Functionarissen betaald uit de armenkas
Martien
van Asseldonk
19 juni 2014
Deze gegevens mogen gebruikt worden
onder verwijzing naar: Martien van Asseldonk, www.oudzijtaart.nl
Er werden twee soorten serviceverleners uit de armenkas
betaald:
-
Personen die diensten aan de armen verleenden: de schoolmeester, de
vroedvrouw en de dokter
-
Personen en instanties betrokken bij de administratie van het bezit van de
armentafel
2. Personen en instanties betrokken bij de administratie
De kerk
In de literatuur worden de Tafels van de Heilige Geest over het algemeen als
een deel van de parochiële organisatie beschreven. Volgens deze
opvatting, onder meer verwoord in de dissertatie van Coopmans over de
Bossche Godshuizen, ontstonden de Tafels in de kerk. In 's-Hertogenbosch
stond achter in de kerk of vóór het altaar een tafel waarop de mensen
een gift konden neerleggen, bijvoorbeeld een brood. Hieruit zou volgens
Coopmans een instelling gegroeid zijn die te beschouwen zou zijn als een
afsplitsing van de parochiekerk. De instelling van de Tafels van de
Heilige Geest gebeurde echter niet door de Kerk. In 's-Hertogenbosch
werd het geld voor de oprichting van de Tafel van de Heilige Geest door
burgers bijeen gebracht. Burgers bestuurden en beheerden de instelling,
die vanaf het begin gevestigd was in een pand nabij de Sint-Janskerk.
Dit pand stond niet op grond van de kerk. De rector was geen
verantwoording schuldig aan de bisschop of de aartsdiaken. Mogelijk was
de invloed van de kerk er wel, maar dan indirect. De Kerk propageerde
het geven van aalmoezen.
Ook in Veghel was de
oprichting van de Tafels van de Heilige Geest steeds het gevolg van
particulier initiatief. De kerkelijke overheid was wel betrokken bij het
beheer van het vermogen van de Tafels van de heilige Geest. In de
aartsdiaconale inkomstenregisters worden in de vijftiende en zestiende
eeuw inkomsten vermeld vanwege de toestemming die de kerkelijke overheid
aan plaatselijke Tafels van de Heilige Geest gaf om een deel van hun
bezit te vervreemden.
Vanaf 1648 werd de rol van de katholieke pastoor overgenomen door de
gereformeerde predikant. Uit de armrekeningen van veghel die vanaf
1650-1652 bewaard bleven blijkt dat de gereformeerde predikant steeds
aanwezig was bij het sluiten van de rekeningen. Ook had de predikant
med-zeggenschap over hoe het geld van de armentafel besteed werd. Enkele
voorbeelden uit de armenrekeningen:
-
1657-1661:
Goort Peter Roeffen soon omdat hij sijn ambagt soude leeren door last
van den predicant, 10-0-0
-
1657-1661:
Om een huijs op te bouwen door last van den predicant, 1-10-0
-
1681-1683:
Aan de heer Johannes à Broeckhuijsen, predicant deser plaatse, van broot
’t gene aan arme luijden heeft gedistribueert, 18-7-12
-
1717-1719:
Nog hebben de rendanten op ordre van den heer predicant gegeven aen
Corstiaen van de Ven voor Thomas Retting, 2-8-0
-
1725-1727:
Aan eenen passant gesonden door den predicant gegeven, 0-8-0
-
1733-1736:
van dagelyxen vijtgaaff aan de hier nagenoemde arme persoonen ende
familiens die bij officier, predicant, regenten en armmeesters werden
geformeert met het extraordinaor op ordre aan de selve arme persoonen
toegereijkt
De instructie voor de armmeesters van 1690 schrijft onder andere voor:
-
Egeene pagten en sullen om eenige
hande manieren geremitteert of quijtgescholden ende door geschreeven
mogen worden anders als met kennisse van den officier, predicant en
eenige der schepenen.
-
Geen brooden zullen mogen worden
gespijnt als op den behoorlijcken tijt, ende dat des sondag naar de
voormiddag predicatie naet naar ouder gewoonte, ende sulcks ten
overstaen ende bijwesen van den heere predicant, indien present is.
En een specificatie van de uitgaven van de vorster gedaan voor de armentafel
vermeldt:
-
Den 6, 13 en 20 meij 1692 door ordre van
de heer officier, predicant , schepenen ende armmeesters op drie
achtereen volgende sondagen geveijlt ende gepubliceert alle de
teullanden, groes ende hoijlanden van de armme taeffel voor alle man te
verpagten, 0-18-0
De armmeesters
De heiligegeestmeesters ofwel armmeesters hadden tot taak
de inkomsten van de tafel van de Heilige Geest ofwel armentafel te
ontvangen, de armen te bedelen en andere uitgaven te doen. Aan het einde
van hun periode werd hun rekening door de officier en schepenen
doorgenomen en goedgekeurd.
Het armmeesterschap was een onbezoldigde functie.
Wel declareerden de armmeesters
vanouds onkosten gemaakt voor ‘vacatien en reijscosten’. In 1709 werden
deze declaraties vervangen door een vast bedrag van 4 ½ gulden per
armmeester per jaar. In de
periode 1709-1727 worden deze uitgave in de rekening omschreven als: ‘voor vacatien en reijscosten van
buijtens dorps te gaan’. En van 1727 tot 1808: ‘van haer tantième en
vacatien van buijtens dorps te gaan maanen en alles verantwoorden’.
Op 14 juIi 1808 stuurde het
gemeentebestuur een lijst van van ‘onze
ambtenaren en geëmployeerden’ met het totaal van tractamenten en
enolumenten. Daarin worden ook genoemd: twee armmeesters die ieder 4
gulden en 10 stuivers per jaar kregen.
De rol van de armmeesters is in een apart opstel
uitvoeriger beschreven.
De secretaris
In de oudste
armrekeningen van Veghel wordt Jan van Heessel vermeldt voor schrijfwerk
voor de armentafel:
-
1650-1652: Aen Jan van Heessel dat hij voor den rendant overmits sijnen
geleertheyt heeft veele verscheyde quitantien geschreeven tot behoeff
der debiteuren
-
1652-1653: Noch betaelt aen Jan van
Heessel voor een request te schrijven dat alle vuijttlantsche beedelaers
soude vertrecken, 0-6-0
In de jaren daarna
komen uitgaven voor een secretaris steeds terug. Hij kreeg betaald voor
het opstellen van de rekening aan het einde van de elke periode, en
tevens voor het opstellen van de ‘beurboeken’waarin de jaarlijkse
ontvangsten genoteerd werden.
Daarnaast kwamen ook
wel bijzondere adminstrative werkzaamheden voor, zoals het registreren
van de eed van de armmeesters. In de rekening van 1723-1725 staat een
uitgave van 11 gulden aan de secretaris vermeld, voor ‘verduijsterde
rente op te soecken, ook panden voor lange vercoght om daar op te
verhael van seecker capitael van 20 gulden geprocedeert’.
In 1685-1687 werd betaald aan
Jacomijna Bijmans voor het
‘opreeckenen ende het doen der laetste reeckening’, 6-10-0
Volgens een resolutie van de Staten Generaal van 29
september 1724 diende de secretaris voor zijn dienstena an de armentafel
voortaan 15 gulden per jaar te ontvangen. In de armenrekeningen wordt de
uitgave voor dit tractament vanaf 1725 tot en met 1808 jaarlijks
vermeld. Vanaf 1742-1745 kreeg de secretaris ook een vast bedrag van 2
gulden en 5 stuivers voor papier.
De officier
In de rekening van 1655-1657 wordt
vermeld: Aen den schoutet van Pelant 3-3-0 voor solaris voort eeden den
tegenwoorigen armmeester
Vanaf de rekening van 1727-1729 tot
en met 1808 wordt een jaarlijkse uitgave van 2 gulden en 10 stuivers aan
‘de heere officier’ (dit was de stadhouder) vermeld voor ‘het horen
deser reeckeninge ne vacatien met verteringe van buyten dorps ‘.
De schepenen
De rekening van
1727-1729 vermeldt: Heeren
schepenen commissarissen in plaats van verteringe ider 10 stuyvers, komt
voor 7 schepenen op 3-10-0
Dit bedrag van 10 stuivers per
schepen per jaar werd hierna tot en met 1808 betaald.
De vorster
Vanaf de rekening van 1655-1657 worden jaarlijkse uitgaven
vermeld voor schoenen voor de vorster en voor de ondervorster.
Bijvoorbeeld:
-
1655-1657: Betaelt aen Arien Goossens
voor de schutters ende vorsters schoenen, 4-2-0
-
1665-1666: Betaelt aen Arien Goossens van
een paer schoenen voor den ondervorster, 2-0-0
-
1665-1666: Betaelt aen Arien Goessens
Donckers van een paer schoenen voor Corstiaen de vorster, 2-5-0
-
1668-1671: Aen Tomas Ariens voor een paar
schoenen voor de vorster 2-0-0
-
1668-1671: Aen Hendrick Tomassen voor een
paer schoenen voer den ondervorster, 2-0-0
-
1715-1717: Aen den vorster ende
ondervorster haere schoenen wegens het bedienen der armen voor de twee
jaeren, 8-0-0
In 1721-1723 werden voor door de
armentafel de laatste keer schoenen aan de ondervorster gegeven werd. In
de marge van die rekening staat geschreven: ‘sonder consequensie, dog in
toecomende niet meer’. Hierna houdt het geven van schoenen aan de
ondervorster op (met uitzondering van de jaren 1729-1733). De vorster
bleef tot en met 1756 nog wel jaarlijks een bedrag van 2 gulden voor
nieuwe schoenen ontvangen.
Verder werd de vorster door de
armentafel per dienst betaald:
-
1667-1668: Aen Harmen Beijmans, vorster,
voor vacatien en diensten voor den armen gedaen, 0-18-0
Er is een specificatie bewaard
gebleven van vorster Harmen Bijmans van dergelijke diensten en
betalingen over de periode 1689-1692:
-
Op 24 november 1689 ter instantie van den
heer officieregdaget Thomas Hendricks van den Bogaert omme sijne eedt te
comen doen als armmeester, 0-6-0
-
Daer toe ter instantie van de heer
officier geciteert den heer predicant ende schepenen omme mede over den
eest te staen, 0-6-0
-
De armmeesters Teunis Hendrick Lamberts
ende Thomas van den Bogaert geïnsinueert als datter het soijnbroot
sullen sondags op den spijndag hebben te brengen des voor middags voor
het lesten geluijt int koor in de kerck om daer uijt gespeijnt te
worden, 0-6-0
-
Op 24 november 1689 wel expresselijck
tegens de armmeesters geprotesteert bij aldien de selven buyten de ordre
spijnen haer de spijnen niet goet gedaen dal werden in hare reeckeningen
ider protest 3 stuyvers, 0-6-0
-
Aen de weduwe Jan Gijsberts als backer
van het spijnbroot geïnssinueert als dat er precies op sondags sijnde
spijndags het broot souden hebben te brengen in de kerck int koort op de
voorste banck ende dat voor het laeste geluyyt, omme aldaer door de
armmeester uijt gespeijnt te werden, 0-3-0
-
Opden 27en dito tegens de weduwe Jan
Gijsberts daer bij geprotesteert bij aldien dat se gemelt ordre door
last van den heer officier ende predicant gegeven niet agtervolgen, het
backgelt nuet goet gedaen soude werden van soo menige spijnen alser
gebacken sijn ende niet in de kerck gebragt en is, 0-3-0
-
Den 27en november 1789 ter instantie van
voorscreven armmeesters gepubliceert ende een ider gewaerschoudt dat
egeene backers, brouwers, winckeliers aen eenige arme luijden souden
hebben itwes uijt te reijcken als met kennisse van haer armmeesters. Wie
daer en boven itwes uijtreijkt sonder kennis van den armemesters dat en
saal hun niet goet gedaen werden, 0-2-0
-
Den 26 december 1689 tere instantie van
de gemelte armmeesters gerigtelijck order Jacob Ariens in arreste
genomen ende beslagen de huurpenningen die hij aen Hendrick Cuijckskens
verschult wort ende hem aengeseijt dat hij die niet uijt sal hebben te
reijcken ofte betaelen voor en al eer dat se van den agterstel voldaen
ende betaelt sijn, 0-9-0
-
En selven dito met kennis van den heer
officier aen dien arm man ende vrou met attestatie gegeven, 0-6-0
-
Den 12 april 1690 met kennisse van den
heer Boor voor d’ armmeesters versschooten aen een ouderling omgaende
met een attestatie van eenen gevangen predicant tot aflossinge van den
selven, 1-10-0
-
Den 8 meij ter instantie van de
armmeesters onder Peter Adriaen Goossens in arrest genomen de pagt
penningen tot betaelinge van armme pachten wegens Marten Gielen
Donckers, omme aen hem niet te betaelen voor en al eer dat gemelde
armmeesters van den voorscreven Donckers voldaen ende betaelt sijn,
0-9-0
-
Met kennis van de heer Boor aen 2 arme
Franse verdrevelingen gegeven, 0-6-0
-
Den 6, 13 en 20 meij 1692 door ordre van
de heer officier, predicant , schepenen ende armmeesters op drie
achtereen volgende sondagen geveijlt ende gepubliceert alle de
teullanden, groes ende hoijlanden van de armme taeffel voor alle man te
verpagten, 0-18-0
-
Den 10 junij ter inbstantie als voor
geveijlt alsnog eenige parceelen omme uijtter hant te verpagten, 0-6-0
-
Ten dagen des publicke verpagtinge isser
deswegen bij de armmeesteren ende de nabeuren tot mijnen huijsen
verteert ende bij d’ armmeesters afgesproken, 1-1-8
-
Item aen een Fransen vlugteling met vrou
ende vier kinderen verswchoten ende voor d’ armmeesters gegeven 0-6-0
-
Den 4 november 1691 tot 3 verscheijden
reijsen gepubliceert de reeckening van den armen dat die op donderdag
den 8 dito des naer middags ten 3 uuren gedaen sal werden, 0-6-0
In 1717-1719 werden dergelijke
declaraties vervangen door een vast tractment van 1-11-8 per jaar. De
armenrekening van die periode vermeldt:
-
Aan Bastiaen van de Werck voor verschoten
vacatien, 7-0-0
-
In de marge: nu toecomende niet meer te
declareren jaarlycx tot tractament toegevoegt 1-11-8 sonder iets meer te
mogen vragen in alles, maar daar voor moeten doen publicatien,
schrijven, citatie, int generael de armmeesters en regenten moeten
assisteren
Dit tractament van 1-11-8 per jaar werd door de armentafel tot en met
1756 betaald. Volgens een resolutie van 27 october 1756 kreeg de vorster
voortaan 100 gulden per jaar uit de dorpskas, onder voorwaarde dat hij
voortaan niet meer uit de armenkas zou krijgen. Daarna houden de
betalingen van een tractamentaan de vorster door de armentafel op.
-
1754-1757: Den vorster alhier plagt
jaarlyx voort tractament te genieten 1-11-8 waar voor hy den armen en
armmeesters in alles moet dienen, assisteeren, publiceeren, schryven,
citatie, etcetera met nog jaarlyx twee gulden voor een paar schoenen.
Dog bij Haar Hoog Mogende resolutie van den 27 october 1756 tractament
van het corpus 100 gulden sjaars geaccorcdeert synde, ingaande met 1757
sonder van arme off kercke te mogen genieten, soo comt hem maar van den
24 junij 1754 tot january 1757 zynde 2 ½ jaer met voor de schoene de
somme van 8-18-12
Boden
In de armenrekening komen sporadisch uitgaven voor boden
voor:
-
1515-1517: Item Dirck Thijs gegeven voor zijn gelach, doen hij die brieff
brocht van Hanrick Rombouts van De Graeff, 1 stuver
-
1650-1652: Aen Jan Gerlings betaelt 1 gulden van eenen brieff te dragen tot
Bockhoven aen den heere van Erp, dienende tot consent om te vercopen de
H. Geest Eeussels
-
1655-1657: Betaelt aen Arien den
ondervorster van eenen brieff te dragen opt Postel huys aen Gosewijn van
Wesel, 0-12-8, dat hij op de rekeninge soude comen
Diversen
-
1655-1657: Aen Abraham Jonck, deurwerder,
van twee sommatien, 0-112-0
-
1689-1691: Betaalt aan eenen advocaat ten
Bos voor een advis van een bastard kint, 2-3-0
|