Veghelse verzoeningen
Martien van Asseldonk
29 november 2014
Deze gegevens mogen gebruikt worden
onder verwijzing naar: Martien van Asseldonk, www.oudzijtaart.nl
Voor doodslag kon men de doodstraf krijgen. De doodslag
viel dan ook onder de hoge jurisdictie die werd afgehandeld door de
Hoogschout van 's-Hertogenbosch, behalve in de zogenoemde hoge
heerlijkheden. Daar had de plaatseijke heer die bevoegdheid. Veghel was
vanaf 1566 enige tijd een hoge heerlijkheid. Vóór die tijd vinden we
informatie over doodslagen en andere vergrijpen waarvoor de doodstraf
uitgesproken kon worden in de rekeningen van de hoogschout.
Als de dader zich verzoende met de familie en vrienden
van het slachtoffer, dan werd de zaak door de hoogschout afgedaan met
een boete. Zoniet, dan kan de doodstraf worden uitgesproken en het bezit
van de dader verbeurd verklaard. De dader vluchtte vaak en keerde in de
regel pas terug als de families zich verzoend hadden. Enkele
voorbeelden:
Rekening van de hoogschout van
25 december 1417 tot 26 september 1418:
-
Willem die Roye uten lande van Herpen die doetsloech Lemmen
Kost tot Vechel met sinen gesellen ende dair voir verdeilt is metten
lantrechte ende sijn gesellen hebben nochtan gepunt gelijc als hier na
bescreven staet inden exploten van Pedelant
-
van Willem die Roye uten lande van Herpen gheboren die tot
Vechel doet sloech Lemmen Kost die daer om verdeilt is metten lantrechte
ende daer aff waren befaemt dat si daer bi en souden sijn geweest daer
dat gheschiede te weten Claes Stynen soen
-
Aert sijn brueder, Aert Maes zoen van den Kraenmeer, Gheryt
van den Loeken, Jacop die Dorre, Aert sijn bastaert zoen ende Reymbout
Carpers zoen met horen gesellen ende want een clagelyc gedinge daer af
geleget was ende die maghe van den doeden dat niet betugen en konden dat
si daer schout toe hadden - soe hebben si nochtan den magen vanden
doeden gegeven te beternissen 500 licht gulden ende alsulken
gheweltelike saken als si anders tot Vechel gedaen souden hebben, dat is
ongebetert bleven ende blijft staen tots drossaert correctien met mijn
genedige heer sal hebben vanden doetslage alsoe vele als die maghe
hadden te weten 500 licht gulden, valent 37 pond en 10 schellingen
groten (= 750 groten)
-
van Claes Arts zoen van der Stegen, van Dirc Rode Hannen
zoen ende van Art van der Bolst die anxt hadden dat men se inden
doetslage van Lemmen Kost voirscreven geleyt soude hebben ende die maghe
vanden doeden en hadden gheen waerheit dat alsoe gheschiet was ende
doen die scoutheit dat vernam doen sprac hi metten maghen alsoe dat hi
alsoe vele hebben soude als die vriende, des hebben die voirscreven
Claes Dirc ende Aert metten magen ghedingt om datmen hem onleden
verdragen soude te weten Claes om 64 licht gulden Dirc om 100 licht
gulden ende Aert om 80 licht gulden daer die somme te samen aff beloept
264 licht gulden half minen heer ende half den magen coemt mijns heren
deel 132 licht gulden et valent 9 ponden en 3 schellingen groten (=
2.163 groten)
Rekening van de hoogschout van 25 december 1432
tot 24 juni 1433:
-
van Claes Gheryts soen myt synen
bruederen tot Vechel die in voerleden tyden stritich waeren tegen Willem
Aelbertssoen kynder daer aen elc syde een aff doet bleeff op die
kyffelicheyt ende aen beyden pertyen arme lude syn ende soenden ende
beterden onder malcanderen by alsoe dat dese voirscreven Claes sijn
vader ende sijn brueders mytten heer hebben ghesuent om 31 nyde Arnems
gulden alsoo veer alst u heeren vander rekencameren ghelieft want sy
nyet meer ghegeven en consten, qui valent 4 ponden en 19 schellingen en
10 penningen groten (= 1.198 groten)
Rekening van de hoogschout van 24 juni 1435
tot 25 december 1435:
-
van Arnt van der Heyen sloech doot Arnt Lemkens soen tot Vechel ende is
voirvluchtich
Rekening van de hoogschout van 24 juni 1453
tot 25 december 1453:
-
van Deenen den Scoenmeker tot Vechel die
met enen Thoenys Claes Steenwechssoen bastaert doetsloech enen Heinken
den Becker ende want dese voirscreven Deen lange voervluchtich is
geweest buten lants ende arme is nyet hebbende dan hij bidden mach ende
alleen sonder hulpe van Thonys voirscreven zuenen moest ende oec cleyn
schout (= weinig schuld) hadde totten doetslage, soe lyet hem die
scouthet sijn pointinge maken om 16 rijnschgulden
Rekening van de hoogschout van 24 juni 1456
tot 25 december 1456:
-
van Willem Befken die doetsloech tot
Vechel enen Jan Roeverssoen van Tuyfthezen ende want die voirscreven
Willem een wijl tijts voervluchtich is geweest ende die vrienden vanden
doden gezoent hadde, soe liet hem die scouthet sijn pointinge maken om
22 peter
Rekening van de hoogschout van 25 december 1457
tot 24 juni 1458:
-
van Peeteren van Bruessel ende Lambrechte
Rombouts sone van dat sij bij geweest waeren dair doet bleef Wuetger
Jacops sone van Veltmolen ende dit gesciede tot Uden onder den heer van
Ravesteijn ende sij hadden lutsken goets (= enig onroerend goed) te
Vechel dat de voirscreven scouthet dede beslaen also maecten sij
compositie voer 18 gulden rijns
Rekening van de hoogschout van 24 juni 1463
tot 25 december 1463:
-
van Anthonis natuerlic soen wylneer Claes
Steewech die tot Vechel dootgeslagen hadde Heynen die Decker dair omme
dat hij vluchtich was ende hyelt hem buyten die palen van Brabant ende
want hij een arm knecht is ende sijn nootorft met sijnen handen winnen
moet ende hij parthyen gebetert hadde, liet hem die schouthet composicie
maken voir 10 rijnsche gulden
Rekening van de hoogschout van 24 juni 1509
tot 25 december 1512:
-
van Wouteren Jan Smolderzone ende Aerden den Donckere van
Vechelt van dat sy by quader aventueren van lyve ter doot gebracht
hadden Jan Willem Michielssen waer af sy partyen beternisse gedaen
hebben ende hem altyt gehouden buyten slants, die selve laten componeren
voere die somme van 12 gulden = 3 ponden groten (= 720 groten)
Rekening van de hoogschout van
1 okober 1518 tot 25 december 1520:
-
van Nyclassen Claus Donckerssoen van
Vechel van dat hy in bescuddenisse zyns lyfs doot hadde eenen genoempt
Henrick Peeter Tielmanssoen waer af hy partien emende gedaen heeft ende
is een arm scamel huysman syn broot suerliyck winnen, den selven dair af
laten componeren want de scouthet niet meer gecrigen en conde voer die
somme van 20 gulden = 5 pond groten ( 1.200 groten)
Rekening van de hoogschout van 25 december 1520
tot 2 augustus 1521:
-
van Gerarden Lambrecht Vriesen van Vechel van dat hy van
lyve ter doot gebracht hadde Aert Dictussen oick van Vechel welcke Goert
voirscreven is vluchtich geworden alsoe zyn haeffelyck goeden aengeveert
ende vercoft voer de somme van 30 Philippusgulden = 9 pond en 8
schellingen en 6 penningen groten = 2.262 groten)
-
van Janne Frederick de Jonge van Vechel van dat hy
vechtende is geweest tegen eenen vreemden geselle end einden gevechte is
dair comen loopen Jan syn brueder om synen brueder ende den anderen te
sceydenen oft zynen brueder te hulpen ende is geloopen mit zynen bien
int mes van zynen brueder dair hy naderhant af gestorven is, denselven
dair af laten composeren mits der onnoeselheyt ende oick midts zynre
aermoeden voer die somme van 18 gulden = 4 ponden en 10 schellingen (=
1.080 groten)
Rekening van de hoogschout van 25 december 1522
tot 16 september1524:
-
van Gielis Peter die Vriese van dat hy
over 14 oft 15 jaeren by quader aventueren ende in bescudden zyns lyfs
van levender live ter doot gebracht hadde eenen geheeten Aert
Wouterssoen beyde van Vechel dair af hy den vrienden ende magen
beternisse gedaen heeft ende dat hy jezindert hem gehouden heeft ende
noch houdt buyten lants, hem van den feyte voirscreven laten composeren
om 12 rinsgulden = 3 pond groten (= 720 groten)
Rekening van de hoogschout van 25 december 1541
tot 25 december 1542:
-
Jan Mertenssoen onder de knechts genoemd
Bloemken van Vechel die met zijn broer ter dood heeft gebracht een
zekere Goiert Gerits en is nog daer bij geweest met zijn broeder geheten
Peeter tot Vechel daer eenen
doot bleef geheten
Jan Coppens -
executie via het zwaard en het lichaam is daarna op een rad gezet
Rekening van de hoogschout van 25 december 1553
tot 25 december 1554:
-
Henrick Aertssen wonende te Veghel en
geboren van Gassel die bekend heeft zijn eigen zwager doodgeslagen te
hebben en meer gewelddadigheden gepleegd te hebben en ook nog een schaap
en een bed gestolen te hebben, waarvoor hij ter dood is veroordeeld tot
het zwaard
Rekening van de hoogschout van 25 december 1555
tot 24 juni 1556:
-
Peeter Roeff Janssoen wonende te Veghel
die wijlen Jan Jans Martens alias Oelsse dood geslagen heeft – 31
karolusgulden. Zie voor dit geval ook de hier beneden vermeldde zoen van
2-12-1550).
De verzoeningen
De betrokken partijen onderhandelden niet direct met
elkaar. Men wees van weerszijden ieder twee scheidsrechters aan, die met
elkaar overlegden. Door dit systeem werd de kans dat de emoties tijdens
de onderhandelingen te hoog zouden oplopen aanzienlijk verkleind.
De
verzoeningen bestonden uit vier onderdelen:
-
vergiffenis smeken door de dader en het verlenen van die vergiffenis
door de andere partij
-
bijdragen aan het zieleheil van het slachtoffer
-
betalingen aan de familie van het slachtoffer
-
het
uit de buurt blijven van de familie van het slachtoffer
De elementen worden in de regel ook in deze volgorde
genoemd. Het zieleheil van het slachtoffer werd vóór de geldelijke
vergoedingen gesteld; het eeuwige leven vóór het aardse.
We zullen die onderdelen nu een voor een bespreken aan
de hand van de bewaard gebleven Veghelse zoenbrieven uit de zestiende en
zeventiende eeuw.
De voetval
De voetval komt in verschillende bewoordingen in bijna alle
zoenbrieven voor. Enkele voorbeelden, De dader moet:
-
‘in alder nedrigheit
den vriende ende maigen bidden dat sy hem het misdaet vergeven willen’
-
‘enen oitmoedigen voetval’ doen blootshoofds en met gevouwen
handen
-
doen ‘enen oetmoedigen voetvalle in syn hemdt, barrevoets ende
bloethoefs ende mit gevauwen handen, hebbende aen een broeck’
-
een ‘oetmoedigen voetvalle’ doen ‘in
syn hemdt, bloetshoefs ende mit gewangenen handen, hebbende aen syn
broeck mitten nederhoesen, ende op syn voervoeten’.
-
opten soendach enen oetmoedigen voetval doen ter plaetsen dair
dat behoeren sal, bloethoefs, bervoets, ende hebbende syn handen te
saemen ende soe vallende op byde syn knyen, biddende dair dat die
vrienden ende maegen des dooden dat sy hem doer dat bitter passie ende
dat lyden Jesu Cristi dit groot misdaet dat hij oever Ariaen saliger
gedaen heeft, hem willen vergeven.
-
doen eenen solemnelen voetvall,
drijemael denotelijck vallende op syn bloote knijen, ende dat comende
van den vuijtganck tot den grave toe alwaer den gedooden bij hem gedoyt
is begraven, sijnde in syne witte lijnen cleederen, bloots hoofts, ende
int berwe voeten, gevouwen handen ende de dorde reijse met syn bloote
knijen by den grave soe lange te blijven sitten, totdat Mariken, weduwe
Lambert Janss zijne afflijvige moeder ende haere kijnderen tot hennen
gelieven sullen den misdadiger doen ende consenteren opte staen off
opgeheffen te worden, soo hen des gelieft, ende van den beginne aff van
desen voetvall in syn handen dragen een wasschen kersse van drije
vierdel pondts swaer, t synen costen, ende deselve ten eijnde van den
voetvall te offeren voor den hoochwerdighe heijligen sacrament in der
kercke van Vechel, ende sal den voetvall geschieden nae voorgaende
proclamatie des heeren pastoirs opten stoel nae de predicatie, den dach
van den voetvall welcke wesen sal op dincxdach voor Sincxten dach als de
hoochmisse sal geeijnt wesen, wesende den 12en meije anno
1626
Na de voetval vergeven de familie en vrienden van het
slachtoffer de misdaad:
-
om Godts wille ende om dat bitter lyden van den bloedigen Jesu
goedertierlycken.
Het zieleheil van het slachtoffer
De volgende elementen die bij kunnen
dragen aan het zieleheil van het slachtoffer worden genoemd: missen,
bidden, kaarsen, bedevaarten en uitdelingen aan de armen. We geven een
aantal voorbeelden:
Het doen van een of meerdere
'dertigsten'. Een dertigste was een mis dertig dagen (of ook wel op een
ander tijdstip) na de begrafenis. Enkele vorbeelden, de dader moet:
-
‘tot laeffenisse der sielen des dooden’ 2 ‘dertichsten’ laten
doen, of daarvoor 2 Peters betalen
-
1 ½ Carolus gulden te geven ‘voer die dortichsten’
-
binnen een jaar een ‘dertichste’ doen voor de ziel van de dode
-
voor Pasen 2 ‘dertichsten’ opgedragen worden door ‘enen
eerlycken priester, goet van leven, of in plaats daarvan 25 stuivers te
geven.
-
3 ‘dertichsten’ geven, voor elk ‘dertichste’ 1 Carolus gulden,
Het laten lezen van andere missen voor de doden, of daarvoor
een bedrag geven. De dader moet:
-
200 ‘zielmissen’ laten lezen in kloosters ‘oick tot
laeffenisse ende troest der voirseyt sielen’
-
32 ‘sielmissen’ betalen, van 20 stuivers per stuk
-
6 Carolus gulden geven voor een ‘jairgetydt’ voor het
zieleheil van de dode.
-
100 ‘sielmissen’ laten lezen ‘cloestersgewys’
-
doen celebreren vijff
zielsmissen bij eenen godtvruchtigen priester ende deselve te doen
bestellen by den heer pastoir.
In twee gevallen (1550 en 1582) werd bepaald dat de dader moet
blijven bidden voor de dode:
-
alle die daegen syns levens lanck bidden voer die ziele van
den afflivigen zaliger gedachten
-
zijn hele leven voor de ziel van de
dode blijven bidden
In de regel schonk de dader ook toortsen, kaarsen, of was voor
kaarsen. Een toorts was een fakkel. Deze kon gemaakt zijn van een houten
stok die werd ingesmeer met dierlijke olie en dan werd gebruikt voor
verlichting. De dader moet:
-
8 pond was betalen
-
een kaars met een gewicht van 1 pond
te zetten voor het Helige Sacrament in de Veghelse kerk en nog 1
½ Carolus gulden geven ‘voer die tortysen’.
-
Hij moet voor de ziel van de dode 2 ‘totysen’van 10 stuivers
per stuk geven, een in de kerk van Veghel en een in de kerk van Roede te
Eersschot.
-
Ook nog een wassen kaars van 1 pond voor het Heilig Sacrament
in de kerk van Veghel.
-
3 ‘wassen kerssen’ van 1 ½ pond schenken, een ‘inder kerkcken
van Vechel voor dat Eer. Heilige Sacrament’, een ‘inder capellen voer
Sinte Anthonis aent Havelt’ en de derde in ‘der kercken tot Erpe’ voor
het zieleheil van de dode.
-
voor het zieleheil van de dode 4 ‘Horns gulden’ geven voor 4
‘tortsen’.
-
2 wassen kaarsen geven, elk 1 ½ pond zwaar, die aanstaande
Pasen voor het ‘Eer. Heilige Sacrament inder kercken van Vechel’ gezet
moeten worden, ‘die een int hoech choer ende die ander in Onser Vrouwen
choer’, en ook op aanstaande Pasen ook 2 ‘tortsen’ geven, ‘den Eer.
Heilige Sacrament binnen der kercken van Vechel’.
-
3 ‘toetzen’ geven van 12 stuivers per stuk, 2 moet hij voor
het H. Sacrament in Veghel dragen, en de derde bij Pasen voor het
Sacrament tot Eerschot Sunte Oeden Roede. En nog een ‘wassen kersse’ van
1 pond voor het H. Sacrament in de kerk van Veghel op kerstnacht.
-
De dader moet ‘een wassen karsse van
enen ponde swaer’ geven, ‘te setten voer dat Eer. Heilige Sacrament
binnen der kercken van Vechel opten Heiligen Paeschdach’, en 2 ‘tortzen’
van 12 stuivers elk.
-
binnen 14 dagen nae date van desen setten voer dat Eer Heilige Sacrament
binnen d’ kercken van Vechel een wassen kersse van twee ponden swaer,
hoorende aldair den ofelyck misse op beyde syn knyen, ende bidden
getrouwelyck voer die siele des dooden.
-
ter
lavenisse van der sielen des dooden geven der kercken van Vechel drie
pont wasch.
-
tot lavenisse der zielen des dooden een wassen kersse weegende
een pont voer dat eerwerdige heyligen sacrament binnen der kercken van
Vechel ende aldair te verbranden.
Als we de bedevaartplaatsen
samenvatten:
-
naar Trier het vuur van de Heilige Apostel Sint-Matthys (5x)
-
naar het ‘heilige bloet van mirakel’ van Boxtel (5x)
-
naar het Heilige kruis van Cranenborch (een plaats bij
Nijmegen) (3x)
-
naar Keulen voor de heilige drie koningen, (2x)
-
naar ‘Sunte Ariaens’ boven Brussel (2x)
-
maar Scherpenheuvel (1 x)
-
naar Aerle voor Onser Liever
Vrouwen altaer in de capelle (1x)
-
naar Dueren (een plaats bij Aken) ‘voer die heilige moeder
Sinte Anna’ (1x)
Vijf keer werd bepaald dat de dader een kruis op het graf van
het slachtoffer moest laten zetten. Drie houten en één kruis in Veghel,
en één keer een stenen kruis in Gemert. De dader moet:
-
‘leveren opten kerckhoff van Vechel een steenen cruys, daer op
gehouwen sal staen Hanrick Dirck Thyssoen, in alsulckere quantiteyten
als dat steenen cruys is dat steet after den graft Gerit Thys ende alst
opten voirseyt kerckhoff leet, soe moegent die vrienden setten.’
-
25 stuivers geven voor het houten kruis.
-
binnen een jaar ‘doen setten een houten cruys, int viercant
enen voet breyden ende lanck vierthien voeten ende dat versch hout
naeden eysch vanden cruys aen die byesteycken daer men des jaers mitten
Heyligen Geest tot defensie vanden vruchten.’
-
doen stellen een houte cruijs
teijnen het graff van den afflijvigen synde negen voeten lanck, ende
drije voeten breet, met inscriptie van den naem ende toenaem, dach,
maent, jaer van den afflyvinghen doot, alles t synen coste, ende dat
voor den dach van den voetvall, ende sal cruijs wesen van goeden
oprechten eijcken hout van kerre hout, sonder enich vouwe oft quaet hout
daer in te wesen.
-
‘een steenen cruys opten kerckhoff van Gemert geven’, dat 1 ½
Carolus gulden waard is, ‘ende dan moegent die vrienden voert setten
after dat graff vanden dooden’.
Tot slot werd in twee gevallen bepaald dat de dader de armen
moest bedelen (in 1550 en 1626). De armen die bedeeld werden moesten dan
bidden voor de overledene:
-
De dader zal 3 mauwer rogge eens geven om te ‘spynen'.
-
voor Bamis ierstcomende sal
schuldich zijn te leveren een malder roggen, Vechelsche maete, ende die
te spynden daer de moeder ende broeders, susters van den afflivigen sal
oijerbaer ende goetduncken om godts wille te geven ende vuijt te
reijcken, ende sal den heer pastoir sondaechs t selve vercondighen als
men des vrijdachs sal spijnden ende vuijtgereyck te worden, ende sullen
de gheene die d’ aelmouisse genieten schuldich syn een geheel misse te
hooren des vrijdachs.
De betalingen
In de eerste plaats was er het
'zoengeld' dat door de dader betaald moest worden. De genoemde bedragen
zijn: 12, 14, 18, 22, 44, 48, 50 (2x), 92 Carolus gulden en in 1626 4
zoenpenningen van 24 stuivers per stuk. De betalingen wisselden nogal en
waren ongetwijfeld het resultaat van onderhandelingen waarin ook
meespeelde wat de dader kon opbrengen.
Dan was er in de
regel de vergoeding van kosten gemaakt bij de verpleging en begraving
van het slachtoffer en de kosten gemaakt op de dag van de verzoening. De
bedragen genoemd voor dergelijke vergoedingen zijn
8 ½ Rijnsgulden en 7, 14, 16 (2x), 20
en 36 Carolus gulden.
Bedevaarten, missen, kaarsen en dergelijke werden soms ook afgekocht voor
een bepaald bedrag.
En ten slotte was er soms nog een bijdrage voor het onderhoud
van nagelaten kinderen of hulpbehoevende ouders:
-
24 gulden geven als het jongste kind van de dode meerderjarig
wordt.
-
aan de moeder van de dode, voor de duur van haar leven elk
jaar 1 mud rogge betalen, ‘der maten van Gemert’, of in plaats daarvan 3
Carolus gulden.
-
den
thien kynderen van Herman den dooden aftergelaten geven elcken van hen
eenen gouwenen enckelen coervorster gulden
-
tot
behoeff van den twee onmundigen aftergelaten kynderen Peteren des dooden
28 gulden betalen, off tot behoeff van den voirseyt kynderen erffelyck
vesten in goeden ende sufficiente onderpanden een renthe na beloep van
den penningh nae vuytwysen van het hondert sess gulden te pacht ende
altyt als dan op loss als die voirseyt twee kynderen mondich sullen
wesen.
Het vermijden van de familie en
vrienden van het slachtoffer
Om een vete met moord en
doodslag over en weer te voorkomen werd altijd bepaald dat de dader een
aantal jaren uit de woonplaats van het slachtoffer moest blijven. De
voorwaarden verschilden, daar werd kennelijk ook over onderhandeld. De
dader(s):
-
mag 6 jaar niet in Uden en Veghel overnachten, hij mag er
alleen op bezoek komen, hij mag de eerste 6 jaar slechts 24 uur per jaar
in Veghel komen. Na deze 6 jaren mag Lonis nooit meer in de kerk van
Uden komen, als dat niet nodig is.
-
moet 5 jaren buiten Veghel blijven. Gedurende de eerste 2
jaren mag hij alleen in Veghel komen als dat noodzakelijk is en dan moet
hij dat van te voren aan een van drie met name genoemde personen melden.
Voor de andere drie jaren mag hij kiezen, buiten Veghel blijven zoals
gedurende de eerste 2 jaren, of 6 Rijnsgulden betalen.
-
mogen twee jaar lang niet in Erpe en Uden komen.
-
wordt voor altijd uit Veghel verbannen, maar mag er wel op
bezoek komen. Hij mag een jaar lang niet in de parochiekerk van Roede
komen. Hij mag alleen op zondagen in de toren te Eersschot komen om de
hoogmis en preek bij te wonen en daarna moet hij direct naar huis gaan.
-
De dader zal 8 jaar uit Vechel blijven, hij mag er alleen op
bezoek komen of passeren. Hij mag tijdens de mis in de kerk van Erpe
komen ‘op die syde daer dat uuerwerck steet’, voor zolang als de
vrienden van de dode dat ‘gelieven sal’.
-
zal 2 jaar uit Gemert blijven, en daar alleen op bezoek komen
of passeren. Ook zal hij 6 jaar lang uit Veghel en Erpe blijven
-
zal 2 jaar lang ‘des sondaechs ende heyligen daechs’ uit de
‘gemeynen herbergen in die straet van Vechel’ blijven, en ‘vuyt gemeynen
feesten van bruloften ende costen ende cramen ende vuyt Roede twee jair
lanck duerende’.
-
mag de eerstkomende 3 jaren niet in Veghel of Sente Oeden
Roede wonen.
-
moet 8 jaar uit de buurt blijven waar Beert die weduwe Jan
Martens en haar kinderen wonen
-
moet 2 jaren uit Veghel en Erp
blijven, en dan nog 2 jaar ‘opdie syde vander Aa blijven dair die kerck
staet’.
-
blyven vuyten dorpe van Vechel ende vuten gemeynen herbergen drie jair
lanck duerende nae date van desen, ende aldair nyet te verkeeren binnen
desen jairen dan gastgewyse.
-
blyven vuijten dorpe van Vechel een jair nae date van desen onbegrepen
ten beyde syden.
-
blyven wyten dorpe van Vechel enen tyt van 15 jaeren ende
wuyten dorpe van Dinther enen tyt van 10 jaeren
-
Item sal de voirscreven
delinquant wel ende stoutelijck gehouden zijn vier continuelycke jaeren
te blijven buijten den dorps jurisdictie ende lemieten van Vechel, daer
aff d’ ierste jaer sal beginnen nu den 18en aprilis anno
1626, ende soo volgende, behoudelijck sal alst hoochnoot is sal tsavonts
incomen ende des tsmorgens wederom vuijtgaen int heijmelijck sonder hem
te verthoonen off bij hij bij denotie begeerden binnen de vier jaeren
eens te comen op paesschen te ontfangen hoochwerdig heijlich sacrament,
biechten ende beteren, sal hij delinquant mogen comen secretelijck, ende
daer blijven 24 uren, sonder langer, ten waere ten gelieven van den
voorscreven Mariken ende haerre kijnderen. Ende nae den tijt van vier
jaeren synde geexpireert, soe sal de delinquant syn residentie binnen
Veghel mogen houden, maer in der kercken dragen ende nemen syne sleede
van de sidtplaets bij oft ontrent der vunte ende nyet en mogen hem
begeven ofte comen over den dwersganck neffen den thooren, veel min
attenteren te comen sitten onder ‘t gesicht van de moeder, broeders ende
susters van den afflijvigen.
Naast deze verbanning, die ook voor
het eigen bestwil van de dader was, werd er altijd nog bij bepaald dat
tijdens en na de verbanning, de dader uit de buurt van de familieleden
en vrienden van het slachtoffer moest blijven. Als die in een herberg
zitten, dan mag hij er niet naar binnen gaan. Maar zit hij er eerst en
de andere partij komt pas later naar binnen, dan mag hij er blijven
zitten.
De zoenen in de schepenprotocollen
R23 fol. 212v, 13-3-1535
Hanrics soen wilneer Dirck Thyssoen was doodgestoken door
Hanricken Maes Melissoen en Lonis Geritss van Ponsendael. Met behulp van
‘goeden, eerbaren ende discreten mannen’ is een zoen overeen gekomen,
‘aenclevende alleen Lonis Geritss voirgenoemt’. Voor het slachtoffer
treden op 3 ‘clegeren’: Jan Willem Goerts, Willem Hanrick Dircxsoen en
Thys Gerit Thyssoen. Voor voornoemde Lonis ‘misdedige’ treden op 7
‘kersluyden’: Mathys Rommensoen, Hanrick soene Joseph Goertss, Hanrick
Goert Cuyperssoen, Hanrick Peter Willemss, Willem soen wyleneer Dirck
Thyssoen en zijn broer Ariaen Dirck Thyssoen, die mede optreden namens
hun broer Jacoppen Dircxs. De ‘arbiteren ende peysmekeren’ voor het
slachtoffer zijn heer Willem Danelss Bontwerckers, priester, Jacop Dirck
Walravenss en Dircken Loniss. Voor de dader zijn dat heer Andries
Persoenss, ‘vicarius’ in Erpe, Jannen Claeus Wautgerssoen en Hanricken
Wouterss. Het volgende is overeengekomen:
-
Lonis moet ‘in alder nedrigheit den vriende ende maigen bidden
dat sy hem het misdaet vergeven willen’
-
Lonis moet ‘tot laeffenisse der sielen des dooden’ 2
‘dertichsten’ laten doen, of daarvoor 2 Peters betalen
-
Hij moet hij 200 ‘zielmissen’ laten lezen in kloosters ‘oick
tot laeffenisse ende troest der v(oi)rs(eyt) sielen’
-
Hij moet 3 Horns gulden betalen
-
Hij moet te voet 3 bedevaarten ondernemen: naar Trier, naar
Colen en naar Dueren ‘voer die heilige moeder Sinte Anna’
-
Hij moet 50 zoen guldens betalen
-
Lonis mag 6 jaar niet in Uden en Veghel overnachten, hij mag
er alleen op bezoek komen
-
Als vrienden en familieleden van de dode in Erpe ‘in die
herberge’ kwamen. Dan mag Lonis daar niet naar binnen gaan. Als Lonis al
eerder binnen is, dan mag hij daar blijven.
-
Lonis mag de eerste 6 jaar slechts 1 dag (24 uur) per jaar in
Veghel komen.
-
Na deze 6 jaren mag Lonis nooit meer in de kerk van Uden
komen, als dat niet nodig is.
-
Lonis ‘sal leveren opten kerckhoff van Vechel een steenen
cruys, daer op gehouwen sal staen Hanrick Dirck Thyssoen, in alsulckere
quantiteyten als dat steenen cruys is dat steet after den graft Gerit
Thys ende alst opten voirseyt kerckhoff leet, soe moegent die vrienden
setten.’
-
Lonis moet op straat de vrienden en familieleden van de doden
vermijden
R23 fol. 275v, 27-3-1537
Ariaen soene wylen Jans Vredericx des auwen is gedood door
'heer Goerden soene wylen Jacop Goertssoen, priestere'. Door wijze
mannen is een zoen vastgesteld. Dircken soene wylen Jacop Goerts blijft
buiten ‘die vreden’ en de familieleden van de dode houden ‘daer op hon
actie’. Voor de dode verschijnen voor schepenen Jan Vredericxss, Jan
soene Jan Vredericx des auwen, Seger Hanricxs en Claeus Segerss als
‘clegeren’ en Hanrick Jan Emonts, Jan Emontss, Goert Hanrick Maes en
Gerit Hanrick Roefs als ‘keersluy’. En (doorgestreept: Ariaen soene
wylen heer Lonis vander Horst, Goert Lambertssoen die Vriese en Jan
Aertss van Helvoert voor) heer Goerts, de misdadiger, ter andere zijde.
De ‘cleegers ende keersluyden’ voor de dode wijzen als ‘arbiteren’ aan:
Aert soene wylen Jan Aertssoen, Willemen Hanrick Houbraken en Hanricken
soene wylen Wouter Aert Hanricx. En voor heer Goert treden op: heer
Gielen van Erpe, ‘pastoer tot Maren’ en heer Andries soene wylen Lambert
Geritsse en Hanrickx Lambert Rombouts. De arbiters komen de volgende
zoen overeen; heer Goert moet:
-
‘enen oitmoedigen voetval’ doen blootshoofds en met gevouwen
handen
-
32 ‘sielmissen’ betalen, 20 stuivers per stuk
-
8 pond was betalen
-
3 bedevaarten doen, naar het ‘heilige sacrament van Boextel,
naar Coelen voor de heilige drie koningen, en naar Trier voor de heilige
apostel ‘sunte Mathys’, ‘doende aldaer penitentie nae bevel syns
biechtvaders’
-
44 ‘soengulden’ betalen
-
8 ½ Rijnsgulden betalen voor gemaakte kosten door familie en
vrienden van de dode
-
Heer Goert moet 5 jaren buiten Veghel blijven. Gedurende de
eerste 2 jaren mag hij alleen in Veghel komen als dat noodzakelijk is en
dan moet hij dat van te voren aan een van de volgende drie personen
melden: Zeger Hanricxs, Jan Vredericxsoen of Claeus soene Zeger Hanricx.
Voor de andere drie jaren mag hij kiezen, buiten Veghel blijven zoals
gedurende de eerste 2 jaren, of 6 Rijnsgulden betalen.
-
Hierna moet hij de vrienden en familieleden van de dode ‘altyt
die wech scouwen’, en als de vrienden of familielden van de dode in een
‘herbergh’ zijn, dan moet hij daaruit blijven; als hij er het eerst is,
dan mag hij blijven zitten.
R24 fol. 79, 13-7-1539
Goerts soene wylen Gerit Janssoen is gedood door Marten Jan
Martenssoen en zijn broer Aerts. Voor schepenen van Veghel verschijnen
vrienden en familieleden van de overledene, namelijk Claeus Goertss,
Willem Jan Geritssoen en zijn broer Frans, Wouter Peterss van den Pals,
‘clegeren’, en Jan Willem Goertss, Willem Dirck Thyssoen en Hanrick
Peter Willemssoen, ‘keersluyden’ als de ene partij en Marten Jan Martens
en zijn broer Aert als de andere partij. Als scheidsrechters voor de
partij van de overledene treden op Willem Dirck Thyssoen en Willem
Hanrick Houbraken. Jan soen wylen Marten Jan Deliss, treedt op in naam
van zijn zonen Marten en Aerden, de ‘misdedigen’, en voor hen wordt
bemiddeld door heren Gielissen van Erpe en Willemen Surmonts soene wylen
Loenis. Uitspraak:
-
In de eerste plaats zullen ‘dese misdedigen elck van hon doen
enen oitmoidige voetvall’ zoals door de bemiddelaars nader bepaald zal
worden.
-
Vervolgens zullen de ‘misdedigen’ ieder afzonderlijk te voet
op bedevaart gaan naar Trier.
-
Ten derde dienen zij een bedevaart te maken naar
het Heilige kruis van Cranenborch.
-
Verder zullen zij blootvoets een bedevaart maken naar het
‘heilige bloet van mirakel’ te Boextel.
-
Op de vijfde plaats dienen zij ieder 1 ½ Carolus gulden te
geven ‘voer die dortichsten’.
-
Verder dienen zij een kaars met een gewicht van 1 pond
te zetten voor het Helige Sacrament in de veghelse kerk.
-
En zij zullen nog 1 ½ Carolus gulden geven ‘voer die
tortysen’.
-
Ten zevende zullen de misdadigers 2 ½ Carolus gulden geven
voor het houten kruis. Op de achtste plaats zullen zij een half jaar uit
Veghel verbannen worden en een jaar aan de zijde van de Aa blijven waar
hun vader woont.
-
Zij mogen twee jaar lang niet in Erpe en Uden komen. Na die
periode mogen de misdadigers ‘in egeen herbergen comen off verkeren daer
die vrienden ende maigen vanden doden yerst inne geseten syn’. Maar als
zij daar eerder zij mogen ze blijven zitten en mag de andere partij ‘by
hon gaen’.
-
Verder zullen de misdadigers de andere partij zoveel mogelijk
vermijden.
-
Zij dienen op de zoendag 12 Carolus gulden te geven aan de
vrienden en familieleden van de overledene. Ook zullen zij de ‘dootscult
ende vuytvaert’ betalen.
-
Tot slot dienen zij samen 26 Carolus gulden te geven. Hiervan
zullen zij 24 gulden geven als het jongste kind van de dode meerderjarig
wordt. De andere 2 gulden is voor zoenrecht.
R24 fol. 290, 18-1-1541
Jans soene wylen Jan Vredericxs des auwen was gedood door
Hanricx soene Geerlyck Horcx. Wijze mannen hebben een ‘erffsoen’
vastgesteld. Voor schepenen zijn vrienden en familieleden van de dode
verschenen, en wel Joest Thonissoen vander Hagen, Jan Vredericxs, Jan
Lucassoen en Meeus Jan Smollerss, en voor de andere partij is Geerlyck
Horcx verschenen, namen zijn zoon Hanricx, de dader. De partij van de
dode wijzen als scheidsrechters aan: Willemen Surmonts soene wylen
Loenis en Hanricken Wouterssoen, en namens de partij van de dader treden
op: Joncker Aert Heijm en Goerden Hanrick Maessoen. Beide partijen
beloven zich bij uitspraak van de scheidsrechters neer te leggen.
Uitspraak:
-
De dader, Hanrick, dient ‘enen oetmoedigen voetval’ te doen.
-
Ook moet hij binnen een jaar een ‘dertichste’ doen voor de
ziel van de dode.
-
Hij moet voor de ziel van de dode 2 ‘totysen’van 10 stuivers
per stuk geven, een in de kerk van Veghel en een in de kerk van Roede te
Eersschot.
-
Ook nog een wassen kaars van 1 pond voor het Heilig Sacrament
in de kerk van Veghel.
-
Hij moet 25 stuivers geven voor het houten kruis.
-
De dader moet binnen een jaar drie bedevaarden houden voor de
ziel van de dode, en wel naar het vuur van de Heilige Apostel
Sint-Matthys, naar Boextel naar het Heilige Sacrament van het mirakel,
en naar Cranenborch.
-
De dader moet 16 Carolus gulden betalen aan de vrienden en
familieleden van de doden vanwege de kosten die die gemaakt hebben.
-
Ook moet hij 12 zoen guldens betalen voor het zoenrecht.
-
De dader wordt voor altijd uit Veghel verbannen, maar mag er
wel op bezoek komen.
-
Hij mag een jaar lang niet in de parochiekerk van Roede komen.
Hij mag alleen op zondagen in de toren te Eersschot komen om de hoogmis
en preek bij te wonen en daarna moet hij direct naar huis gaan.
-
Hij zal overal uit de buurt blijven van familieleden en
vrienden van de dode.
R25, fol. 63, 9-12-1545
Jannen soene wylen Ariaens Jan Delissoen is gedood door
Willemen Willemss. ‘Goede eerbaaren ende discreten mannen’ hebben een
zoen vastgesteld. Voor de schepenen van Veghel zijn verschenen Ariaen
soene wylen Ariaen Jan Deliss, broer van het slachtoffer, met zijn
vrienden en familieleden aan de ene zijde, en Gerit soene Peters van
Erpe voor de dader aan de andere zijde. Voornoemde Ariaen soene wylen
Ariaenss heeft de volgende personen voorgesteld als ‘arbiteren’: heer
Andries van Boert, priester, Aernden Hanrick Aerntss en Wouteren Willem
Wouterss, en voornoemde Gerit Peterss heeft voorgesteld: Jannen Stryck
en Joesten Goessens. Zij hebben het volgende bepaald:
-
Ariaen Arianess met zijn vrienden en familieleden vergeven
Willemen de misdaad.
-
De dader zal 3 ‘wassen kerssen’ van 1 ½ pond schenken, een
‘inder kerkcken van Vechel voor dat Eer. Heilige Sacrament’, een ‘inder
capellen voer Sinte Anthonis aent Havelt’ en de derde in ‘der kercken
tot Erpe’ voor het zieleheil van de dode.
-
De dader zal 22 Carolus gulden geven aan de familieleden en
vrienden van de dode. Gerit Peterssoen heeft beloofd dit bedrag te
betalen.
-
De dader zal 8 jaar uit Vechel blijven, hij mag er alleen op
bezoek komen of passeren.
-
Hij mag tijdens de mis in de kerk van Erpe komen ‘op die syde
daer dat vuerwerck steet’, voor zolang als de vrienden van de dode dat
‘gelieven sal’.
-
Hij moet de vrienden en familieleden van de dode zo veel
mogelijk ‘wyken ende den wech scouwen’, en als die vrienden en
familieleden in een herberg zijn, dan zal hij daar niet naar binnen
gaan, maar als hij er eerder is, dan mag hij er blijven.
R25, fol. 67, 15-12-1545
Claeusen soene wylen Jan Dircxs van Rietvoert is gedood door
Jans van Eynnenthum natuerlycke soene wylen heer Hanricx van Middegem,
‘goede, eerbaren ende discreten mannen’ hebben een zoen vastgesteld.
Voor de schepenen van Veghel verschenen Hanrick Joseph Goertss, zijn
zoon Dirck, Willem Hanricxs van Vuecht, Hanrick Jan Eymans en Aernt
Maessenss en zijn broer Willem Maessen, ‘oemen, neven ende swageren des
dooden’, mede optredend voor alle andere familieleden en vrienden van de
dode, en Goert Hanricxs van Cuyck namens Jans, de dader. Voor de dode
worden als ‘arbiteren’aangesteld: Willemen Dircks Thyssoen en Geritden
soene wylen Gerits van Keeldonck. Voor de andere partij: Walraven van
Nuijnhem en Lenarden van Lancvelt. Het volgende wordt bepaald:
-
Hanrick Joseph Goertss zijn zoon Dirck, en de andere
familieleden en vrienden van de dode vergeven de dader.
-
De dader zal 1 ½ Carolus gulden geven om ‘een dertichsten te
celebreren daer ’t hen gelieven sal’.
-
De dader zal voor het zieleheil van de dode 4 ‘Horns gulden’
geven voor 4 ‘tortsen’.
-
De dader zal ‘een steenen cruys opten kerckhoff van Gemert
geven’, dat 1 ½ Carolus gulden waard is, ‘ende dan moegent die vrienden
voert setten after dat graff vanden dooden’.
-
De dader zal 40 ‘soen guldens’ geven. Goort Hanricxs zal dit
bedrag namens de dader betalen aan Hanrick Joseph Goertss. Voor dit
bedrag zal men een ‘renthe’ koper, die ten goede zal komen aan Katheryn,
moeder van de dode. Na haar dood zal de rente aan de neven en nichten
van de dode betaald worden.
-
De dader zal 7 Carolus gulden geven als vergoeding voor
gemaakte kosten ‘opten soendach’.
-
De dader zal aan Katherynen, de moeder van de dode, voor de
duur van haar leven elk jaar 1 mud rogge betalen, ‘der maten van
Gemert’, of in plaats daarvan 3 Carolus gulden.
-
De dader zal 2 jaar uit Gemert blijven, en daar alleen op
bezoek komen of passeren. Ook zal hij 6 jaar lang uit Veghel en Erpe
blijven, en de familieden en vrienden van de dode zoveel mogelijk ‘tot
alle plaetsen te wyken ende den wech te scouwen’. Als de vrienden en
familieden van de dode in een herberg zijn, dan zal hij daar niet naar
binnen gaan, maar als hij er eerder is, dan mag hij er blijven.
R25 fol. 322, 16-3-1548
Jutten, wijlen de vrouw van Goert Hanricx, dochter wylen Jacop
Janss vander Santvoert saliger was gedood door Eeffsa dochter Thyssen
Gerit Thyssoen. Voor de schepenen van Veghel zijn verschenen Goert soene
wylen Hanrick Maessens en Melis Jacopss vande Santvoert en Jan Hanricx
Joriss en Gerit Lambert Thonissoen, optredend mede namens de andere
vrienden en familieleden van de dode, en Thys Gerit Thyssoen en Jan
Hanricx van Hoeck voor de dader. Zij hebben ‘arbiteren’ aangesteld. Voor
Goert Hanrick Maessenss en de zijnen treden op Goerden van Erpe soene
wylen Rutgers en Willen Hanricx vander Ryt en Thonissen Hanricx Roefss.
Voor Thys Geritss en Jan van Hoeck treden op Aernden Hanricx Aerntss en
Wouteren Willemss en Jannen Hanricx van Tillair. De arbiteren leggen de
volgende zoen op:
-
De vrienden en familieleden vergeven de misdaad.
-
Eeffsa, ‘delinquant’ zal ‘voer den voetval’ 2 wassen kaarsen
geven, elk 1 ½ pond zwaar, die Eeffsa aanstaande Pasen voor het ‘Eer.
Heilige Sacrament inder kercken van Vechel’ zal zetten, ‘die een int
hoech choer ende die ander in Onser Vrouwen choer’.
-
Eeffsa zal 6 Carolus gulden geven voor een ‘jairgetydt’ voor
het zieleheil van de dode.
-
Voor het zieleheil van de dode zal Eeffsa aanstaande Pasen ook
2 ‘tortsen’ geven, ‘den Eer. Heilige Sacrament binnen der kercken van
Vechel’.
-
Ook zullen voor Pasen 2 ‘dertichsten’ opgedragen worden door
‘enen eerlycken priester, goet van leven, of in plaats daarvan 25
stuivers te geven.
-
Aanstaande kerstmis zal Eeffsa 5 Carolus gulden geven, in
plaats van ‘bevarden’.
-
Eeffsa zal binnen een jaar ‘doen setten e(e)n houten cruys,
int viercant enen voet breyden ende lanck vierthien voeten ende dat
versch hout naeden eysch vanden cruys aen die byesteycken daer men des
jaers mitten Heyligen Geest tot defensie vanden vruchten.’
-
Eeffsa zal 31 Carolus gulden geven voor de kosten die de
vrienden en familieleden van de dode gemaakt hebben.
-
Eeffsa zal 92 Carolus gulden geven aan de vrienden en
familieleden van de dode ‘ter soonen recht’.
-
Eeffsa zal 2 jaar lang ‘des sondaechs ende heyligen daechs’
uit de ‘gemeynen herbergen in die straet van Vechel’ blijven, en ‘vuyt
gemeynen feesten van bruloften ende costen ende cramen ende vuyt Roede
twee jair lanck duerende’.
R25 fol. 539, 2-12-1550
Jannen soene wylen Jan Martenss is gedood door Peteren soene
Roeff Janssoen in den Horck. Er is een ‘erfsoene’ vastgesteld. Voor
schepenen van Veghel verschenen de vrienden en familieleden van het
slachtoffer, te weten Marten soene wylen Jan Martenss, broer van de
dode, met Loey Jan Geritssoen en Aert Jan Petersoen en Willem Jan Peters
Sleuwensoen ter ene zijde, en Jan soene Roeff Janssoen inden Horck en
zijn broers Welt, Hanrick en Thys voor de zijde van de dader. Zij hebben
als ‘arbiteren ende paysmekeren’ aangesteld. Voor Marten soene wylen Jan
Martens met de zijnen treden op Willemen Hanrick Houbraken en Jannen
soene wylen Peter Goessenss en voor Jan Roeff Janss met de zijnen treden
op Jannen Hanricxs van Tillair en Hanricken soene wylen Peter
Willemssoen. Het volgende is overeen gekomen:
-
De misdaad wordt vergeven
-
Peter, de dader, moet doen ‘enen oetmoedigen voetvalle in syn
hemdt, barrevoets ende bloethoefs ende mit gevauwen handen, hebbende aen
een broeck’
-
Peter moet 100 ‘sielmissen’ laten lezen ‘cloestersgewys’, en 3
‘dertichsten’ geven, voor elk ‘dertichste’ 1 Carolus gulden, ‘daert den
vrienden ende magen des dooden gelieven sal’
-
De dader moet 3 ‘toetzen’ (toortsen) geven van 12 stuivers per
stuk, 2 moet hij voor het H. Sacrament in Veghel dragen, en de derde bij
Pasen voor het Sacrament tot Eerschot Sunte Oeden Roede. En nog een
‘wassen kersse’ van 1 pond voor het H. Sacrament in de kerk van Veghel
op kerstnacht.
-
De dader moet drie bedevaarten doen. Een naar het H. Sacrament
van ‘mirakel tot Boextel’ op pinksteren, waar hij mee moet lopen in de
processie ‘in syn lynen clederen, baervoets ende bloethoefs’. Ook een
bedevaart naar ‘dat Heilige Cruys tot Cranenborch’, en een bedevaart
naar Trier, waar hij tot de H. apostel ‘Sunte Mathys’ moet bidden. En
voor een bedevaart naar ‘Sunte Ariaens’ zal de dader op het eerste
jaargetij van de dode een gezongen ‘misse van requim ende vigilie van
negen lessen’ laten doen.
-
De dader zal 20 Carolus gulden geven aan de familie van het
slachtoffer als tegemoetkoming van de kosten voor de verzoening.
-
Verder zal de dader 48 ‘soenguldens’ geven, te betalen in
perioden van 17 weken.
-
De dader mag de eerstkomende 3 jaren niet in Veghel of Sente
Oeden Roede wonen. Hij moet 8 jaar uit de buurt blijven waar Beert die
weduwe Jan Martens en haar kinderen wonen. En voor de rest van zijn
leven moet hij de familie en vrienden van de doden uit de weg gaan. Als
zij in een herberg zitten mag de dader daar niet naar binnen gaan, maar
als hij er het eerst is, dan mag hij er blijven.
-
De dader zal 3 mauwer rogge eens geven om te ‘spynen (uitdelen
aan de armen).
R25, fol. 562, 4-2-1551
Thonissen soene wylen Thonis
Claeussoen is gedood door Gielissen soene Joest Delis Peterssoen. Er is
een zoen gemaakt. Voor schepenen verschenen de vrienden en familieleden
van de dode: Thonis soene wylen Claeus Donckers, vader van de dode,
Claeus en Jan, zijn 2 zonen en broers van de dode, en Franck soene wylen
Claeus Donckerssoen, aan de ene zijde, en Joest soene wylen Delis
Peterssoen en Jan soene wylen Hanrick Jan Jan Joestensoen, voor de
dader, ter andere zijde. Zij hebben ‘arbiteren’ aangesteld. Voor Thonis
soene wylen Caleus Donckerssoen en de zijnen treden op Peteren soene
wylen Hanricx Heymanss en Dircken Hanricken Sleuwen die aude. Voor Joest
soene wylen Delis en de zijnen treden op Jannen soene wylen Hanricx
vanden Tillair en Hanricken Peter Willemssoen. De volgende zoen is
overeengekomen:
-
De familie en vrienden van de doden
vergeven de misdaad.
-
De dader moet een ‘oetmoedigen
voetvalle’ doen ‘in syn hemdt, bloetshoefs ende mit gewangenen handen,
hebbende aen syn broeck mitten nederhoesen, ende op syn voervoeten’.
-
De dader moet ‘een wassen karsse van
enen ponde swaer’ geven, ‘te setten voer dat Eer. Heilige Sacrament
binnen der kercken van Vechel opten Heiligen Paeschdach’, en 2 ‘tortzen’
van 12 stuivers elk, en zijn hele leven voor de ziel van de dode blijven
bidden.
-
De dader moet aan de familie en
vrienden van de dode 16 Carolus gulden geven als hulp en tegemoetkoming
in de kosten.
-
Hij moet 18 Carolus gulden geven
voor aan de vrienden van de dode.
-
Hij moet 2 jaren uit Veghel en Erp
blijven, en dan nog 2 jaar ‘opdie syde vander Aa blijven dair die kerck
staet’. Hierna zal hij de rest van zijn leven de familie en vrienden van
de dode uit de weg blijven. Als die vrienden en familieleden in een
herberg zijn, dan mag hij daar niet naar binnen gaan, maar als hij er
eerder is, dan mag hij er blijven.
R26
fol. 651, 29-11-1557
‘Item alsoo by crancke aventuren ende haestigen sinnen een ongeval van
eenen nederslach geweest is (dat God beteren moet) in den persoon van
Herman Jan Reynderss van Soerendonck, dair God die heere almechtich der
sielen aff ontfermen wil, by hande ende toedoen van Ghysberden soone
wylen Lambert Janssoen die Vriese, misdadige.
Soe
is by tusschenspreecken van goeden eerbaren ende discreten mannen die om
pays en soon (= vrede en verzoening) ten besten gesproecken ende
gedeengt hebben, geconcipeert ende gemaict een goede vaste stedige ende
onverbrekelyke erffsoone.
Dat
‘s te weten dat voer ons coemen syn die vrienden ende magen van Herman
den dooden, namelyck heer Hanrick, soone wylen Jan Reynerss, priester,
ende Wynnant, soone wylen Jan Reynerss, beyde wittige broederen Hermans
des dooden, als sy seyden, mit meer andere vriende ende magen des
dooden. Geloevende dese voirs(creven) twee gebroederen ter soonen recht,
voer geboeren ende ongeboeren, voer mondigen ende onmondigen, voer
tegenwordich ende nyet tegenwordich, ter eenre, ende Danelt Thys Geritss
ende Aernt Dirck Hanricxs ter syden van Ghysberden, misdadige, ter
andere syden.
Ende hebben hen gesubmitteert in goeden eerbaren ende discreten mannen,
arbiteren ende peysmekeren. Te weten h(eer) Hanrick ende Wynnant syn
broeder voirgen(oemt) in h(eer) Willem Aerts van Beeck, vicaris tot
Vechel ende Goerden van Erp Rutgerssoon. Ende Peteren Hanricx Heymanss
ende Danelt ende Aernt van wegen des misdadigen in hen Cornelis die Lew,
vicaris der kercken tot Erp, ende in h(eer) Goerden Jacopss, priesteren
ende meesteren Willemen Hornkens Aerntss.
Geloevende dese partyen ter eenre ende ter andere syden op soonen recht
altyt ende ten ewigen toecoemende tyden vast, gestentich ende
onverbrekelyck te houwen, sonder eenich tegenweggen oft wederseggen soe
wes by desen sess arbiteren voirgen(oemt) eendrechtelyck vuytgesproecken
ende getermineert sal worden.
Welcke voirscreven arbiteren hebben die saeke van desen nederslach ter
eenre ende ter andere syden aengemerct, gemasticeert ende mit groter
diligentien doersien, doende daer aff een eendrechtige vercleernisse
ende vuytspraek in deser hier naevolgende manieren.
-
In
den yersten soe sal Ghysbert, misdadige, bidden off doen bidden den
vriende ende magen van den dooden voirgenoemt dat sy hem dat quaet feyt
dat hy aen hennen broeder ende neve geperpetreert heeft doer die bitter
passie ende lyden ons Heeren Jesu Christu goedertierlycken vergeven
willen.
-
Ten
anderen soe sal Ghysbert, misdadige, binnen XIIII dagen nae date van
desen setten voer dat Eer Heilige Sacrament binnen d’ kercken van Vechel
een wassen kersse van twee ponden swaer, hoorende aldair den ofelyck
misse op beyde syn knyen, ende bidden getrouwelyck voer die siele des
dooden.
-
Ten
dorden soe sal Ghysbert, misdadige voirgenoemt, geven den vriende ende
magen des dooden XIIII gulden, elck stuck gerekent tot XX stuyvers
current gelts, voer vuytvaert, dootscult ende verteerde costen by den
vrienden ende magen des dooden te betalen naistcoemende.
-
Ten
vierden soe sal Ghysbert, misdadige, den thien kynderen van Herman den
dooden aftergelaten geven elcken van hen eenen gouwenen enckelen
coervorster gulden, elck stuck gerekent tot XXXII stuyvers off XXXII
stuyvers daer voer te betalen binnen jairs nae date van desen, ende ter
soonen recht van XVII weken tot XVII weken.
-
Ten
vyffsten soe sal Ghysbert voirscreven blyven vuyten dorpe van Vechel
ende vuten gemeynen herbergen drie jair lanck duerende nae date van
desen, ende aldair nyet te verkeeren binnen desen jairen dan gastgewyse.
Ende nae desen dryen jairen sal dese misdadige den vrienden ende magen
van den dooden altyt den weg scouwen soe verre hem dat kenmtelyck is.
Ende syn die vriende ende magen des dooden in eenige herbergen yerst
geseten, sal die misdadige dan daer vuytblyven. Ende is die misdadige
dair yerst innen geseten, sal hij daer in moegen blyven sonder misdoen.”
R27, fol. 144 (18-3-1560)
“Alsoe by crancken aventueren ende
haestigen onversienige sinnen ende doer inspiratie ders boesen geest
eenen nederslach geschiet is in den persoen van Peteren soone wylen
Gerit Claeussoon, wiens siele God die heere barmhertich sy, doer handen
ende toedoen van Jannen soone wylen Gerit Claeus Geritss dat God beteren
moet.
Soe is by tusschen spreecken van
goeden eerlycken ende bescheydene mannen die om pays ende soon gedengt
hebben van dese nederslach geconcipieert ende gemaict een vaste ende
stadige erffsoone.
Dat’s te wetene dat voer ons coemen
syn die vrienden ende magen des dooden ter eenre ende hebben hen
gesubmitteert in den eerbaren ende bescheydene mannen, namelijck Thonis
Hanricx Roefss ende Goert Hanricx Thomass ende Ariken Aernt Goertss,
ende ter syden van den misdaigen Yewaen van Berkel soone wylen Claeus
van Berkel ende Herman van der Moelen soone wylen Willems van der Moelen
ende Dircken van Cnode ter andere syden.
In welcker submissie voirseyt hebben
Peter Ghysberts ende Willem soone wylen Willem Willemss geloeft ter
soonen recht voer geboeren ende ongeboeren, voer mondigen ende
onmondigen ende voer tegenwoerdich ende nyet tegenwoerdich dese
erffsoone altyt vast ende stedich te houwen.
Welcke voirseyt arbiteren hebben die
saecke van desen nederslach op te scoete genoemen ende ter eenre ende
ter andere syden nernstelyck doersien, doende dair aff een eendrachtige
vuytspraek ende vercleernisse in deser manieren soe hier nae volcht.
-
In
den yersten sullen die vrienden ende magen des dooden die misdaet om
Gods willen ende om dat bitter lyden den bebloedigen Jesu
goedertierlycken vergeven ende alsoe gedaen is.
-
Ten
anderen soe sal Jan, misdadige, ter lavenisse van der sielen des dooden
geven der kercken van Vechel drie pont wasch.
-
Ten
dorden soe sal die misdadige voirseyt gaen off doen gaen een bevaert
voer den vrient Goids van Sunte Ariaen boeven Bruessel ende dair bidden
voer die siele des dooden.
-
Ten
vierden soe sal dese misdadige geven negen gulden van XX stuyver tot
hulp ende onderstant van den costen die men opter vuytvaert gedaen
heeft.
-
Ten
vyfften soe sal die misdadige betalen alle die costen die op ten
soondach (= dag van de verzoening) gedaen syn ende voer ende nae gedaen
syn ter cause van dyen tot bewysselycker rekensscap.
-
Ten
sesten soe sal dese misdadige voirseyt tot behoeff van den twee
onmundigen aftergelaten kynderen Peteren des dooden acht ende twintich
gulden van XX stuyvers te betalen op Ons Vrouwen Lichtmisse dach nu
naistcoemende, off hy mach voer dese XXVIII gulden voirseyt tot behoeff
van den voirseyt kynderen erffelyck vesten in goeden ende sufficiente
onderpanden een renthe na beloep van den penningh nae vuytwysen van het
hondert sess gulden te pacht ende altyt als dan op loss als die voirseyt
twee kynderen mondich sullen wesen.
-
Ten
sevensten soe sal dese voirseyt misdadige blyven vuijten dorpe van
Vechel een jair nae date van desen onbegrepen ten beyde syden.
R29, fol. 761 (19-1-1582)
“Alsoe by crancken aventueren ende haestigen onversienigen
sinne ende doer inspiratie des boesen geest enen nederslach geschiet is
in den persoen van Ariaen soene wylen Gijsbert Hanrick Driessensoen,
viens ziele Godt die heere barmhertich sy, doer handen ende toedoen van
Willemen Willem Goertssoen, dat Godt beteren moet.
Soe is by tusschen spreecken van goede eerlycke ende
bescheydene mannen die om peys ende soon gedengt hebben van desen
nederslach geconcipieert ende gemaict een vaste ende stadige erffsoene.
Dat ’s te wetene dat voer ons coemen syn de vriende ende maegen des
dooden ter eenre ende hebben hen gesubmiteert in den eerbairen ende
bescheydenen mannen, naemelyck Jan Jan Alartssoen ende Adriaen Jan
Jacopssoen, ende ter seyden van den misdadigen Ariaen Aert Goertssoen
ende Willen Hanrick Dirckx, onse mede scepenen, ter andere zyden. In
welcken submissien voirseyt hebben Jan soene wylen Lambert Hanricxsoen
ende Marten Ariaen Aert Goertssoen ende Pauwels Goert Pauwels geloeft
ter soenen recht voer geboeren ende ongeboeren, voer mundige ende
onmundige, ende voer tegenwoerdich ende nyet tegenwoerdich dese
erffsoene altyt vast ende stedich te houden sonder enich wederseggen.
Welcke voirseyt arbiteren hebben die zaecke van desen nederslach opten
schoet genoemen ende ter eenre ende ter andere zyden nerstelyck
doersien, doende daer aff een eendrechtelycke vuytspraecke ende
vercleernisse in desen manieren soe hier nae volcht:
-
In den yersten zullen die vrienden ende magen des dooden dit
misdaet om Godts wille ende om dat bitter lyden van den bloedigen Jesu
goedertierlycken vergeven.
-
Ter anderen soe sal desen misdadigen opten soendach enen
oetmoedigen voetval doen ter plaetsen dair dat behoeren sal, bloethoefs,
bervoets, ende hebbende syn handen te saemen ende soe vallende op byde
syn knyen, biddende dair dat die vrienden ende maegen des dooden dat sy
hem doer dat bitter passie ende dat lyden Jesu Cristi dit groot misdaet
dat hij oever Ariaen saliger gedaen heeft, hem willen vergeven.
-
Ten dorden dal die misdadige alle die daegen syns levens lanck
bidden voer die ziele van den afflivigen zaliger gedachten.
-
Ten vierden sal die misdadige geven tot lavenisse der zielen
des dooden een wassen kersse weegende een pont voer dat eerwerdige
heyligen sacrament binnen der kercken van Vechel ende aldair te
verbranden.
-
Ten byfften sal die misdadige blyven wyten dorpe van Vechel
enen tyt van XV jaeren ende wuyten dorpe van Dinther enen tyt van X
jaeren, schouwende altyt den vrienden in allen veegen, straten, stegen,
herbergen, kerckweegh, moelenweegh, soe tselve alden beste nae zoenen
recht behoert te geschieden, ende binnen den selven dorpen voirseyt nyet
moegen verkeren tusschen middelen tyden dan alleenlyck gastgewyze, ende
alsoe eenen pot biers samen moegen drincken.
-
Ten sesten sal die misdadige geven ende betalen die somme van
elff carolus gulden ’t stuck van XX stuyvers gerekent, loopens gelts,
tot hulp ende bystandt van die costen die die vrienden ende maegen des
doden vertert hebben voer den soondach op dese accordatien van deser
sommen.
-
Ten soevensten sal dese misdedige (..) betalen die somme van
vyff ende twyntich carolus gulden ’t stuck van XX stuyvers gerekent,
munte als voor, tot hulp ende bystant van die kosten die van die vriende
ende maegen des dooden gedaen off voert sullen worden opten doendach, te
betalen opten selven soendach tsamen.
R43, fol. 82 (19-5-1626)
“Alsoo Elacij Godt betert was
bij ongeval geperpetreert eenen dootslach in den persoon van Jannen
Lambert Janssen, jongeselle, ende was seer miserabelijck van levenden
lijve ter doot gebrocht, wijens ziele godt almachtich wil genadich
wesen, bij toedoen van Jannen Jan Peterssen. Ende alsoe de vader Jan
Peters met syne naeste vrienden met assistentie van den heer pastoir
heer Jan Gijsbers, landtdeecken des quartiers van Peelant, ende meer
andere goede persoonen innegesetenen van Vechel van wegen des
midtsdadigers ende dootslagers menichvuldich versocht ende gebeden
hebbende aen Meriken, weduwe Lambert Jan Daendels, moeder van den
afflijvigen, als haer vier kynderen, vrienden ende magen om eens moegen
coemen tot versoeninge ende vereninge zijns midtsdaets.
Soe eest dat de voorgenoemde
Meriken, haere vier kijnderen ende vrienden van den afflijvigen bewogen
synde door het menichvuldichge bidden ende versuecken ende oijck
volgende het gebodt Godts, hebben int versoenen des dootslaechs
geconsenteert.
Ende syn int tusschen spreecken
van den voorgenoemden heer pastoir, lantdeecken ende andere notable
mannen des overcomen ende seer genadelijck den delinquent in genade
ontfangen ende den geperpetreerde dootslach geremitteert, midts bij den
delinquent voldoende dese navolgende gestatueerde poincten, welcke hy
delinquant heeft gelooft te voldoen, ende onverbreeckelijck gelooft te
effectueren, daer voor Marten Aert Donckers ende Aert Jan Daendels
hebben hen selven daer voor als principael cautionarissen gestelt, ende
zijn borge gewordden te voldoen ende voldaen te worden voor den
voorscreven Jan Janssen delinquant.
Ende de voirscreven Mariken,
weduwe Lambert Janssen, Gijsbert Lamberts, ende Peter Jan Daendels, soo
voor hen ende hen sterck maeckende respective voor henne mede broeders
ende susters ende alle bloetgewanten, dat sij dese hennen consent ende
verdrach van de versoeninge nu ende altijt sullen stedich houden,
tsamentelyck ende elck van hen daermede te vreden te houden sonder in
eeniger maenieren opten delinquent ter cause van den nederslach te
molesteren, soo verre dat de delinquant hem niet van niews hem en
misdraecht ende dese accoirde ter versoeninge effectueert sonder misluck
alles respective onder verbant van henne persoonen ende goederen.
-
Soe heeft ten iersten den
delinquant gelooft ten daege zijns levens te bidden insonder des
sondaechs ende heijlegendaechs, soe hij schuldich is te doen voor des
afflivinghe siele.
-
Item noch sal ten insiene des
deli[c]ts de misdadiger schuldich zijn te doen eenen solemnelen
voetvall, drijemael denotelijck vallende op syn bloote knijen, ende dat
comende van den vuijtganck tot den grave toe alwaer den gedooden bij hem
gedoyt is begraven, sijnde in syne witte lijnen cleederen, bloots
hoofts, ende int berwe voeten, gevouwen handen ende de dorde reijse met
syn bloote knijen by den grave soe lange te blijven sitten, totdat
Mariken, we(duwe) Lambert Janss zijne afflijvige moeder ende haere
kijnderen tot hennen gelieven sullen den misdadiger doen ende
consenteren opte staen off opgeheffen te worden, soo hen des gelieft,
ende van den beginne aff van desen voetvall in syn handen dragen een
wasschen kersse van drije vierdel pondts swaer, t synen costen, ende
deselve ten eijnde van den voetvall te offeren voor den hoochwerdighe
heijligen sacrament in der kercke van Vechel, ende sal den voetvall
geschieden nae voorgaende proclamatie des heeren pastoirs opten stoel
nae de predicatie, den dach van den voetvall welcke wesen sal op
dincxdach voor Sincxten dach als de hoochmisse sal geeijnt wesen,
wesende den XIIen meije anno 1626,
-
ende sal oijck hij delinquant
gehouden wesen te doen stellen een houte cruijs teijnen het graff van
den afflijvigen synde negen voeten lanck, ende drije voeten breet, met
inscriptie van den naem ende toenaem, dach, maent, jaer van den
afflyvinghen doot, alles t synen coste, ende dat voor den dach van den
voetvall, ende dal cruijs wesen van goeden oprechten eijcken hout van
kerre hout, sonder enich vouwe oft quaet hout daer in te wesen.
-
Item dal den delinquant drije
vrijdagen schuldich syn te doen bevaert voor t heijlich bloet van
Boecxtel binnen twee maenden nae den gedaen voetvall, ende daer aff doen
blijcken behoijrlijck gedaen te syn, ende eens te offeren een kersse van
een halff pont.
-
Item een bevaert tot
Scherpenhovel in Onser Liever Vrouwen dach in den oecxt nu ierstcomende
ten waer enich pregnant beledt die den tijt waer prolongerende, ende
aldaer oijck schuldich syn te offeren een kersse van een halff pondt in
wassche, ende oijck schuldich aen den pastoir alhier te brengen thoon
ende bewys dat de bevaert ende d’ offeren van de kersse syn voldaen.
-
Item noch een bevaert tot Aerle
voor Onser Liever Vrouwen altaer in de capelle ende dat nu op Onser
Liever Vrouwen Vistationis off ten lancxten Onser Liever Vrouwen dach
daernae halff oicxt, met oijck offerende een kersse van een halff pondt,
thonende oyck blijck.
-
Item sal schuldich sijn te doen
celebreren vijff zielsmissen bij eenen godtvruchtigen priester ende
deselve te doen bestellen by den heer pastoir.
-
Item sal de delinquant aen de
moeder van den afflijvigen Mariken, weduwe Lambert Janssen schuldich syn
te voldoen ses gulden eens permissie gelt, enda dat ten respecte van de
beluchtinge kercken rechten by haer verschoten.
-
Item sal de voirscreven
delinquant wel ende stoutelijck gehouden zijn vier continuelycke jaeren
te blijven buijten den dorps jurisdictie ende lemieten van Vechel, daer
aff d’ ierste jaer sal beginnen nu den XVIIIen aprilis anno
1626, ende soo volgende, behoudelijck sal alst hoochnoot is sal tsavonts
incomen ende des tsmorgens wederom vuijtgaen int heijmelijck sonder hem
te verthoonen off bij hij bij denotie begeerden binnen de vier jaeren
eens te comen op paesschen te ontfangen hoochwerdig heijlich sacrament,
biechten ende beteren, sal hij delinquant mogen comen secretelijck, ende
daer blijven XXIIIItich uren, sonder langer, ten waere ten gelieven van
den voorscreven Mariken ende haerre kijnderen. Ende nae den tijt van
vier jaeren synde geexpireert, soe sal de delinquant syn residentie
binnen Veghel mogen houden, maer in der kercken dragen ende nemen syne
sleede van de sidtplaets bij oft ontrent der vunte ende nyet en mogen
hem begeven ofte comen over den dwersganck neffen den thooren, veel min
attenteren te comen sitten onder ‘t gesicht van de moeder, broeders ende
susters van den afflijvigen.
-
Item sal de delinquent voldoen
de theer costen voor ende nae gedaen, ende ten tijde van den voetvall
XXXII ofte ten hoochsten XXXIII persoonen ende egeen meer t synen coste
henne consumptien drije uren te voldoen sonder schade van des
afflivingen moeder, broeders ende susters ende vrienden,
-
met noch vijff gulden eens tot
behoeff van den geenen die den dooden hadden gehanteert ende syn door
lichaem chiraet ende eere hadden aengedaen, voor het luijen als
anderssins.
-
Item ten tijde van de voetvall
te doen geven vijff soenpenningen t stuck XXIIII stuijvers aen de moeder
van den afflijvighen, ende dat ten coste van den delinquant.
-
Item voor Bamis ierstcomende sal
schuldich zijn te leveren een malder roggen, Vechelsche maete, ende die
te spynden daer de moeder ende broeders, susters van den afflivigen sal
oijerbaer ende goetduncken om godts wille te geven ende vuijt te
reijcken, ende sal den heer pastoir sondaechs t selve vercondighen als
men des vrijdachs sal spijnden ende vuijtgereyck te worden, ende sullen
de gheene die d’ aelmouisse genieten schuldich syn een geheel misse te
hooren des vrijdachs.
-
Item sal de delinquant alle
plaetsschen in der kercken, buijten ende binnen straeten ende steegen
schouwen ende blijven soo verre als hem mogelijck is, ende in de
herberge alwae eenighe van des afflivighen vrienden, moeder, broeder,
susters sijn, daerinne nijet te mogen comen, ten waere hij daer ierst
innen waere, sal moghen blijven onbecroont.
|