De bovennatuurlijke krachten van de pastoors
Martien van Asseldonk
26 november 2014
Deze gegevens mogen gebruikt worden onder verwijzing naar: Martien van
Asseldonk, www.oudzijtaart.nl
We vonden enkele vermeldingen van het toekennen van
bovennatuurlijke krachten aan pastoors. Zo stond
de
Veghelse pastoor Johannes Houbraken in 1648 bekend als
duivelsuitdrijver:
Brief van de kwartierschout van Peelland aan de Staten
generaal op 26 juni 1648
Soo en is mij te voren gecomen als
dat tot Vechel den paep misch gedaen heeft ende besich is geweest om
beseten menschen (soo sij die noemen) uyt te werpen, maer veel van de
gemeijnten beginnen te seggen, dat den paep tooveren can ende de
menschen betoovert om gelt te crijgen.
Rijksarchief 's-Gravenhage, toegang 1.01.04, Archief van de
Staten-Generaal, inv. nr. 4987.
Bijeenomst van de Classis van den
Bosch in de periode juli-december 1648:
Er worden nog enige mededelingen
gedaan zoals bv. het weren van papen die in veel dorpen in de Meierij
nog aanwezig zijn en het volk van de predikanten en hun diensten afkerig
proberen te maken en hen tegen de nieuwe religie ophitsen, vooral één
paap die men beschouwt als een ‘duyvelbander’, die zich in de omgeving
van Veghel ophoudt.
BHIC, toegang 254, Archief van Claissis van 's-Hertogenbosch,
inv. nr. 1, folio 418v.
Gerard Rooijakkers geeft enkele voorbeelden van het
toeschrijven van bovennatuurlijke krachten aan pastoors:
-
Op 5 juni 1671 werd een toren door de bliksem aangestoken in de Meierij
van ’s-Hertogenbossch. Door de ketters werd de Katholieke pastoor erbij
gehaald, die het vuur uitdoofde door er wijwater in te werpen.
-
Volgens het volksgeloof waren priesters in staat de wind te veranderen.
Volgens Hanewinkel kende men aan priesters het vermogen toe om iemand
die hen wilde aanvullen vast en onbeweeglijk op een plaats te doen
blijven staan. Zij konden ook iemand onkwetsbaar maken.
Rooijakkers, G., Rituele
Repertoires. Volkscultuur in oostelijk Noord-Brabant 1559-1853
(Nijmegen 1994), 184-185.
Willem van Stiphout geeft het voorbeeld van de Zijtaartse
pastoor Kamp in maart 1926:
-
Op Krijtenburg brandde de boerderij van Van Reijbroek af. De
harde wind waaide de vonken naar de met stro gedekte boerderij vanToon
van Sleeuwen. Pastoor Kamp was er eerder dan de brandweer. Er werd
gezegd, dat velen getuigen waren dat hij de wind verdraaide, waardoor
een tweede boerderij gespaard bleef.
Willem van Stiphout, Uit ’n
dagboek van een verhuizer(Oirschot, oktober 1984, niet uitgegeven)
27.
|