De oliemolen aan het Hoogeinde

Martien van Asseldonk

6 november 2014

Deze gegevens mogen gebruikt worden onder verwijzing naar: Martien van Asseldonk, www.oudzijtaart.nl

 

Oliemolen Hoogeind.jpg

 

 De oudste gegevens:

 

De oudst gevonden vermelding van de oliemolen aan het Hoogeinde dateert uit 1491.

 

Arnold van Goch, zoon wijlen Nicolaas, weduwnaar Elisabeth, dochter wijlen Gijsbrecht, zoon wijlen Jan van Herlaer, draagt voor de Bossche schepenen over aan Jan, zoon wijlen Arnold Hendrikszn Ansems van Gemert, optredend voor de investiet en andere priesters verbonden aan begijnhof in 's-Hertogenbosch, een jaarlijkse erfcijns van 5 pond uit huis, hof en oliemolen in Veghel genaamd Die Hoeve, 1491

 

Willem, zoon wijlen Hendrik, gezegd van Doernen, draagt over aan Catharina, weduwe Nicolaas, gezegd Hendriks van Vechel, een jaarlijkse erfcijns van 5 pond uit huis, hof en oliemolen in Veghel "Die Hoeve", 1507 

 

Bron: Archieven Beurzenstichtingen Meierij van 's-Hertogenbosch, 1371 - 1975 , regest nr. 1017 en 1018, met dank aan Rolf Vonk.

 

Op 1-10-1532 worden de nagelaten goederen van Claeus Willemss van Doeren verdeeld. Claes was ongetwijfeld een zoon van de in 1507 genoemde Willem, zoon van Hendrik van Doeren.

 

Cornelis, zoon van Claeus Willemss van Doeren krijgt toebedeeld: 'een huys, hostat ende hoff metter olijmoelen’ en toebehoren, gelegen als voor aent Dorhout, daar zijn vader Claeus Willemss van Doeren gewoond heeft. Het goed is belast met onder ander jaarlijks een erfcijns van 5 Bossche ponden payment te betalen aan ‘den ermen beginen Ten Bosch’. (R23, fol. 105)

 

De aanduiding 'gelegen als voor aent Dorhout' is voor de hedendaagse Veghelaar verwarrend, want tegenwoordig hoort het gebied rond en ten zuiden van de haven niet meer bij het Dorshout. Eertijds was dat wel het geval, zoals onderstaande uitsnede van de gehuchtenkaart van Veghel anno 17000 laat zien.

 

Veghel gehuchten 1700.jpg

 

 

De oliemolen stond op perceel nr. 5c

 

Oliemolen nummers.jpg 

 

Omschrijvingen

 

Beschrijvingen van perceel 5c:

 

-        28-4-1617: Seckere huijs, hoff, schuer ende boemgaert metten oliemuelen, mitsgaders allen de landerye daer aen gelegen, gelegen aen de Donck. (R41, fol. 38)

 

-        1657: Huys ende d' olijmolen daerinne staende, hoff, boomgaert, ende aengelegen lant, groot 10 lopens + 6 roeden (verpondingsregister 1657).

 

-        17-1-1680: Het huijs met den olimolen, est enen schop met den hof, boomgaart ende vier loopens lant, zoals het is afgepaalt, met nog een schuurplaats en poterie, gelegen aan de Hooge Eijnde (R57, fol. 16v)

 

De volgende omschrijving heeft betrekking op Oliemolen nr. 5 en Aan de Schutsnoom nr. 11.

 

-        25-4-1746: Een schoone en wel doortimmerde steene huijsinge, stallinge met den olijmolen daer aen gehorende, schoppe, hoff, boogaert, houtwas, voorporinge, teul en groescanten, alles aaneen gelegen, groot ca. 16, 17 à 18 lopense grond, gestaan en gelegen over de Brugge. Met het regt van paerde olijmolen en daer aen gehorende steenen, soo ligger als lopers, olijbank, tuijmelas, de koning, pan, haelen, bentels, scheijen, heijeren, buijlen en wat tot een olijmolen dependeert en soo en inde voegen altans gebruikt wert bij Hendrik Hendrikx van Kilsdonk, met de koestallinge, peersbacken en reepen in de stal, de bedstede in de huisinge.

 

En de volgende beschrijving op een deel van Oliemolen perceel nr. 5:

 

-        22-11-1798: Een huis en aangelag met een olijmolen, schuur, schop en bakhuis, landerijen en houtwas, aan de Hoogeynde, aaneen gelegen, groot ca. 4 lopens. (R112, fol. 195v)

 

 

Eigenaren van de oliemolen

 

Voor meer details, zie reconstructie van Veghel, Oliemolen nr. 5.

 

Eigenaar:

 

Transactie en datum:

Willem, zoon wijlen Hendrik Doernen

Vermeld in 1507

De kinderen van Claeus Willemss van Doeren

Vermeld op 1-10-1532

Cornelis, zoon van Claeus Willemss van Doeren

Deling op 1-10-1532

Claes, zoon van Willem Hans Cranen (Den Bosch)

Vermeld in 1599

De 21 erfgenamen van Willem Hans Cranen

Vererving in 1599-1617

Dierick Willem Henricx (1/7) en Cornelis Jan Rutten (6/7)

Verwerving in 1599-1617

Cornelis Jan Rutten, geheel

Verwerving in 1599-1617

Henrick Cornelissen van Deurssen

Vóór 28-4-1617

Geertruij, weduwe van Henrick Cornelissen van Deurssen

Vermeld op 28-4-1617

De kinderen van Henrick Cornelissen van Deurssen

Afstand van het recht op het vruchtgebruik door hun moeder op 28-4-1617

Cornelis, zoon van Henrick Cornelissen van Deurssen

 

Koop van de andere helft van Dirck Willem Henricken op 28-4-1617

De weduwe van Cornelis Hanrick Cornelis van Deursen met haar 3 kinderen

Vererving in 1617-1624

Geertruijt, dochter van Cornelis Henricx van Deursen (is getrouwd met Arien Aerts)

Vermeld in 1642

De 6 kinderen van Arien Aarts en Geertruijt Cornelis van Deursen

Vermeld op 17-1-1680

Aart, zoon van Arien Aarts Olislagers

Deling op 17-1-1680

Dirck Jacobs Martens van den Tillaart

Vermeld in 1707-1722

Jenneke Adriaen Olijslagers, weduwe van Dirk van den Tillaer

Testament van haar en haar man op 18-10-1724

Willem van der Pas (Oss)

Koop op 25-4-1746

Rogier van de Wiel

Koop op 25-7-1753

Gysberdina Gerits van der Pas, weduwe van Rogier van de Wiel

Vererving 1753-1761

Johannes Rogier van de Wiel

Koop op 15-3-1771

Hendriena Tony van de Ven, weduwe van Johannes Rogier van de Wiel

Vererving 1777-1785

Rogier, Hendrikus, Francis en Meghel, kinderen van Johannes Rogier van de Wiel

Vererving 1785-1798

Rogier, Hendrikus en Meghel, kinderen van Johannes Rogier van de Wiel

Vererving 1785-1798

Hendrik en Rogier van de Wiel (Hoogeind)

Deling op 22-11-1798

De kinderen van Johannes van de Wiel

Vermeld in 1808

 

 

 

Brief van de regenten van Veghel van 26-6-1794 aan J. van Heurn van de Leen- en Tolkamer als antwoord op diens brief van 10-6-1794:

 

-        Ook is hier een olijmolen welke met paarden bearbeyts word, waarvan eigenaren zijn Hendriena Tonij van de Ven voor het vruchtgebruik, getrouwd met Peter van den Boer, wonende alhier. Is in geen verponding of bede aangeslagen, geen octrroij is ons bekent.

 

 

Uitgegeven patenten op 13-3-1806.

 

No.

 

Naam

Gepatenteerd als

Op zegel van

4

Rogier en Hendrik van de Wiel

Olieslager

10-0-0

5

Piet van den Boer

Olieslager

10-0-0

111

A. Prinsen

Olieslagers knegt

0-8-0

 

Het is onduidelijk bij wie van de twee olieslagers A. Prinsen in dienst was.

 

In antwoord op vragen van de gecommitteerden tot het werk der verponding over ’t arrondissement St. Oedenrode antwoordt het gemeentebestuur op 29-6-1807 dat binnen dese gemeente gevonden worden:

-        twee paarde oliemolens in de woonhuyse der eygenaars, van welke gene andere verponding dan der huize betaald worde:

o   eenen toebehoorende aan Rogier en Hendricus van de Wiel met derzelver huysinge Litt S no. 1 aangegeven of daarby bedoeld,

o   en eenen toebehoorende aan Piet van den Boer met desselvs huis Litt. A no. 25 aangegeven of daarbij bedoeld.

 

 

Vergadering van het gemeentebestuur op 14-9-1808. Ontvangen een dispositie van de landdrost met een vast te leggen lijst van fabrikanten en trafikanten binnen deze gemeente. Antwoord onder andere:

 

-        De 2 olyslagers: Piet van den Boer en Rogier van de Wiel

 

 

 Bewoners en gebruikers van de oliemolen

 

Eigenaar:

 

Transactie en datum:

Jan Aelberts

Vermeld in 1657

Dirck Jacob Martens van Tillaer

Vermeld in 1703-1720

Leendert Hermens

Vermeld in 1720-1724

Hendrick van Kilsdonck

Vermeld in 1736-1737

Wil­lem van de Pas

Vermeld tussen 1737 en 1761

De weduwe van Rogier van de Wiel

Vermeld in 1761-1766

Johan van de Wiel en zijn moeder

Vermeld in 1771

Johan van de Wiel

Vermeld in  776

De weduwe van Johan van de Wiel

Vermeld in 1781

Peter van de Boer

Vermeld in 1786-1791

De kinderen van Jo­hannis van de Wiel

Vermeld in 1798

 

 

Een geschil in 1680

 

Op 16-1-1680 was er 'questie ende verschill' tussen Wouter Jacobs van der Santvoort en de zes kinderen van Ariaen Aerts (R57, fol. 14v). Er werd afgesproken:

-        Wouter van der Santvoort blijft meester van zijn eigen goederen die hij van zijn ouders erfde en zelf verwierf

-        De goederen die hij samen met zijn vrouw verwierf zullen volgens het gewone recht vereven,

-        de helft van de verworven goederen zullen naar zijn dood vererfd worden door Hendrick Arens en de andere helft door Anneke zijn halfzuster, en Anneke zal aan Hendrick Ariens 25 gulden eens zal betalen

-        Wouter van der Santvoort meester zal blijven van de andere helft van die goederen

-        De zes kinderen maken Wouter meester van alle roerende en onroerende goederen

-        Wouter zal in zijn gebruik houden het huis met de olijmolen tot aanstaande pinksteren, en mag zijn hop vanaf pinksteren nog een jaar in het huis laten liggen

-        Wouter moet het land inzaaien en de zes kinderen mogen het oogsten en de helft van de oogst hebben

-        Wouter moet 150 gulden geven aan Hendrick Arien Aerts en Ariaen Arien Aerts, aan twee kinderen een bed of 20 gulden, aan ieder een kist met twee tinnen schotels

-        Hiermee is het contract van 20-4-1667 vervallen

 

 

Situatie in 1808

 

Staat der fabrieken binnen Veghel, 27-10-1808

 

Benaming der fabriken en trafiken

Paarde oliemolens

Getal

2

 

Voorige staat

Meerder te slaan dan tegenwoordig, ieder 4 knegten

 

Tegenwoordige staat

Minder olie te slaan dan te vooren door het oprigten van meerdere molens in den omtrek dezer gemeente

 

Middelen tot herstel of aanmoediging

Het vermindere van patent en afschaffing van de belasting op de paarde der traficante en het niet te veel oprigten van olijmolens

 

Aanmerkingen

 

De olyslagen binnen deze gemeente zyn maar alleen ten gerieve van particuliere welke alhier hun zaad zelvs teelen

 

Het veelvoudig oprigten van olijmolens welke alleen voor gerief van particulier dienen word ook als schadelijk beschouwd.