De oudste vermelding
De dorpskeuren van Veghel van 1559 bevatten
de bepaling: 'Item dat nuyemant op den ouden kerckhoff
op die Hoge Boect gelegen met synnen beesten off peerden
wegen off tuyeren en sal, op een Boschpont, ende daer
sal alleman aff mogen beceuren' (Keuren en Breuken der
gemeente Veghel art. 91).
Kennelijk was het Oude
Kerkhof niet meer in gebruik, maar wel een plaats die
gerespecteerd diende te worden. Het was kennelijk een in
onbruik geraakte Christelijke begraafplaats.
De
tot dusver oudste gevonden vermelding dateert uit 1520:
uit lant ter plaetse genaemt aen den alden kerkhof
(Archief van het Groot Zieken Gasthuis, regest nr. 3244)
De laatste vermelding
Verhees tekende het Oude Kerkhof nog op zijn kaart uit
1806. Op de kadasterkaart van 1832 en de topografische
kaart van 1838-1857 staat het Oude Kerkhof niet meer
aangegeven. Het is kennelijk tussen 1806 en 1832
verdwenen. Het volgende kaartje is een fragment van de
kaart van Verhees uit 1806.

Waar het Oude Kerkhof zich bevond
Van perceel
nr. 2,3 en 4 wordt geschreven dat deze
grensden aan het Oude Kerkhof. Deze locatie wordt
bevestigd door de projectie van de kaart van De Geus op
de kadasterkaart van 1832. De kaart van De Geus is
getekend in verband met de waterhuishouding van de
rivier de Aa. De nauwkeurigheid van de Aa van het
verloop van de Aa zal goed zijn, en die van het verloop
van de wegen en plaats van de huizen wat minder
nauwkeurig. De perceelsgrenzen werden willekeurig
getekend. Desalniettemin komt de plaats goed overeen met
de gegevens uit de geschreven bronnen.

En als we inzoomen:

Het aardige van deze projectie is dat we nu ook
een beeld krijgen van de vorm en omvang van het Oude
Kekhof. Op onderstaande kaart is de locatie van het oude
kerkhof geprojecteert op een moderne topografische
kaart. Daaruit blijkt dat het terrein inmiddels
verstoord is bij de bouw van de huizen aan het
Scheifelaar in de jaren negentig.
Een oude grafheuvel
De ronde vorm doet
denken aan een pre-historische grafheuvel. Een
aangrenzend perceel wordt in de veertiende eeuw "Die
Tomme Acker" genoemd,
later geëvolueerd
naar Domacker.
Beijers en Van Bussel schrijven in hun boek over de
middeleeuwse toponiemen in Peelland: Tom,
tommel, tombe worden beschouwd als afleidingen van het
lat. tumulus of tumba, een benaming voor oude
grafheuvels of begraafplaatsen. Tommel is dan een
diminutiefvorm, gevormd door het el-suffix.
Archeologische vondsten die de toponymische gegevens
m.b.t. tommel kunnen ondersteunen zijn gevonden onder
Baarle Hertog, waar twee grafheuvels lagen op Groot
Tommel en twee op Klein Tommel. In dit verband wijzen we
ook op het bijna aangrenzende toponiem De
Bult. Mogelijk lag de grafheuvel niet alleen.
Het lijkt er dus op dat in Veghel een
pre-historische grafheuvel werd hergebruikt als
Christelijke begraafplaats. Deze gedachte wordt verder
ondersteund door nog andere
aanwijzigingen dat de eerste kerk in de
buurt van het Oude Kerkhof gestaan heeft.
Archeologische ondersteuning
Eind jaren negentig, bij de
bouw van het Scheifelaar, werden door Sjaan van Dijk en
Johanna van Boxmeer van de heemkundekring Vehchele urnen
gevonden op of nabij de plaats van het Oude Kerkhof.
Urnen werden gebruikt om de as en verbrandingsresten van
de doden in te verzamelen en te begraven.

In 2008 werd door
Bilan een proefsleuvenonderzoek verricht op het terrein
nabij het Oude Kerkhof. proefsleuf 35 bevond zich daar
het meest dicht in de buurt.

Het verslag van
dit onderzoek vermeldt: In het meest noordwestelijke
deel van het plangebied (in werkput 35) werd een ondiepe
kuil aangetroffen die aardewerkscherven en verbrand bot
bevatte. De scherven betreffen een urn waarvan het
grootste deel al in de bovengrond was opgenomen en
slechts de onderzijde was geconserveerd. Deze urn werd
aan de rand van het plangebied aangetroffen in een zone
die verder grotendeels verstoord was.
Een
hypothese
Ik stel het volgende hypothetische
scenario voor:
1. In de ijzertijd en de
romeinse tijd bevond zich op de plaats van het Oude
Kerkhof een grafheuvel of grafveld. Vlakbij zijn bij het
Oude Kerkhof bewoningssporen en urnen gevonden uit de
ijzertijd en Romeinse tijd. Later lag die grafheuvel
enigszins ongebruikelijk midden in de akkers, maar in
die tijd was het een terrein met sterke
reliefverschillen, zo blijkt uit een opgraving daar niet
ver vandaan in 2010. Op de kadasterkaart van 1832 staan
nog een aantal laagtes en vennen getekend. Pal ten
westen van het Oude Kerhof bevond zich ook zo'n water.
Dat wijst op de mogelijkheid dat het oude kerkhof zich
op een terreinverhoging bevond, ontstaan door zand dat
eerder uit de plaats van dat latere ven waaide. Iets
verder naar het zuiden vinden we toponiemen als
Schuifelberg en Cluitert, die wijzen op bedekking met
veen, wat ook bevestigt wordt door de dunne esdekken
daar. In zo'n landschap waar binnen een straal van 100
meter vennen, bossen, veen enz. voorkomt, kun je een
grafheuvel (of -heuvels) overal verwachten.
Volgens Karel Leenders waren werden grote grafheuvels
vooral in de vroege ijzertijd aangelegd (500-700 voor
Christus) en zouden de vondsten in Veghel volgens Archis
vooral uit de late ijzertijd dateren. In de late
ijzertijd tot aan de Romeinse tijd werd er wel in urnen
begraven maar werden grote grafheuvels niet (of in
mindere mate) aangelegd. Het denkt dat de tumulus daarna
pas aangelegd werd, in de Romeinse tijd.
2. Na
het instorten van het Romeinse Rijk in de vierde eeuw
verdween de bevolking. Er zijn daar in de buurt
bewoningssporen aangetroffen tot in de derde eeuw.
3. In de zevende of achtste eeuw werd het gebied
weer bewoond. Er zijn bewoningssporen gevonden vanaf de
achtste eeuw. Deze lieden hebben een oude heuvel
gebruikt als begraafplaats. Dit lijkt geen toeval. In de
Kempen werden merovingosche grafvelden uit de zevend eof
achtste eeuw gelegen op oude grafheuvels opgegraven in
Bergheijk (Kattenberg), Hoogeloon-Broekeind en Casteren,
en vermoedelijk ook in Bergeijk (Fazantlaan) en in de
omgeving van Turnhout (Theuws, 'De Kattenberg te
Bergeijk'om inbrabant (2012,
nr. 3), 56-65).
De vraag is of de lieden die
in Veghel de tumulus als
grafveld in gebruik namen wisten dat het een grafheuvel
was. De veldnaam Tommel, afgeleid van tumulus,
lijkt te suggereren van wel. Een andere vraag is of deze
lieden al Christenen waren of niet-gekerstenden. De
merovingische doden op de Kattenberg in Bergeijk werden
allen met het hoofd naar het westen begraven, wat doet
vemoeden dat het Christenen waren. In Veghel was de
begraafplaats in elk geval in latere eeuwen in gebruik
als kerkhof, mogelijk was dat vanaf den beginne zo.
Dat roept de vraag op waarom
Christenen een heuvel, die ze mogelijk - gelet op de
latere veldnaam Tommelacker - herkend hebben als
voor-christelijke of heidense grafheuvel, als kerkhof in
gebruik genomen hebben. Mogelijk kan dit begrepen worden
in de bredere context van "heidense elementen" in de
volkscultuur en incorporatie van andere
voor-christelijke elementen in de christelijke
geloofsbeleving.
4. In de elfde en
twaalfde eeuw nam de bevolking sterk toe. Er werd een
nieuwe kerk gebouwd, wat verder noordelijk. Rond
1175-1250 kwamen horigen vrij en het aantal vrije boeren
nam toe. Er was tevens een overgang van de domeinkerk
van een plaatselijke heere naar een parochiekerk beheerd
door de parochianen. Het oude kerkhof raakte daarna in
onbruik, maar bleef wel een heilige plaats. Zo was het
ten strengste verboden er vee te laten grazen.
Martien van Asseldonk
|