Het Sint-Katharina altaar
Martien
van Asseldonk
10 juli 2014
Deze gegevens mogen gebruikt worden
onder verwijzing naar: Martien van Asseldonk, www.oudzijtaart.nl
Inleiding
Net als kapellen waren altaren instellingen met eigen
inkomsten en uitgaven en werden zij gesticht door middel van een
schenking, waarmee een geestelijke (de rector van het beneficie) werd
betaald, die op dat altaar een bepaald aantal missen opdroeg. Vaak was
dat voor het zielehiel van de stichter. Soms was er een broederschap aan
een altaar verbonden en werd er een H. Mis (of meerdere) opgedragen voor
de levende en overledene leden van het broederschap of gilde. Het
Veghelse Sint-Katharina altaar was verbonden aan het plaatselijke
Sint-Katharina gilde.
De oudste vermelding komt uit het Bosch protocol.
-
BP-12164 (1494-1495), fol. 36v: Engbert Vilt die Screymeker belooft aan
heer Jan van der Straten, priester, te maken een welfsel boven het
Sint-Katherina altaar.
Dit wijst er op dat het altaar in 1494 of 1495 gesticht
werd door Jan van der Straten.
Het broederschap
De oudste vermelding van het broederschap dateert van 8
juli 1505. Aert Janssen van
der Ryt schonk op die dag in zijn testament een bepaald bedrag aan onder
andere de broeders van het gilde van Sint-Katharina. Het broederschap
zal wel tegelijk met het altaar opgricht zijn in 1484 of 1595 (het
betreffende Bosch Protocol loopt van 1 oktober 1494 tot 30 september
1495).
Op 17-12-1538 schonken Dirck, zoon van wijlen Jan
Landtmeter en zijn vrouw Katheryn, dochter van wijlen Jans Deckerssoen,
in hun testament aan ‘der fraterniteyt van Sunte Katherynen altair
stainde inden kercken van krijgt voor ‘vercieringe des selve altairs
ende beelden dair op staende’ 6 Carolus gulden na hun beider dood.
Op 4-3-1539 maakte Katheryne, dochter van wijlen Danelt
Geritssoen, liggende ziek te bedde, haar testament op. Ze vermaakt onder
andere een Bosch pond aan ‘den scoelmeester des dorps van Vechel ter tyt
wesende om mit synen discipulen ende scolieren alle woensdagen ten
ewigen dagen toecomende te singen loff voer den altair van sunte
Katherynen in der kercken van Vechel mit een
antiphona versikel ende
collecte van der eerweerdiger maget Katheryne, ende alle donredaagen te
singen loff des avonts in den hoegen choer der kercken van Vechel voer
dat eerweerdige heilige Sacrament’. Als deze erfcijns afgelost wordt dan
moeten de kerkmeters met de ‘dekens ende wasmeester van der fratirniteyt
van sunte Katherynen’ het geld opnieuw beleggen.
Uit de begraafboeken van veghel
De confisquatie in 1648
In 1648 werd het kerkelijk bezit geconfisqueerd door de
staat, Op 23 juni 1648 stuurde de Veghelse vorster Hendrik Denisse een
lijst van de geestelijke goederen in Veghel naar de kwartierschout. Hij
noemt onder andere:
-
Het personaatschap
-
Het vicariaat
-
De kosterij
-
Het Sint Agatha-altaar
-
Het Sint Barbara-altaar
-
Het Onze Lieve Vrouwe-altaar
-
Het Sint Joris-altaar en het Sint Anna-altaar
-
Het Sint Catharina-altaar
-
De Sint Antoniuskapel aan ’t Havelt
-
De kapel aan het Dorshout
-
De Sint Antoniuskapel te Eerde (hoorde onder de parochie Sint-Oedenrode)
-
De Heise kapel en het altaar van het Heilige Kruis ontbreken in deze lijst.
Verder was er ook nog een kapel in kasteel Frisselstein
De uitoefening van het katholieke geloof was toen al enige
tijd verboden. De staat inde dus vanaf 1648 de inkomsten van het
beneficie, maar er werden geen rectors meer aangesteld. Het
Sint-Catharine gilde bleef wel bestaan.
Inkomsten van het altaar
Verder vermelden de Veghelse schepenprotocollen nog
inkomsten van het altaar:
-
16-5-1534: een huis met toebehoren gelegen in die
Nederbiest met een stuk land in die Donckerstraet belast met een
erfcijns van 2 Bossche ponden aan ‘sinte Katherynen altair inder kercken
van Vechel’
-
25-10-1535: een huis met toebehoren gelegen aent Havelt int Sonderlaet met
een kamp land in Lancvelt, belast met een erfcijns van 19 stuivers en 1
oort aan ‘sunte Katherynen altaer inder kercken van Vechel’
-
17-7-1554: een huis met toebehoren genoemd
den Werffecker, gelegen
aent, belast met een erfcijns van 5 ½ Bossche ponden payments aan
‘den rectoer van Sente Catherynen altair binnen der kercken van Vechel’
Namen van rectors en plaatsvervangers
-
BP-12164 (1494-1495), fol. 36v: Engbert Vilt die Screymeker belooft aan
heer Jan van der Straten, priester, te maken een welfsel boven het
Sint-Katherina altaar.
-
BP-1269 (1500-1501), fol. 64v: Heer Jan van der Straten, priester, rector
van het Sint-Katharina altaar in de Vechelse kerk
-
BP-1269 (1500-1501), fol. 160: Een mis op het Sint-Katharina altaar in de
parochiekerk
-
heer Jan van der Straten
-
1510-1524: rector heer Johannes van der Straten doet dienst met 2 missen,
weinig of geen waarde (Pouillés)
-
1536: Rector heer Anthonius van der Straten betaalt voor zijn afwezigheid 8
groten (Pouillés)
-
1556: Rector heer Theodoricus Arnoldus is aanwezig en dient met 3 missen
(Pouillés)
|
||||