Het Kolfspelen
Martien van
Asseldonk
27 november 2014
Deze gegevens mogen gebruikt worden
onder verwijzing naar: Martien van Asseldonk, www.oudzijtaart.nl
Een kolfbaan is
tegenwoordig 17,5 meter lang en 5 meter breed. Aan het einde staat een
evrsierde houten paal. Het spel wordt gespeeld door drie spelers, die
ieder een eigen grote bal hebben. De ballen kunnen van hout of van
rubber zijn. De bal wordt geslagen met een houte stok, of kliek, met een
uiteinde van metaal. Het is de bedoeling om de bal drie keer over de
baan te spelen, 2 keer heen en een keer terug, en dat de houten paal aan
het einde van de baan twee keer wordt geraakt. Het minimaal aantal
slagen is dus drie. Hoe korter de bal bij de eindmuur eindigt, hoe hoger
de score. In wedstrijden worden vaak 15 speelrrondes gespeeld, en in elk
spel slaan de spelers de bal drie maal.
In Amsterdam werd
het spelen van kolf in een smalle straat verboden, omdat er teveel
ruiten sneuvelden. In 1456 werd het kolven in de kerk van Naarden
verboden. In veel steden werd bepaald dat men het spel buiten de
stadsmuren moest spelen. In de winter werd er vaak op het ijs gekolfd.
Schilderij van
Hendrik Haverkamp (circa 1625)
Vanaf het begin
van de 18de eeuw werd het kolven in Nederland populairder. In 1769 waren
er ongeveer 200 kolfbanen in Amsterdam, waarvan 30 overdekt. In 1792
waren er 350 banen in heel Nederland, waarvan bijna de helft overdekt
was. Op dit moment zijn er nog 14 kolfbanen in Nederland, veelal in
kleine dorpjes in de kop van Noord-Holland. Daarnaast is er nog een
mooie uit 1730 daterende kolfbaan in het St. Eloyen Gasthuis in Utrecht.
De kolfbaan te
Utrecht.
Vermeldingen te Veghel
De oudst gevonden
vermelding heeft niet betrekking Veghel, maar op de naburige plaats Erp.
De vermelding komt uit de rekening van de hoogschout, lopende van 24
juni 1412 tot 21 januari 1413.
van Geenken
Ottensone die t' Erpe ginc slaen den balle mit eenren colven jegen enen
anderen dair sij kyvende worden op hoiren spele, also dat die vorscreven
Geenken den anderen enen slach sloech mitter slachcolven
Een Veghelse
schepenordonnantie van 18-12-1677 vermeldt het 'bal slaan', ofwel
kolfspelen:
Verders wordt verbooden dat voortaan des sondags geduerende de
predicatie als boven niemant hen en sal vervorderen te kaarthen ofte den
bal te slaen, te kegelen ofte koeck te haecken, te trommelen ofte eenig
ander geraes te maecken
Een kolfbaan te
Veghel wordt vermeld in een verklaring uit mei 1799. Daarin wordt
Aart van den Heuvel, herbergier, vermeld, en de 'bij Van den Heuvel
gemaakte en overdekte beugel of kolfbaan'. (Straat nr. 7)
In het register van patenten van Veghel uit 1806 wordt onder andere
vermeld:
Theodora Gerbrandts,
herbergierster en kolfbaan houdster. (Kesie nr. 2)
|