Van Ricartsvoort: een toponiem en twee middeleeuwse families
door:
dr. Anton Schuttelaars
Het
topniem Ricartsvoort (zie de kaart
met toponiemen voor de lokatie van dit
toponiem)
Het gebied
tussen Veghel en Sint-Oedcenrode bestond in de middeleeuwen
grotendeels uit woeste gronden: heidevelden met hier en daar
terreinverhogingen en ondiepe vennen. Verschillende
beekjes zorgden voor de afvoer van overtollig
water naar Dommel of Aa. Een van die beekjes, de Biezenloop (ook
wel Jekschotse loop genoemd), kruiste een weg op een
oost-westwaarts liggende terreinverhoging op Zondveld en
stroomde vervolgens in noordelijke richting via het moerassige
Reybroek in de Aa uit ten zuidoosten van Veghel. Waar de
Biezenloop die weg, tegenwoordig Krijtenburg geheten, doorsneed
was een doorwaadbare plaats; een zogenaamde voorde. Deze plaats
werd – minstens vanaf de veertiende eeuw – aangeduid als Ricoutsvoirt of Ricartsvoirt:
de voorde van ene Ricout of Ricart. Was er aanvankelijk slechts
een doorwaadbare plaats, in de loop der tijden – wanneer precies
is onbekend – is hier een bruggetje over de Biezenloop
aangelegd.
De eerste
vermelding van het toponiem Ricartsvoort dateert van het begin
van de veertiende eeuw. Bij de uitgifte van gemene gronden door
hertog Jan II aan de lieden van Veghel in 1310 wordt Ryckontsvoert als
één van de grenspunten genoemd. Een jaar later is opnieuw bij
een uitgifte van gemene gronden, ditmaal aan de lieden van
Sint-Oedenrode. sprake van Ricondfort als
scheidingspunt. De grens die toen is vastgesteld vormt in grote
lijnen nog steeds de gemeentegrens tussen Veghel en
Sint-Oedenrode. Waar de Biezenloop de straat met de naam
Krijtenburg kruist buigt ook nu nog de gemeentegrens in
zuidwaartse richting af.
Later in
de veertiende en vijftiende eeuw wordt het toponiem enkele
tientallen malen in de bronnen vermeld bij plaatsaanduidingen
van onreorende goederen. In 1429 is sprake van een erfpacht ex
domistadio in Rode sancte ode in loco dicto op Rycartsvoert ...
atque ex petia terre in Vechel in loco dicto in Rycartsvoert:
uit een hoeve in Sint-Oedenrode op de plaats genaamd op
Rycartsvoert en uit land in Vechel op de plaats
genaamd in Rycartsvoert. Deze beide goederen
grenzen aan de communitas, de gemeint. De
locatie blijkt dus op de grens te liggen, gedeeltelijk in
Sint-Oedenrode en gedeeltelijk in Veghel, in het buurtschap
Krijtenburg.
Na 1500
komt het toponiem Ricartsvoort nog slechts sporadisch voor. Op
een kaart die in 1590 van de Rooise heide is gemaakt wordt
Rijkersvoort als grenspunt aangegeven, op een kopie van deze
kaart uit 1650 heet dit punt Ryckersvoort.

In een
akte uit 1749 is sprake van limite paelen ...op
Rijkevoort. Vermeldingen van het toponiem Ricartsvoort komen
in de zeventiende en achttiende eeuw alleen voor als het om de
grenspaal van de gemeint gaat. In de volksmond werd de locatie
echter de Voort genoemd, zoals
bijvoorbeeld blijkt uit een kaart van het gehucht Eerde uit 1754
van de hand van landmeter Jan de Weijer.

Begin
negentiende eeuw schreef de Rooise historicus A.C. Brok dat het
toponiem Rickenvort, waar een van de
grenspalen van de gemeint stond, thans doorgaans
de Vort [wordt] genaamd. Op de oudste
kadastrale kaart van de gemeente Veghel uit circa 1830
(afbeelding 5) wordt het gebied ten oosten van de Biezenloop en
ten zuiden van Krijtenburg inderdaad aangeduid als De
Voort. Ook in de twintigste eeuw wordt het toponiem nog wel
gebezigd, hoewel het niet meer op officiële kaarten voortkomt.
Inmiddels lijkt ook de naam de Voort in
de vergetelheid te raken.
Families van Ricartsvoort
Delen van
de woeste gronden tussen Veghel en Sint-Oedenrode werden vanaf
de elfde eeuw ontgonnen. Ook rondom de Ricartsvoort, in het
gebied Krijtenburg – Zondveld, is in de periode 1000-1300 sprake
van een ontginningsgolf. In de daaropvolgende eeuwen vonden
vervolgens nauwelijks nog ontginningsactiviteiten plaats. Pas
vanaf ongeveer 1780 is in hoog tempo de resterende woeste grond
ontgonnen.
Van
Ricartsvoort in de veertiende eeuw
Dateert de
oudste vermelding van het toponiem Ricartsvoort van het begin
van de veertiende eeuw, de eerste persoon die met die naam in
verband kan worden gebracht, vinden we pas in de tweede helft
van die eeuw.
In 1311 was Jekschot, een gebied tussen Veghel,
Sint-Oedenrode en Lieshout, iets ten zuiden van de Ricartsvoort
gelegen, door de hertog van Brabant als heerlijkheid uitgegeven
aan de Brusselse poorter Willem die Cruudener. In 1362 liet de
toenmalige heer van Jekschot de grenzen van zijn heerlijkheid
opnieuw afpalen. Hierop ontstond een
conflict. Het lijkt erop dat tot dat moment de gebruikers
van de aangrenzende gemeint van Sint-Oedenrode ongestoord de
woeste gronden van Jekschot hadden kunnen benutten, maar dat hun
na de hernieuwde grensafbakening de toegang tot het Jekschotse
terrein werd ontzegd. De gemoederen liepen hoog op, er is zelfs
sprake van een guerra, een opstand of
oorlog, waarbij het slotje van de heer van Jekschot zou zijn
verwoest. Uiteindelijk greep de hertog met harde hand in: de
gemeinten van Sint-Oedenrode werden in beslag genomen en zouden
pas weer worden vrijgegeven na betaling van een aanzienlijke
boete door de gebruikers van die gemeinten.
Op een
lijst van personen die bijdroegen aan deze boete uit 1365 of
kort daarna, komen we twee posten tegen die we in verband kunnen
brengen met de naam Ricartsvoort. De eerste luidt: Item
Deenkens goet van Rycotsfort III mott.; direct daarop volgt
de tweede: Item Femi Wellens wif v mott. Ene
Deenken, een verkleinwoord voor Daniël, betaalde voor zijn goed
op Ricartsvoort 3 mottoenen; Femi(e), de vrouw van ene Wellen,
droeg 5 mottoenen bij aan de boete.
Elk van
deze personen vormt de top van een van de twee hierna
gepresenteerde takken van Ricartsvoort: Femi is de vrouw van
Wellen van Ricartsvoort, stamvader van de eerste tak; Deenken is
de stamvader van de tweede tak. Het feit dat ze in de boetelijst
na elkaar worden genoend doet vermoeden dat zij een nauwe band
hebben gehad. Ongetwijfeld woonden ze vlak bij elkaar op de
Ricartsvoort, zeer waarschijnlijk waren ze ook aan elkaar
verwant. Een van de kinderen van Femi en Wellen heette ook
Daniël en er zijn aanwijzingen dat de vader van Wellen van
Ricartsvoort ook Daniël heette. Is Deenken de vader van Wellen,
of misschien een broer? De bewijzen ontbreken, maar verwantschap
tussen de twee takken van Ricartsvoort die hierna worden
behandeld ligt toch wel zeer voor de hand.
Familie
van Ricartsvoort I
De eerste
familie van Ricartsvoort was en bleef sterk verbonden met de
Ricartsvoort: leden van de familie bezaten vooral goederen in
het grensgebied van Sint-Oedenrode en Veghel, met name op
Ricartsvoort en Krijtenburg. Leden van deze familie worden in de
beschikbare bronnen slechts af en toe aangeduid met de naam Van
Ricartsvoort, vaak worden ze ook alleen maar met patroniemen
aangeduid. De stamboom van deze eerste familie van Ricartsvoort
is vooral gebasseerd op gegevens uit de cijnsboeken van Helmond,
waar de naam Van Ricartsvoort veel langer gebruikt lijkt te zijn
gebleven dan in andere bronnen als schepenprotocollen.
I
Wellen
van Ricartsvoort was
rond het midden van de veertiende eeuw gegoed op de
Ricartsvoort. Er zijn aanwizjingen dat zijn vader Daniël heette.
Hij was gehuwd met Eufemia, of Femie, die in 1363 Femi
Wellens wif wordt genoemd en ook wel als Eufemie
van Ricartsvoirt wordt aangeduid. Uit dit
huwelijk stammen waarschijnlijk de volgende kinderen:
1. Wouter
(volgt II-a).
2. Arnt
(volgt II-b).
3. Daniël,
zoon van wijlen Eufemie van Ricartsvoort wordt in 1448 vermeld
als eigenaar van een perceel op Ricartsvoort. Of hij toen nog in
leven was of dat het hier om een verwijzing naar een oudere
situatie gtaat, is onduidelijk, maar het laatste lijkt het meest
waarschijnlijk.
II-a
Wouter
Femyen van Ricartsvoort,
ook aangeduid als Wouter Wellens van
Ricartsvoort en Wouter Wellens.
Wouter was gegoed in Veghel en Sint-Oedenrode, zowel op
Ricartsvoort als ook op andere plaatsen, zoals te Jekschot. Hij
is voor 1431 overleden. Uit zijn huwelijk met ene Gertruyt, van
wie verder niets bekend is, stammen:
1. Daniël
2. Jan,
vermeld in 1431
3. Henrick
4.
Gertruyt, vermeld in 1431, overleden vóor 1448, gehuwd met
Henrick Peters die Coninck
5.
Catharina, vermeld in 1431, overleden vóor 1448, gehuwd met
Henrick Goyaert Henricx of Heyntkens
6.
Beatrix, vermeld tussen 1421 en 1449 en vóór 1450 overleden,
getrouwd met kleermaker Willem Libaert
II-b
Arnt
Wellens van Ricartsvoort, ook aangeduid als Arnt Wellens en Arnt
Femyen. Ook Arnt was gegoed op Ricartsvoort, zowel onder Veghel
als Sint-Oedenrode. Hij is vóór 1425 overleden. Hij was vader
van:
1. Peter
2.
Catharina
3. Femia
4. Arnolda
5. Wouter
6. Arnt
Familie
Van Ricartsvoort II
De tweede
familie Van Ricartsvoort had net als de eerste zijn oorsprong op
de Ricartsvoort, maar verhuisde al snel naar andere locaties:
Heeswijk en DInther en vervolgens ‘s-Hertogenbosch.
I
Daniël /
Deenkens van Ricartsvoort. Hij was gegoed op Ricartsvoort, zowel
onder Sint-Oedenrode als Veghel. Vóór 1387 is hij overleden.
Daniel was waarschijnlijk getrouwd met Elizabeth van Verlaer,
uit welk huwelijk twee zoons stammen:
1. Jan
(volgt 2-a)
2. Daniël
(volgt 2-b)
2-a
Jan
Daniëls / Deenkens van Ricartsvoort wordt
in 1387 vermeld en is voor 1395 overleden. Hij bezat goederen op
Ricartsvoort onder Sint-Oedenrode en Veghel. Hij was vader van
drie kinderen, die zijn goederen op Ricartsvoort erfden.
1. Jan,
vermeld tussen 1395 en 1417.
2.
Margaretha, vermeld tussen 1395 en 1417. Zij was gehuwd met
Henrick Arnt Sporkens.
3.
Catharina, vermeld tussen 1395 en 1417. Zij was gehuwd met Arnt
Jan Suyskens.
2-b.
Daniël
/ Deenkens Daniëls / van Ricartsvoort,
alias van der Eijken, alias Bogairt.
Daniël wordt vermeld tussen 1385 en 1436 en is overleden vóór
1428. Hij erfde een deel van zijn vaders bezit op Ricartsvoort,
maar verlegde zijn activiteiten richting Dinther en Heeswijk.
Hij bezat een hoeve in Heeswijk, een huis ten
culen in
Dinther, en land onder andere aan die
Langdonc aldaar.
Hij was getrouwd met ene Gertruyt, uit welk huwelijk vijf
kinderen stammen:
1. Daniël
Vermeld vanaf 1402 en overleden in 1448 of 1449, Hij werd
poorter in Den Bosch en verdiende zijn brood als lakenscheerder.
Hij trouwde eerst met Volwich, dochter van Gielis van Goerle en
later met Yda Mathys van Geffen. Daniël en zijn beide vrouwen
waren gewoon lid van de Bossche Lieve Vrouwe Broederschap. Hij
liet vier kinderen na.
2. Gerit
Daniël Daniëls van Ricartsvoort alias van den Bogart, vermeld
tussen 1409 en 1454, overleden voor 1467. Hij was woonachtig in
Dinther en getrouwd met ene Jutta. Voor zover bekend heeft dit
echtpaar geen kinderen nagelaten. Jutta was gewoon lid van de
Bossche Lieve Vrouwe Broederschap.
3. Michiel
4. Jan
5.
Catharina, vermeld in 1400 en 1438. Zij was gehuwd met Henrick
van Zochel.
----------------
Niet het hele artikel is overgenomen. Anton Schuttelaar geeft
voor beide takken gegevens van nog twee generaties meer.
Bron: Dr.
Anton Schuttelaars, ‘Van Ricartsvoort: een toponiem en twee
middeleeuwse families’, in: A.M.G.
Reniers en Leonardus
Franciscus Wilhelmus Adriaenssen, Leo
Brabanticus. Liber Amicorum voor dr. Leo Adriaenssen (Erfgoed
Brabant, 2011) 146-158.
|