Het bestuur van Veghel tussen 1795 en 1801

Martien van Asseldonk, 17 september 2014

Deze gegevens mogen gebruikt worden onder verwijzing naar: Martien van Asseldonk, www.oudzijtaart.nl

 

De periode 1794-1797

 

Na een eerste korte bezetting in 1793 vielen de Franse legers in het najaar van 1794 Staats-Brabant opnieuw binnen. Engelse, Staatse en Oostenrijkse troepen boden weerstand, maar half september was het platteland van de Meierij geheel in Franse handen. Vanaf 22 september 1794 werd 's-Hertogenbosch door de Fransen belegerd. Op 9 oktober gaf de stad zich over. In januari 1795 trokken de Fransen over de bevroren rivieren naar het noorden. Op 18 januari 1795 vluchtte stadhouder Willem V naar Engeland. Overal namen de patriotten nu de macht in handen. Hiermee kwam definitief een einde aan het Ancien Régime.  Op 31 maart 1795 voerden de Fransen een wet in die voorschreef dat in alle municipaliteiten het bestuur door de kiesgerechtigde inwoners gekozen diende te worden.

 

Op 8 april 1794 bereikte dit besluit officieel de municipaliteit Veghel. De volgende besloten de leden van de municipaliteit het bevel op zondag 12 april te publiceren. Alle gerechtigde inwoners moeten op 13 april zeven namen voor het nieuwe bestuur opgeven.  het oude bestuur bestond uit:

 

Vier gereformeerden:

-        Antony Hendrik Gerbrandts (president)

-        Paulus Plomp

-        Johannes Antony Kuypers

-        Johan Boellaard

 

En drie katholieken:

-        Hendrik J. van Eert

-        Peter J. Verhoeven

-        Hendrikus A. van de Ven

 

Op 13 april werden zeven nieuwe bestuursleden gekezen, dit keer allemaal katholieken.

 

-        Antonij van Doorn

-        Jan Adriaen Verhoeven

-        Gerrit van Rooij

-        Lambert Janse Vermeulen

-        Aart Hendrik van Asseldonk

-        Johannis Dirk van Doorn

-        Aart Antonij van den Heuvel

 

Op 18 april kwam dit nieuwe bestuur bij elkaar en koos uit haar midden Antonij Lambert van Doorn van president, en als Gerrit van Roij as vice-president.

 

Op 16 mei 1795 werd in 's-Gravenhage een verdrag getekend tussen Frankrijk en de Republiek der Verenigde Nederlanden, die nu ‘de Bataafse Republiek’ ging heten. Frankrijk en de Republiek sloten een offensief en defensief verbond. De Republiek beloofde Frankrijk militair en financieel te steunen en stemde in met de inlijving van Staats-Vlaanderen, Maastricht en Venlo bij Frankrijk. Met dit verdrag eindigde de Franse bezetting.

 

Op 11 juli 1795 ondertekenden de Staten Generaal een concept-plan voor een bestuurlijke herorganisatie, dat op 20 juli 1795 in Veghel aan de inwoners voorgelezen werd. Er kwamen geen protesten uit de bevolking. Vanaf 22 augustus 1795 fungeerde als kleinste bestuurlijke onderdeel van de Bataafse Republiek de municipale administratie.

 

Op 29 november 1795 werd besloten het plan van de provisionele representanten van het volk van de Bataafse Vrijheid om de Staten Generaal te vervangen door een een democratisch gekozen Nationale Vergadering ter goedkeuring aan de bevolking voor te leggen. Het plan werd aangeplakt en ook ter inzage gelegd in het huis van Gerrit van Roij. De stemgerechtigde burgers werden opgeroepen om op 6 december 1795 om 2 uur 's middags in de kerk over het plan te stemmen. op die dag stemden in Veghel 204 mensen voor het plan en 4 tegen.

 

In oktober was ondertussen een volkstelling gehouden. Op basis van deze telling werd het land in 126 kiesdistricten verdeeld van elk ongeveer 15.000 zielen. Bataafs Staats Brabant kreeg veertien districten. De Nationale Vergadering telde 126 leden. Elk district werd weer verdeeld in zogeheten grondvergaderingen, die elk ongeveer vijfhonderd inwoners telden. Op 26 februari 1796 werd in elke grondvergadering een afgevaardigde of kieser gekozen. In Veghel werden 2.872 inwoners geteld.  Daarmee mocht Veghel zes namen voordragen uit de 6 grondvergaderingen van de gemeente. Dat waren:

-        No. 1 de Straet en Vens rot

-        No. 2 Hezelaer, Middegael en Heij

-        No. 3 Heuvel, Ham, Havelt en Beukelaer

-        No. 4 Hoogeynde, Leest en Dorhout

-        No. 5 Doornhoek, Zijtaart en Zontvelt

-        No. 6 Biesen Kemskens en Eert

 

Op 20 december 1795 werd uit elke grondvergadering een kiezer gekozen. Dat waren W.F. Colen, Hendricus Antony van Hooft, Jan Tony van de Ven, Hendricus J. Verhoeven, Jan Janse van der Heijden en Johannis Slits. De dag daarop kwamen de kiezers van de grondvergaderingen van Veghel, Erp, Schijndel, Liemde, Aarle-Rixtel, Beek en Donk, Lieshout, Stiphout, St. Oedenrode, samen ongeveer 15.000 vertegenwoordigend, in de hoofdplaats van het kiesdistrict Veghel bij elkaar om bestuurders van het kiesdistrict te kiezen. Tot president werd benoemd Silvester van der Heijden uit Schijndel, als oudste van de vergadering, en tot secretaris de Veghelse dokter Willem Francis Coolen. Ook werd er gestemd voor leden van het departementaal bestuur. De stemmen gingen maar:

 

-        Meester Cornelis van Boxtel te ’s Bosch, 3 stemmen

-        Pierre Verheyen, advocaat te Helmond, 25 stemmen

-        Geert van Roy te Veghel, 6 stemmen

-        Nicolaas Teulings te St. Oedenrode, 4 stemmen

-        Wouter Heeren te ’s Bosch, 8 stemmen

-        Jan Francis van Emmerik, Liemde, 2 stemmen

-        F. Geilje, medicinale doctor te Helmond, 7 stemmen

-        Van Moortel, advocaat te Helmond, 2 stemmen

-        J. Vogelvanger te ’s Bosch, 1 stem

 

De twee meeste stemhebbende werden tot leden van het departmentaal bestuur verkozen. Deze verkiezing werd echter op 9 januari 1796 nietig verklaard. Op 18 januari werd er opnieuw gestemd. Voor Veghel waren toen aanwezig: Gerrit van Roij, Hendrikus Antonij van Hooft, Jan Tony van de Ven, Hendrikus A. van de Ven, Lambert Vermeulen, Antonij L. van Doorn. Silvester van der Heyden werd weer tot president benoemd en Adriaan van den Dries tot secretaris.

 

Op 20 december 1796 werd er in Veghel opnieuw gestemd voor een vertegenwoordiger van het kiesdistrict voor de Nationale Vergadering. Uit de grondvergaderingen van Veghel waren toen aanwezig. Peeter Craanen, Johannis Joris Donkers, Jan Antony van de Ven, Lambert Dirk van Doorn, Jan Adriaan Verhoeven en Antony L. van Doorn. Silvester van der Heijden werd weer tot president benoemd, zijnde oudste van de vergadering, en tot secretaris H. Verhagen.

 

Op 29 januari 1797 was er vactaure in het bestuur van de municipaliteit. Op 6 februari 1792 werd er een stemming gehouden voor een opvolger. Men schreef de naam op een briefje dat men in een bus gooide. Die niet konden schrijven konden die naam op laten schrijven. Met grote meederheid werd Hendrikus Gerard van der Landen gekozen, die de bediening aanvaardde.

 

Op 12 februari 1797 's middags om 2 uur moest er in de kerk gestemd worden over de vraag: 'syn de door het lot uytgevallen leden der repreesentanten van het volk van Bataafs Braband bij de eerste opgevolgde keuse weeder verkiesbaar, ja dan neen'.  Er kwamen welgeteld 9 mensen opdagen, waarvan er 6 ja stemden en drie nee.

 

Op 30 mei 1797 was door de Nationale Vergadering een nieuwe constitutie ontworpen. De constitutie werd ter inzage gelegd bij Jan van Zutphen, Aart van den Heuvel, de weduwe Hendrik Gerbrandts, Jan Oppers, Piet van den Boer, Willem Verweegen en de weduwe Hendrikus van den Bosch. Daarover werd op 8 augustus 1797 in de kerk van Veghel gestemd.

 

Grondvergaderingen

Ja

Nee

No 1: de Straet en het Ven

2

37

No 2: Hezelaer, Middegael en Heij

0

12

No 3: Heuvel, Ham, Havelt en Beukelaer

1

30

No 4: Hoogeynde, Leest en Dorhout

0

18

No 5: Doornhoek, Zijtaart en Zontvelt

13

10

No 6: Biesen, Kemkens en Eert

0

14

 

 

Op 2 augustus 1797 kozen de vertegenwoordigers van de grondvergaderingen wederom een vertegenwoordiger in de Nationale Vergadering als mede een eerste en tweede plaatsvervanger. Tot lid van de nationaale vergadering werd gekozen Peeter Verhoysen, als eerste plaatsvervanger Gulje en als tweede plaatsvervanger dokter Verhagen. In Veghel waren overigens maar in drie grondvergaderingen kiezers gekozen (Hendrik van Gestel, Johannes Joris Donckers en Hendricus A. van de Ven). In de andere drie grondvergaderingen kwam niemand opdagen.

 

Op 17 december werden in de grondvergaderingen opnieuw kiezers gekozen. Op 23 december 1797 werden in Veghel door de kiezers uit de grondvergaderingen van Veghel, Erp, Schyndel, Liempde, Aarle en Rixtel, Beek en Donk, Lieshout, Stiphout en St. Oedenrode  een lid voor het departementaal bestuur gekozen. Uit Veghel waren de volgende kiezers aanwezig: Johannis Dirk van Doorn, Antonij Lambert van Doorn, Jan A. Verhoeven, Johannis Joris Donkers, Matijs Heyermans en Johannis Lambert van Doorn. Tot president wordt benoemd de burger Silvester van der Heyde als oudste van de vergadering en tot secretaris J. C. Van Ommeren.

 

Op 28 december 1797 werden in Veghel nieuwe leden voor de municipaliteit gekozen. Alle zes oude leden worden herkozen, en als zevende lid werd Gerrit van Roij gekozen.

 

 

De periode januari - juni 1798

 

Op 22 januari 1798 vond in 's-Gravenhage een staatsgreep plaats door radicale patriotten onder leiding van een van de Brabantse afgevaardigden in de Nationale Vergadering, Pieter Vreede. Hierbij werden de meest gematigde leden van de Nationale Vergadering, die een volledig samengaan van de provincies vertraagden, gevangen gezet of uit de Nationale Vergadering geweerd. Op 4 mei 1798 werd een nieuwe grondwet ingevoerd. In deze grondwet werd een scheiding gemaakt tussen de wetgevende, de uitvoerende en de rechterlijke macht. Er kwam vrijheid van godsdienst. De heerlijke rechten, de tienden en de pijnbank werden afgeschaft en het belastingstelsel werd herzien. De regering van de Republiek werd voorlopig in handen gelegd van een Intermediair Uitvoerend Bewind, bestaande uit vijf directeuren, onder wie Pieter Vreede. Na de staatsgreep werd een aantal plaatselijke besturen gezuiverd. Belangrijke functionarissen werd het kiesrecht ontzegd en op vele plaatsen namen onbekwame lieden hun plaatsen in.  De nieuwe machthebbers onderzochten vrij snel na de staatsgreep of er in de plaatsen nog aanhangers waren van het oude bewind. In Veghel antwoordde men dat er daar geen waren:

 

-        Brief van de muncipaliteyt aan het committe van waaksaamheijt en correspondentie in Den Bosch van 8 maart 1798. Ter voldoening van de brief van 20 februari 1798 geschreven door het intermediair administratief bestuur van het voormalig gewest van Bataafsch Braband informeren wij dat wij behoorlyk en speciael ondersoek binnen deese plaats hebben gedaan ontrent off alhier eenige soogenaamde gemeene best gesinde societijten, ’t sij in doelens, kamers, hooven, off bijeenkomste, ’t zy alleen tot tijdverdrijff off tot behandeling van politique saken syn opgerigt, strekkende om de gelukkige omwenteling van 22-1-1798 tegen te werken. Dat geene van deselve hoegenaamt syn binnen deese plaats exteeren.

 

Op 16 maart 1798 werd de Veghelse patriot dokter W. F. Coolen met J. Keuten aangesteld om de plaatselijke besturen te zuiveren:

 

-        om sig te begeven binnen de gemeentens van Vechel, Erp, Schyndel, Liempde, Aarle Rixtel, Beek en Donk, Lieshout, Stiphout en St. Oedenrode om aldaer naer de intentie van het uytvoerende bewind conform de aan hun ter hand te stellen instructie de municipaliteyten en deselver menisters van hunne posten te ontslaan, de eerstgemelden te reorganiseeren en de menister op hunne hoofdelyke verantwoordelykheid te gelasten om tot nadere voorziening in hunne bedieninge te blijven continueren, alles met wel speciale magt om des nodig vindende den gewapenden burger en militairen arm tot het uytvoeren van dezen hunnen last te kunnen requireeren en gebruyken. Alle officieren worden geboden hen de helpende hand te bieden.

 

 

Instructie aan de agenten benoemd tot ’t reorganiseren der municipaliteyten binnen ’t voormalige gewest van Bataafsch Braband.

 

-        De agenten sullen in handen van een commissaris uit ’t administratief bestuur de gewone verklaring afleggen en ondertekenen

-        Ze krijgen van ‘t administratief bestuur de vereischte qualificatie

-        Ze moeten dadelijk hun werkzaamheden aanvangen en met de eerste spoed volbrengen

-        Ze zullen de municipaliteyten ontslaan en de vacante posten vullen met persoonen welke de tegenwoordige orde van saeke volkomen syn toegedaan

-        Uit het nieuwe bestuur moet binnen 8 dagen een secretaris en andere ministers worden aangesteld. Men mag het aantal municipaliteytsleden verminderen.

-        De nieuwe municipaliteytsleden zullen de volgende verklaring afleggen en ondertekenen: Ik beloof op myn burgertrouw dat ik met alle myne vermogens den post van lid der municpaliteyt van Veghel my opgelegd getrouwelyk sal waarnemen.

-        Zij zullen uit hun midden een president kiezen.

-        Als de agenten enige tegenstand ontmoeten, mogen zij desnoods gebruik maken van de gewapende burgers off militairen, mits daar van onverwylt aan deese vergadering kennis gevende.

-        Zij moeten binnen 4 dagen na afloop van hun commissie schriftelijk rapport doen aan het administratief bestuur.

-        Ze moeten de lijsten door de leden der municipaliteyten ondertekend aan het bestuur terug besorgen.

-        De kosten voor reizen en verteringen zullen vergoed worden na goedkeuring door het administratief bestuur.

-        Ze moeten deze instructie stipt nakomen en ook andere speciale lasten aan hen gegeven door het administratief bestuur

-        Verklaring: Ik verklaare te hebben een onveranderlyken afkeer tegen ’t stadhouderschap, de aristocratrie, ’t federalisme en de regeeringloosheid.

 

 

Coolen en Keuten gingen in Veghel voortvarend te werk. Gerit van Roij, Johannis Dirk van Doorn en Aart van Asseldonk werden op 23 maart 1798 uit het municipaal bestuur gezet en vervangen door Joost van de Ven, Peter van de Laar en Jan van Zutphen. Als president werd Aart Antony van den Heuvel aangesteld. Alle leden van de municpaliteit moesten daarna zweren: 'Ik verklaare te hebben een onveranderlyken afkeer tegen ’t stadhouderschap, de aristocratrie, de regeeringloosheid en ’t federalisme.'

 

Daarna werd er 'een commissie van binnenlandse correspondentie' benoemd, 'met als last om sorgvuldig agt te geeven tegen diegeene welke de algemeene belangens off veyligheid van deese republieq en de tegenwoordige daer gestelde orde van saeken in het openbaer off heymelyk, ’t sij met woorde off daede soude soeken tegen te werken.' Een soort spionagedienst van de nieuwe machthebbers dus. Tot commissieleden werden benoemd: Antonij L. van Doorn en Jan van Zutphen, en Peter van de Laer als secretaris.

 

De commissie kondigde aan:

 

nodig geoordeelt hebbende de leden te berigten dat noodsakelyk was dat sij onderrigt komen worden hoedanige vreemde persoonen hier passerende, logerende als andersint, dat behoorlyk door herbergiers off andere particuliere hoegenaamt daar van kennis wierd gegeven aan den president. Herbergiers moeten alvoren eenig logement te vergunnen, hebben op te geven hun naam, woomplaats en waar zij de nacht ervoor hebben gelogeerd en hoe lang zij willen blijven.

 

 

Op 11 maart 1796 had in Bataafs Brabant de vergadering van Representanten een 'Concept Reglement voor het Municipaal Bestuur in de onderscheydene gemeentes van Battaavs Brabant' ontworpen, dat het lokale bestuur uniform moest regelen. Het bestuur zou moeten bestaan uit schepenen en raden die door de plaatselijke bevolking zouden worden gekozen.

 

 

Ondertussen verzette Gerrit van Roij zich tegen het feit dat hij was afgezet. Op 3 april 198 verschenen voor de 'leden der municipaliteit Veghel' Leendert Donkers en Dirk van Lith, inwoners van Veghel, die op verzoek van Gerrit van Roij, inwoner van Veghel, onder ede een verklaring afleggen. Leendert Donkers verklaarde:

 

-        dat op desen selven dag der reorganisatie van den regeering alhier, den eerste comparant (Leendert Donkers) zat ten huijse van Jan van Zutphen, waar onder andere in kwam den docter W. F. Coolen, agent ter reorganisatie van de municipaliteiten. Dat den comparant met gemelde Coolen in gesprek was geraakt en wel over het  organiseeren van de leeden deeses municipaliteit en onder andere seijde den eerste comparant teegens gemelde Coolen dat hij comparant zeer verwondert was dat den burger Gerrit van Roij uijt de regeering was geraakt. Dat daar op den gemelde agent Coolen antwoorde: “Ik heb aan mijn speciaale eedt voldaan, en moet weeten wat ik te doen had.” Waar op den eerste comparant seyde: “Dan valt er niets teegen te seggen”, en ook: “Het raakt mij niet.”

 

-        En verklaart den tweede comparant (Dirk van Lith) dat op sondag of maandag synde geweest den 25ste of 26ste der gepasseerde maand maart deeses jaars, den tweede comparant zittende in de herberge bij Hendriena van den Bogaart met de kaart te speelen. Dat toen daar bij kwam staan den doctor W. F. Coolen, agent ter reorganisatie van de municiapaliteiten, dat in dat geselschap wierd gesprooken ontrent het reorganiseeren van de municipaliteit alhier, dat den tweede comparant aan gemelde Colen seijde in diergelijke substantie, dat hij comparant verwondert was dat Van Roij afgeset was, waarop gemeld) Colen antwoorden: “Ik heb bijsondere instructie of last die ik aan niemand behoef te laaten zien,” en den comparant toen verder heeft stil geseeten en syn kaart speelen vervolgt.

 

 

Op 4 april 1798 verschenen voor 'leden der municipaliteyt Veghel' Hendrikus Antonij van de Ven, Lambert Verhoeven, en Jan Janse van der Heyde, allen inwoners van Veghel, die op verzoek van Gerrit van Roij een verklaring aflegden. Zij verklaarden dat zij:

 

-        meenigmaal met den gemelde burger Gerrit van Roij sedert drie à vier jaaren herwaerts en ook jaars van te vooren over de omstandigheden van slands saeken conversatie in ‘t particulier en publiequelyk hebben gehad en gesproken. Dat de comparanten noijt anders dan altoos wanneer daer over gehandelt wierd in haer preesentie heeft geuijt dan gelyk een waare vaderlander behoord te doen en voor al verklaeren deselve dat sij in die gesprekken en conversatie hem requirant hebben gehouden en houden voor die geene die de tegenwoordige orde van saeke is toegedaan.

 

Deze verklaringen werden gebruikt om bij de hogere overheid protest aan te tekenen tegen het afzetten van Gerrit van Roij.

 

Op 6 april 1798 ontving de municipaliteit Veghel een concept van de nieuwe staatsregeling. Besloten werd om exemplaren ter inzage liggen bij van Aert van den Heuvel, Piet van den Boer, Willem Verweegen, de weduwe van Hendrikus van den Bosch, Jan van Zutphen en Wouter Wagemans. Op 14 april 1798 werd een lijst gemaakt van stemgerechtigden. De moesten allemaal een verklaring van trouw aan de machthebbers afleggen.

 

Leyste der stemgeerechtigde burgers binnen Veghel. Synde deese plaats verdeelt in agtien wyken off rotten, bestaande in ses grondvergaderingen. Volgt een lijst met namen per grondvergadering.

 

-        Grondvergadering no. 1: ’t rot de Straet en ’t Ven. Deese grondvergadering word gehouden ten huijse van den preesident Aart van den Heuvel, 107 personen hebben de verklaring afgelegd

-        Grondvergadering no. 2: ’t rot Heeselaar, Middegael en Heij. Deese grondvergadering word gehouden ten huijse van de weduwe Hendrikus van den Bosch, 104 personen hebben de verklaring afgelegd

-        Grondvergadering no. 3: ’t rot Beukelaer, Ham, Havelt en Heuvel. Deese grondvergadering word gehouden ten huijse van Willem Verwegen, 121 personen hebben de verklaring afgelegd

-        Grondvergadering no. 4: ’t rot de leest, Hoogeynde en Dorshout. Deese grondvergadering word gehouden ten huijse van Piet van den Boer, 112 personen hebben de verklaring afgelegd

-        Grondvergadering no. 5: ’t rot Zytaert, Zontvelt en Biesen. Deese grondvergadering word gehouden ten huijse van Jan van Zutphen, 95 personen hebben de verklaring afgelegd

-        Grondvergadering no. 6: ’t rot d’ Eerd, Kemskens en Doornhoek. Deese grondvergadering word gehouden ten huijse van Wouter Wagemans, 96 personen hebben de verklaring afgelegd.

 

In totaal legden 615 personen de verklaring af.

 

Op 6 april 1798 schreef het intermediair bestuur van het voormalige gewest van Bataafs Braband de municipaliteiten aan om 'alle nutteloose en onvaardige plaetselyke amptenaeren en bediende binnen deese gemeente van hunne ampten, posten en bedieninge te ontsetten, der selver plaatse met waerdige en kundige vaderlanders te voorsien', die dan ook de verklaring moesten afleggen. De municipaliteit antwoord dat er in Veghel geen nuttelozen en onvaardige ambtenaren waren. Op 26 april legden de volgende personeelsleden van de municipaliteit de verklaring af: Lambertus van Buul, W. F. Coolen, Jacob Jacot, Hendrikus Schippers, Johannis Joris Donkers, Johannis Snelders, Antony Peter Monen, Jan Johannis van Doorn, Aert Gysbert Smits, Willem Constant, Elisabeth, weduwe Jan van Doorn, Peternel Wilhelmus Verputten, Joseph Vermeulen, Adriaan Clerx, Hendrikus Willem van Heeswyk, Jan George Zeyts. Ze verklaarden: Ik verklaere te hebben eenen overanderlyken afkeer tegen het stadhouderschap, de aristocratie, de regeeringloosheid en het feederalisme.

 

Op 13 april 1796 werd het reglement aan een volksstemming onderworpen en aangenomen. Op 4 mei 1798 werd de nieuwe staatsregeling ingevoerd. In deze staatsregeling is voor het eerst sprake van ‘gemeenten’ in staatsrechtelijke zin. Iedere gemeente diende een gemeentebestuur te hebben. De gemeentebesturen werden in 1798 rechtstreeks ondergeschikt aan het Uitvoerend Bewind.

 

Naar aanleiding van de nieuwe staatsregeling werd er in Veghel op 19 mei 1798 een feestdag gehouden.

 

Versoekende aan alle burgers en ingesetenen dien dag plegtig te vieren en in ordentlyke vrolykheid door te brengen, en ten eynde daer aan eenige meerdere luijter bij te brengen is verder geresolveert ten koste van de gemeente te geven aan de burgers aan elk grondvergadering gehorende voor tien gulden aan bier.

 

Dat de grondvergadering no 1 sulx ten huijse van Hendrien van den Bogaert sal kunnen opnemen, no. 2 ten huijse van Jan Oppers, no.3 ten huijse van de weduwe Gerbrandts, die van no. 4 ten huijse van Piet van den Boer, die van no. 5 ten huijse van Jan van Zutphen en die van no. 6 ten huijse van Wouter Wagemans. Kunnende sij daer van een gebruyk maken namiddags ten twee uuren. Aan de vier schutterijen ieder tien gulden tot haere verteering dien dag, welke worden versogt des smorgens ten seeve uuren te beginnen.

 

Ook worden uytgenodigt dat de burgers alhier onder elkanderen gelieve te formeeren een gewapende burger corp ten eynde des smorgens ten agt uuren, smiddag ten twee, namiddag ten vier uuren vuuren, welke van wegens de gemeente het benodigde kruyt sal worden gelevert, en sorg gedragen worden dat sij ook een geschikte en redelyke verteering sullen gemeten, tot welke eynde soodanig burger onder dit gewapent burger corp willende lopen sig van heden namentlyk kan in laten tekenen tot dinsdag smiddags twaelff uuren aan de preesident, kunnende na die tijd niemant meer aangenomen worden.

 

Twaelff burgers sullen aangesegt worden tot het luijden der klokke waer voor sij sullen genieten een halv stuijver.Twee vlaggen te maken als een op den toorn en een op het raadhuijs. Des avonds sal het raadhuijs worden gesublimeerd, daer toe sal al het nodige worden gemaekt. Een ordentlyke maaltijd sal op het raadhuijs worden aangeregt. Eeten, wyn en bier en verdere benodigde sal gelevert worden opt raadhuijs door den preesident. Sullende alle gemaakte onkosten gesamentlyk ten coste van de gemeente worde opgemaakt en voldaan.

 

 

Publicatie van de municipaliteyt aan de burgers van Veghel van 19 mei 1798.

 

Dat het heden de dag ter viering van een feest vastgesteld voor de vertegenwoordiogers van het Bataafse volk sij, zien wij veelen van Uw met ons tot volbrenging van dien gereet gaat dan wel denselve met alle gepaste vrolykheid neemt voor hen door te brengen als braeve burgers onder elkanderen behooren en moeten doen. Wij twyffelen niet off U lieden sult enkel dit voornemen hebben, agter latende alle baldadigheden, vegterije en storing der rust, terwyl dit noijt gepermitteert off gedult kan worden. Overtreders worden direct in bewaring gesteld. Word meede strikelyk verboden het afschieten van geweeren buyten die geene welke daar voor bestemd syn op de gestelde uuren te doen tot voorkoming van alle ongelukken.

 

 

In Veghel was in april verzet gerezen tegen het afzetten van bekwame bestuurders als Gerit van Roij door dokter Coolen en zijn collega Keuten. Het verzet werd geleid door schoolmeester Lambert van Buul.

 

-        Vergadering van de municipaliteyt op 13-5-1798. De president heeft gisteren het volgende extract van 7-5-1798 uit het register der resolutien van het intermediair administratief bestuur van het voormalig gewest van Bataafs Braband gekregen. Is gehoord rapport van het committe van algemeen welzyn houdende resolutie commissoriaal van den 11-4-1798 advis op den adresse van L. van Buel c.s. ingesetenen van Veghel, te kennen gevende dat bij de reorganisatie der municipaliteyt aldaar door de regenten Coolen en Keuten de burger van Roij en anderen van welker onafgebrooken en suijvere vaderlandsliefde mitsgaders gelieftheid aan de tegenwoordige orde van saake sij sig allesints verzekert houden buyten alle verwagting uyt hunne posten syn ontset, te wijle daer en tegen in derzelver plaatsen syn aangestelt geworden soodanige burgers die off nimmer in de grondvergaderingen geweest, off voor geen vaderlanders bekent syn.

 

-        Versoekende daar sulx nimmer de intentie van dit bestuur geweest kan zyn, dat ter dier saeke ondersoek gedaan en naer billykheid gedisponeert moge worden. Waer op gedelibereerd zijne is goed gevonden den persoon van P. van den Laer ende voorschreven municipaliteyt te gelasten om sonder verwijl eene nominatie van drie waardige en kundige vaderlanders al daer aan dit bestuur in te zenden, ten eynde uyt deselve eenen burger tot lit der municipaliteyt in plaats van P. van de Laer voorschreven aan te stellen.

 

-        En sal hier van extract aan de municipaliteyt van Veghel worden gesonden on te strekken tot narigt en ten eynde sich daer naer te gedragen.Waer op geresolveert is voor als nog aan de bovengemelde resolutie niet te konnen voldoen terwijl heden is ingekomen publicatie van het uytvoerent bewind dato 10-5-1798 waer bij den selve wel uytdrukkelyk requireren alle de leden der plaatselyke bestuuren op haere persooneele verantwoordelykheid aan hunne respective posten te blyven. Worden in commissie gestelt A. van den Heuvel, preesident, om naar Den Bosch te gaan om van het intermediair administratief bestuur nadere orders te mogen verneemen.

 

 

De municipaliteyt besloot op 10-6-1798 om het voor Peter van de Laar op te nemen. Advocaat J. R. Hopman werd gevraagd een gedetailleerd verzoek op te stellen.

 

De politieke verwikkelingen werkte de municipaliteit tegen, want op 12 juni 1798 vond een tegencoup plaats vond, waarbij de leden van het Uitvoerend Bewind door meer gematigden werden vervangen.

 

De leden van de municipaliteit Veghel verklaarden op 26-6-1798 op verzoek 'van ons meede lit, den burger Peter van de Laar, dat denselven als lit deeser municipaliteyt dien post met alle vlyt, eiver, eerlykheid en getrouwigheid van ’t begin aff syner aanstelling tot heden toe heeft waarnemen sonder dat ons oyts iets ter contrarie is gebleken. Als meede dat denselven burger bij ons bekent in synen handel, wandel en burgerlyke verkeering in alle gepasseerde tyden braeff en opregt is geweest en nog'.

 

Op 10 juli 1798 werden de leden van de municipaliteit ontslagen. Alleen Jan Cerhoeven en Jan Johannis van Zutphen werden herbenoemd. Als nieuw leden werden aangesteld: G. van Roij, J. van Doorn, H. H. van de Ven, A. van Asseldonk en J.J. van den Tillaart.

 

Vergadering van de municipaliteyt 12-7-1798.

 

-        Is gersolveert dat het preesidium voor drie maanden sal weesen aan den burger Johannis D. van Doorn na welker tijd men wederom een nadere verkiesing sal doen.

-        Is geresolveert een commissie te benoemen ten eynde onderzoek te doen na de genomen resolutien welke de voorgaande municipaliteyt zedert den 23 maart 1798 tot de aankomst deese tegenwoordige hebben genomen. En dal den secretaris soodanig register off registers openslaan en aan de commissie communiceeren. Word daer toe benoemd Gerrit van Roij en Aert van Asseldonk. Dat waren twee van de drie door Coolen afgezette municipaliteitsleden.

 

Door de nieuwe staatsgreep had de Veghelse dokter dokter Willem Francis Coolen zijn politieke bescherming verloren. Op 9-9-1798 vergaderde de nieuwe municipaliteit over hem:

 

-        Dat het ter kennisse van deese vergadering is gekomen dat Willem Francis Coolen, medine doctor alhier, sig sou hebben uytgelaten als off aan hem was aangeboden het teekenen off tot meede werking van dien een plan ten eynde Bataafs braband over te geven aan de France Republieq. Is geresolveert den gemelde W. F. Coolen voor sig te ontbieden en hem ondersoeken hoedanig sulx waer sou weesen, en verders alle ondersoek te doen wat nodig mogte weese, verklaringen als andersints in te winnen, en wanneer sulx gedaan mogt weesen, soodanige verklaringe direct aan ’t bestuur van ’t voormalig gewest van Bataafs Braband in Den Bosch uijt onser naam over te zenden, waer toe den secretaris word gequalificeert.

 

 

Dokter Coolen liet de volgende dag voor Veghelse schepenen de volgende verklaring optekenen:

 

Voor leden der municipaliteit Veghel verscheen Willem Francis Colen, 'medcine doctor, wonende alhier', die op verzoek van de municipaliteyt Veghel een verklaring aflegt. Hij verklaart dat hij 'op den13 julij deeses jaars, juijst den dag dat de kiesers ter districtvergadering Veghel bij den anderen waren om een lid in het vertegenwoordigen lighaam der Bataefse Republicq te verkiesen, dat als toen soo ‘t scheen expres ten synen woonhuyse is gekomen Jan Francis van Eymerik, wonende tot Liempde, synde een der kiesers wegens Liempde voorscreven, denwelke aan den comparant versogt alleen te spreeken, soo als hij comparant dan ook met gemelde Jan Francis van Eymerik in een kamer apart ging.

 

Dat doen gemelde Jan Francis van Eymerick aan den comparant proponeerde dat hij comparant het volk alhier te Veghel en hier rontom sou opmaken om Bataafs Braband over te geven aan de Franse Republieq, en dat hij daer toe een plan had, om dat in werking te brengen en dat men sig maer bij hem sou addresseeren, offwel bij een seker persoon wiens naam hij noemde, dog door den comparant vergeeten, welke toen tot Gemert was, die hem belooft had daer in te sullen soutineeren.

 

Oock seyde hij aan den comparant dat hij dagelyks brieven kreeg van Vreede, toen tot Poppel synde ter volbrenging van dat plan. Dat den comparant daer op aan denselve Jan Francis van Eymerick antwoorde sig daer niet mede te willen meleren, waer op hij Jan Francis van Eymerik zeijde dat hij reets daer agt dagen op gereyst had en diret sig na Paris zou begeven. Zijnde alsoo de gesprekken tussen hem comparant en gemelde Jan Francis van Eymerik geeyndigt.'

 

De municipaliteit Veghel stuurde verklaring aan het intermediair bestuur van het voormalig gewest van Bataafs Braband. Daarna  was de kous af.

 

 

 

De verkiezingen van het nationale bestuur 1798-1801

 

Volgens de grondwet van mei 1798 werd het aantal leden van de Nationale Vergadering, nu het Wetgevend Lichaam genoemd, van 126 teruggebracht naar 94. Men herschikte de 126 kiesdistricten tot 94 door telkens een district onder twee of drie andere te verdelen. De verkiezing in de grondvergaderingen gebeurde in veghel op 10 juli 1798 en in het kiesdistrict Veghel op 13 juli 1798.

Tot dat kiesdistrict hoorden toen de grondvergaderingen van Veghel, Erp, Schyndel, Liempde, Aare Rixtel, Beek en Donk, Lieshout, Stiphout en St. Oedenrode, Mierlo, Nunen, Gerwen en Nederwetten, Geldrop en Zesgehugte, 'uytwysende 20.000 zielen'.

 

Brief aan het intermediair administratief bestuur vantvoormalig gewest van Bataafs Braband van 13-7-1798 van de municipaliteit Veghel. Wij geven kennis dat ter districts vergadering alhier tot lid van het vertegenwoordigend lighaam des Bataafs volk verkosen is den burger Peter Verhoijsen en tot diens plaatsvervanger T. Gulje.

 

 

 

De verkiezingen van het gewestelijke bestuur

 

In de grondwet van mei 1798 werd de indeling in provincies opgeheven en vervangen door een indeling in acht departementen met een ongeveer gelijk inwoneraantal. Het gebied van de voormalige Meierij van 's-Hertogenbosch werd deel van het Departement van de Dommel. Elk departement werd ten behoeve van de verkiezing van de zeven leden van het departementale bestuur verdeeld in zeven ‘ringen’ met een ongeveer gelijk inwoneraantal. De ringen waren verdeeld in grondvergaderingen die dezelfde samenstelling hadden als die ze eind 1795 gekregen hadden. De verkiezingen van de departementale besturen had in de grondvergaderingen plaats op 18 december 1798 en in de ringen op 20 december 1798. Nieuwe leden voor het departementaal bestuur werden gekozen op 25 en 27 juni 1799, 24 en 26 juni 1800 en op 30 juni en 2 juli 1801.

 

 

Het bestuur in Veghel in de periode 1799-1800

 

Op 4-9-1799 bracht de president ter vergadering in dat hij een brief 'voerende ’t geschrift aan de municipaliteyt te Veghel, sonder naam off plaats met een inleggend gedrukt exemplaar ten titul voerende aan het volk van Nederland in druk met de naam er onder: W. F. erffprins van Orange, had ontvangen. De vergadering besluit de brief naar het departementaal betsuur van de Dommel te sturen. Jan van Zutphen overhandigde het bericht in Den Bosch aan de president van het departementaal bestuur de Dommel, 'seggende hem preesident dat de municipaliteyt seer voorsigtig had gedaan en dat het ander haar den kop sou hebben gekost'.

 

 

Op 4 oktober 1799 verzocht Johannis D. van Doorn om vanwege gezondheidsredenen ontslagen te worden als lid van de municipaliteit. Hij had daarvoor doctor W. F. Coolen een verklaring op laten stellen.  De municipaliteit steunde dat verzoek.

 

Brief aan het uitvoerend bewind der Bataafsche Republiek van 1-11-1799.

 

Geeft te kennen Johannis Dirk van Doorn, burger en inwoonder van veghel, department van de Dommel. Dat hij in 1795 tot lid van de municipaliteyt beroepen zijnde, die post ten eynde volkswil te eerbiedigen, heeft op zig genoomen en bekleed totdat de agenten hem van denselve hebben ontslagen. Dat de suppliant na de gebeurte van 12 junij door het administratief bestuur wedeerom tot gemelde post is herroepen, in die tijdsomstandigheden door liefde tot rust en orde aangespoord, zig die keuse weederom heeft laten welgevallen, offschoon hij bij voorgaande ondervinding reeds al was ontwaar geworden dat zyn lighaams gestelte niet gedoogde om deselve sonder krenking van sijn gesondheid waar te neemen. Dat hoe seer de suppliant overtuijgt is dat elk burger verpligt is om, in welke kring hij ook gestelt word, alle syne vermogens tot bevordering van de gemeene belangens toe te brengen, de suppliant dog teevens vermeend dat het van geen gewillige burgers te vorderen zig dat hij bij voortduuring een post blijft bekleeden welke van deselve pligten vordert waar aan hy zonder opoffering van zyn gezondheid niet kan voldoen.

 

Om welke redenen hij suppliant zig by requeste heeft geaddresseerd gehad aan het voornoemde administratief bestuur van het voormalig gewest Bataafsch Braband met versoek dat het hun lieden behaagen mogt de suppliant uyt hoofde van syne lighaams gebreeken en kwynende staat van gesondheid hem als lid der municipaliteit van Veghel te ontslaan, ’t welk is geweest van geen ander gevolg als dat het gemelde bestuur de suppliant bij appointement op syne voorschreven requeste gestelt heeft gerenvoijeert aan het verteegenwoordigend lighaam der Bataafsche volk. Dat de ziekte en lighaams gesteltheid van den suppliant zeedert meer is verergert en hij gevaar loopt dat wanneer hij zig niet tot rust begeeft en zig niet van koude en nattigheid onthoud zijn leeftijd een schielijk eynde soude konnen neemen.

 

Ter ondersteuning schreef de municipaliteit:

 

Het door den suppliant by requeste ter nedergestelde weegens zyne lighaams gebreeken en kwynende staat van gesondheid kan niet anders gesegt worden dan conform de waarheid te zijn. Dit blijkt uit onze dagelijke omgang met hem en uit de verklaring van de dokter. Hij moet hoognodig rust houden en vooral nattigheid en kou vermijden.

 

 

Na het vertrek van Van Doorn werd op 26-12-1799 werd door de zittende municialiteitsleden Joost van de Ven als nieuw lid aangesteld.

 

En is ter vergadering voorschreven het preesidium overgelaten en aangenomen bij Joost van de Ven en sulx ter tijd en wijlen de commissie tot ondersoek de heffing van de 8 % van de burger G. van Roij ten eynde sal syn gelopen. En tot nu was als president benoemd Jan Johannis van Zutphen.

 

Vergadering van de municipaliteit op 8-5-1800. Het preesidium wordt op versoek van den thans preesident opgedragen aan ons meede lit G. van Roij.