Sinterklaas

Martien van Asseldonk

28 november 2014

Deze gegevens mogen gebruikt worden onder verwijzing naar: Martien van Asseldonk, www.oudzijtaart.nl

 

 

Dominee Hanewinckel schreef rond 1800 over het Sinterklaasfeest in de Meierij van 's-Hertogenbosch:

 

Op alle dorpen word het feest van St. Nikolaas gevierd. Op eenige derzelven rijdt één, somtijds twee menschen op één paard, dan rond. Deze werpen allerlei klein gebak onder de kinderen. Deeze plegtigheid houd men vooral te Eindhoven en te Osch. Te Geldrop kent men St. Nikolaas niet, maar de kinderen vieren een dergelijk feest in de helft van den veertigdagschen vasten, en dit noemen zij den Heer van half vasten.

 

 

Rooijakker, schrijft in Rituele Repertoiren:

 

De viering van Sinterklaas, Driekoningen en Sint-Maarten was de gereformeerden van oudsher een gruwel. Predikant Abraham Magyrus (1634-1702) haalde in zijn antipapistisch werkje over de Almanachs-heiligen fel uit tegen de sinten waarmee de kinderen van jongs af aan werden bedorven. Sinterklaas was een ‘kindere Heylig, die jaerlijks met verlangen verwagt wort, omdat hi ondef gruwelijke leugens, bedrog en verschrikkinge veel zoetigheyt meebrengt. ’t Welck men de kinderen wys maeckt, en van jonks af inplant, dat Klaes al dat goet tot de deur of schoorsteen inwerpt; of in de schoenen of kousen by nacht steekr, daer de ouders wel beter weten; maer de kinderen gelooven, dat die goederen van Sinter Klaes, en alsoo wordt de leugen, supersititie, en afgoderij de kinderen in de pap te eeten gegeven.’

 

In 1614 wordt in 1615 het zetten van de schoen of klomp en het schenken van gebak en snoepgoed op Sinterklaas vermeld.

 

 

Bronnen: Frank. C. Meijneke, Op reis door de Meierij met Stephanus Hanewinckel. Voettochten en bespiegelingen van een dominee, 1789-1850 (Tilburg 2009) 316-317; Rooijakkers, G., Rituele Repertoires. Volkscultuur in oostelijk Noord-Brabant 1559-1853 (Nijmegen 1994) 452-453.

 

 

Van internet:

 

Een anijskrol (‘krol’ is in het Brabants dialect een verbastering van ‘krul’) is een zacht wit broodje met daarin veel anijszaad. Het broodje wordt met de hand gevlochten tot een knoop en hierdoor ontstaat een krul. Het geldt in delen van Oost-Brabant als een streekproduct. De krol wordt gegeten met boter en speculaas en is vooral populair rond Sinterklaas. Zeer waarschijnlijk ligt de oorsprong van de anijskrol in Veghel. Daar werden de broodjes al in 1865 verkocht. Het gebruik van de anijskrol blijkt al voor de Tweede Wereldoorlog populair te zijn geweest in het gebied rond Veghel. Uit onderzoek blijkt, dat het streekproduct tot in een straal van twintig kilometer rond Veghel gebruikt wordt. Het beperkt zich hoofdzakelijk tot de buurdorpen Sint-Oedenrode, Schijndel, Heeswijk-Dinther, Uden, Boekel, Gemert en Beek en Donk. Met Veghel Kermis in september worden de eerste anijskrollen in de regio gebakken. Ze worden gegeten tot Carnaval. 

 

 

Sinds wanneer Sinterklaas in Veghel wordt gevierd is niet bekend.

 

Krantenbericht van 12-12-1863:

 

Op sinterklaasavond 6 december 1863 om 6 uur is er brand uitgebroken aan de woning van Dielis van Lith op het Zijtaart.

 

Dat bewijst nog nuet dat er toen in Veghel ook Sinterklaas gevierd werd.

 

 

Jans van de Pol - Vervoort vertelde:

 

Janus Vervoort rond 1928 was misdienaar in de kapel. De rector uit de tijd was de enige zoon van iemand uit het Noorden van het land, die was rijk. De misdienaars mochten er bij sinterklaas de klomp uithalen en kregen zoveel speelgoed, dat ze het haast met een kruiwagen naar huis moesten brengen.

 

 

Annie van Asseldonk - van den Hurk vertelde:

 

Ik geloofde niet meer in Sinterklaas. Op een dag in 1943 kwamen er twee Zwarte Pieten op bezoek. Ik zag direct dat het Harry van Sleeuwen en Albert Oppers waren. Ik zei: "Ik weet wie jullie zijn."  Toen moest ik met de Zwarte Pieten mee. Ik ben toen meegenomen helemaal tot aan Aard Langens.