Zand
Martien van
Asseldonk, 28 september 2014
Deze gegevens mogen gebruikt worden
onder verwijzing naar: Martien van Asseldonk, www.oudzijtaart.nl
Commercieel gebruik
Voor commerciële zandwinning uit de
gemene gronden was toestemming van de overjeid (octrooi) nodig. De
ingezetenen van Rosmalen, 'die
welcke hun vervoirdert hadde verscheyde jaren het sant van hender
gemeynten te laten vervueren ende te vercoopen sonder eenige octroye'
maakten omstreeks 1616 de boete daarvoor met de rentmeester af op 50
gulden. Het zand werd waarschijnlijk vervoerd naar Den Bosch en daar
voor ophogingen, bouw en dergelijke gebruikt. De
heer van Sint-Michielsgestel verkocht al in de vijftiende en zestiende
eeuw zand aan Den Bosch, dat daar naartoe vervoerd werd met pleiten
(Vera). In Veghel vonden we geen aanwijzingen voor dergelijke handel in
zand.
Eigen gebruik
Het eigen gebruik van zand, bijvoorbeeld
voor het ophogen van het erf, was niet onderworpen aan een octrooi, maar
bij het halen ervan moesten wel de lokale regels geëerbiedigd worden. De
Veghelse keuren van 1559 vermelden er niets over. De keuren van 1785
vermelden:
-
dat niemandt geen
vlaggen, aerde, of rossen op de gemeente sal mogen vlaggen of steeken in
de verbode broeken en welke syn geworde als van oudts afgebakent op
peene van ses guldens, ten sij tot braak of aardtappelen kuylen, in welk
geval daer van aen regenten sal moeten worde kennis gegeven.
-
dat geen buyten
ingesetenen of een ingeseten aan een vreemde mag russen, vlaggen, leem,
landt, hey of torf sal moogen haelen of leveren op peene van ses
guldens.
Het halen van 'aerde' of 'landt' voor
eigen gebruik was dus toegestaan met uitzondering van enkele plaatsen
Hst schutreglement 1804 schrijft:
-
Art. 41: Van sgelijke zal niemand van nu
voortaan geoorloofd zyn eenig zand of leem in de gemeene heide te
steeken of te graaven dan alleen ter plaatse daar hun zulks door den
schout-civiel en leden van het gemeente bestuur bij publicatie of
andersins zal worden aangewezen en vrij gelaten op verbeurte vant
gestooken of gegraven zand en leem en eene boete van drie guldens.
-
Art. 43: Niemand zal van nu voortaan in
de gemeentes heide de boven grond mogen afspitten of aflaaden op peene
van eenen gulden en tien stuivers.
-
Art. 44: Indien iemand bevonden wordt in
de hier voor verboodene plaatsen met karren en paarden of trekossen
rossen, turf, vlaggen, strooysel, zand of leem te haalen, zal de
zodanige verbeuren eene boete van drie guldens.
-
Art. 45: Geene ingezetenen van andere
plaatsen zullen alhier in de gemeentes broeken, vroentes, vennen, weiden
of heiden eenige rossen, turven, vlaggen, strooijsel, zand of leem mogen
steeken, maayen of graaven op peene van twaalf guldens.
-
Art. 46: En indien ingezeetenen van
andere plaatsen alhier in de gemeentes broeken, vennen, vroentes, weiden
of heiden bevonden worden met karren, paarden of trekossen rossen,
turven, vlaggen, strooijsel, zand of leem te haalen, zullen dezelve
verbeuren de karren en paarden of trekossen en bovendien eene boete van
twaalf guldens.
De gemeente: verwijderen van zand uit de Aa
De oudste aanwijzing voor het verplaatsen van zand door de
gemeente betreft het verwijderen van zand uit de Aa. De dorpsrekening
van 1651-1652 schrijft:
-
gegeven aen
Willem Jan Aelbers om dat hij het zant vuijtt die Aa hadde gevoert 10
stuyvers
-
gegeven aen
Dierck Jansen om dat hij het zant vuijtt die Aa hadde gevoert 10
stuyvers
-
gegeven aen
Gerijt Coenen om dat hij inde Aa hadde gegraven 10 stuyvers
De gemeente: zand voor gebouwen, wegen, schoren en bruggen,
Verder voerde de gemeente zand aan voor gebouwen, ophogen
van wegen, en bij de aanleg en onderhoud van schoren en bruggen. Enkele
voorbeelden uit de dorpsrekeningen:
-
1716-1717: Aen Stans Kivits wegens
arbeijtslooon van sant leegen daermede den wegh van de gemeijnte is
opgehoogt 1-10-0
-
1722-1723: item comt Hendrik Peters over
’t graven van sant voor de gemeente alwaar de weg voor ’t casteel
genaamd de Hermeij mede is opgehoogt 4-0-0
-
1731-1732: Voor een kar sant tot de
kerckmeur 0-3-0
-
1731-1732: Voor aart vaaren aen de brug
0-5-0
-
1738-1739:
aan Daniel van Uden voor karrevragt en arbeijt in aanvaaren
van aarde aan de gemeentens schoore tesamen 6-0-0
-
1738-1739:
aen Lambert van den Boogaart voor sant graaven tot het
hoogen van den weg aan de kerkhoff 0-19-0
-
1738-1739:
nog voort laten opvaeren en hoogen van dien betaelt 6-0-0
-
1754-1755:
betaalt aan Cornelis de Lorge voort opgraaven van den sloot
om den hoff van de custerye huysinge en ’t leegen vant zant tot den
voetpat 2-16-0
-
1754-1755: aan Mighiel Boumans betaalt
voort vaaren van sant tot den voetpadt op de kerckhoff 1-9-0
-
1754-1755:
betaalt aan Adriaen van de Ven voort aanhoogen aan de brug
met Aarde, ende het cruyt uythalen 1-12-0
In het bestek van 26 april 1791 dat werd gemaakt voor de
aanleg van de nieuwe steenweg in de kom van Veghel wordt bepaald:
-
Den aennemer
sal de straet alwaer deselve te hoog is 6 à 7 duym onder het bepaalde
peyl moeten verlaegen, verders verhoogen, slegten en egaliseren om de
bedding tot den steenweg te formeeren, de hooge gronden sal hy moeten
doen vervoeren ter plaatsen hem aan te weysen. ’t Afgelaagde en verdere
laagtens en generaalijk het geheel bedt tot den steenwegh sal hy 5 à 6
duym moeten ophoogen met goede grof zandt tot soodanige hoogten dat de
kruyn van de steenweg de hoogte bekomt volgens waeterpasse regt
afdaelende leynen soo als de peylen op de volgende plaatsen zyn gesteld
gevonden geworden aen deselve de vereyste ton ronde gedaante soo als
hier naer zal worden bepaalt.
-
Het zandt goedt grof zandt hetwelk doer
de heeren besteeders den aennemer sal aangeweesen worden van waar hy het
moet doen graven, ten synen kosten en lasten op het werk sal moeten
brengen als ook de aarde die te veel in de straet bevonden sal worden
sal den aennemer mede ten synen kosten moeten vervoeren ter plaatse hem
aen te weysen.
Op 5 augustus 1802 werd het ' aanvoeren van het
nodige zand tot ophoging van de weg voor de bedding van den nieuw te
formeeren steenweg tussen den groote brug en de Keulse kar'aanbesteedt. Uit het bestek:
-
Den aanneemers zullen zand daar toe nodig moeten haalen aan
of ontrent den Schyndelsen dijk naby de huysinge van Joseph Vermeulen,
’t welk aldaar reeds legt en het te kort komende tydig zal zyn geschoten
zonder dat de aanneemers daar sullen behoeven te wagten
Dorpsrekening 1803:
-
Den 6 februaij 1803 aan Arie Welt
Jeuriens voor 10 karre zand op den Beukelaarse dyk vaaren en 1 ½ dag met
kar en paard aldaar tot ophooging van denzelve gewerkt 1-15-0
Dorpsrekening 1808:
-
Volgens ordonnantie en quitantie betaald
aan Roelof van Eyndhoven en Willem Welten de somme van 8-16-0 voor
verdient arbeidsloon met het sligten der greppe en ringen van de
turfmeyte in het gemeentes broek en het uitdiepen der zandplaten omtrent
de brug in de rivier de Aa aent kerkhof en bleyk
De burgemeester deelde op 25 mei
1900 de gemeenteraad ook mee dat voor de bouw van het klooster de
pastoor van Zijtaart graag zand zou willen halen uit het Reijbroek. Er
zijn daar verscheidene heuvels en het zand is uitmuntend geschikt. De
burgemeester had er geen bezwaren tegen als het weghalen van het zand
onder toezicht geschiedt van pootmeester Van Eijndhoven. Door het
egaliseren wordt de grond er beter op. Het lid Van Eert zei dat men daar
al veel kuilen gemaakt heeft. De burgemeester wist dat dit gebeurd was
voor de bouw van het huis voor de hoofdonderwijzer Van de Ven. Het was
echter van weinig betekenis, doch om juist iets dergelijks te voorkomen
moest door Van Eijndhoven worden aangewezen waar het zand kan worden
weggenomen. De kosten voor aanwijzing en toezicht waren voor kosten van
de pastoor. Het halen van zand werd toegestaan.
Pastoor Sars schreef in het
parochiememoriaal: In mei is men begonnen met het aanvoeren van zand
voor het R.K. Liefdesgesticht; +/- 4.500 karren zijn vanuit het Broek
achter Van Melsfoort (Zondveldstraat 6) door de parochianen aangevoerd
vol ijver.
Zandfiguren
Eertijds gebruikte men wit zand om de
vloeren van de boerderijen mee te versieren.
Hiervoor deed men strooibaar wit zand in een gevouwen papier waarmee men
patronen strooide op de vloer. Ook kon het zand op de vloer worden
gestrooid, waarna er met de vinger patronen in worden gemaakt. Hiervoor
strooit men een hoopje of een lijntje uit de hand, en maakt er dan met
een vinger figuren van.
Zandfiguren in het openluchtmuseum Arnhem
In de achttiende eeuw werden in Veghel dergelijke
zandfiguren ook op de kerkvloer aangebracht. Uit de kerkrekeningen:
-
1744-1746: Voor drije karren sant om de
kerck te stroijen gegeven 0-12-0
-
1752-1755: Wegens sant laten graaven en
aan de kerck gebragt tot bestroijen in de kercke, betaalt 0-13-8
-
1770-1773: Voor seve karre wit sant tot
het bestroyen der kerke gebruykt, 1-15-0
En ook op de vloer van de raadkamer. Uit de
dorpsrekeningen:
-
1728-1729:
Bastiaen van de Werck zijn ordinair tractament als vorster
is tzesgtig gulden waar voor hij de gemeente in alle occasien van slants
ende gemeentens wegen doen alle citatien vergaderingen, de regenten
altijt dienen, cleppen, clocluijden, den raathuysen tellekens veegen,
stoffen, met sant bestroijen, altijt openen, vuur aenleggen en voorts
allesdoen sonder eenige declaratie wat naam soude mogen hebben in te
brengen 60-0-0
En uit het resolutieboek:
-
De president, mede
ten behoeve van de stadhouder en schepen, stelt op 10 mei 1770 Martinus
van Heynsbergen aan als camerbewaerder, met voor raadthuys telkens
veegen, stoffen, met sant bestroyen, vuur aenleggen en aanstooken, voor
de tijd van een jaar, met de van ouds daar toe staande emolumenten.
|