De familie Heijm

  

Meuwese geeft de volgende eigenaren van de particuliere tienden in Veghel:

 

-        Arnt Heym omstreeks 1419

-        Hendrick Henrixs Heym in de jaren 1435-1455

-        Goessen Heym in 1455 - 1470

-        Joffrouw Elisabeth weduwe van Goessen Heym in 1471 - 1485

-        Magister Henricus Heijm in 1485 - 1521

-        Aernt Heijm in 1521 - 1564

-        Jan Heijm in 1564 - 1591

-        Joffrouw Maria de Heijm in 1591 - 1624

 

Dit overzicht is gecorrigeerd aan de hand van vermeldingen in de Bossche Protocollen. Daar vinden we als eigenaren van de Oude of Heymse tienden in Veghel vermeld:

 

-        Jan en Henrick, zonen van Art Heyme op 6-2-1421 (BP-1292, fol. 57v)

-        Joffrouw Katelijn, weduwe van Aert Heyme en haar zoon Aert in februari 1425 (BP-1195, fol. 234v)

-        Henrick Heyme en Sophie, weduwe van Jan Heyme in 1427-1428 (BP-1198, fol. 137)

-        Jonkvrouw Sophie, weduwe van Jan Heym en Jonkvrouw Aleyt van Boemel, weduwe van Henrick Heyme vanaf 1430-1431 (BP-1201, fol. 358v) tot en met 1440-1441 (BP-1211, fol. 244v)

-        Goossen en Aert Heyme, vermeld op 27-6-1442 (BP-1212, fol. 286) en 18-7-1443 (BP-1213, fol. 286)

-        Goossen Heym, vermeld vanaf 16-7-1444 (BP-1214, fol. 260) tot en met 13-7-1470 (BP-1239, fol. 491)

-        Jonkvrouw Lijsbeth, weduwe van Gossen Heym, vermeld vanaf 1470-1471 (BP-1240, fol. 371-372) tot en met 1481-1482 (BP-1251, fol. 113, 433)

-        Meester Henrick Heym, vanaf 1482-1483 (BP-1251, fol. 526v-527). Vanafn 1497-1498 als kanunnik in Den Bosch aangeduid (BP-1266, fol. 94).

 

 

Het gecorrigeerde overzicht wordt nu (in gedachten houdend dat de tiende meestal in of rond juli werd verpacht):

 

-        Arnt Heym in 1419

-        Jan en Henrick, zonen van Art Heyme in 1421

-        Joffrouw Katelijn, weduwe van Aert Heyme en haar zoon Aert in februari 1425

-        Henrick Heyme en Sophie, weduwe van Jan Heyme in 1428

-        Jonkvrouw Sophie, weduwe van Jan Heym en Jonkvrouw Aleyt van Boemel, weduwe van Henrick Heyme in 1431 - 1441

-        Goossen en Aert Heyme in 1442 - 1443

-        Goossen Heym in 1444 - 1470

-        Jonkvrouw Lijsbeth, weduwe van Gossen Heym in 1471 - 1482

-        Meester Henrick Heym in 1483 - 1521

-        Aernt Heijm in 1521 - 1564

-        Jan Heijm in 1564 - 1591

-        Joffrouw Maria de Heijm in 1591 - 1624

 

Er zijn redenen om aan te nemen dat deze tienden ook rond 1300 al in bezit waren van deze familie, en wel van Arnold Heijm, die in Veghel gegoed was op het Havelt.

 

Afgezien van een fragment in de 'Bossche Encyclopedie' (on-line raadpleegbaar) was er nog geen betrouwbare stamboom van deze familie bekend. Hans Vogels reconstrueerde op ons verzoek deze stamboom verder, waarvoor hartelijke dank. De personen die bezitter van de particuliere tienden in Veghel zijn geweest, zijn geel gearceerd.

 

 

Heijm/Heym                                                                                              Hans Vogels, 2-9-2014

 

Toelichting van Hans Vogels op 2-9-2014: Bij deze de stamboom schetsmatig zoals ik dat dacht te kunnen reconstrueren. Helaas zonder concrete bronvermeldingen van de aparte data. In de regesten van de Abdij van Berne zitten een groot aantal vermeldingen: nrs. 262, 279,317, 345, 346, 352, 353, 373, 391, 400, 445, 478, 485, 544, 361, 567, 674, 672. In Taxandria 1917 blz. 125 zie je een afbeelding van het wapen uit 1389 (= volgens de Bossche schepenlijst van 1388).

 

Naar het schijnt is Heym/Heijm/Heymerick een synoniem van de voornaam Herman. Aangezien Heym een roepnaam is valt Arnold Heyme uit 1299 dus te beschouwen als een zoon van een Herman (Heym).

 

Generaties:

 

I.                 Arnold Heyme (1299 Koeveringse molen, in 1300 gegoed in Veghel op het Havelt, in 1306 hoogschout in Den Bosch). Hij had twee zonen, Jan en Jacob.

 

II.                Jan Heym(e) Hij was in 1312 leenman van de hertog voor de Koeveringse molen en tevens voor goed in Veghel op het Havelt). Jacob volgde tussen 1312 en 1352 zijn broer Jan op als leenman van de Koeverings molen. Het leengoed op het Havelt wordt na 1312 niet  meer vermeld in de hertogelijke leenboeken. Een van beiden zal de vader zijn van de volgende generatie. Omdat de naam Jan wel en de naam Jacob niet terugkeert in jongere generaties houd ik zoon Jan (vóór 26-3-1355) voor de vader van generatie III.

Jan X ca.1315 met Katerina, weduwe in 1355, na 8-2-1358.

 

III.              Arnold Heym(e), vermeld 1355, vóór 9-6-1372, Bossche schepen in 1364 (als 3e)

X ca. 1340 N.N. Zijn kinderen:

 

IVa.        Margareta Arnold dr. Heym(e),

                       X voor 9-6-1372

                       met Marcelis heer Goyart van Oss, † voor –2-1386.

                       weduwnaar XX met Sophia (zijn weduwe, hertrouwde voor 1390 Goossen van Lynden)

                       Hieruit: Dircxke en Goyart.

 

IVb.        Arnold (Aert) Heym(e), † voor … 1391, schildknaap 1380, heeft 1388 6-puntige

               ster als wapen, Bossche schepen 1371 (als 4e), 1379, 1383 (als 2e), 1388 (als 3e)

                       x voor … 1369

                       Mechtelt [hoogstwaarschijnlijk een Van Bronckhorst], † verm. voor 28-10-1395,

                       weduwe van heer Goyart van Oss, ridder.

                       Kinderen (deling 1395):

 

Va.                 Arnold (Aert) Heym(e), † voor … 1419, Bossche schepen schepen 1396 (als 6e), etc.

                       x voor … 1393

                       Jkvr. Kathelijn, † voor … 1427, dr Heer Adam van Berchen, ridder, en Katharina

                       van IJpelaer, woonde in Sint-Oedenrode

                       Hieruit:

                       VIa.  Arnold (Aert) Heym(e), vermeld 1425, † voor …1427

 

Vb.                 jkvr. Margriet Heym(e)/Heyms, † na 31-5-1447, weduwe,

                       x voor 9-12-1398

                       Hubrecht van Ghemert, † voor 2-5-1422, zn van Jan van Gemert en Mechtelt Vos.

                       Hieruit: Mabelia, Mechtelt, Johanna.

 

Vc.                 Henrick Heym(e) genaamd van Bronckhorst, † voor … 1428,

                       x (1) voor 1409 Hilla dr Roelof Koyt van Eyndoven Aerts zn.

                       x (2) jkvr. Aleijt dr Gerit van Boemel, † na … 1441 (?)

                       Uit 1:

                       VIb.               Arnold (Aert) Heyme, † voor … 1445,

                                             x Jkvr. Folsa, † na … 1456 (?), weduwe

                                            Hieruit:

                                            VIIa.      Jkvr. Aleijt Heyme,

                                                           x voor … 1459 Herman Dircx van Bronckhorst, † voor … 1467.

                                            VIIb.      Jkvr. Hillegont Heyme,

                                                           x voor … 1463 Jan Janss van Erpe van Beerze, † na … 1473.

                       Uit 2:

                       VIc. Henrick Heyme, vermeld 1441-1447

 

                       VId.               Jkvr. Johanna (Jenneke) Heyme,

                                            x voor … 1436 heer Wouter van Baaxen, ridder, † 1483.

 

                       Uit een natuurlijke relatie:

                       VIe.               Aert Heyme, † voor … 1448

                                            Uit een natuurlijke relatie:

                                            VIIc.       Henrick Heyme

                                                           x (1) Jut Willem Henricx,

                                                           x (2) voor … 1473 Yda

                                                           Uit 1:

                                                           VIIIa.     Aert Heyme, vermeld 1472-1481.

 

Vd.                 Jan Heym(e) genaamd van Bronckhorst, schildknaap 1418, † voor … 1422,

                       x voor … 1405, was gegoed in Sint-Oedenrode

                       Jkvr. Sophia Steenwech, dr Goossen Steenwech en Mabelia van Gemert

                       Kinderen:

                       VIf. Goossen Heym, ridder, koopt 1464 kasteel Maurik, †1470

                                            X

                      Jkvr. Lijsbeth, † na … 1471, dr Gijsbert de Cock van Neerijnen en

                      Dircxke van Dinther.

                                            Hieruit:

                                            VIId.      Jan Heym, x voor …  1475 Elisabeth Sijmons dr van Gheel.

                                            VIIe.      Henrick Heym

                                            VIIf.       Jkvr. Hillegont Heym

                                            VIIg.      Jkvr. Sophia Heym, x voor … 1475 Peter van Vladeracken

 

Ve.                 Jkvr. Geertruijt Heym(e), † na … 1429, weduwe,

                       X na … 1402

                       Henrick Becker, † na … 1422, zn van Matheeus Becker en Jut van Baerle

                       Hieruit: Henrick, Lijsbeth, Mechtelt.

 

Uit een natuurlijke relatie met Margriet (had vruchtgebruik van goederen te Veghel):

Vf.                 Jan Heyme die Bastart, † voor … 1407, gegoed te Veghel, Den Bosch, Oss en Gerwen

                       X Aleijt Wouter Neyser, † na … 1392 (testament).

                       Hieruit:

                       VIg.               Aert Heym

 

Vg.                Dirck Heym(e), † voor … 1409, ca. 1400 notaris, 1405 kanunnik St. Jan en afwezige rector

                     te Oss en Dinther. Gegoed te Veghel.

 

 

 

 

 

De Bossche encyclopedie                                                                                                                  

 

 

Aanvullende gegevens uit de: Bossche encyclopedie (internet). De verwijzingen naar de gegevens van Hans Vogels zijn van mijn -mva- hand.

 

Heer Dirc Heym, Heyme (Vg), wordt in een akte van 2 mei 1405 genoemd als natuurlijke zoon van wijlen Arnt Heyme.

 

Zijn broer Jan Heyme (Vf), die eveneens een natuurlijke zoon van Arnt Heyme was en zelf een zoon Arnt (VIg) had, schonk hem op die datum de eigendom van alle erfgoederen te Veghel die eerder aan Jan waren overgedragen, welke goederen echter nog in vruchtgebruik waren bij heer Dircs moeder Margriet. Tevens schonk hij hem de helft van een huis met erf, gelegen in Den Bosch aan een straatje tussen de Windmolenberg en de Baseldonkse straat. In de akte wordt Jan zelf niet als zoon van Margriet genoemd. Bij de rechtshandeling, die ten overstaan van Arnt vanden Dijck (nr.1) plaatsvond in Jans huis in de Orthenstraat, was verder als getuige nog aanwezig hun broer Arnt Heyme (Va), vermoedelijk een wettige zoon van wijlen Arnt Heyme (IVb).

 

Hun vader (IVb) was tussen 1364 en 1397 zevenmaal schepen van Den Bosch en komt tussen 25 april 1383 en 19 april 1384 ook zeven keer voor als getuige van een wonderverhaal in de St.Jan. Arnt Heyme, wapendrager, nam op 25 januari 1380 te Veghel namens de Tafel van de H.Geest in die plaats ook een erfpacht in ontvangst van Arnt Arnts van Beke. Vermoedelijk was hij ook degene die volgens Van Oudenhoven in 1372 het Heymsgasthuis voor vier oude mannen stichtte.

 

Behalve de drie bovengenoemde zoons had hij nog een zoon Henric (Vc) die regelmatig samen met zijn broer Arnt (Va) in akten voorkomt. Arnt wordt in die akten doorgaans als eerste vermeld en zal derhalve de oudste zijn geweest. Ten slotte hadden ze waarschijnlijk nog wettige broer Jan (Vd) die net als zijn vader wapendrager was.

 

Na de dood van hun vader (IVb) wisselden Arnt (Va), Jan (Vd) en Henric Heym (Vc) elkaar steeds in vaste volgorde af als schepen van Den Bosch. In 1403/04 nam Arnt als eerste van de drie broers zitting in de schepenbank. Arnt was tevens schepen in 1412/13 en zal kort na 1417 zijn overleden. Zijn broer Henric was schepen in 1405/06, 1409/10, 1413/14, 1421/22 en 1427/28. Hij overleed in dit laatste jaar. Jan wordt ten slotte vermeld als schepen in 1406/07, 1410/11 en 1414/15. Hij zal vóór 1427 zijn overleden. 1)

 

Arnt Heym (Va) wordt nog op 22 augustus 1417 samen met zijn broer Henric (Vc) genoemd als getuige bij de stichting van de St.Anthoniuskapel bij het kasteel van Heeswijk. Hij was getrouwd met Katherijn van Berchem, dochter heer Adam van Berchem, ridder. Katherijn maakte op 16 februari 1427 als Arnts weduwe in haar woonhuis bij het Kerkhof te St.Oedenrode haar testament en stelde daarin onder meer haar natuurlijke broer Roef van Berchem aan tot executeur.

 

Arnts broer Henric Heym (Vc), die zich in 1406 aanduidt als Henricus de Bronchorst alias Heym, was waarschijnlijk de vader van de Arnt Heym (VIa) die in 1435/36 en 1443/44 schepen van Den Bosch was. Arnt (VIa) was wapendrager en bezat een huis te Rosmalen waar hij op 18 juli 1444 zijn testament maakte. Hij stierf na 10 augustus 1444, toen hij nog een codicil bij zijn testament maakte, en werd vervolgens tot 1 oktober 1444 als schepen vervangen door Willem die Joede.

 

Zijn vermoedelijke broer Jan Heym (Vd), wettige zoon van Arnt, was in 1418 wapendrager en bezitter van een hoeve in St.Oedenrode waaraan het patronaatsrecht van een altaar verbonden was.

 

Hun natuurlijke broer Jan Heym (Vf) bezat behalve in Den Bosch onder meer ook goederen in Oss en Gerwen. Hij was getrouwd met Aleyt, dochter van Wouter Sneysers. Ze maakte al op 20 oktober 1392 in hun woonhuis in de Orthenstraat haar testament.

 

Dezelfde Jan Heym had een zoon Arnt (VIg) die onder meer land bezat te Rosmalen. Arnt was in 1446 nog in leven en was in 1449/50 vermoedelijk schepen van Den Bosch. 2)

 

Volgens Van Sasse van Ysselt had Jan Heym (Vd) - waarschijnlijk de wapendrager - een zoon Goessen (VIf). Goessen Heym was tussen 1436 en 1469 zevenmaal schepen van Den Bosch en wordt verder vermeld als rentmeester van de hertog in het kwartier van Den Bosch (1447-1470), ontvanger van de Staten van Brabant in het kwartier van Den Bosch (1464) en (stadhouder van de) hoogschout van Den Bosch (1469/70). Sinds 1457 was hij eigenaar van huize Muiserick te Vught en sinds 1464 tevens van het nabijgelegen kasteel Maurick.

 

Goessen Heym maakte op 29 juni 1465 in zijn woonhuis, gelegen bij de Lombardsbrug tegenover de St.Corneliskapel in Den Bosch, zijn testament ten overstaan van heer Jan Amelrijcx (nr.5). Zijn echtgenote jonkvrouw Lysbeth, dochter van de wapendrager Ghijsbrecht die Cock (van Neerijnen), verleende haar instemming aan het testament, terwijl haar broer heer Jan die Cock, rector van de St.Corneliskapel op de Vughterdijk, als getuige aanwezig was. Blijkens een aantekening op hetzelfde testament overleed Goessen Heym op 31 augustus 1470. Hij zou in de Predikherenkerk begraven zijn. Lysbeth maakte op 15 juni 1483 nog een codicil dat door de notaris op de achterzijde van het testament werd opgetekend. Als getuige was daarbij onder meer aanwezig heer Jan die Cock, kanunnik van de St.Jan.

 

De nakomelingen van Goessen en Lysbeth komen nog tot 1603 voor als schepen van Den Bosch en worden daarnaast regelmatig genoemd als (stadhouder van de) laag- of hoogschout van die stad. De familie Heym bleef tot respectievelijk 1677 en 1680 ook in het bezit van huize Muiserick en kasteel Maurick. Bij de belegering van 1629 vestigde Frederik Hendrik zijn hoofdkwartier in kasteel Maurick dat in die tijd nog beter bekend was onder de naam "Heymhuysinghe". 3)

 

Heer Dirc Heym zelf (Vg) ten slotte was omstreeks 1400 als notaris werkzaam in Den Bosch. Op 17 augustus van dat jaar stelde hij het testament op van Henric vanden Cloet, meester van de Tafel van de H.Geest (zie nr.144), en van diens vrouw Agnes, dochter van Franck Hoefslegher (zie nr.1). Op 24 april 1403 tekende hij op de achterzijde van het testament van Jan Slotel aan dat de twee plaatsvervangers van diens executeurs-testamentair de executele hadden overgedragen aan Henric Matheeuss, meester van de Tafel van de H.Geest. Deze handeling vond plaats in de Minderbroederskerk in aanwezigheid van onder andere Jan van Best (nr.44) en Jan Oem van Peelt (nr.284). Heer Dirc was in deze tijd nog geen priester en werkte misschien als klerk op de secretarie.Theodericus Heyme wordt in 1405 genoemd als absent rector van het Maria-altaar in Oss en van het altaar van Maria en St.Rumoldus te Dinther. Hij liet zich respectievelijk vervangen door heer Arnt Rovers (nr.342) en heer Jan vanden Eel (nr.98). In de akte van 2 mei 1405 waarbij zijn broer Jan hem de goederen van zijn moeder in Veghel en de helft van het huis aan de Windmolenberg schonk wordt hij evenmin priester genoemd, maar wel kanunnik van de St.Jan. Op 20 september 1406 gaf hij de helft van het huis bij de Windmolenberg uit in erfcijns aan Jan Huysmans, zoon van Met Huysmans die de andere helft van het huis bezat. Afgezien van de hertogscijns bestond de cijns uit een bedrag van 40 schellingen jaarlijks, voor de ene helft te betalen aan heer Dirc en voor de andere helft aan de Tafel van de H.Geest. In deze akte wordt hij behalve kanunnik van de St.Jan ook priester genoemd. Dominus Theodericus Heym overleed in 1408 of 1409 als gezworen broeder van de O.L.V.-broederschap. 4)

 

Noten:

1.

GAH, THG 1952 (18 mrt.1438), 2004 (30 mei 1440), 2140 (20 juli 1446); Bijlage II 1.2, 264.52, 264.53, 300.3; Jacobs, Justitie, 259-263; Hens e.a., Mirakelen, 225 nr.49 t/m 566 nr.346; Coopmans, De rechtstoestand, 27 noot 79; Van Sasse van Ysselt, De voorname huizen, III 104, 113.

2.

Bijlage II 26.1, 26.2, 44.4, 215.2, 215.3, 382.20, 367.1, 367.2, 367.3, 382.21, 401.11.1, vgl. 246.23, 285.1; Jacobs, Justitie, 264-265; Bannenberg e.a, De oude dekenaten, I 174; GAH, THG 1268 (20 apr.1400), 1301a (13 jan.1402); Van Rooij, Het oud-archief, 87 nr.313; GAH, THG 1889bis (5 nov.1434), 1952 (28 mrt.1438), 2140 (20 juli 1446).

3.

Van Sasse van Ysselt, De voorname huizen, II 267-268, III 313; Jacobs, Justitie, 264-277, vgl. 238-239; Bijlage II 5.42, 5.45, 5.51.1, 5.88, 7.2, 14.46, 173.40.2; De Hingh, "Studie", 36; Van Oirschot, Middeleeuwse kastelen, 17-25 (20: Goessen Heym, ridder en ontvanger der Staten van Brabant, koopt in 1464 kasteel Maurick); Zie ook: AAB II, hs. Kievits, p.18.

4.

Bijlage II 1.2, 172.1, 172.2, 382.9; Bannenberg e.a., De oude dekenaten, I 72, 171; THG 1411 (20 sept.1406); OLVB 49, fo.28v; Heer Dirc komt niet voor onder de kanunniken genoemd in het hs. Kievits.

5. A.H.P. van den Bichelaer, Het notariaat in Stad en Meierij van 's-Hertogenbosch tijdens de Late

     Middeleeuwen (1306-1531) (Amsterdam 1998)

 

REGESTEN ABDIJ VAN BERNE

 

Nr. 478, 28-10-1395

Deling van de goederen van wijlen Arnolds Heym

-        Zijn kinderen Arnoldus en Gertrudis erven zijn woonhuis en erven aldaar achter de Hinthamerstraat over het water met de stenen brug en de helft van de cijnzen en een hoenderpacht uit zijn goederen in Oesterwijc, met de lasten waaronder een cijns van 17 pond voor de heiliggeesttafel, die zij geheel moeten betalen, en de toegangsweg is voor alle kinderen gemeenschappelijk

-        Johannes en Henricus erven zijn huis en erven aan de Hinthamerstraat, inclusief de stenen poort en de op- en aanbouw ervan, en ook de helft van de cijnzen en hoenderpacht uit zijn goederen in Oesterwijc

-        Hubertus van Gemert erft de helft van een veld aan de Baseldoncsche Dijc, de andere helft behoort aan Arnoldus van Schijnle, alsook de cijns van 11 pond en 15 schelling uit zijn goederen in Lyt en een pacht van 1 mud rogge.