Plaggen, vlaggen en maaien

Martien van Asseldonk, 1 oktober 2014

Deze gegevens mogen gebruikt worden onder verwijzing naar: Martien van Asseldonk, www.oudzijtaart.nl

 

Voor een goed begrip dient men onderscheid te maken tussen:

 

-        Het steken van plaggen of rossen. Hierbij werd de heiplant met wortel en al verwijderd en kwam er zand mee.

-        Bij het vlaggenmaaien of vlaggenslaan werd een humeuze laag verwijderd, maar de wortels bleven intact en deze liepen later weer uit.

-        Bij het maaien van de heide werd alleen het bovenste deel van de heideplant verwijderd en liep de plant opnieuw uit.

 

 

Het gebruik van plaggen ofwel rossen

 

De plaatselijke regelgeving liet het halen van plaggen op de gemene gronden over het algemeen slechts heel beperkt toe. Echte zware plaggen, met veel wortels en zand, mochten alleen bij uitzondering en meestal alleen voor bouwmateriaal van de gemene gronden gehaald worden. De Veghelse keuren lieten het steken toe rossen van:

 

-        ovenrossen, deze werden gebruikt voor de bouw van ovens

-        dakrossen, deze werden op de nok van daken gelegd. Later werden daarvoor vorstpannen gebruikt.

-        putrossen. Hiermee werden wanden van putten gemaakt.

-        rossen nodig om vlas te roten. Hiermee werden de drijvende vlasstengels onder water gehouden

 

 

Het gebruik van vlaggen en strooisel

 

Daarnaast vermelden de Veghelse keuren ook:

 

-        huysvlaggen of vlaggen

-        het halen of maaien van heij of strooijsel

 

Waar turf steken ophoudt en vlaggen begint, en waar vlaggen ophoudt en maaien begint is niet altijd duidelijk en de termen worden in elkaars verlengde gebruikt. De bronnen noemen als belangrijkste gebruik van vlaggen en strooisel:

 

-        brandstof, met name vlaggen met veel afgestorven organisch materiaal

-        strooisel van vee, of vermenging met mest


Van Oudenhoven vermeldt in 1670 meldt dat de vlaggen deels gebruikt worden tot brandstof en deels tot strooisel. Stephanus Hanewinkel verwoordde het in 1803 als volgt:

 

Er zyn in de Meiery zeer vele en uitgestrekte heien. Deze worden voornaamlijk gebruikt om schapen te weiden, om de byenteelt te bevorderen en om plaggen, om te branden, op te steken, ook maait men de heide van dezelve af, om dezelve by gebrek aan stroo, op de stallen te strooien, om er mest mee te maken.

 

De term 'huysvlaggen' in de keuren van 1559 lijkt te wijzen op de bouw van huizen (denk aan plaggenhutten), net als de term 'putrossen' wijst naar rossen om putten te maken. De term komt in de keuren van 1785 niet meer voor.

 

 

Verkoop van vlaggen door de gemeente

 

Bij het vlaggenmaaien of vlaggenslaan werd een dunne humeuze laag verwijderd, maar bleven de wortels intact. Bij het turf steken verwijderde men een dikke humeuze laag. Beiden konden als brandstof gebruikt worden. Het dorpsbestuur van Veghel verkocht regelmatig turf van de gemeint. Soms wordt ook de verkoop van vlaggen vermeld, bijvoorbeeld:

 

Dorpsrekening 1629-1630:

 

-        Michiel Donckers heeft voor torff opte gemeijnt vercocht ontfangen tsamen mette vlaggen 196-5-0

-        Item heeft Aert Gerits ontfangen van vercochten torff ende vlaggen tsamen 130-0-0

 

 

Dorpsrekening 1638-1639:

 

-        Hendrick Ariens ende Willem Jan Claes voors(chreven) stellen voor ontfanck als dat sij ontfangen hebben van vercochte vlaggen ende torf soo op Lijntvenne, aent Heijlicht, als oock int Dubbelen vercocht, bedracht in alles ter somme van 305 gulden 17 ½ stuijvers, blijckende bij de lijste daer van sijnde

-        Hendrick Ariens ende Willem Jan Claes stellen voor ontfanck als dat sij ontfangen hebben van vercochte vlaggen soo opt Lijntven, op het Sant als oock aen Aepenhoeff vercocht, bedracht ter somme van 33 gulden 4 stuijvers

 

 

Enkele voorbeelden uit de resolutieboeken:

 

-        Vergadering van de regenten van Veghel op 12-5-1764. Om noodzakelijke redenen, om de schaarheijt van de brand en tot goedmaking van de kosten, verdiend door de advocaat en procureur in de zaak contra Oederode, is besloten om enige turf en heivlaggen op de gemeentensheijde en op het zogenaamd Rijbroexke, int Dubbele, als op de Heijde loopende na Uden publiekelijk te vercoopen

-        Besluit op verzoek van veele ingezetenen om enige heiturf of vlaggen uit gemeente heide en Rijbroekx als in de heide na Uden publiekelijk te verkopen.

 

 

Regulering

 

In Woensel was het in 1767 verboden on vlaggen als strooisel te gebruiken, en ook in Valkenswaard werd dat in 1806 als ongewensd beschouwd. Vlaggen moesten als brandstof dienen. In Oost- en Middelbeers werden bepaalde gebieden waar geen goede turf groeide bestemd vor de verkoop van strooisel. Zo er al sprake was van strooisel van vlaggen, was dat alleen van de bovenste laag. Bij het vlaggen mocht de heide namelijk niet beschadigd worden, er mocht dus niet te diep gevlagd worden. In Bakel was dat, volgens het keurboek van 1649, op de vlakke heide maar twee vingers en op bultige heide maar drie vingers dik. De aanwas van de turf mocht niet in gevaar komen. Soms was het maaien van heide zelfs helemaal verboden.  Ook het tijdstip wanneer men mocht vlaggen en maaien was op veel plaatsen gereguleerd. Op de meeste plaatsen was dat beperkt tot enkele dagen per jaar. Ook kon men niet overal maaien. Over het algemeen werd groes ontzien, en ook zwakke plekken die konden verstuiven moesten gemeden worden. (Vera, proefschrift 2011).

 

In Veghel was het vlaggen in 1559 helemaal verboden, met uitzondering van het steken van ovenrossen en huisvlaggen. De keuren van 1785 verbieden het halen van van vlaggen en rossen in de verboden broeken. Ook het schutreglement van 1804 verbiedt het halen van rossen en vlaggen op de verboden plaatsen, met uitzondering van rossen die men voor het vlas roten nodig heeft. Voor het halen putrossen en dakrossen en dergelijke was in 1804 speciale toestemming nodig.

 

Op 15 november 1677 stuurde Lambert van Beugen, pachter van de houtschat en onderrentmeesterschap over de dorpen Esch, Helvoirt, Erp en Veghel, een brief aan de Leen- en Tolkamer  met de mededeling dat hij dagelijks meer en meer gewaar wordt dat de ingezetenen van enige van die plaatsen vlaggen of gras afsteken onder de potingen of plantages van particulieren en gemeenten en dit vlagsel publiek verkopen. Probleem is dat de wortels der bomen bloot komen te liggen en dat de afgestoken jonge en tere wortels aan hele plantages schade aanrichten. Het schutreglement van 1804 verbood het halen van rossen, turf, vlaggen of strooisel op de voorpotingen.

 

Een overzicht van de Veghelse regelgeving ten aanzien van het turven, plaggen, vlaggen en maaien:

 

De Veghelse keuren van 1559 bepalen:

 

-        Item dat nyemant geen vlaggen, aerde off rossen op onser gemeynte steecken oft graven en sal, vytgenomen oovenrossen ende huysvlaggen, op enen Carolus gulden, die men nochthans int verboden broeck nyet en sal mogen steecken opten brueck.

 

-        Item dat nyemant egeen torff, aerde, leem noch rossen off vlaggen vueren en sal vuyt onser parochien van Vechel, op vyftehalven Carolus gulden.

 

-        Item dat nyemant die egeen parochiaen van Vechel en is en sal mogen steecken oft graeven eenighe rossen, leem, aerde ofte huysvlaggen tot wat plaetse dattet waer op onser gemeynte, op vyftehalven Carolus gulden.

 

-        Item dat nyemant egeen gemeyn straten affvlaggen off graven en sal op enen brueck van vyff Carolus gulden al waert oick tegen syns selffs erve.

 

 

De keuren 1785:

 

-        Item dat niemandt geen vlaggen, aerde, of rossen op de gemeente sal mogen vlaggen of steeken in de verbode broeken en welke syn geworde als van oudts afgebakent op peene van ses guldens, ten sij tot braak of aardtappelen kuylen, in welk geval daer van aen regenten sal moeten worde kennis gegeven.

 

-        Item dat geen buyten ingesetenen of een ingeseten aan een vreemde mag russen, vlaggen, leem, landt, hey of torf sal moogen haelen of leveren op peene van ses guldens.

 

 

En het schutreglement van 1804:

 

-        Ingeval iemand bevonden wordt eenige rossen, schel, of anderen torf, of eenige vlaggen alhier in de gemeentes broeken, vroentes, vennen of weiden te steeken, uitgezondert de rossen tot het vlas rooten nodig, zal verbeuren alle de invoegen voorschreven gestooken rossen, turven en vlaggen in eene boete van ses guldens.

 

-        Dan en zo verre eenige ingezeetenen dak of put rossen of tot andere klijnigheden als tot braaking en ander gerief zoude nodig hebben, zal de zodanige zulks aan het gemeentebestuur moeten te kennen geeven en na bekoomen consent van dezelve, waar van bij een briefje door den secretaris en bij absentie door een der leden van ’t gemeente bestuur, ter ordonnantie der verdere, geteekend, zal moeten blijken, dezelve niet anders moogen steeken dan op zodanige tijd en plaats als hem door het gemeente bestuur bij voorschreven briefje zal worden gedesigneerd op peene van drie guldens.

 

-        Niemand zal van nu voortaan eenige rossen, turven, vlaggen of strooysel op de voorhoofden of voorpootingen tegens de erven of landeryen of in en tussen de gemeentes plantagien moogen steeken of maayen op peene van drie guldens.

 

-        Ook zal niemand geoorloofd zyn in de gemeentes heiden op zodanige plekken of plaatsen daar zulks reeds is of nader door het gemeente bestuur zal worden verboden turven of heivlaggen te steeken of maijen op verbeurte van dezelve turf en vlaggen en op de geoorloofde plaatsen niet anders dan op zodanige welke door het gemeente bestuur zullen worden gedesigneerd.

 

-        Niemand zal van nu voortaan in de gemeentes heide de boven grond mogen afspitten of aflaaden op peene van eenen gulden en tien stuivers.

 

-        Indien iemand bevonden wordt in de hier voor verboodene plaatsen met karren en paarden of trekossen rossen, turf, vlaggen, strooysel, zand of leem te haalen, zal de zodanige verbeuren eene boete van drie guldens.

 

-        Geene ingezetenen van andere plaatsen zullen alhier in de gemeentes broeken, vroentes, vennen, weiden of heiden eenige rossen, turven, vlaggen, strooijsel, zand of leem mogen steeken, maayen of graaven op peene van twaalf guldens.

 

-        En indien ingezeetenen van andere plaatsen alhier in de gemeentes broeken, vennen, vroentes, weiden of heiden bevonden worden met karren, paarden of trekossen rossen, turven, vlaggen, strooijsel, zand of leem te haalen, zullen dezelve verbeuren de karren en paarden of trekossen en bovendien eene boete van twaalf guldens.