Advocaten en
procureurs
Martien van Asseldonk
7 januari 2015
Deze gegevens mogen gebruikt worden onder verwijzing naar:
Martien van Asseldonk, www.oudzijtaart.nl
De dorpsadvocaat
Als het dorp Veghel in een rechtszaak verwikkeld raakte, dan werd de
hulp gevraagd van advocaten. Enkele voorbeelden:
Mei 1551:
het corpus van Veghel machtigt
Engelbrechten Colyns,
‘procureur inden Rade van Brabant tot Bruessel’,
meester Cornelis vander Straten, ‘advocaet aldair’, en enkele
inwoners van Veghel om voor Veghel op te treden in de zaak voor de Raad
van Brabant in Brussel betreffende ‘die palinge ende scheydinge tusschen
den gemeynten van Vechel en den gemeynten der heerlicheyt van Uden’.
Maart 1552:
het corpus van Veghel machtigt
meester Cornelis vander Straten, ‘advocaet inden
Rade tot Bruessel’, meester
Engelbrecht Celens, ‘die aude procureur aldair’, en enkele inwoners van
Veghel ‘om inden Rade van recht off anderssins te defenderen ende te
prosequeren al alsulcke saecke als Jan Hanricx Boeyens die hem selven
noemt Jan van Risingen.’
Dorpsrekening 1613-1614:
Aen den advocaet Costerinus voer de vacatien van den
commissarissen Bruegel ende van de Velde met hem ende andere van den
heeren van Den Bossche tot Roij gevaceert hebbende int verhooren van de
getuigen aengaende Jexschot, 34-5-0
Dorpsrekening 1650-1651:
Optten 15en september Matys Peters gevaceert ten
Bossche om te beraden bij een advocaet wat men doen soude rakende de
reparatie der schoole, verteert 15 stuyvers
Dergelijke uitgaven komen veelvuldig voor. In 1722 is
voor het eerst sprake van een advocaat die een jaarwedde van het dorp
kreeg. Uit de dorpsrekeningen:
-
1722-1723:
Heer en meester Gyselaar voor sijn wedde als
advocaet 15-0-0
-
1723-1724: Advocaat
N. De Gyselaar voor zijn wedde 15-0-0
-
1724-1725: Advocaat
N. De Gyselaar voor mondelinge adviezen gegeven in 1724 15-0-0
-
1726-1727:
Nicolaes de
Gijselaar voor een jaar wedde in ’t geve van mondeling adviezen 15-0-0
-
1727-1728: Heer en
meester J.C. Santvoort, advocaet voor een jaar tractement 15-0-0
Hiera is het een tijdlang gedaan met een tractement voor
een advocaat. J.C. Santvoort treedt na 1728 nog wel een aantal malen
voor het dorp op., maar wordt dan steeds per dienst betaald.
Pas op 9 mei 1759 wordt er weer een dorpsadvocaat aangesteld, en wel
meester Gijsbert de Jong voor het geven van mondelinge advizen tegen een
jaarlijks tractement van 15-15-0. Tot en met de dorpsrekening van 1770
wordt dat bedrag jaarlijks aan hem betaald.
In de dorpsrekeningen van 1771 komt geen uitgave
voor een dorpsadvocaat voor. Op 18 juni 1772 wordt
Willem Cornelis Ackersdijk aangesteld voor een
tractement van 15-15-0 per jaar. Dit bedrag wordt tot en met 1794
jaarlijks aan Ackersdijk betaald. Daarna wordt hij opgevolgs. Ackersdijk
blijft hierna nog wel voor Veghel het geschil tegen Jan van Wanroij
behandelen tot aan de uitspraak in 1801.
Ackersdijk werd opgevolgd door B. Storm, aan wie
het tractement van 15-15-0 betaald werd van 1795 tot en met 1802. Storm
wordt opgevolgd door advocaat
P. A. van Meeuwen, aan wie het salaris betaald wordt vanaf 1803 tot en
met 1805 of 1806.
In 1806 of 1807 wordt J.H. Verhoeven de volgende
dorpsadvocaat, nog steeds voor hetzelfde tractament van 15-15-0 per
jaar. Hij was nog advocaat voor Veghel in 1810.
Procureurs
Een procureur had een vrij
beroep. Hij trad namens een partij op voor een schepenbank of
gerechtshof, nadat hij door dat college beëdigd was. Notarissen waren
vaak tevens procureur. Een procureur werd niet benoemd, maar
'geadmitteerd' net als een advocaat. tegenwoordig worden advocaat- en
procureurschap vaak door een en dezelfde persoon uitgeoefend, maar dat
lag in de Middeleeuwen en het Ancien Régime vaak anders. Het
advocatuurschap stond meer in aanzien (men moest daar ook een bul voor
hebben), procureurs waren vooral bezig met het voeren van de zaak voor
het gerecht, stukken aanleveren etcetra. Procureurs hoefden geen Latijn
te kennen. Van oorsprong was het procureurschap een betrekking die zoals
dat heet in 'afzien' stond, maar in de zeventiende eeuw waren de eisen
hoger. Nu is het zo dat een advokaat als procureur kan worden toegelaten
bij een bepaalde rechtbank. Als hij dat niet is of aan uit een ander
district komt heeft hij een andere advocaat als procureur nodig om de
zaak voor de rechtbank te brengen. Het gaat daarbij vooral om de formele
praktijk. Een advocaat uit Den Bosch die een zaak in Utrecht heeft,
heeft dus een procureur nodig in Utrecht, ook al bepaalt hij verder
alles zelf.
(Hermesdorf,
Licht en schaduw in de advocatuur der
Lage Landen, (Leiden 1951) 30-35.)
Enkele Veghelse voorbeelden":
29-04-1537
De schepenen van Veghel verklaren dat vandaag, Zondag, door
‘vuytroepinge’ door de vorster bekend is gemaakt dat het corpus van
Veghel meester Hanricken, ‘procureur inden rade van
Shertogenbossche’, en enkele
inwoners van Veghel heeft gemachtigd om namens hen te procederen
‘inden raidt ende voer die heeren van
Shertogenbossche’ of elders
tegen Walraven van Erpe.
Dorpsrekening 1644-1645:
den 29 dito met Gerit Hendricx alnoch ten Bosch
geweest om Isack Wachtelaer ende Aert Leijten van sijne pachten te
spreecken, verteert metten procureur Haestrich in twee daegen 4 gulden 3
½ stuyvers
Op 11-4-1730 legde Luijcas
Rijsterborg als procureur van Veghel op commissie van kwartierschout
zijn eed af. De kwartierschout of officier kunnen aanstelling altijd
intrekken; alsmede acte van non prejuditie tussen kwartierschout
Repelaaer en regenten over het aanstellen van procureurs, dat wil
zeggen: de schepenen mogen ook procureurs aanstellen.
Resoluitieboek 3-8-1730:
Bespreking van het concept accoord door stadhouder van de
heer Repelaer ter aanneming of niet inzake het aanstellingsechtvan
procureurs. Gemeente wil niet in haar recht verkort worden om procureurs
aan te stellen, maar er zijn geen reële privileges in deze, noch bij de
kwartierschout, noch bij de gemeente: wil men dit uitvechten dan is het
duur, en het is een onbelangrijke zaak. Daarom accoord dat Rijsterborg
mag functioneren, dat partijen zolang ze geen privilegestukken kunnen
overleggen gezamenlijk een procureur aanstellen, mocht er een plaats
komen open te vallen; waarbij de regenten verklaren dat ze niet weten of
ondervonden hebben dat kwartierschout direct of indirect door beloften
of andere onbehoorlijke persuasien enige leden van de regering heeft
gebracht of gedaan consenteren in de aanstelling van Rijsterborg, met
andere woorden dat de schepenen dit uit eigen beweging hebben
goedgevonden
Resolutieboek 26-1-1735:
Admissie als procureur door officier en schepenen van
Joannis Augustus Otgens, tot gerief van ider op de bate en profijtte
naer regten te behooren, dog alles tot wederseggen toe
|