Handpelmolentjes
Martien van
Asseldonk
7 november 2014
Schepenverklaring van 12-9-1754
ter voldoening van beschrijfbrief van stadhouder Juijn van 31 augustis,
waarbij involge resolutie van Raad van State 13-8-1754 een verklaring
verzocht wordt of er enige queerus of handt gruijtmolens zijn, en zo ja,
hoe veel en door wie in eigendom, wanneer opgericht en hebben de
eigenaars daartoe octrooi of admissie?
Antwoord: Neen, er zijn geen
queerus of handgruijtmolens, wel enige handtpelmolentjens, maar die
worden niet gebruikt om meel te malen. Hiervoor is geen octrooi nodog.
Eigenaars zijn:
-
Johannes Arie Vogels
-
Antoni Scheij, molenaar alhier
-
Jan van Luijk
-
Hendrik Roijackers
-
Lijsbet Arie Vogels
-
Claes Johan Heesackers.
In 1842 was door de
oliemolenaars Jan van Asseldonk (Molenstraat) en L. van de Wiel
(Hoogeinde) gevraagd om ook gerst te mogen pellen.
Bronnen:
Resolutieboeken; BHIC, Provinciale Staten, 17-5460; G.C.W. Wonder,
Molens te Veghel IX, Vehchele
1983, 103-110.
|