
als de vrouw van
Aert sterft voordat de kinderen 'tot eenigen staet' gekomen zijn, dan
zal Aert hen ieder 5 gulden geven, 'waer mede het vuijtsetssel sal sijn
doot ende te niet'
R48, fol. 180 (30-04-1649): Jan Aelbert Henric Janssen
geassisteerd door Jan Diricx, 'op Jexschot woonende, synen oom', en
Nicolaes Jan Arienssen, 'synen swager', aan den ene zijde, en Gertruyt
dochter van Cornelis Henricx van Deursen, weduwe van Arien Aertssen, met
haar voogden Jan Cornelissen van Deursen en Henric Aertssen, voogden
over haar en haar minderjarige kinderen, verwekt door voorgenoemde
Arien, aan de andere zijde, 'toecomende bruydegom ende bruyt', zijn
huwelijkse voorwaarden overeengekomen.
-
Jan Aelbert Henric
Janssen belooft in te brengen in het huwelijk 'alsulcken vuytsetsele als
Claes Jan Ariens, 'synen swagere' voor desen heeft gehadt ende genooten
van sijn vader ende moeders huyse, soo als gelt, huysraet, bestiaele als
andersints'
-
Ook 'aen ider kyndt
te geven vuyt de gereede ofte haeffelycke goederen eens een coije met
een mael, bed, sarcie ende twee slapenlakens, een mauwer roggen met
eenen nieuwen sack, een eyken kyste met een coetste van dooffhoudt, het
houdt op de onmundige goederen met consent der mombooren aff te houwen
ende te maken op de voorgenoemde Jan ende Gertruyt voorschreven eygen
cost, mits de selve kyst sloodtvast wesende. Midts noch een moespott,
hantketel, een halff syde specx, als andersints'.
R48, fol. 225 (30-10-1649): Henric Arien Geryt Goossens,
'sieck te bedde liggende', en zijn vrouw Goortken dochter van Roeff Jan
Jacobs, 'gesont aen de lichaem gaende ende staende', maken hun testament
op.
-
hun zoon Jan krijgt
vooraf 50 gulden en 'de hoogh kerre'
-
de langstlevende zal
aan hun zoon Jan geven 'het vuijtsetsel', zoals de andere kinderen
hebben genoten, 'bedragende wel drijhondertvijftich gulden'
-
als Jan bij hun
overlijden nog niet getrouwd is, dan kijgt hij de 50 gulden en het
'vuytsetsel' vooraf
-
Jenneken weduwe van
Laureyns Baltessen, of haar man, heeft boven hun 'vuytsetsel' 150 gulden
genoten, en Geryt Cornelissen als man van Heylken heeft 175 gulden
genoten. Bij de verdeling zal dat verrekend worden, zodat alle kinderen
evenveel delen.
R50, fol. 201 (12-09-1651): Matijs Peterssen en zijn vrouw
Margrietken dochter van Laureijns van Berchum, inwoners van Vechel,
Matijs 'gaende ende staende gesont aen den lichaem', en Margrietken
'sieck te bedde liggende', maken hun testament op.
-
de langstevende zal
betalen aan Corstiaen en Geritken, voorkinderen van de testatrice, 'noch
ongehoudt, alsulcken vuytsetsel ofte houwelycx gifte, soo ende gelycke
hennen anderen susteren ende broederen hebben gehadt ende genoten, te
weten elck twee hondert gulden ende andere meubelen'
R50, fol. 283 (11-04-1652): Henrick sal geven aan Jenneken
dochter van Jan Ariens 'tot een vuytsetsel' 50 gulden, een mud rogge,
Veghelse maat, met 'twee nieu sacken, een goede coije ende mael, een
bedde met sijn toebehoordt, eenen moespot ende een ketell, een sijde
specx'
Getuigen: Gerit Handrix en Daniel Jan Thonis
R50, fol. 308 (18-05-1652): Margriet dochter van Jan
WIllem van der Hagen d' Oude, weduwe van Gysbert Pouwelssen, 'inwonderse
tot Vechel', 'sieck aen den lichaem wesende, te bedde liggende', maakt
haar testament op.
-
haar oudste zoon
Pouwels krijgt 'het peert met het getouw ende de hoogh kerre ende een
paer nieu swartte cleedeeren ofte dartich gulden in de plaets voor
vuijt'
-
haar zoon Goordt
krijgt 'de winter coye wesende een roij blaer, met noch een roodt
maelken'
-
haar dochter Ercxken
krijgt 'een swarte blaer coije'
-
haar zoon Jan krijgt
'een roij colle coije'
-
haar dochter Mariken
krijgt 'een roij rugel maelken'
-
waarmee haar
kinderen ieder 'haere houwelycxe gifte genooten' hebben
|