De inkomstenbelasting van 1798 en vermogensbelasting van 1802

Martien van Asseldonk

28 december 2014

Deze gegevens mogen gebruikt worden onder verwijzing naar: Martien van Asseldonk, www.oudzijtaart.nl

 

 

Uit de Veghelse resolutieboeken:

 

Door de president wordt op 14-3-1798 aan de vergadering gecoummuniceerd een brief van 12-3-1798 van het intermediair administratief bestuur van het voormalig gewest van Bataafs Braband ontvangen te hebben, betreffende het afhalen der declatoire van diegeene welke geen 200 gulden jaarlijks inkomen hebben volgens het voorschrift der heffing van de publicatie van de in der tijd nationale vergadering van 5-12-1797 in de 8 % inkomste niet gehouden syn te contribueren. Wordt besloten te publiceren. Ieder die zo’n declatoir nodig heeft kan die halen ten huizen van president Gerrit van Roij.

 

Lambert Hendrikus van den Bosch, Hendrikus van Gestel en Aart Dirk van Doorn worden op 25-3-1798 in commissie gesteld om volgens de resolutie van de nationale vergadering van 5-12-1797 betreffende de heffing van de 8 % incomste in beslote versegelde bus de welke haer ter hand sal worden gestelt op te halen bij alle ingesetenen desselfs getekende en versegelde duplicaat quitantien en de declaratoire.

 

Publicatie van 25-3-1798 dat de commissie is benoemd die in verzegelde bussen soude ophalen de getekende en verzegelde duplicaat quitantien en de declaratie bij de ingesetenen alhier.

 

Vergadering op 29-3-1798 van de municpaliteyt van Veghel. Wordt goedgevonden de ophaling der 8 % de drie gemaakte bussen ter ophaling van de quitantien en declatoire der ingesetenen over te geven aan de aangestelde commissie ten eynde die soude doen als haar pligt mede brengt.

 

Vergadering van de municipaliteyt op 1-4-1798. Is besloten door den vorster te doen citeren de burgers in commissie gestelt tot ophaling van alle ingesetenen desselfs duplicaat quitantien en declararoire ten eynde in haarer by syn op aanstaande woensdag de bussen te openen en daer van te formeren een leyste.

 

Vergadering op 5 en 6-4-1798 van de municipaliteyt en de commissie ter ophaling van het duplicaat quitantien en declatoire der ingesetenen. Is besloten de bussen te ontsegelen. Sullende deese leyste worden gemaakt buurtsgewijse, stellende eerst de naame en teijnde deselve stellen declaratoir off duplicaat quitantie, beduyden ’t eerste dat niet gefourneerd hebben en de andere dat gefounreerd hebben, sullende wanneer er bevonden worden byde de termijnen te hebben betaelt, dat deze bij worde gestelt. Hertgang Heyde. Volgt een lijst met namen met daarachter het woord ‘declatoir’, of ‘duplicaat van 1e termijn’, ‘duplicaat voor beyde termeynen’, of niets. Daarna: Middegael, hertgang Havelt, Dorshout en Eert, hertgang Zontvelt.

 

Vergadering op 20-6-1798 van de leden der municipaliteyt Veghel en de commissie ter ophaling de duplicaat quitantien der betaling van den tweede termyn, ingevolge de publicatie van 5-12-1797. Volgt een lijst met namen. Aldus deese leyste geformeert en is bevonden dat bij het maken der leyste ter betaling van den eerste termyn op die gebragt zyn de navolgende persoonen welke den tweede termyn niet voldaan hebben. Volgen nog drie namen.

 

Vergadering van de municipaliteyt op 27-12-1798. H. van Gestel, Aert Dirk van Doorn en Lambert H. van den Bosch worden gecommitteerd om de ingekomen quotisatiebiljetten der belasting en de waarschouwinge aan ieder ingezetene ront te brengen.

 

Op 1-1-1799 is door de bovengemelde commissie te kennisse van ons gebragt synde dat er geene genoegsaame getal quotisatie biljetten haer ter hand syn gestelt, wordt besloten aan het intermediair administratief bestuur van voormaals Bataafs Braband te melden dat circa 400 biljetten te kort komen.


Vergadering op 20-1-1799 van de municipaliteyt. Er is een brief ontvangen van het intermediair administratief bestuur van ’t voormalig gewest Bataafsch Braband betreffende de quotisatie biljetten. De burgers die de biljetten volgens de resolutie van 27-12-1798 hebben rondgebracht, zullen deze ook weer ophalen. De brief zal aan de inwoners worden voorgelezen, zodat ieder aan zijn plichten voldoet.

 

Op 10-3-1799 was besloten om op 13-3-1799 de biljetten van contributie rond te brengen en dat men zich binnen 14 dagen bij de municiapliteyt kan melden als men van mening is dat men te hoog aangeslagen is. Dat soodanige tijd tans mogelijk bij deese off geene voorbij is en bij andere niet, wijl de selve quotisatie biljetten op haar tijd niet hebben bekomen, om reden de municipaliteyt by het uytgeven der quotisatie biljetten verscheyde abuijsen hadde bevonden, en ook wijl de biljetten alle maer niet de eerste letter van de naamen der contribuabelen getekent staan en daar door wel moyelykheden en hindernis hebben ontmoet en meerdere tijd tot rontsending nodig hadde. Op aanstaande maandag, dinsdag en woensdag van 8 tot 12 uur kan men zich nog ter raadkamer bekend maken.

 

Vergadering op 12-5-1799 van de municiplaiteit. De vergadering geleesen een brief van de commissarissen tot ondersoek naar den rigtigen opbrengst der heffing van 8 % in den zesde ring van het departement de Dommel, zitting houdende op 8-5-1799, requirereerende van ons de leyste der ingeseetenen en de door ons opgehaalde duplicaat quitantien en decalaratien. De vergadering besluit de secretaris te authoriseren de lijst der ingesetenen van de buurten te maken zoals die op 5 en 6-4-1799 was geformeert gweest. De declatoire en duplicaat quitantien en de lijst worden ter hand gesteld van burger G. van Roij in de commissie sijnde tot ondersoek der heffing.

 

Vergadering op 13-5-1799 van de municipaliteyt. G. van Roy was in commissie gestelt tot ondersoek der regtigen opbrebgst der heffing van 8 %. Daarom moet hij zich van tijd tot tijd absenteren. Daarom is het nodig tot iemand anders het presidentschap waarneemt voor de duur dat hij lid is van deze commisie. Johannis D. van Doorn wordt voor de duur van een maand als interim president aangesteld. Als dan de commissie van Van Roij nog niet ten einde gelopen is, zal weer een andere interim president aangesteld worden, en de laatst aangestelde is voor 2 maanden niet herkiesbaar.

 

Is op 15-12-1799 besloten de volgende publicatie te doen. Daar mogelyk veele ingesetenen zyn by welk vergetelheid plaats heeft dat deese maand de convertie van de recipisse spruytende uyt de heffing van 8 % van elks inkomen moet geschieden. Deze moet binnen deese maand gedaan zyn. Verder is het mogelyk dat veele ingesetenen syn onkunstig on sulx tot effect te brengen off niet weeten hoe en waer zig te addresseeren. Dde secretaris zal met Jan Adriaan Verhoeven op 17-12-1799 de hele dag sitdag houden voor de ontvangst van de recepisse en die daar een lijst van zullen maken.

 

Vergadering van de municipaliteyt op 14-8-1802. Ingekomen van het departmentaal bestuur:

-        Instructie voor de districts en departementaale gecommitteerden uit het departementaal bestuur tot de agtjarige heffing van ½ procent op de bezittinge en 2 % op de inkomsten, en de 25 jarige heffing van 5 % op inkosten, vastgesteld door het staatsbewind in Den Haag op 8-7-1802

 

De vergadering neemt alle voor notificatie aan, edog aan te schrijven aan P. Van Hombergh te St. Oedenrode, G. van Roij te Veghel en B. Van de Werk te Erp: by resolutie van het departementaal bestuur van Braband van 5-8-1802 bent U mede benoemd tot districts gecommitteerden over het district Veghel tot onderzoek naar den rigtigen opbrengst der 8 jarige heffing van ½ % op de bezittingen en 2 % op de inkomsten, alsmede de 25-jarige heffing van 5 % op de inkomsten en wij daar bij belast wordende de districts gecommitteerden te ontbieden om de eed te doen. Wij verzoeken U om maandag te raadhuyze te compareren.

 

Vergadering van de municipaliteyt op 16-2-1802. G. van Roij, wonende te veghel, P. van Homberg, wonende te St. Oedenrode en B. van de Werk, wonende te Erp, leggen hun eed af districts gecommitteerden over het district Veghel tot onderzoek naar den rigtigen opbrengst van de genoemde belastingen.

 

Vergadering van het gemeentebestuur op 10-9-1803. De vergadering besluit in voldoening van de publicatie van het staatsbewind van 8-8-1803 de lijsten van alle de contribuabele ingezeetenen te maken. H. van de Ven, A. van den Broek en J. J. van den Tillaar, commissarissen van toezigt over de richrigen opbrengst der buitengewone belasting van 2 % van de bezittingen hebben van de gemeente een exemplaar van hun instructie en een exemplaar van de verdeling van het departement in districten gekregen, alsmede de ontvangen kist, doos en papieren.

 

Vergadering van het gemeentebestuur op 10-9-1803. Brief aan het departementaal bestuur van Braband. De komissie van toezicht over de rigtigen opbrengst der buijtegewoone belasting van 2 % van de bezittingen is aangesteld en beëdigd en wij hebben de kist doos, papieren aan hen overhandigd. De commisie heeft ons verzogt een locaal voor hunne vergadering aan te wyzen, waar aan wij niet hebben voldaan, om reden alhier ten raadhuyse daar toe geen plaats voorhanden is, daar en booven vermeende zonder daer toe te zyn gelast geene bevoegdheyd hadden. Onze gewone vergaderplaats is laatst door de districts commissie op U lieder hooge beveele geoccupeerd. Daar door is ten raadhuyze alhier voor ons geen vergaderplaats buyten de secretary die door den secretaris niet kan worden gemist en daar toe ook niet is geschikt. We hopen derhalve dat U lieden de respective districts commissie en de commissie van toezigt in het een of ander particulier huijs dezer gemeente hunne vergaderplaats gelieve aan te wyzen.

 

Op 10-10-1803 is door de commissie van toezigt over de rigten opbrengst van 2 % der bezittingen over het district ter vergadering gebracht, dat de eerste termijn in de heffing is afgelopen, verzoekende de vergadering een commissaris uit hun midden te benoemen. Frans van Eerd wordt commissaris benoemd om te assisteren bij het openen der kist en dozen en het tellen en schiften der specien.

 

Vergadering van het gemeentebestuur op 3-11-1803. Extract uit het register der resolutien van het departementaal bestuur van Braband van 20-10-1803, no. 1 waarbij de commissien van toezigt over den rigtigen opbrengst der buitengewone belastingen worden geauthoriseeerd en gelast om provisioneel de onder officieren in gemeenen, mitsgaders daar mede in rang staande personen behoorende tot slands zee en landmagt, te excuseeren van verder te effectueeren of van het voldoen aan reeds gedaane citatien ter zake van voorschreven buitengewone belasting. Aangenomen ter notificatie.

 

Vergadering van het gemeentebestuur op 20-8-1804. G. van Roy te Veghel, P. van Hombergh te St. Oedenrode en B. van de Werk te Erp gecommitteerden voor het district Veghel tot de buitengewone belasting van deesen jaare, van de 3e termijn van de 8-jarige heffting van ½ % op de bezittingen en 2 % op de inkomsten en de 5e termijn van de 25-jarige heffing van 5 % op de inkomsten, hebben de gerequireerde eed afgelegd.

 

Brief vaqn 18-10-1804 aan de commissie van onderzoek naar de 8 en 25-jarige heffing en buitengewone belasting op de bezittingen en inkomsten over ’t district Veghel. De commissie van finantie uit het departementaal bestuur van Braband schrijven ons aan U lieden te ontbieden om opening van den staat uwer werkzaamheden te vragen, ten eynde van uwe bevinding verslag te doen. Gelieve op 23-10-1804 ter raadkamer alhier te verschijnen.

 

Vergadering van het gemeentebestuur op 23-10-1804. De districts commissie, als G. van Roij en B. van de Werk, hebben te kennen gegeeven dat zy met de meeste spoed werkzaam zynde reeds zo verre waaren gevorderd dat het onderzoek en verdere werkzaamheden over een groot gedeelte van hun district als Schyndel, Zon, Breugel en Liempde met mindering van eenige non-comparanten als geheel afgeloope en volbragt kon worden beschoud, en dat ze bezig zijn met de oproepingsbilletten van St. Oedenrode, waar mede hun onderzoek aanstaande maandag 29-10-1804 zoude beginnen.

 

Op aanschrijving van de raad der finantien in het departement Braband van 30-10-1805 no. 8 is op 6-11-1805 besloten de toegestuurde exemplaren der waarschuwinge wegens het opbrengen van de 5e termyn der buitengewone belasting naar evenredigheid der bezittingen of inkomsten aan de huizen der ingezeten dezer gemeente als gewoonlyk te doen rondbrengen.

 

Het gemeentebestuur heeft op 11-12-1805 het quohier, opgemaakt ten gevolge van artikel 117 der resolutie van het staatsbewind van 8-7-1804, inhoudende de namen der ingeseetenen van het 16 district hoofdplaats Veghel verzonden aan de ontvanger van de buitengewone belasting en de nationale rekenkamer. In de brief a0na de nationale rekenkamer 8 nummers van achterstallige contribualen.

 

Resolutie van de raad van finantien van 11-2-1806 no. 68 houdende aanschryving om de geldkist en blikke doozen welke gediend hebben ter ingaring van de belasting van 2 % op de besittingen als de gratuit gepubliceerd op 8-8-1803 op aanvrage overgegeven worden aan de ontvanger.