Het altaar van St. Joris en Anna

Martien van Asseldonk

10 juli 2014

Deze gegevens mogen gebruikt worden onder verwijzing naar: Martien van Asseldonk, www.oudzijtaart.nl

 

Inleiding

 

Het altaar van St Joris en Anna wordt in de aartsdiakonale inkomstenregisters in 1524 voor het eerst genoemd, met de aantekening: ‘nieuw opgericht, maar nog niet gewijd’. In 1505 worden de broeders van het gilde van St. Anna genoemd. Dit broederschap zal aan dit altaar verbonden zijn geweest. Het altaar zal dan kort voor 1505 opgericht zijn. Vermoedelijk bestond het in 1491-1492 al, omdat toen het aan dit altaar verbonden Sint-Jorisgilde vermeld wordt.

 

In 1534 wordt het ‘Sunte Joris ende Anna altair’ een keer genoemd, maar verder domineert in de bronnen de kortere aanduiding  ‘St. Joris altaar’.

 

In de Veghelse schepenprotocollen worden betalingen aan de rector van het St. Jorisaltaar vermeld, zoals:

-        4-4-1530: een kamp land in de Nederbiest, belast met een erfpacht van 1 mud rogge, Veghelse maat, aan de ‘rectoer van  Synte Joris altair staende inder kercken van Vechel’

-        13-10-1533: een huis met toebehoren aen die Biesen, belast met een erfpacht van 27 vaten rogge, Rooise maat aan ‘den rectoer van Sente Joris altair staende inden kercken van Vechel’

-        23-1-1544: een stuk land genoemd den Vosecker en een stuk land genoemd dat Braecxkens, gelegen int Davelair, belast met een erfpacht van 1 mud rogge, Veghelse maat, aan ‘den rectoir van Sente Joris altair inder kercken van Vechel’.

-        7-4-1557: de hoeve te Middegael, belast met een erfcijns van 16 stuivers aan ‘den rectoer van Sente Joris altair binnen der kercke van Vechel’

-        3-2-1585: Een hostadt lants met een boomgaert, ‘waeraff het huys affgebrant is’, gelegen in de Wielrotsche thiende, belast met een erfcijns van 0-44-0 aan de rector van het St. Joris altaar in de kerk van Veghel

 

Bij de opsomming van de in 1648 door de staat geconfiscqueerde geestelijke goederen worden zowel het St. Joris altaar als het St. Anna altaar vermeld. Waarschijnlijk werd beide keren het St. Joris en Anna altaar bedoeld.

 

 

Namen van rectors en plaatsvervangers

 

-        1524: Rector Jacobus Gobbens, geestelijke, afwezig, wordt bediend door heer Johannes Henricus, priester, met 2 missen, het beneficie is 3 Rijnsgulden waard (Pouillés).

-        20-2-1534: Jacop soene Peter Goebels, ‘rectoer van Sunte Joris ende Anna altair staende inder kercken van Vechel’ machtigt heeren Danelt soene wilneer Jans Clocgieter, ‘pastoer tot Ieteren’ om namens hem alle inkomsten van ‘den altair van Sente Joris ende Anna’ te beuren en met die inkomsten ‘den dienst daer die rectoer inne verbonden is sal doen’ (Schepenprotocollen).

-        Op 7-8-1546 verklaarde Heer Jan soene wylen Hanrick Roefss, ‘priestere, rectoer van Sunte Joris altair staende binnen der prochie kercken van Vechel’ dat joffrouwe Katherina van Vladeracken, weduwe van Matheeus van Berze aan hem een erfcijns van 35 stuivers afgelost heeft (Schepenprotocollen).

-        1557: Rector heer Johannes Henricus aanwezig en neemt de diensten zef waar met 2 missen, het beneficie is 2 Rijnsgulden waard (Pouillés).

-        1566: rector heer Johannes Hamont (Pouillés).

 

 

Het broederschap

 

Het aan het altaar van Sint-Joris en Anna verbonden broederschap of gilde komt zowel onder de naam Sint-Joris als Anna voor. De volledige naam zal Sint-Joris en Anna geweest zijn.

 

De oudste vermelding komt uit het Bosch Protocol dat loopt van 1 oktober 1491 tot 30 september 1492. Daarin is sprake van de overdracht van een erfpacht van twee mud rogge, Vechelse maat, die Arnoldus van de Bolst in zijn testament aan het gilde Sancte Georgi in de kerk van Vechel had geschonken.

BP-1261, fol. 426v (1491-1492)

 

Aert Janssen van der Ryt schonk op 8 juli 1505 in zijn testament een erfpacht van mud rogge,  Bossche maat, Aan de broeders van het gilde van Sint Anna in de kerk van Vechel betaald uit goed in Uden door Mathias Hanricus, zoon van Arnoldus aen Carperdijck.

 

R55, fol. 157 (24-04-1668): Jan Laureijnssen heeft verkocht, opgedragen en overgegeven 'aen de gulde broeders van St. Joris tot Veghel' een erfcijns van 6 gulden te betalen uit een 'huijs, hof, gelegen in de straet tot Veghel voorschreven, gemijndelyck genoemt den Dorsen Henckxst'

-       e.z.: Geraerdt Roefs

-       a.z.: Adriaen Goossens den Ouden

-       e.e.: de gemeijne straet

-       a.e.: de Lack

 

 

R55, fol. 475 (17-05-1673): een 'huijs, hoff, appendentien van dyen, gelegen alhier tot Vechel in de Straet', groot ontrent 1 lopen is belast met een cijns van 6 gulden 'aen de gildebroeders vant St. Joris tot Vechel'

 

 

Op 24-6-1714 wordt in de dorpsrekening vermeld:

-        betaelt aen Antonij Spierincx twaelf gulden verteert door St. Joris gilde broeders haer toegeleght wegens het inhaelen van de heer quartierschout