De nieuwe pastorie

Martien van Asseldonk, 15 augustus 2014

Deze gegevens mogen gebruikt worden onder verwijzing naar: Martien van Asseldonk, www.oudzijtaart.nl

 

Toen Cornelis Craijenhof in 1700 naar Veghel kwam, nam hij geen genoegen met het huis waar zijn voorganger Henricus Schaerdenburch gewoond had. Na eerst tien maanden in de kerk gewoond te hebben, betrok hij op het enigszins bouwvallige huis naast de kerk. Hij huurde dit huis op 4-12-1700. In 1702 sprak er een oorlog uit tussen Frankrijk en Duitsland, en toen het Franse leger bij Lieshout neerstreek en in de omliggende dorpen om voedsel en karren vroeg, vluchtte dominee Craijenhoff met vrouw, kind en huisraad naar 's-Hertogenbosch. In dat jaar besloten de Raad van Staten dat de dorpen in de kwartieren Peelland en Kempenland een goede woning voor de predikant beschikbaar diende te stellen, waarvoor ze 60 gulden per jaar als huur zouden krijgen. Die regenten wezen daarna het kasteeltje op het Middegaal als woning voor de dominee aan. Craijenhof nam daar eerst geen genoegen mee. Na wat geharrewar keurde de Raad van State op 19-3-1704 het voorstel van het dorpsbestuur goed en Craijenhof bertrok hierna met tegenzin het kasteeltje op het Middegael.

 

Daar werden op kosten van het dorp wat reparaties verricht. Iot de dorpsrekening van 1703-1704:

 

-        Joannes Scoltius voor reparatie van de glaesen aant huijs van den heer Craejenhoff 8-3-0

-        Joost Hendrick Joosten timmerman voor reparatie als boven 3-0-0

-        Jacob Willems de Smit voor reparatie van de wooning van de heer Craejenhoff 11-14-0

 

In 1707 toonde de dominee interesse voor de in 1686 verkochtte oude pastorie op de Bolken. Die plannen liepen op niets uit, omdat de eigenaar het huis niet wilde verkopen. Begin 1722 kwam het dominee Craijenhof ter ore dat er huizen in de straat verkocht zouden worden. Dominee Craijenhoff zette het dorpsbestuur onder druk om hem van een behoorlijke woning in de straat te voorzien. Secretaris Gerard de Jong verkocht toen voor dat doel zijn huis aan het dorp, en in 1723 betrok Craijenhoff de nieuwe pastorie. Het dorp had voor de koop 2.400 gulden geleend. (Voor meer details zie het stuk over de dominees.)

 

Het dorpsbestuur was verantwoordelijk voor het onderhoud van de pastorie, en in de dorpsrekeningen worden dan ook geregeld kosten voor reparaties aan het gebouw vermeld. Naast algemene posten zoals het inzetten van glazen, uurloon van de timmerman en de metselaar worden ook details vermeld die wat zicht geven op wat voor gebouw dit geweest is.

 

-        Het gebouw had een strooien dak. De dorpsrekening van 1725-1726 en ook latere rekeningen vemelden kosten voor stro, latten en geerden voor de reparatie van dit dak.

-        Volgens de rekening van 1726-1727 had de pasatorie een eigen pomp.

-        Op 2-11-1727 werd het maken van een nieuwe poort voor de pastorie aanbesteed. Het bestek is bewaard gebleven (zie bij de downloads, de resoluties van dat jaar). Hetw erk werd aangenomen door Willem Jan Aerts Faessen voor 20 gulden.

-        De rekening van 1729-1730 vermeldt kosten voor hout voor drie bedsteden in de pastorie.

-        In 1731-1732 werd er een binnenpoort gemaakt, en werd een geut aangelegd.

-        In dezelfde rekening: Voor oli ende verwen van een poort ende staketsel aen de pastorye; 11 meert 1731 aan Jan Eijmbers voor ’t setten van boomen voor de pastorye 0-8-0

-        In 1732-1733 werd er een zolderje gemaakt.

-        1736-1737: betaalt aan Geerit van Wyxk de pomp op de pastorye geheel moeten opbreecken, verhoogt, verlengt, de back gemaakt 13-1-0; Voor een eijnt van een loije pijck tot de pomp in de pastorije, hout ende steenen tot den back van dien

-        1739-1740: Voor het maken van de ‘goot opt dack van de pastorye in leijen gelegt'

-        1739-1740: 'Besetten van de muure en penzeelen'

-        1739-1740: Timmerman voor 54 dagen arbeid aan de pastorye int vergrooten van den ceuken, ’t maaken van raamen, deuren.

-        1747-1748: Timmerman, leggen van nieuwe solderinge

-        1752-1753: Aan Adriaan van Eerde, merester timmerman, voor ’t maken van een swaare nieuwe poort aan de pastorye huysinge alhier, met voor de planken, eyserwerk, oly, ’t verwe van dien 61-5-0; aan G. de Jong voor eenen swaaren eycken boom tot voors(chreven) poort tot paalen, reijgels etc. gebruykt 10-10-0

-        1754-1755:

o   Ontfangen wegens oude cruijsraamen en vensters gecomen uijt de pastorye huysinge den 10 april 1754 publicq vercogt

o   Ontfangen wegens oude plavuijsen mede gecomen uyt voors(chreven) pastorye

o   Aan een timmerman voort maken van schuijffraamen, planken vloer als andersints in een camer der pastorye huysinge 202-0-0
Aan een metselaar voort maken van eene schoorsteen in voorschreven pastorye, met verschotte van de steenen, eijsere plaat en vragt van dien 26-3-0

o   Item betaalt aen Joannis Verbruggen, timmerman, voort affbreeken en weder opmaken van een gedeelt van den zolder in gemelte pastorye huysinge 2-0-0

o   Voort verwen van der zolder aldaar 5-7-0

o   Voort ophaalen der muuren aan de pastorye binnen en buyten 4-10-0

o   Wegens het repareeren der glasen

o   Voort eijser en ’t maken van een ijser in de schoorsteen van de pastorye

-        1755-1756:  Het maken van een kookkeuken ende halve raam, zonder publique aanbesteding

-        1756-1757: Wegens het repareeren van ’t dack boven het uytsteek aan de pastorije wooninge

-        1758-1759: Publicq aanbesteedt eenige extra ordinare reparatie aan de pastorye huysinge, bestaande int maken van een nieuwe raam tegen den stall, het affbreeken van de muur, als andersints breeder by den bestecque en aangenoomen by Joannis Willems Verbrugge voor 39-0-0

-        1760-1761: Den 13 november 1760 hebben regenten na voorgaande publicatien publicq aanbesteedt de pastorye huysinge die voor na de straat in stroy lag met blau panne te legge, het houtwerk tot steyving van binnen steen en metselwerk van dien. De reparatie aan raathuys, de poort aldaar, en met de kerckmuur als andersints, aangenomen bij Adriaan van der Eerde op 225-0-0. Het stro werd dus in 1760 vervangen door blauwe dakpannen. maar kennelijk alleen aan de straatkant, want in latere rekeningen worden nog uitgaven voor stro voor de pastorie genoemd, bijvoorbeeld:

-        1761-1762: Meester decker soo wegens strooy, latte, bande en deckloon op de pastorije wooninge 3-4-0

-        1762-1763:

-        Regenten hadde na voorgaande publicatie eenige nieuwe wercken aan de pastorye huysinge als ’t maaken van schuyffraam, deurgebonte

-        Op den 15 may 1762 publicq aangenomen by Joannis Willems Verbrugge 248-0-0

-        Nog buyten het bestek op ordre van regenten gemaakt een raamke boven de voordeur van de pastorye, nog vier paalen in de brug en twee eijnde van leuninge alsaer te samen 18-18-0

-        1765-1766: Meester stroijdecker, voor dekloon verdient aan de pastory huysinge

 

 

Vergadering op 25-3-1767 van de stadhouder, schepenen, borgemeesters, twaalfmannen, H. Geestmeesters en kerkmeesters, samen het corpus representerend; men bespreekt de kwestie van de reparaties aan pastorie die op verzoek van de predikant gedaan moeten worden. Volgens inspectie kost het 400 à 500 gulden, maar dan is het alleen lapwerk. Volgens jaar zal men de poort, brandt huys en mogelijk de gansche kap moeten herstellen, dat gezien de swak en outheydt van het huis veel zal gaan kosten, boven en behalven het perykel van brandt als synde stroye dak soo veel mogelyk voor te comen. De vergadering wordt gevraagd of de bouw van een nieuw huis niet beter is. Waarschijnlijk kost het bij publieke aannneming minder dan 2.500 gulden. De vergadering besluit een nieuwe gebouw neer te zetten.

 

Er wordt een bestek gemaakt en 2.500 gulden geleend. Erp moet 1.000 gulden meebetalen en in het vervolg meebetalen voor het onderhoud. Erp had met Veghel samen een dominee. Het dorpsbestuur van Erp gaat daar mee accoord. De bouw wordt voor 2.950 gulden aangenomen door Thomas Masing. Op 28-11-1769 werd de nieuwe pastorie opgenomen en daarna betaald. Hierna worden er geen uitgaven voor stro meer gedaan, dus de nieuwe pastorie had geen strooien dak meer. Er werd een brandhuisje bij de pastorie gebouwd. Uit de dorpsrekeningen:

 

-        1767-1768: Timmerman, wegens verdienste soo aan de pomp en poort aan de pastorye huysinge 1-13-0

-        1769-1770: Item voort leveren van een rib door het brandthuys en anker daer aen gelevert mit arbeyt samen 4-10-0; voor ankers en nagel voor in den gevel en agter aent brandthuys van de nieuwe pastorie huysinge tot securiteyt vant selve alsoo men bevondt te slap was de muur door de hoogte en niet sonder ankers konde houden 21-7-0

-        1769-1770: den eerste steen aen de nieuwe pastorye huysinge alhier werdende gelegt, hebben regenten aen de metselaers om te verdrinken endaar voor vrolyk te weesen tot een douceur gegeven 5-4-0; alnog gegeven aen de timmerlieden wanneer de kop vant huys was gerigt ten eynde als voor 7-16-0

-        1770-1771: Voor een kopere knop aen de pastorye huysinge

-        1771-1772: Voor leveantie van looth gebruykt tot het uytstek van de pastorye; voort afbreken vant dak en weder opmaken vant selve van het uytstek aen de pastorye huysinge

-        1775-1776: Voor een pael en planck aen de uytstek van de pastorye, bak voor de geut, etc., samen 3-5-0

-        1775-1776: Voor 100 groene steentjes, 25 blauwe, 25 steentjes briefkes en twee vuurpotten aent fournuys in de pastorye

-        1776-1777: Voor nog een cleerkast in de pastorye; voor een sleutel, slot aen de schuer van de pastorye

 

Op 9-5-1776 werd een grondige vernieuwing van de pastorie aanbesteed. Het bestek is bewaard gebleven (zie de resoluties). Er werden op zolder twee slaapkamers gebouwd. De twee oude bedsteden werden op zolder geplaatst. In de nieuwe kamers werden raamkozijnen aangebracht. Verder werden groen (of een andere te bepalen kleur) geverfd: de oude poort voor lang

s de straat, een poort staande achter aan het 'brandhuys', enkele deuren en ramen en de twee bedsteden. In de hof moet een nieuw poortje gezet worden. Het werk wordt aangenomen door Jan de Poirter.

 

 

Brief van J.W. Nouhuijs, St. Oedenrode 30-4-1777. Nouhuijs heeft bericht gekregen dat Gerrit van de Heuvel een huis bouwt naast de pastorie. Beneden de plaats van de predikant doet hij stellen twee ramen, op een plaats waar voor desen nooit geene en hebben gestaan. Op zo'n korte afstand (een halve voet van erf van pastorie) mag dat alleen maar als hij ze doet stofferen met ijzeren geerden en vaste glazen, zoverre het nederste gedeelte van het venster maar acht voeten van de aarde en staat, en voor zoverre die venster boven hoger staan, met ijzeren geerden, zodat mensen er hun hoofd niet door kunnen steken, hetgeen ook bepaald wordt in de costuyme van 's-Hertogenbosch art 27. Daarom moet van de Heuvel gerechtelijk worden aangezegd om zijn ramen te verplaatsen. Zo'n onveiligheid mag niet geduld worden, zeker niet bij een pastorie. Als het zo blijft zou de predikant heel licht om een muur of beschot kunnen vragen ten einde die onvrijheid te beletten.

               Secretaris P. de Jong vraagt aan Ackersdijk op 1-5-1777. Moeten de ramen 8 voeten boven de grond worden gesteld, of moet van de Heuvel volstaan met onder vaste glazen te stellen?

 

 

Vergadering van schepenen.  op 29-5-1778: de predikant verzoekt om het laten maken van een planke scherm boven de poort van de pastorie ter bewaering van vrijheijt op de plaats en enige verdere reparatien. Met meerderheid besloten tot het verhogen van de poort en wel soo hoog dat deselve plaats vrij is.

 

Uit de dorpsrekening:

-        1780-1781: Aen Johannes Hendrik Snelders voort maken van den slinger aen de pomp van de pastorye huysinge, leer daer te gelevert en den nieuwe klep daer aen gemaekt 1-9-0; aen den heere predicant Kuypers voor verschotte van twee schuyfjens om een nieuwe schuyffraem en leder tot den suyger van de pomp 0-10-0

-        1782-1783: Voor eyserwerk voor de groote en kleyne poort aen de pastorye; voort malen van een nieuwe poort aen de pastorye huysinge

-        1783-784: Voort maken van blinde glasramen

-        1785-1786: Aent aschhuys van de pastorye huysinge

-        1786-1787: Op den 16 november 1786 verkogte oude pannen gecomen van de pastorye huysinge, als moestende het dak voor een gedeelte vernieuwt worden en met blauwe panne is belegt 9-2-0

-        1789-1790: Timmerman, voor een deksel op de sink of vuylnisput aen de pastorye

-        1790-1791: Voort leggen van tiggelsteenen in de gang van de pastorye huysinge aen den sschoorsteen aldaer; 600 eyselsteenen tot een nieuwe schoorsteen aen de pastorye; timmerman, voor arbeytsloon aen de kelder van de pastorye huysinge; voor 208 tighelsteentjes in de gang aen de pastorie huysinge

 

 

Het gemeentebestuur besloot op 1-3-1791 'op versoek van den heer predikant alhier sijne heg rontom synen hoff, als oud en versleete synde, met de naast leggende geërfdens te vernieuwen en ten costen van deese gemeente te leggen en onderhouden (..) soo lang regenten sullen verkiesen, een muur van 6 voet hoog en circa 90 à 100 voet langh, te weten tussen erve Gerrit van den Heuvel tegen de schuur tegenover de nieuw gemaakte van Gerrit van den Heuvel'.

 

Gerrit van den Heuvel, 'eygenaar van ’t huijs en hoff nevens de pastorije huijsinge alhier', verklaart op 25-3-1791 dat aan hem de resolutie van sschepenen boven genomen omtrent het setten van een muur en het onderhoud daar van tussen synen hoff en de pastorije met syn kennis is genomen en voorgelesen, verklaart volcomen daer meede genoegen te nemen en dezelve te approbeeren, sonder dat daer oyt iets tegen sal doen int regt off daer buijten. Belovende verder wanneer regenten mogte oordeelen int vervolg wederom in plaats van die muur een heg te maken daer toe als van outs de helft in de oncosten en onderhoud te contribueren.

 

Uit de dorpsrekeningen:

-        1791-1792:

o   Betaalt aan Lambert Dirk van Doorn, Peter Verhoeven en Peter Tijsse van de Ven voor leverantie van staaken, geerde en banden gebruykt om daar (tegen een nieuwe beukeheg rontom den hoff van de pastorije) aan te poten en vast te binden, alsoo de oude heg verscheijde fakken dor geworden was, de somme van 6-7-0

o   Voor 500 beuke pootsel om den hoff van de pastorije en 3 lindeboomen voort huys met vragt en tol en twee vragt kalk van de Graeff, meede daer gebruykt, samen 17-0-0

o   Voor leverantie van palen tot de nieuwe heg van des pastorije hoff, hout tot de poord van den hoff; kistjes gemaakt om de linde bomen voor de pastorijeen verwen van de kistjes der lindebomen aldaer

o   Voor arbeytsoom in setten van de nieuwe heg aen den hoff van de pastorije

o   Arbeytsloon van leggen van een muur agter de stal van de pastorije

o   Voort aanbrengen van 12500 steen gebruijkt tot de muur agter de stal van de pastorije 10-0-0

o   Leverantie van sand tot de muur van de pastorije gebruijkt

o   Voort maken en leveren van een nieuwe beugel met koper beleyt gebruikt in de pastorije om in den schoorsteen te setten 14-0-0

o   Metselaar, van een schoorsteen in de kamer van de pastorije

o   Verwen van de poort aan de pastorije

-        1792-1793: Volgens ordonantie en quitantie betaelt aen Francis van Dijk voor 2 ½ dag arbeytsloon int leggen van steenen plavuijsen in de keuke van de pastorije, en aan Peter Verhoeven voor 500 steen

-        1793-1794: Hout gebruykt tot het vergroten van de schuur aan de pastorije; metselaar voor aansmeren van dak

-        1795: Voor een koper schuyffraam ligter en stoppen en leveren van glasruyten in de pastorye

-        1804: Voor verdient arbedsloon en leverantie van hout aant hekken op den dyk naar den pastorijehuis, nieuwe heining in den tuin van tzelve