Ambachten in Veghel in de veertiende en vijftiende eeuw

Martien van Asseldonk

2 november 2014

Deze gegevens mogen gebruikt worden onder verwijzing naar: Martien van Asseldonk, www.oudzijtaart.nl

 

We krijgen in de veertiende en vijftiende eeuw voor het eerst een indruk van de verschillende ambachten die in Veghel uitgeoefend werden. De bronnen daarvoor zijn de Bossche Protocollen en de cijnsboeken. Strict genomen weten we alleen dat bepaalde ambachtslieden in Veghel gegoed waren, niet dat zij er ook woonden. Ongetwijfeld woonden de meesten van hen wel in Veghel, maar niet allemaal. Een ander probleem is dat een ambachtsnaam ook een familienaam kon zijn of worden. Een aanduiding als Piet van Ham, timmerman, wijst op een timmerman, maar een naam als Piet Timmemans kan op de zoon van een timmerman of op een familienaam wijzen. Dergeljke vemeldingen hebben we buiten beschouwing gelaten.

 

Karel Leenders heeft de beroepen die in het cijnsboek van de hertog van Brabant van 1340 in de hele Meierij genoemd worden op een rijtje gezet. Daaruit blijkt dat er zeldzame beroepen waren en veel voorkomende beroepen. Van de veel voorkomende beroepen is de kans groot dat die ook in een plaats als Veghel uitgeoefend werden. Het vaakst vermeld worden:

 

-        Smid (25 x)

-        Kleermaker (snijder) (23 x)

-        Molenaar (21 x)

-        Verver (van textiel) (19 x)

-        Bakker (14 x)

-        Schoenmaker (13 x)

-        Timmerman (10 x)

-        Gruiter (8 x)

-        Rademaker (7 x)

-        Schilder (6 x)

-        Vleeshouwer (6 x)

 

Nu over naar Veghel:

 

 

Klokkengieters

 

Een van de meest intigrerende namen in Veghel is de naam Clocghieters. De naam komt frequent voor. In 1387-1390 wordt Willem, zoon van meester Jan Clocgieter van Vechel genoemd. De titel 'meester' wijst er op dat Jan lid was van een gilde en 'van Vechel' dat hj zijn vak in Veghel uitgeoefend heeft en/of er gewoond heeft.

 

We vonden de volgende familiegegevens. Jan leefde nog voor 1412-1413 en overleed voor 1416-1417. Hij had de volgende kinderen:

-        Willem (vermeld vanaf 1387-1390 tot 1429-1430). Ook hij is meester klokgieter geweest. Hij overleed voor 1453-1454. Hij had een zoon:

o   Jan

-        Goyart (vermeld vanaf 1393-1396, overleden voor 4-7-1454). Hij was getrouwd met Geertruyt en had een zoon

o   Willem (vermeld op 4-7-1454 en in 1474-1475)

 

Er is in de vijftiende eeuw nog een tweede klokgieters familie in Veghel gegoed. Lambert Hornkens, zoon van Peter van Loe was getrouwd met Lijsbeth (vermeld in 1452-1453). Uit dit huwelijk:

-        Willem Lambert Clocieters, alias Willem Hoirnken die Clocgieter (verneld in 1466-1467 en 1477-1478)

-        Peter Hoirnken (vermeld in 1467-1468)

-        Meester Jan Hoirnken, clocgieter (vermeld in 1452-1452 en 1467-1468). Hij was getrouwd met jonkvrouw Kathelijn, Jan overleed voor 1477-1478.

 

Willem Hoirnken was volgens André Lehr een Bossche klokkengieter.

 

Uit: André Lehr, Klokkengieters en hun gilde (te vinden op internet): klokken- en geschutgieters hielden zich naast hun kerntaken ook bezig met gebruiksgietwerk. In de late middeleeuwen behoorden te Utrecht tot het smedengilde van Sint Eloy niet alleen klokken- en geschutgieters alsmede de pot- en kannengieters, dus de metaalgieters in het algemeen, doch ook harnas-, sloten- en messenmakers en voorts nog eens de goud- en zilversmeden. Zij allen hadden gemeen dat zij met vuur werkten.

 

Klokkengieters hadden leerlingen in dienst. Na de opleiding werd de leerling gezel of eenvoudiger gezegd (meester)knecht. Hij kon op zijn beurt meester worden en zich zelfstandig vestigen. Wel

moest hij de meesterproef afleggen.

 

Klokkengieters werden dan wel bij het smedengilde ingedeeld, doch het is maar tot ver in de achttiende eeuw, ja zelfs tot in het begin van de negentiende, werden vele klokken op de plaats van bestemming gegoten, dus in de onmiddellijke nabijheid van de toren waarvoor de klok bestemd was.

 

Toen in 1474 de Bossche klokkengieter Willem Hoernken gestorven was, bleef zijn echtgenote Luitgart met tien, voor het merendeel minderjarige kinderen achter. Was moest zij doen? Zelf de klokkengieterij voortzetten? Het leek ondenkbaar. Er zat niet veel anders op dan een zaakwaarnemer te zoeken. En dat werd de omstreeks 1450 geboren Gerardus of Geert van Wou. Nog in datzelfde jaar goot hij zijn eerste klok en wel voor Kranenburg, ongeveer vijftien km ten oosten van Nijmegen. Ook werd hij als burger van ’s-Hertogenbosch ingeschreven, stellig een teken dat hij tot het smedengilde was toegetreden. Overigens heeft die zakenrelatie met de weduwe slechts enkele jaren geduurd, want omstreeks 1480 vertrok Van Wou naar Kampen waar hij zich zou ontwikkelen tot een zeer succesvol luidklokkengieter. Nog altijd wordt zijn naam met groot respect uitgesproken.

 

 

In Veghel wordt van 1474-1475 tot 1482-1493 Marten, zoon van wijlen Lambert van der Moelen den Canghieter, vermeld als zijn de gegoed in Veghel. Kangieter was een nogal specialistisch beroep, dat eerder doet denken aan een vestingplaats als 's-Hertogenbosch dan Veghel. Dat geldt natuurlijk ook voor de klokkengieters, maar bij de klokkengieters vonden we wel concrete aanwijzingen dat zij in Veghel woonden, en voor deze kangieter ontbreken dergelijke aanwijzingen.

 

 

Smeden en hoefsmeden

 

Smeden produceerden allerlei ijzerwerk nodig voor gereedschappen en gebouwen, terwijl een hoefsmid vooral of ook hoefijzers maakten voor paarden. We mogen aannemen dat beiden in Veghel vertegenwoordigd zijn geweest, omdat dit een veel voorkomend beroep was. De volgende smeden waren in Veghel gegoed.

 

Willem van Hamvelt, hoefsmid wordt genoemd in 1368-cq. 1400, 1390-1394 en in 1402-1403). In dat laatste haar wordt ook zijn broer Lemken genoemd. De naam van Hamvelt is ontleent aan de buurtschap Havelt. Hij kwam dus voort uit een Veghelse familie en zal hoefsmid in Veghel zijn geweest. In 1412-1413 wordt genoemd: Willem Jans die Decker, man van Liesbeth, dochter van Willem Smid van Vechel. Liesbeth kan een dochter van smid Willem van Hamvelt geweest zijn.

 

Er waren nog andere smeden in Veghel gegoed, maar bj hen wordt een andere plaatsnaam vermeld, zodat zij elders gewoond zullen hebben:

-        Willem van Beke, smid, zoon van wijlen Jan (1404-1405, 1414-1415 en 1438-1439)

-        Jan Rover van Tuyftheze, zoon van Jan Smyt (1408-1409). Duifhuis was een gehucht onder Uden aan de grens met Veghel. Lieden met de naam Van Tuyftheze woonden ook in Veghel.

-        Peter van Evershoet, smid (1393-1396). Genoemd naar het Everse onder SInt-Oedenrode.

-        Aert, natuurlijke zoon van die Smyt van Uden (1449-1450)

-        Willem van Rode, zoon van Aert die Smyt van Rode (1451-1452)

 

Bij weer andere smeden ontbreekt een aanwijzing waar ze woonden. Onder hen zullen ook Veghelse smeden geweest zijn.

-        Henrick, zoon van wijlen Herman die Smyt (1429-1430). Ook: Claes en Willem, zoons van wijlen Henrick Herman die Smyt en hun zussen Hilleke, Lijsbeth en Beatrijs (1454-1455).

-        Henrick zoon van wijlen Jan die Smyt (1430-1431)

-        Herman Peterss van den Broek, hoefsmid (1442-1443)

-        Willem Robbrechts die Smyt (1477-1478)

-        Henrick Geritss Boertman, man van Goetsta Peter die Smyt  (1480-1481)

-        Claes Geritss die Smyt (1495-1497)

 

Bij de vermelding van Jan Vinninx, goudsmid die in 1459-1460 in Veghel gegoed was, denken we eerder aan een vestingplaats als 's-Hertogenbosch dan aan Veghel.

 

 

Kleermakers

 

Ook kleermakers kwamen op veel plaatsen voor, en we mogen aannemen dat ook zij in de late middeleeuwen  in Veghel aanwezig waren. We vonden de volgende vermeldingen:

 

-        Rover die Snyder van Vechel (4-11-1423)

-        Yda, dochter van Jan Besselen en van Oda, dochter van wijlen Roelof Rover Snijders van Vechel (1400-1401).

 

Verder kunnen in Veghel gewoond hebben:

-        Lambert Claes Lamberts die Snyder  (1387-1399), en zijn zoon:

o   Claes Lambert Claes Snijdersz (1431-1432)

 

Ook nog vermeld:

-        Jan Claes Jan Snyders, hij was getrowd met Aecht die Keyser (1442-1443 en 1466-1467)

-        Jan Lambert Snijder (1368- ca. 1400)

-        Liesbeth, dochter van wijlen Erenbout die Snyder en haar dochter Aleyt  (1418-1419)

-        Dirck Jan Dirck Snyders  (1459-1460)

 

 

Schoenmakers

Er zijn een aantal vemeldingen van schoenmakers die er op wijzen dat zij in Veghel woonden:

 

-        Art Abt, schoenmaker, getrouwd met Heylwig, dochter van wijlen Gerit van Vranckenvoirt  (1368-ca. 1400)

-        Katelijn, dochter van wijlen Herman Scoenmaker van Vechel (1387-1399)

-        Willem, zoon van wijlen Daniel van Vechel, scoemaker (1416-1417)

-        Willem Wouter Wellen, schoenmaker, wonende in Vechel  (1434-1435)

 

Andere vermeldingenvan schoenmakers die in Veghel gegoed waren, maar waarvan onzeker is of ze ook in Veghel woonden:

 

-        Willem Trudensoen, schoenmaker  (1390-1394)

-        Herbert van Dordrecht, man van ALeyt, dochter van wijlen Rutger Scoemeker  (1414-1415)

-        Dirck, zoon van wijlen Jan van Dynther, zoon van wijlen Jan, schoenmaker (1481-1482)

-        Herman Jan Hermanss, schoenmaker (1492-1493)

 

 

Bontwerkers

 

Een bontwerker was een verwerker van dierlijk bont in kleding. In Veghel worden genoemd (als zijnde gegoed):

 

-        Peter den Bontwerker (1376-1383)

-        De weduwe en dochter van Peter die Bontwerker (1428-1429)

 

En:

-        Willem Bontwerker, zoon van wijlen Willem Bontwerker (1446-1447 en 1480-1481)

-        Daniel Willemss Bontwerker  (1484-1485)

 

Omdat deze namen over langere perioden en over meer dan één generatie voorkomen zullen deze families wel in Veghel gewoond hebben. Op den duur werd het een familienaam: Bontwerkers en ook wel Bontmekers. Of de stamvader of stamvaders van die familie(s) ook daadwerkelijk zijn beroep in Veghel uitgeoefend heeft, blijft onzeker.

 

Nog enkele andere vermeldingen (ook gegoed in Veghel):

 

-        Wouter Jan Bollix, bontwerker (1479-1480)

-        Jan Marceliss van Ekart, bontwerker (1492-1493)

 

 

Molenaars

 

Uit gegevens uit de Bossche protocollen en de Hemondse cijnsboeken is de volgende familie samen te stellen:

 

Art die Moelneer van Vechel (vermeld in 1387-1390), getrouwd met Sophie (vermeld in 1390-1394). Uit dit huwelijk:

-        Henricus

-        Jan die Moelneer van Vechel (1410-1411).

-        Daniel de moelner van Vechel, zoon van wijlen Art die Molneer van Vechel (1416-1417). Hij had kinderen:

o   Aert Daniel Aert molners van Vechel (van 1435-1436 tot 1452-1453)

o   Johannes

o   Henrick, zoon van Daniel die molneer (1438-1439)

 

Mogelijk hoorden tot dezelfde familie:

-        Aert die Molneer van Vechel (1485-1486)

-        Daniel Aertss die Molneer (1495-1497)

-        Daniel Jan Danelss van Vechel die Molneer (1437-1438 en 1474-1475)

-        Daniel Janss die Molneer en zijn broer Lodewijk (1451-1452)

 

 

Een andere familie:

 

Dirck die Mulder van Vechel de Oude (vermeld in 1393-1396 en 1402-1403) en zijn kinderen:

-        Dirck die molner de jonge (vermeld in 1430-1431 en 1449-1450)

-        Jan die Molneer, zoon van Dirck die Molneer de oude (1445-1446)

 

 

En nog een derde molenaarsfamilie die zich Van Vechel noemt:

 

Matheus, zoon van wijlen Jan moelneer, getrouwd met Hilla, dochter van Liesbeth van Zoemeren (1393-1396) met zijn kinderen:

-        Jan  (1406-1407, 1430-1431 en 1463-1464)

-        Dirck  (1406-1407 en 1418-1419)

-        Art (1406-1407)

 

 

We hebben een luxe-probleem. In Veghel stond rond 1400 maar één windmolen en er zijn dan drie families die zich molenaar in Veghel noemen.

 

Andere vermeldingen verwijzen naar de watermolen op Kilsdonck:

 

-        Jan van den Amer, mulder (1382-1387)

-        Jan van Kilsdonck, mulders (1387-1391)

 

Gerit Jan die Molneer van Uden wordt vermeld als gegoed in Veghel in 1469-1470 en 1472-1473. Hij was molenaar in Uden. Er worden in de Bossche protocollen nog meer molenaars vermeld als zijnde gegoed in Veghel, zonder de aanduiding dat zij molenaar in Veghel waren. Dat zullen ze ook niet geweest zijn.

 

 

Olieslagers

 

In 1431-1432 wordt genoemdL Costken Willem Cost, olisleger van Vechel. Een olieslager werkte op een oliemolen.

 

 

Wevers

 

Boeren die vlas teelden weefden daar vaak zelf linnen van. Daarnaast waren er ook mensen die als wever de kost verdienden.  De volgende familie Wever was gegoed in Veghel en omdat meerdere generaties als zodanig vermeld worden, zullen ze ook in Veghel gewoond hebben.

 

Ansem die Wever, getrouwd met Geertruyt (vermeld in 1430-1431), met kinderen

-        Daniel Ansem die wever van Vechel (1418-1419 en 1470-1471)

-        Jan Amsens die Wever (1430-1431 en 1470-1471). Heeft een zoon:

o   Ancem Jan Ancem sWevers (1472-1473)

-        Aleyt (1436-1437)

-        Katherijn, getrouwd met Henrick Boertmans (1436-1437 en 1470-1471)

 

Een andere wever die Van Vechel genoemd werd:

-        Roelof, zoon van wijlen Henrick Roefssoen, wever van Vechel (1406-1407)

 

Verder worden genoemd als zijnde gegoed in Veghel:

-        Roelof, zoon van wijlen Wouter die Wever (1414-1415 en 1430-1431)

-        Jan Janss van den Doren, wever (1445-1446)

-        Henrick en Jan, zoons van wijlen Willem die Wever (1452-1453 en 1456-1457)

-        Denijs Claess die Wever (1455-1456)

 

 

Bakkers

 

In de achttiende eeuwse brandreglementen worden ovens genoemd. Toen bakten een aantal mensen dus hun eigen brood. Daarnaast waren er in Veghel ook bakkers die brood bakten voor de verkoop.

 

De rekening van de Tafel van de Heilige Geest van 1515-1517 vermeldt bijvoorbeeld:

-        den 22ten dach maij anno 1517 gerekent met Danelt Daniel Goeijarts hebben wij hem gegeven van twe jaren te backen, 9 ½ Rijns gulden 1 stuver

 

In de Bossche protocollen vinden we de volgende bakkersfamilie gegoed in Veghel:

 

Lambert Becker (overleden voor 1390-1394), met een zoon:

-        Art (vermeld in 1382-1387), met een dochter:

o   Aleyt, getrouwd met Peter Becker (vermeld in 1390-1394 en 1418-1419)

 

Verder worden nog vermeld:

-        Jan die Vrieze, bakker (1390-1394)

-        Peter vrieze, bakker (1410-1411 en 1459-1460)

 

 

Houtdraaiers

 

Een houtdraaier werd eertijds een 'wryter' genoemd. Dick, zoon van wijlen Jan die Writer van Vechel wordt genoemd in het Bossche Protocol van 1393-1396. In de rekening van de kwartierschout van 20-1-1394 tot 19-9-1395 wordt een boete vermeld van Dirc die Wryter omdat hij met Ansem Ansemssoen had gevochten. In 1402 kocht Dirc de Writer van Vechel het hertogelijk leengoed De Poederveldse Hoeve. Dirck heeft zeker in Veghel gewoond.

 

Verder waren nog gegoed in Veghel

-        Gerit, zoon van wijle Coenraet Writer (1408-1409)

-        Gielis Janss die Wryter (1449-1450)

-        Everart Janss die Wryter (1450-1451)

 

 

Dakdekkers

 

Vermeldingen:

-        Gielis die Doncker, dekker (1376-1383). Johannes Egidius Deckers, genoemd in de Helmondse cijnsregisters kan een zoon van hem geweest zijn

-        Willem Jans die Decker, man van Liesbeth, dochter van Willem Smid van Vechel (1412-1413)

-        Gerit Aertss die Decker (1456-1457)

-        de kinderen van Jan die Decker de Oude (1500-1501)

 

Deze lieden waren dakdekker en gegoed in Veghel. Wie van hen daar ook gewoond heeft blijft onduidelijk.

 

 

Rademakers

 

In Veghel waren gegoed:

-        Jan Rademaker, natuurlijke zoon van heer Art uter Hagen, priester, getrouwd met Ermgart, dochter van wijlen Willem van Hamvelt (1382-1387)

-        Aert die Raeymeker  (1432-1433)

-        Rutger Peterss die Raeymeker  (1438-1439)

-        Gerit Matheeus Mathijss Rademekers (1482-1483)

-        De kinderen van wijlen Willem die Rademeker: Jan, Aert. Lijsbeth en Kathelijn (getrouwd met Dirck Henrix van den Doren (1453-1454 en 1460-1461). In 1468-1469 worden nog genoemd: Beatrijs en Heiliwch (getrouwd met Jan Pijnappel), kinderen van Willem Rademeker

 

De eerstgenoemde, Jan Rademaker, was gehuwd met een vrouw die gezien haar achternaam uit Veghel kwam. Hij zal dus wel in Veghel gewood hebben. Wie van de anderen in Veghel gewoond en gewerkt heeft blijft onduidelijk.

 

 

Kuipers

 

Een kuiper maakte houten kuipen van duigen met daaromheen repen. In Veghel waren gegoed:

 

-        Jan Lambrechts, kuiper, getrouwd met Marie, dochter van wijlen Hubert van den Loecke  (1382-1387)

-        Rombout Laureyns die Cuper (1453-1454 en 1466-1467)

-        Jan Henrick Cuper (1458-1459)

-        Gijsbert van Rijsingen, kuiper  (1474-1475)

 

Wie van hen in Veghel gewoond en gewerkt heeft blijft onduidelijk.

 

 

Landmeters

 

In Veghel heeft gewoond:

 

Willem van Hamvelt (of Haenvelt) die landmeter (overleden voor 1421-1422). Hij had de volgende kinderen:

-        Art zoon van wijlen Willem Lantmeter (1421-1422)

-        Thomas, zoon van wijlen Willem die landmeter (1431-1432)

-        Willem van Haenvelt, alias die Lantmeter (1431-1432 en 1454-1455). Hij had een zoon:

o   Jan Willem Lantmeters (1482-1483), hij had een zoon:

§  Theodoricus Johannes Lantmeter, genaamd van Haenvelt (vermeld in de cijnsregisters van Helmond)

 

 

Ketellappers

 

In Veghel waren gegoed:

 

-        Jan, Henrick, Christien, Heylwig en Berta (en Reymbout), kinderen van wijlen Gerit Ketelleer  (1400-1401)

-        Willem Aelbert Keteleer (1402-1403 en 1416-1417) en zijn kinderen

o   Aelbert, Margriet en Kathelyn (1437-1438)

-        Harmen Aelbertss Ketheleer (1463-1464)

 

Ook hier is onduidelijk wie van hen in Veghel gewoond en gewerkt heeft.

 

 

Brouwers

 

In Veghel waren in de eerste decennia van de zestiende eeuw ongeveer acht bierbrouwerijen (zie apart opstel). Veel van die brouwerijtjes  bleven maat één of twee generaties in bedrijf. In het Bosch protocol vinden we enkele namen van brouwers uit de vijftiende eeuw.

 

-        Johannes de Brouwer, zoon van Wilhelmus van Dorhout wordt in de vijftiende eeuwse cijnsregisters van Helmond genoemd. Gezien de naam Van Dorhou zal hij in Veghel gebrouwen hebben.

 

Bj andere vermeldingen is onduidelijk of de betreffende personen ook daadwerkelijk in Veghel woonden en brouwden.

 

-        Wouter Spierinc, brouwer (1414-1415)

-        Jan Rombouts die brouwer (1498-1499)

 

Verwante beroepsnamen:

 

-        Andries Hoppenbrouwer (1416-1417)

-        Jan Koytbrouwer (Kuitenbrouwer) (1482-1483)

-        Henrick Gruyter, natuurlijke zoon van wijlen Leunis van Langvelt en Aleyt, dochter van Jan van Heze, weduwe van Henrick die Gruyter (1400-1401) Gruit was een kruidenmengseld at gebruikt werd voordat hop gebruikt werd om bier te brouwen.

-        De weduwe van Dirck die Gruyter (1500-1501)

 

 

Timmermannen en meubelmakers

 

Timmerman was een veel voorkomen beroep, zodat de kans groot is dat de volgende timmermannen die in Veghel gegoed waren er ook gewoond en gewerkt hebben.

 

-        Laureyns van den Hove, timmerman (1433-1434)

-        Anthonis Tymmerman (1482-1483)

 

Een meubelmaker werd vroeger schrijnwerker genoemd. In Veghel waren de volgende schrijnwerkers gegoed.

 

-        Lodelen van der Poerten, man van Heylwig, dochter van wijlen Jan Vrieze, schrijnwerker (1387-1391)

-        Coel Screynmaker (1418-1419)

-        Jan Henrix van Loen, schrijnwerker (1475-1476)

-        Jan Ghijsbertss van Loen, schrijnwerker (1494-1495)

-        Engbert Vilt die schreynmeker (1494-1495)

 

Of Veghel in de vijftiende eeuw al groot genoeg was om een meubelmaker zijn kost te laten verdienen is onzeker.

 

 

Vissers

 

In Veghel waren gegoed:

 

-        Jan die Visscher van Vechel, zoon van wijlen Henrick Deenkenssoen (1393-1396 en 1416-1417). Hij was vermoedelijk dezelfde als Jan die Visscher, natuurlijke zoon van wijlen Henrick van Mierlo die in 1393-1396 vermeld wordt. Gezien de toevoeging 'Van Vechel' heeft Jan in Veghel gewoond. Of hij inderdaad met vissen de kost verdiende, of dat het een familienaam was, is onzeker.

-        Ook Gerit die Visscher was in Veghel gegoed (1382-1387)

 

 

Marskramers

 

Marskramers waren vaak op pad, maar ze woonden wel ergens.

 

-        Daniel van den Biesen, man van Marie, dochter van wijlen Jan die Kremer (1416-1417 en 1461-1463). Gezien de naam Van den Biezen zal Daniel in Veghel gewoond hebben.

-        Gerit Aertss van Hazelberch, kremer (1477-1478), zal wel op Hazekberch in Dinther gewoond hebben

-        Ook Lucas Jacop Pieck, kremer(1460-1461 en 1470-1471) was gegoed in Veghel

-        Gort den Cremer (15de eeuw, cijnsregisters Helmond)

 

 

Dokters

 

De volgende dokters en apotekers waren in Veghel gegoed:

 

-        Meester Goyart, doctor in de medicijnen, en Henrick, zonen van Henrick Heymans, zoon van wijlen Willem Danelss en van Henrick's vrouw Lijsbeth Jan van Houthem (1481-1482). Goyart was gegoed in Veghel en gelet op de namen lijken zijn ouders ook in Veghel gewoond te hebben. Of Goyart zelf ook zijn beroep n Veghel uitoefende is onduidelijk.

 

-        Meester Marcelis Reyner Jacops (van Stakenborch), chirurgijn (1487-1488). Van hem is bekend dat hij in Veghel op het Hezelaar woonde (reconstructie Bolken 19). ZIjn kinderen:

o   Gertruyd, getrouwd met Jan Hanricx van den Tillair (secretaris en schepen in Veghel)

o   Heer Roever, priester

o   Gerit, kloosterling bij de predikheren

o   Reyner, in 1537 pastoor van Veghel

 

-        Wouter Henrix van der Rullen, apotheker (1473-1474 en 1476-1477). Van der Rullen was een Veghelse familienaam. Hij had een dochter:

o   Lysbeth (1476-1477)

 

-        Meester Aert Buck, chirurgijn, was getrouwd met van Erkenraet, dochter van wijlen Wouter van den Rullen de oude (vermeld in 1429-1430). Op 17-6-1430 kocht hij een hofstad genoemd die Rullen en een hof in die Nederbiest. Ook hij zal in Veghel gewoond en gewerkt hebben.

 

-        In 1498-1499 wordt vermeld als zijnde gegoed in Veghel: Meester Raes Pauwels Raessen, doctor in de geneeskunde

 

 

Schaapherders

 

Vermeldingen van schaapherders die gegoed waren in Veghel:

-        Henrick Henrix van Strypt, alias die Sceper (1466-1467)

-        Johannes Henricus Schepers (vermeld in de vijftiende eeuwse cijnsregisters van Helmond)

 

Het aantal vermeldingen is schaars wat samen kan hangen met de relatieve armoede van deze beroepsgroep.

 

 

Incidentele vermeldingen

 

Verder worden er in het Bosch Protocol nog namen van ambachtslieden genoemd die gegoed waren in Veghel, maar die vermoedelijk niet in Veghel gewoond en gewerkt hebben, omdat het een nogal specialistisch beroep betreft en omdat er verder geen aanwijzingen zijn dat zij in Veghel woonden en werkten; ze worden niet Van Vechel genoemd en er is geen sprake van dat meerdere generaties in Veghel gegoed waren.

 

Textielververs:

-        Aert, zoon van Peter Pels, verwer, man van Beel, dochter van wijlen Gerit van Achel, verwer (vermeld van 1480-1481tot 1487-1488)

 

Mesmakers:

-        Aleyt, dochter van Alart die Mesmakers1376-1383)

 

Looiers:

-        Gijsbert, zoon van wijlen Herman Bac, looier (1382-1387)

 

Steensnijders:

-        Art die meester, zoon van meester Wouter die Steensnider (1393-1396)

 

Kaarsenmakers:

-        Henrick Kersmaker, zoon van wijlen Jan Kersmaker (1393-1396 en 1404-1405)

 

Schilders:

-        Gerit en Willem, zonen van wijlen Willem, scilder (1404-1405 en 1406-1407)

 

Riemslagers:

-        Dirck van Kuyc, riemslager (1406-1407)

 

Pottenbakkers:

-        Jan van Vucht die Potter (1416-1417)\

-        Jan Potter (1459-1460)

 

Messenmakers:

-        Jan die Bruyn, mesmaker (1457-1458)

 

Zadelmakers:

-        Reyneer Willem Reyners, zadelmaker (1458-1459 en 1474-1475)

 

Metselaars (in de vijftiende eeuw waren nog naar weinig gebouwen van steen):

-        Roelof Amelis Stempels die metser (1458-1459)

 

Wapenmakers:

-        Goyart die Wapenmaker  (1463-1464)

 

Speldenmakers:

-        Everaert Herbert Janss die Spelmeker(1482-1483)

 

Klompenmakers:

-        Dirk Symon Dirx, klompmaker, man van Marie (1483-1484)

 

Volders:

-        Agnes Willem die Volre (1479-1480)

 

Baardscheerders:

-        Jan Poelman, baardscheerder  (1469-1470)

 

Klerk:

-        Peter Dircx die Clerck, man van Ermgart Andries Lucasdochter (1485-1486)