Grens van de gemeint van de Aa tot Uden Martien van
Asseldonk, 24 september 2014
Deze gegevens mogen gebruikt worden
onder verwijzing naar: Martien van Asseldonk, www.oudzijtaart.nl
Het traject waar de grens van de gemeint van Veghel ten
noorden van de Aa grensde aan de gemeint van Erp wordt in de
uitgiftebrief van de Veghelse gemeint van 5 augustus 1310 als volgt
omschreven:
-
van de Aa verdergaande langs de gemeint van Erpe, zich direct uitstrekkende
tot de gemeint en jurisdictie van Uden.
De gemeint van Uden is voor zover bekend nooit uitgegeven,
maar uit de uitgftebrief van Veghel blijkt dat die gemeint in 1310 wel
bestond. Net als elders zullen de boeren van Uden omstreeks 1180-1230
een gemeint zijn gaan beheren waarvan de grenzen ten opzichte van de
belendede gemeintes op minst globaal bekend waren. Rond 1310 hoorde Uden
onder het gezag van Rutger van Herpen. Deze heer gaf in 1313 wel een
gemeintsbrief aan Boekel met Volkel. Zo'n brief moet men zien als een
transactie tusen de heer en zijn onderdanen. De heer bevestigde het
gebruik van de gemeint door de boeren en beloofde hen te beschermen
tegen inbreuken op hun gemeint door anderen. De de boeren betaalden
daarvoor een bedrag ineens en vervolgens een jaarlijkse cijns. Ook
zonder zo'n brief gebruikten boeren hun wildernis, en al had de heer de
boeren van Uden geen brief gegeven, hij zal hun gebruiksrechten toch wel
gerespecteerd hebben.
In de gemeintsbrief van Erp van 13 september 1300 wordt de
grens tussen de gemeintes van Veghel en Erp ten noorden van de Aa
omschreven als:
-
van Keeldonc van de Aa zich uitstrekkend tot Moervelt
-
van Moervelt tot Slopvort
-
van Slopvort tot Weltevort
Waar de gemeintsbrief van Veghel op dit traject geen enkel
grenspunt vermeldt, noemt de Erpse brief er twee: Moervelt en Slopvort.
We zulen nu proberen deze twee grenspunten op te sporen. We volgen de
grens vanaf de Aa richting Uden.
Het eerste deel van de grens vanaf de Aa
Het deel van de grens tussen de gemeintes van Veghel en Erp
direct ten noorden van de Aa werd op 12 juli 1793 opnieuw vastgesteld.
Een verslag van een vergadering van de regenten van Veghel schrijft:
Dat kenbaar is dat gecommitteerden
uit Veghel en Erp op 12 juli 1793 de limieten tussen wederzijdse
plaatsen van Erp en Veghel, door en ontrent de Lankveltse hoeve met
bijwezen en tussenkomst van baron van Rheemen tot Remenshuijse, Raad en
rentmeester Generaal der Domeinen, hebben vastgesteld, te weten:
Enkele percelen vehuisden
voor de belasting naar Veghel, zodat voortaan uit alle percelen aan de
Veghelse kant van de grens in Veghel belasting betaald werd. Bovendien
was afgesproken dat men: 'langs de gemaakte scheiding steene palen soude
setten ten coste van beyde de plaatsen.'
Op bovenstaande kaart zijn deze grenspunten geplaatst. De
ligging van het eerst grenspunt (aan de weg van Veghel naar Erp) en van
het laatste grenspunt (aan de Aa) zijn helder. Het hertogelijk leengoed
Lankvelt van Van Boxtel is groen gearceerd. Traject drie loopt in
oostelijke richting, er is maar een stuk van de grens dat naar het
oosten loopt. Verder zijn als grenspunten de plaatsen aangehouden waar
de grens een knik maakt.
Of wie hiermee ook de grens van de gemeint anno 1310 te
pakken hebben is onzeker. Er wordt bij de afpaling van 1793 niet
verwezen naar oude palen. Wel wordt er in de dorpsrekening van 1655-1656
al gesproken over de grens tussen Erp en veghel op het Ham.
-
betaelt aen Jan Huybert Quens ter sooma van 3 gulden 11
stuyvers verteert doer Goert Peters, Henrick Dirck Jacobs, Heyman
Henricxen ende Tijs Jacobssen als wanneeer sij met de regerders van Erp
waren sprekende over de palinge tusschen Erp ende Vechel ontrent Hamme
Traject 1 en 2 op de kaart zal al in 1310 daar gelegen
hebben omdat dat deel van de grens het landgoed Lankvelt volgt dat al
voor 1190 uitgegeven is. Ten zuiden van dit landgoed is men met de
vaststelling van de grens min of meer in dezelfde richting doorgegaan
tot aan de Aa. Als dit deel van de grens uit 1793 niet precies hetzelfde
is als wat in 1310 afgesproken was, dan komt het wel kort in de buurt.
Ik vermoed dat de grens van de gemeint eertijds van 3
rechtstreeks naar 5 liep. Daar liep een perceelsgrens en de grens van de
gemeint wordt er regelmatiger van. Ook week de gemeentegrens bij 2 iets
van de rechte lijn richtng Erp af.Een perceelgrens in het noordelijke
deel van het leengoed Lankvelt en de grens van de gemeente direct ten
zuiden van het leengoed volgen wel de rechte lijn. Ke nnelijk is na het
slechten van de wal en gracht van de landweer deze srook bij het
leengoed gevoegd en werd het zo in het begin van de negentiende eeuw een
deel van Veghel, terwijl de strook eerder Erps gebied was.
In de bronnen vonden we geschillen tussen Veghel en Erp
over het Kijfveld. Waar dat lag en waarom er ruzie over gemaakt werd, is
onduidelijk.
Raad van Brabant, 26 aril 1445:
-
Kwestie tussen de dorpen Erp en Veghel waarin opdracht wordt gegeven 'dat
men sal visiteren die plaetse vanden Kijfvelde off daer aff maken enen
figuer mit goeder declaratien ende die brengen biden Raide'
Dorpsrekening
Veghel 1638-1639:
-
met Willem Bartholomeuss geweest tot Erp om te
veracorderen met het Kifvelt, ende als doen verteert 12 stuyvers
In 1655-1656 werd er met Erp overlegd over de grens op het
Ham. Uit de dorpsrekening van dat jaar:
-
betaelt aen Jan Huybert Quens ter sooma
van 3 gulden 11 stuyvers verteert doer Goert Peters, Henrick Dirck
Jacobs, Heyman Henricxen ende Tijs Jacobssen als wanneeer sij met de
regerders van Erp waren sprekende over de palinge tusschen Erp ende
Vechel ontrent Hamme
De landweer
In 1498 werd
er vonnis gewezen in een geschil tussen de inwoners van Eerde en
Creytenborch enerzijds en de inwoners van Veghel anderzijds over
gebruiksrechten in de Veghelse gemeint. De inwoners van Eerde en
Creytenborch hadden onder andere betoogd dat zij met de inwoners van
Veghel hadden moeten onderhouden die lantweren op d’ander zyde van
der rivieren geheeten die Aa, gelegen op die palen ende frontieren.
Hieruit volgt dat de landweer ten oosten van de Aa lag en meer specifiek
op de grens van Veghel en dat de landweer een verdedigende functie had.
Wanneer was het zo onveilig dat
de aanleg van deze landweer begrijpelijk is? Nadat de hertog van Brabant
in de eerste decennia van de dertiende eeuw zijn gezag had gevestigd in
het grootste deel van het gebied van de latere Meierij van
's-Hertogenbosch, was het in de tweede helft van de dertiende eeuw,
voorzover bekend, rustig in deze regio. In de veertiende eeuw is sprake
van schermutselingen en tussen tussen de hertog van Brabant en de graven
van Holland en Gelre over plaatsen in het rivierengebied en langs de
Maas. In 1372 is voor de eerste keer sprake van oorlog en verwoestingen
in de buurt van Veghel. In dat jaar ontstond er een twist tussen Brabant
en Holland over Vlijmen en Engelen. Troepen onder leiding van Reinoud
van Brederode, vielen de Meierij binnen en verbrandden veel huizen in de
omgeving van Sint-Oedenrode. In 1374 kwam het tot een bestand.
Vermoedelijk werd de landweer aangelegd nadat de oorlogsdreigingen in
Veghel direct voelbaar waren geweest. Dit was ook de bloeiperiode van de
aanleg van dergelijke landweren in het huidige Duitsland, België en
Nederland.
Moervelt
Op het kaartje van Adriaan Brock staat direct ten noorden
van het woord 'Landweer' het woord 'Meerveld' geschreven. Dit is
identiek aan het grenspunt Moerveld dat in de Erpse brief van 1310
genoemd wordt. We plaatsen het Moervelt op het punt waar de grens van de
gemeint een knik maakt. Vermoedelijk liep de landweer ook tot aan dit
punt door.
Slopvoert
Op het kaartje van Brock staat ten noorden van 'Meerveld'
ook het woord Slopperenberg' geschreven.
De ligging van een 1791 in Veghel uitgegeven perceel wordt
omschreven als: 'aan geen seyde de Melfort, aan de Krekelshoff, ontrent
de liemieten van Erp, aan den sogenaamde Slopperense berg'.
Voor 'slop-' worden verschillende verklaringen gegeven: een
doodlopende steeg of nauwe doorgang (denk aan sloppenwijk), of men denk
aan verwantschap met 'slip', een modderige of leemhoudende ondergrond,
Ten slotte kan de naam samenhangen met het middelnederlandse 'slippe' is
kleine gracht.
De laatste verklaring is in dit geval aantrekkelijk vanwege
de combinate met '-voert'. We lokaliseren de Slopvoert niet ver van de
Slopperense berg op de grens van Erp en Veghel. De meest aannemelijke
lokatie is dan het punt waar de grens een flauwe knik maakte. Daar
passeerde ook een weg de grens. Waarschijnlijk heeft daar een grenssloot
gelegen met een doowaardbare plaats of voort. Het is mogelijk dat de
grenssloot aangeduid werd als 'slippe' of 'slip' en dat de
oorspronkelijke vorm van de naam Slipvoert is geweest, of dat een slippe
in het plaatselijke dialect een slop genoemd werd.
Weltevoert
Het laatste grenspunt van Erp op dit deel van de grens van
de Erpse gemeint is Weltevoert. Weltevoert iis identiek met de veldnaam
Wedelsvoert die we in 1449 in Veghel aantroffenop Hoordonk
aan de grens met Uden. 'Wedel-' wordt gezien als een afleiding
van 'wade-'. De wedelsvoert zou dan een voort zijn waar men doorheen kon
waden. Dat is een beetje dubbel op. In pincipe kon men altijd door een
voorde waden, daarom was het een voorde. Men kan daarom eventueel ook
denken aan een eigen naam in combinatie met voort, zoals elders in
Veghel ook Ryckoutsvoert voorkomt.
Een voort of voorde was een doorwaadbare plaats waar een
route, baan of weg een waterloop kruiste. De grens van de gemeint van
Erp liep hier iets verder naar het noorden door (2 op onderstaande
kaart) dan de grens van de gemeint van Veghel (1). Op de kaart is de
plaats waar de weg (nu Wilsfoort geheten) een waterloop (de Leijgraaf)
kruiste bij 2 duidelijk de zien.
Het verdwijnen van de landsweer
Dat de grens tussen Veghel en Erp wel belang was om t
bepalen tot waar men turf mocht steken blijkt uit een overeenkomst uit
1717.
-
1 juli
1717, overeenkomst tussen de inwoners van Erp en Veghel, aangaande de
grenzen van hun gemeintes, speciaal voor het steken van turf. De grenzen
worden aangewezen. Men mag niet op het gebied van het andere dorp turven
op een boete van 45 gulden, 1/3 voor de armen, 1/3 voor de aanbrenger en
1/3 voor de officier.
Dorpsrekening
Veghel 1717-1718:
-
Den 25e julij 1717 de gemeente tusschen Erp
ende Vechel affgepaelt, sijnde als doen betaelt aen deselve paelen 3-4-0
-
Betaelt aen den secretaris van Erp voor het scheijden en
schrijven in uijtmaeken van de limiet scheydinge eene somme van 8-16-0
|