De gezworenen van Veghel tussen 1379 en 1575

Martien van Asseldonk

19 april 2014

Deze gegevens mogen gebruikt worden onder verwijzing naar: Martien van Asseldonk, www.oudzijtaart.nl

 

 

Voor rond 1150 waren de meeste inwoners van Veghel nog als horigen verbonden aan een groot domein of landgoed waarvan het centrum zich op de Boekt bevond. Daarnaast was er ook al een kleinere maar meer welgestelde groep vrij boeren, waarvan de meesten aan de westzijde van de Aa (Dorhout, Eerde, Zijtaart) woonden. Door bevolkinsgroei werd het voor de domeinheer op een gegeven moment voordeliger om mensen als arbeiders in dienst te nemen dan om horigen te onderhouden. Als gevolg daarvan kwamen tussen ongeveer 1150 en 1225 de horigen vrij. Hiermee nam het aantal vrije boeren erg toe, en daarmee werd de kiem gelegd van wat later de gemeente Veghel zou worden. De vrije boeren gingen de parochiekerk besturen en ook claimden de boeren tussen rond 1190-1230 voor het eerst gebruiksrechten op een deel van de gemene gronden, waarbij het precieze verloop van de grenzen met de buren pas geleidelijk duidelijk zouden worden.

 

 

Het charter van 1310

 

Een belangrijke stap in dit proces was de brief of het charter dat de parochianen van Vegel op 5 ausgustus 1310 van de hertog van Brabant kregen. In die brief werden de grenzen van de gemeint precies beschreven. Ook schrijft deze brief  dat als in de toekomst schapen of vee van anderen of van een andere parochie op genoemde gemeint aangetroffen worden, men deze mag arresteren en vasthouden en de overtreders met 5 schellingen beboeten, de ene helft is voor ons en de andere helft te betalen aan de plaatselijke kerk. Als een van deze mannen daartegen protesteert, dan zal de hertog van Brabant de inwoners van Veghel te beschermen tegen deze onruststokers. De parochianen van Veghel betaalden voor deze bescherming van de hertog een eenmalig bedrag van 200 Leuvense ponden en daarna jaarlijks een bedrag van 7 Leuvense Ponden. Dat bedrag mocht over de inwoners worden omgeslagen. Lieden die niet betaalden mochten van het gebruik van de gemeint worden uitgesloten.

 

 

Het privilege van 1379

 

Een tweede privilege werd op 20 november 1379 door hertogin Johanna verleend. In dat privilege worden voor het eerst de gezworenen genoemd. Dat privilege begint met de constatering dat er veel geschillen zijn geweest over de gemeint van Veghel. Omdat Erp op dezelfde dag precies hetzelfde privilege kreeg, zal er (ook) geruzied zijn met Erp. Om die geschillen op te lossen en in het vervolg te voorkomen kregen de inwoners van Veghel de volgende rechten.

 

-        De schepenen mochten met de meerderheid van de geburen elk jaar op 2 februari (Maria Lichtmis), of een week ervoor dan wel erna, drie gezworenen kiezen.

-        Die gezworenen (of twee van hen met de meerderheid van de schepenen en geburen, in geval de gezworenen het onderling niet eens worden) mochten elk jaar (lopende van 2 februari tot 2 februari) keuren en breuken maken om het gebruik van de gemeint te regelen.

-        Van de opbrengst van de boeten was (na aftrek van de kosten) eenderde deel voor de hertogin (of haar vertegenwoordiger), eenderde deel voor de Veghelse kerk en eenderde deel  voor de gezworenen ten behoeve van de geburen ‘om dat te keren in ‘s dorps gemeynen oirbaer daer’t best behoeven sal’.

-        De gezworenen mochten een schutter kiezen, die door de hoofschout van de meierij van Den Bosch, of de kwartierschout van Peelland, beëdigd zal worden. Als de schout dat weigerde, dan mochten de gezworenen die schutter eden.

-        Als lieden weigeren de boete te betalen, dan mocht de vorster dan wel de schutter, goed van de wanbetalers in beslag nemen en verkopen om daarmee de boeten te innen. Daarvoor kreeg hij 12 penningen. Voordat het goed verkocht wordt kreeg de wanbetaler nog drie dagen de tijd om de boete te betalen.

-        De gezworenen zouden elk jaar een rekening van de inkomsten en uitgaven van de gemeint maken, lopende van 2 februari tot 2 februari. De rekeningen werden gesloten ten overstaan van de nieuwe gezworenen, schepenen en geburen die daarbij wilden zijn.

-        Als de gemeint of wegen aangegraven werden, dus voor privé-gebruik in gebruik genomen werden, dan mochten de gezworenen met de meerderheid van de schepenen en geburen de hertogelijke rentmeester van de Meierij van Den Bosch of die van het kwartier Peelland vezoeken om dat weer ongedaan te maken.

-        Als er grenzen tussen particuliere gronden en de gemeint vastgesteld moesten worden, dan diende men deze rentmeesters te verzoeken om dat te komen doen, De rentmeesters mochten voor deze dienst geen kosten in rekening brengen.

-        De gezworenen hadden de macht om lieden op ‘ongeweerde hofstaden’ (dus zonder het recht van het gebruik van de gement) van de gemeint te weren, tenzij die lieden een eenmalig bedrag betaalden, welk bedrag door de meederheid van de schepenen en de geburen vastgesteld zou worden.

-        De gezworenen mochten delen van de gemeint aan particulieren verkopen met toestemming van de meerderheid van de schepenen en geburen. Daarvoor dienden de kopers elk jaar een cijns aan de rentmeester van de hertog in Den Bosch te betalen van 1 oude groot Tournois per bunder. Voor percelen kleiner dan 1/8 bunder (dus kleiner dan 1 lopens) was geen cijns verschuldigd.

 

Vanaf 20 november 1379 werden er dus jaarlijks drie gezworenen aangesteld. Zij maakten jaarlijks regels voor het gebruik van de gemeint, en kregen eenderde deel van de boeten van overtredingen van deze regels. Zij mochten ook de schutter kiezen, die buiten rondliep om toezicht te houden op het gebruik van de gemeint, en beesten van overtreders opsloot. De gezworenen mochten de hulp van de hertogelijke rentmeester inroepen om illegale innames van de gemeint ongedaan te maken en om lieden zonder gebruiksrechten van de gemeint te weren. Ook mochten zij met toestemming van de meerderheid van de schepenen en geburen delen van de gemeint aan particulieren verkopen.

 

Een belangrijke bepaling was dat de gezworenen elk jaar een rekening van de inkomsten en uitgaven van de gemeint dienden te maken, lopende van 2 februari tot 2 februari. In principe waren dat rekeningen voor de gemeint en geen algemene dorpsrekeningen. Dat is te zien in andere plaatsen waar de oppervlakte of het ressort van de gemeint afweek van dat van het dorp, de gemeint kon bijvoorbeeld slechts een deel van het bestuurlijk dorp vormen, of zich juist over meerdere bestuurlijke dorpen uitstrekken. In die plaatsen bleven afzonderlijke rekeningen voor de gemeint bestaan. Maar in plaatsen als Veghel waar het oppervlakte dan wel het ressort van de gemeint en het bestuurlijk dorp (ongeveer) overeen kwamen, versmolten het bestuur, de regelgeving en de rekeningen van de gemeint en het bestuurlijk dorp op een gegeven moment.

 

 

De relatie tot het algemeen bestuur

 

Wat bestuur betreft zien we dat samengaan al in het privilege van 1379. De gemeint werd dan wel primair bestuurd door de gezworenen, maar het bestuurlijk dorp, vertegenwoordigd door de schepenen en een aantal geburen, speelden daarin ook een rol. In de eerste plaats stelden zij de gezworenen aan, zij waren aanwezig bij het sluiten van de rekeningen en ook moesten zij hun toestemming geven bij het verkopen van percelen aan particulieren. Ook zagen we dat ook de vorster, als gerechtsbode van de schepenbank, naast de gezworenen goed van wanbetalers mocht verkopen.

 

Wat regelgeving betreft. Behalve de regels voor het gebruik van de gemeint, had elke plaats met een eigen schepenbank het recht om eigen rechtsregels te maken. Veghel kreeg op een onbekend moment tussen 1231 en 1347 haar schepenbank, en vanaf dat moment waren er dus ook al ‘keuren en breuken’.  In die oudere regelgeving zullen ook al wel regels voor het gebruik van de gemeint opgenomen zijn geweest, dat kan haast niet anders. Wat veranderde was dat in 1379  de bevoegdheid voor het maken van regels voor het gebruik van de gemeint werd bevestigd en in handen werd gelegd van de gezworenen.  Of er toen aparte keuren en breuken kwamen voor de gemeint naast de algemene dorps keuren en breuken meen ik te  mogen betwijfelen. In 1559 waren er in elk geval maar één gecombineerde set ‘keuren en breuken’.

 

Van de 119 artikelen in de keuren en breuken van 1559 hebben er 90 betrekking op het gebruik en beheer van de gemeint. Nog eens 11 artikelen hebben betrekking op andere gemeenschappelijke eigendommen, zoals bomen en hout (6 x), wegen (3 x), het Oude Kerkhof (1 x), de Landweer (1 x), terwijl 7 artikelen betrekking hebben op het onderhoud van de Aa en de visserij.  Dus 108 van de 119 artikelen (dat is 91 %) hebben betrekking op het beheer van de gemeint of andere gemeenschappelijke eigendommen.  Het beheer van de gemeint behoorde tot de bevoegdheid van de gezworenene, en dat van de andere gemeenschappelijke eigendommen mag men dat veronderstellen. Daarnaast waren er 11 artikelen (9 %) betreffende zaken die men tot de bevoegheid van het algemeen bestuur (het corpus, ofwel de meerheid van de gezamenlijke onderhorigen aan de schepenbank) mag rekenen: namelijk de gezondheidszorg (1 artikel), plaatselijke maten (5 x), dronkenschap (1 x), zondagsrust (3 x) en omgangen door dienaren (1 x).

 

De rekeningen

 

De rekeningen die de gezworenen vanaf 1379 elk jaar maakten, waren rekeningen met inkomsten en uitgaven van de gemeint. De inkomsten konden komen van de verkoop van turf, nieuwe percelen, of van boeten. De uitgaven werden bijvoorbeeld gemaakt voor het onderhoud van de schutskooi. Daarnaast waren er in Veghel ook andere geldstromen of kassen voor een specifiek doel.

-        Geregeld, vanaf een gegeven moment was dat jaarlijks, werden door bede-inners de bede (de landelijke belasting)  opgehaald en afgedragen aan de vertegenwoordigers  van de hertog. Later waren er voor verschillende belastingen afzonderlijke inners en rekeningen.

-        De cijnzen voor de gemeint (de balkzijnzen) werden apart opgehaald en geadminstreerd, en betaald aan de hertog; vanaf 1314 aan de heer van Helmond

-        De kerk had een eigen financiele huishouding

-        Hetzelfde geldt voor de armentafel

-        Incidenteel waren er oorlogslasten. Deze ‘commer’ werd volgens een verklaring uit 1573 door twee speciaal daartoe aangestelde lieden omgeslagen en door weer twee anderen opgehaald

 

Een permante algemene dorpskas was er voor het einde van de zestiende eeuw  - toen de jaarlijkse dorpsbelasting werd ingevoerd - niet. Wel is het mogelijk dat in de rekeningen voor de gemeint incidenteel al andere algemene dorpsinkomsten en uitgaven opgenomen werden. Een dergelijke versmelting van bestuur van de gemeint en bestuur van het dorp zagen we immer ook in de regelgeving terug. Als dat al gebeurde, dan had dat nog een beperkt en incidenteel karakter.

 

 

De rol van de gezworenen in 1559

 

De oudst bewaard gebleven keuren en breuken van 1559 geven de volgende informatie over de taken van de gezworenen in die periode.

-        Alleen de parochianen van Vechel waren gerechtigd om de gemeint te gebruiken. Als men schapen of andere beesten van niet-gerechtigden op de Veghelse gemeinten aantrof dan mochten de gezworenen en schutter die in een schutskooi opsluiten, totdat de boete betaald was. Hieronder vielen ook de Eerdse beesten, tenzij die zich ingekocht hadden.  De schutter en de gezworenen mochen een schutskooi laten zetten op een plaats naar hun keuze.

-        Het aantal schapen dat de parochianen van Veghel op de gemeint mocht hoeden was beperkt. Zowel de schutter als de gezworenen mochten ook deze schapen schutten en de overtreders beboeten. Het kwam nogal eens voor dat men deze regel ontdook daar zijn schapen door een ander te laten hoeden. Dat was verboden. De gezworenen hadden het recht om iemand onder ede te laten verklaren van wie de schapen waren die hij hoedde.

-        Van de inkomsten van de boeten werden eerst de onkosten die door de gezworenen gemaakt zijn vergoed. Van het resterende deel van de boeten was eenderde deel voor de aanbrenger, eenderde voor de gezworene en eenderde deel voor de heer of diens vertegenwoordiger. Bij wanbetaling mocht de gezworene goed van de overtreder laten verkopen om daarmee de boeten te innen.

-        De gezworenen mochten samen met de schepenen en de nageburen iemand gebruiksrechten op de gemeint verlenen, ze verleenden dan het zogenoemde recht van weerschap.

-        Ook liepen de gezworenen de gemeintgrens na. Deze schouw werd – althans in de zeventiende en achttiende eeuw – jaarlijks gehouden.

-        Verder organiseerden de gezworenen samen met de schepenen de jaarlijkse turfdagen. Op die dag mochten de inwoners van Veghel op hun gemeint op aangewezen plaatsen voor eigen gerief turf steken. De gezworenen en schepenen mochten een dag eerder turven, zodat zij op de turfdag hun handen vrij hadden om toezicht te houden.

 

 

Het optreden van de gezworenen in de corporele vergaderingen

 

Er is ook nog gekeken naar het optreden van de gezworenen in de zogenoemde corporele vergaderingen. Dat waren grote vergaderingen waar voor het bestuurlijk dorp belangrijke besluiten genomen werden. In de zestiende eeuw werden dergelijke vergaderingen op het kerkhof gehouden. Uit bronnenuit een latere periode blijkt dat er grote lindebomen op het kerkhof stonden, en ik stel me zo voor dat men er bankjes gemaakt had.

 

Datum en plaats

Aanwezig

Doel

25-10-1532

Kerkhof

-        Schepenen

-        Gezworenen

-        Kerkmeesters

-        Armmeesters

-        Een aantal geburen

 

Drie vertegenwoodigers van de inwoners hadden beloofd een erfcijns te betalen aan heer Robrecht van Erp. De vergadering besluit dat het dorp als geheel verantwoordelijk is voor deze belofte en niet aleen deze drie vertegenwoordigers.

 

24-11-1538

Kerkhof

-        Schepenen

-        Kerkmeesters

-        Armmeesters

-        Een aantal geburen

Die inwoners worden gemachtigd om op 29-11-1538 met de ‘heeren en raet der stadt van sHertogenbossche’ te onderhandelen.

11-01-1541

Kerkhof

 

-        Schepenen

-        Gezworenen

-        Kerkmeesters

-        Armmeesters

-        Een aantal geburen

Vijf inwoners worden gemachtigd om percelen bij Eerde te verkopen om daarmee de onkosten te dekken van de twee processen tegen Hanricken Boeyens.

30-11-1541

 

-        Schepenen

-        Gezworenen

-        Kerkmeesters

-        Armmeesters

-        Een aantal geburen

Twee inwoners worden gemachtigd om aanstaande Zaterdag voor ‘die heeren ende raet’ van Shertogenbossche met andere vertegenwoordigers van het platteland de rekening te horen van de kosten die namens de stad en het platteland gemaakt zijn.

 

14-11-1542

 

-        Schepenen

-        Gezworenen

-        Kerkmeesters

-        Armmeesters

-        Een aantal geburen

 

Twee inwoners worden gemachtigd samen met andere lieden uit de Meierij het ‘dorp’ te mogen belasten, om geld bijeen te brengen om daarmee ‘die knechten ende andere saecken den orloge aentreffende’ te betalen, volgens het accoord dat op 25 oktober laatstleden gesloten werd tussen voornoemde stad en haar Meyeren.

 

21-06-1543

-        Schepenen

-        Gezworenen

-        Kerkmeesters

-        Armmeesters

-        Een aantal geburen

 

Het afleggen van verklaringen over het gedrag van de Veghelse kapelaan Wouters Ghysbrechssoen vander Assdonck, die een relatie had met een getrouwde vrouw.

07-06-1544

-        Schepenen

-        Kerkmeesters

-        Armmeesters

-        Een aantal geburen

 

Het afleggen van verklaringen over het gedrag van de Veghelse kapelaan Wouters Ghysbrechssoen vander Assdonck, die een relatie had met een getrouwde vrouw.

06-02-1547

-        Schepenen

-        Gezworenen

-        Kerkmeesters

-        Armmeesters

-        Een aantal geburen

 

Een inwoner wordt gemachtigd om bij de Raad van Brabant advies in te winnen betreffende het beuren van de belastingen en het dwingen van wanbetalers.

..-05-1551

-        Schepenen

-        Gezworenen

-        Kerkmeesters

-        Armmeesters

-        Een aantal geburen

 

Een procureur en een advocaat bij de Raad van Brabant en vier inwoners van Veghel worden gemachtigd om voor Veghel op te treden in de zaak voor de Raad van Brabant in Brussel betreffende het geschil met Uden over de rgens van de gemeint.

 

Maart 1552

 

-        Schepenen

-        Gezworenen

-        Kerkmeesters

-        Armmeesters

-        Een aantal geburen

 

Een procureur en een advocaat bij de Raad van Brabant en vier schepenen van Veghel worden gemachtigd om voor Veghel op te treden in de zaak voor de Raad van Brabant in Brussel in het geschil tegen ‘Jan Hanricx Boeyens die hem selven noemt Jan van Risingen’

 

 

De gezworenen waren aanwezig bij acht van de tien corporele vergaderingen. 

 

 

De namen van de gezworenen:

 

Op 15 september 1540 verklaarden de schepenen van Veghel verklaren dat Goert soene wylen Hanrick Thomaess, ‘onse mede nabuer’ een wettig kind is van eerlijke ouders, in Veghel gegoed is, en zich goed gedragen heeft. Hij was tweemaal gekozen  tot ‘gesworen’ van Veghel, en heeft daar ‘bede geset ende bede geboert’. Verder vonden we in de Veghelse schepenprotocollen de volgende namen:

 

 

Vermeld

 

Periode in Functie (Lichtmis is 2 februari)

Namen van de gezworenen of borgemeesters

R23, fol. 107v (25-10-1532)

R23, fol. 141 (28-7-1533)

Lichtmis 1532 – Lichtmis 1533

Hanrick soene wilneer Jans van Wetten

Weynrick Hanrick Boerten

Hanrick Peter Hanricssen

 

R24, fol. 521 (14-11-1542)

R24 fol. 570 (9-11-1543) (verklaring over het recente verleden)

Lichtmis 1542 – Lichtmis 1543

Ariaen Aernt Goertss

Jan Aertssoen van Helvoert

Ariaen Dirck Hermanss

 

R24, fol. 537 (30-4-1543)

 

Lichtmis 1543 – Lichtmis 1544

Willem Hanrick Houbraken

Rom Hanrick Driessen

Jan Ariaen Danelssoen

 

R24, fol. 671 (21-6-1544)

 

Lichtmis 1544 – Lichtmis 1545

Willem Jan Willemss

Dirck Wouter Aernt Hanricxs

Jan Hanricx Janss

 

R25, fol. 196 (27-10-1546)

R25, fol. 227 (6-2-1547)

 

Lichtmis 1546 – Lichtmis 1547

Goert van Erpe

Goert Hanrick Maessen

Rombout Heyn Lemmens

 

R25, fol. 590 (..-05-1551)

R25, fol. 672 (pemetina maart 1552)

Lichtmis 1551 – Lichtmis 1552

Melis Jacopss vander Zantvoert

Jan Meeus Jacopss

Jan Willem Hanricxs

 

R27, fol. 29 (9-6-1559)

Keuren en breuken 1559

Lichtmis 1559 – Lichtmis 1553

Goert van Erp, soone wylen Rutgers van Erp

Peter Hanricx Willemss van Tillair

Thys Jacop Janss die Deckere

 

Rekening van de hoogschout van kerstmis 1562 tot kerstmis 1563

 

In of kort voor 1563

Henrick Rovers

Luenis de Mesmaker

 

R33, fol. 20 (21-5-1570)

 

Lichtmis 1570 – Lichtmis 1571

Danelt Hanricx Lamberts

Dirck Dirck Philips

Jan Hanricx Janss

 

R29, fol. 106 (26-3-1573)

 

Lichtmis 1573 – Lichtmis 1574

...

Bartholomeeus Jan Bartholomeeuss

Aernt Thyssens van Herethem

 

R29, fol. 17-19 (20-9-1574)

Lichtmis 1574 - Lichtmis 1575

Jan Willem Hanricxs van der Ryt

Jan Janssen van Dyeperbeeck

Jan Lambert Hanricxs

 

 

Rekening van de hoogschout van kerstmis 1562 tot kerstmis 1563:

-        Henrick Rovers te Veghel die gezworene van het dorp was en ondanks zijn eed toch turf op de gemeynt had geslagen, boete van 18 carolusgulden

-        Luenis de Mesmaker ook te Veghel die ook gezworene was en eenzelfde feit had gepleegd als zijn collega,boete van 18 carolusgulden

 

Conform het privilege van 1379 werden elk jaar drie gezworenen aangesteld. Zie bijvoorbeeld ook de verklaring van vorster van Jan Jan Alartss van 7 mei 1572, die het in een rechtszaak over een geschutte koe heeft over ‘die drie gesworenen des dorps van vechel van desen jaire 1572’.

 

Vanaf een onbekend moment tussen 1575 en 1579 werden de gezworenen tevens borgemeesters belast met het ophalen van de dorpsbelastingen en het adminsitreren van de algemene dorpsinkomsten en uitgaven. Deze gecombineerde functie bleef tot 1662 bestaan. Daarna werd de functie gescheiden en werden er weer afzonderlijke gezworenen aangesteld voor het beheer van de gemeint. Hun bevoegdheid zou in 1662 veel beperker worden dan het mandaat dat de gezworenen uit de periode 1379-1575 hadden. De belangrijkste reden daarvan is dat het dorpsbestuur van Veghel zich in de tussenliggende periode ontwikkeld had en geleidelijk meer taken ging vervullen (of er zich meer mee ging bemoeien) die eerder door speciaal daartoe aangestelde functionarissen uitgevoerd werden.