De inventaris van de katholieke kerk in 1652

 

In 1648 werden de bezittingen van de rooms katholieke kerken door de staat geconfisqueerd. Op 6 maart 1652 overhandigden het Veghelse kerkbestuur en pastoor de volgende goederen:

 

-        een kelcke met pateen en lepelken,

-        een ciborij, 

-        drije heijligen olypullen,

-        een remonstrantie van coper mit een silveren maentken soo ick meijnne daer de H.Hostie in stont,

-        vier casuijffelen,

-        twee dienrocken,

-        vier alben mit sijn toebehoorten,

-        eenen missael,

-        een wieroockvatt,

-        eenen groote sangboeck ende lessenair die toefouwt,

-        twee crucifixen,

-        een wijnscaele,

-        2 pullen,

-        drije buerdenskens,

-        twee corporael doosen, twee corporaelen daerin,

-        twee kelckdoecxkens, eenen roode overkelckdoeck ende vier droochdoecxkens,

-        een cast voor het misgewaet daer in te leggen,

-        een singbancq,

-        een knielbancq mit eenen houten candelaer voor de lijckcarssen,

-        twee outair tuynnen,

-        drije voetenbancken,

-        vier copere candelairs,

-        eenen wijwaterkeetel,

-        een bel,

-        twee paer gardijnen,

-        drije voorhangselen,

-        vijff dweelen,

-        een outair banck,

-        een groote scilderij van den gecruijsten Heer J.C.,

-        ses oft 7 houten beelden mit haer toebehoorten,

-        de scilderijen van den hoogen ende Ons Lieven Vrouwen outair sijn niet wert,

-        ettelycke plancken van den hoogen outair mit twee dueren,

-        twee gewitten solderinge,

-        ettelycke stucken steene vande affgebroken outairen,

-        een oudt vervallen cleijne orgele dwelc Philips Peters voor sich hout

 

Bron: Henk Beijers Archiefcollectie; Nationaal Archief Den Haag serie 12557, geestelijke goederen in Peelland