De grote brug over de Aa

Martien van Asseldonk

30 november 2014

Deze gegevens mogen gebruikt worden onder verwijzing naar: Martien van Asseldonk, www.oudzijtaart.nl

 

 

In een ander opstel betoogden we dat de grote brug over de Aa eertijds niet op dezelfde plaek lag als de huidige Aa-brug, maar iets ten noorden daarvan. Op onderstaande tekening zijn de lokatie van de brug in 1832 (zuidoostelijk) en een meer noorwestelijke mogelijkheid met rode lijnen aangegeven. Ook is ook mogelijk dat de brug hier ooit ergens tussenin gelegen heeft.

 

 

 

 

Het Schoolkerkhof, het terrein ten noorden van het oorspronkelijke kerkterrein, werd door de kerk in de vijftiende en zestiende eeuw aankocht. Die percelen grensden vast aan de muur om het kerkterrein. Als daar al een weg tussen de brug en de straat liep toen de percelen van de gemeint gekocht werden, dan was die weg daar blijven lopen en zou de zuidelijke grens gevormd zijn geweest door de weg en niet door de kerkmuur.  Dat betekent dat die percelen al in particuliere handen waren, voordat de brug op de latere zuidoostelijke lokatie lag. Omdat er uit die percelen geen cijnzen aan de hertog van Brabant of de heer van Helmond betaald werden, waren het vermoedelijk hele oude uitgiften uit de periode van vóór 1190. In die tijd lag daar nog geen brug over de Aa, op welke lokatie dan ook.

 

Die percelen hadden aan de kant van de Aa een ronde vorm en grensden niet vast aan de Aa.  Dit wijst er op dat toen de percelen werden uitgegeven (vermoedelijk in de twaalfde eeuw) men al rekening hield met het verkeer over de Aa en daar ruimte voor vrij liet. Dat hoeft niet op een brug te wijzen, in de twaalfde eeuw ging het nog om een voorde.

 

Vanaf de eerste aanleg van de brug, mogelijk in de veertiende eeuw, tot aan 1629 lag de brug op de noord-oostelijke lokatie bij kasteel Frisselstein.

 

In tijden van oorlogen werd de brug over de Aa nogal eens afgebroken om troepenbewegingen van vijandelijke legers te verhinderen. De oudste vermeldingen daarvan komen uit de Bossche stadsrekeningen (met dank aan Rolf Vonk).

 

Item die selve daige (25 september 1511), Arnt van Empel gesonden tot Heeswyck, Dungen, Middelroye, die bruggen af te werpen, insgelix tot Vechel ende Erp, mits den toigh der voirscreven Gelderschen.

 

Item 4 octobri 1543, Jan van Eyndhouts met eenen openen placaet gesonden tot Vechel, Erpe, Berlycken ende Middelroye, omme die bruggen inden lesten oirloige affgebroken, weder omme opte maken.

 

Item 21 aprilis 1544, Herman int Molenvelt met brieven gesonden tot Vechel, aende schepenen aldair, om de bruggen op te maken.

 

Item, alsoe inden lesten oirloighe van Gelre, dese stat metten platten lande hadde aff doen werpen, tot gemeyn profijt ende tot bescermenisse deser meyerien, ende bysander Pedelant die langhe brugge tot Vechel, soe hebben die naegebueren van Vechel, die selve brugghe, tot gerieve vanden selven lande, weder omme doen maken, die vele gecost heeft soe se groot ende lanck was.

 


Volgens de oudst bewaarde dorpsrekening van Veghel uit 1604-1605 werd de brug toen weer hersteld, nadat hij afgebroken was geweest. Dat was tijdens de Tachtig-jarige oorlog.

 

-        mijn heer van Erps perdt gevoijert twee daegen ende nachten met haver ende hoij omdat hij niet over het A niet en mochten omdat die brugge af was ende doen verteert 1-3-0

-        den 24 julij 1604 heeft Eijmbert Diercx betaelt aen Marten Donckers die somma van vijf gulden van heere van syne pleyten dar die onder die brugge gelegen hadde doen die brugge gemaeckt worden, 5-0-0

-        den 8 augusti 1604 heeft Eijmbert Diercx cum suis drie tymmerluyden van Erp die die bruegge gemaeckt hadden betaelt 33-0-0

 

 

Volgens de dorpsrekeningen van Veghel werd ook op 11 mei 1629 tijdens het beleg van Den Bosch de brug over de Aa afgebroken. Uit de dorpsrekening:

 

-        1629-1630: opten selven dach (11 mei 1629) heeft Rut Jan Cluijtmans aen de capelle aent Havelt geschoncken aen den oversten die daer comandeerden ses hoender van Seger Donckers gecocht, ende daer voor betaelt 1 gulden en 16 stuyvers, ende was alle op ten selven dach als de bruggen tot Erp ende Vechel affgeworpen worden

-        1629-1630: van Jan Janssen gecocht seeven vaten haveren ende die geschoncken doen hier de brugge affgeworpen worden ende daer voor betaelt 5 gulden en 5 stuivers

-        1629-1630: Michiel ontfangen van tgene vercocht was van de oude brugghe, de somme van 11 gulden

 

Op 1 mei was het beleg van Den Bosch door de Staatse troepen begonnen en op 18 mei was de stad geheel omsingeld. Later in 1629 zou Den Bosch capituleren. Het afbreken van de brug over de Aa diende dus om om troepenbewegingen te hinderen. Na 1629 bleven de oorlogshandelingen in de meierij tot 1648 voortduren.

 

Begin 1630 verving men vermoedelijk het oude wegdek van de brug door een smaller wegdek dat alleen geschikt was voor voetgangers, niet voor karren of legermaterieel.  In 1639 liet men de voetbrug intact en bouwde men op de latere meer zuid-oostelijke lokatie een tweede nieuwe brug, waarschijnlijk omdat dit voor een kortere verbinding tussen de Straat en de Aa zorgde. Vanaf toen kwam er ook definitief een doorgang of weg tussen de school en de kerk.

 

Uit de dorpsrekeningen: het bouwen van de brug op de lokatie van de huidige Aabrug:

 

-        1639-1640: de borgemeesteren int jaer 1639 de brugge doen macke over de A, waeraen sij lieden hebben wtgegeven de somma van 37 gulden en 10 stuyvers. Resterende hen lieden aen de vercop cedulle van het hout, compt voor ontfanck. Ende wederomme aen de specificatie van het vorgenoemde soe van het sagen der plancken als het thimmeren ende ysserwerk

-        1640-1641: betaelt aen Arien Willems van dat hij de leede van de brugge heeft gemackt, daer van verdient 10 stuyver

-        1642-1643: Item den 17en junij ten Bosch geweest met drye karren ende daermede delen (=planken) gehaelt om op de brugge te leggen, daervoor betaelt ter somme van 22 gulden. Ende alsdoen vant lijssent ter beyder zijde gegeve 4 gulden en 9 stuyvers. Ende voor naegel 4 gulden en 7 stuyvers. Als doen int haelen der voorschreven delen int bijwesen van Michiel Donckers verteert 1 gulden en 10 stuyvers. Ende vande plancken op te leggen gegeven de somme van 10 stuyvers.

-        1642-1643: Item hebben de selve borgemeesteren als men de deelen om de brugge te leggen van Shertogenbosch tot hyer toe broechte groote travaillie ende moyte gedaen ende gehadt gelyck sy hebben gedaen ende gehadt mette gemelde deelen opte voorschreven brugge te helpen leggen, stellen daer voor in alles te saemen de somme van 2 gulden

 

 

 

 

Op bovenstaande tekening staat de brug getekend, zoals die in 1696 was. Uit de bestekken die hieronder volgen blijkt dat er zeven gebinten of onderstellen waren, dat is een oneven aantal, wat betekent dat er eentje precies in het midden van de Aa stond, wat klopt met de tekening. Zo’n gebint bestond uit vertikaal in de grond geheide palen met daar bovenop een dwarsbalk, of kesp. Schuin heien lijkt me onmogelijk. Ik denk dat er ook diagonale verbindingen waren om schuin zakken (dwars op de looprichting) te voorkomen, wat de tekening ook suggereert.  Schuin zakken in de lengterichting, paralel aan de looprichting kon niet omdat de gebinten via het wegdek aan de oevers vast zaten. De afstand tussen de gebinten was ruim 3 meter.

 

Op de gebinten lagen paralel aan de looprichting een stuk of zeven ribben ongeveer een halve meter van elkaar. Daar bovenop werd dwars op de looprichting een laag eikenplanken gespijkers, 12 of 13 voet lang. Dan had je nog de brugleuningen en de brughoofden (bevestiging aan de oever) met zogenaamde vleugels. Op het wegdek waren in de lengterichting extra stroken getimmerd voor de karrewielen, zodat de dwarsplanken langer meegingen. Tot 1792 was alles van hout. In 1792 werden de hoofden van steen gemaakt en de leuningen van gietijzer, het wegdek bleef toen nog van hout.

 

Wat betreft de breedte van de brug. Zie ook de aanleg van de stenen weg in 1791, die was bij de brug 13 voet breed en verderop 20 voet. De weg versmalde dus bij de brug om aan te sluiten bij de breedte van de brug.

 

 

Het onderhoud

 

Hierna volgen gegevens uit de dorpsrekeningen betreffende het onderhoud en de bestekken voor het onderhoud van de brug die bewaard zijn gebeleven in de resolutieboeken. Niet alle details uit de dorpsrekeningen zijn overgenomen, we geven alleen de oudste vermeldingen en verder de vermeldingen van het wat grotere onderhoud.

 

Uit de dorpsrekeningen:

 

-        1650-1651: Optten 20en dach aprill 1650 betaelt aen Aert Jan Faessen van verdient loon als plancken gedaen aen de brughe, belopende 5 gulden

-        1651-1652: aen Claes Hanrick Roeffen dat hij de leste deele (= planken) mede hadde gebrocht tot de brugghe ende hebbe hem daer van gegeven 10 stuyvers. Aen den deelen daer de brugge met is overschrudt over Aa ende mede van lisent ende met noch van vrachten aen eenen pleijtenaer gegeven die eenige deelen met van Den Booss hadde gebrocht, bedragende de dellen ter somma van 32 gulden ende 2 stuyvers. De pleytvracht metten lesen tholl ende oncossten gedaen innen thalen vanden selve 63 deelen tot de brugge van node belopt eene somme van 8 gulden 17 ½ stuyvers

-        1655-1656: aen Aert Faessen ende Pouwels Gijsberts van 300 voet eyken plancken te snyden tot die brugge, het 102 gulden

-        1656-1657: aen Jan Thonis Timmerman van de brugge aff te werpen ende het houdt te beslaen, beloopt ter somme van 4 gulden 12 stuyvers. Aen Antonis Gysberts van laseysseren om de ribben met op de brugh te nagelen, belooptt 4 gulden 16 stuyvers. Aen Aert Servaes ter somma van 36 gulden 16 stuyvers van verdient aerbeytsloon int sagen der plancken die welcke syn geleegen op de brugge. Aen Goort Peeters betaelt ter somme van 6 stuyvers dachs, in thien dagen facit 3 gulden ter oorsaecke int houwen der bomen tot reparatie der gemijnts brugge geemploijeert gevaceert.

-        1658-1659: Alsnoch in den jaere 1656 heeft moeten repareren de brugge gelegen in onse gemyntte over der revire der Aa ende dyenthalven is affgehouwen ende aengeslagen het houdt staende ontrent de cappellen op de gemeyntte aldaer, overwelck affhouwen den rentm(eeste)r Battem de gemyntte hadde becalangeert ende de regerders geciteert voor den Rade van Brabant in Scravenhage, waer tegens de gemyntte mosten rescriberen ende doen gegeven soo voor advies ende andere oncosten gedaen in tegendeel van dijen tot mantinue van onse gerechticheyt, belooptt 30 gulden

-        1669-1670: betaelt voor de plancken op de brugge te leggen ende voor nagel tsamen 2-10-0

-        1678-1679: Willem den Timmerman aan de brug gewerkt hebbende 0-15-0

-        1681-1682: Aan Jan Aart Faessen voor vier dagen arbeijtsloon int repareren van den brug 3-4-0. Aan Willem Jacobs den Timmerman van hout te saegen en arbeijtsloon aan de brug 1-12-0

 

 

Op 12-8-1682 werd het vervangen van de planken van de brug openbaar aanbesteed: onder conditie hier naar bescheven, soo willen de heere schepenen, borgemeesters ende agtmannen, samentelijcke regeerders van Vechel, publickelijck ende voor alle man verpagten ende aen bestellen het opmaecken ende timmeren van de brug alhier gelegen over de revier d’ Aa:

 

-        Waer toe de heere verpagters sullen doen de stoffe, soo van houdt, nagels, las eijsers als andersints daer toe dienende.

-        Ende den afval vant houdt als van de brug sal sijn ende blijven ten behoeven van de heere verpagteren.

-        Den pagter ofte aennemer sal gehouden sijn onder de opgemelte bruge te setten ses nieuwe paelen

-        Item het voorste gebont te vernieuwen

-        Item beijde de hooffde ende vleugels te plancken met soo veel paelen als daer in nootsaeckelijck moeten sijn

-        Item de brugge te overleggen met nieuwe plancken ende daar de raders gaen dobbel. Met latere hand tussengeschreven: te leveren de plancken bij de heere verpagteren aan den timmerman ofte pagters

-        Alnog drie deelen nieuwe ribben te sagen daar om het dienende

-        Item de gebonden behoorlijk te spannen ende twee naelden daer over te maacken

-        Den pachter sal hetselven moeten aannemen tot sijnen lasten soo kost, dranck als arrebeijt

-        Gereserveert buijten werck dat van nooden is, sal weesen tot lasten van den verpagteren

-        Den leeghsten insetter het voormijnen

-        Den aennemer sal gehouden sijn de brug wel te maecken, gemaeckt sijnde sal de selve gevisiteert worden bij onpartijdighe timmer luijden ende bij aldien fouten bevonden worden, sullen de aennemers geen gelt hebben ofte het selve te remidieeren naer oordeel ende advis van de visiteurs

-        Den aennemer sal gehouden sijn aenstonts het werck aen te vaeren ende Bamis den eerstcomende volkomelijck moet gemaeckt wesen als dan sijne arbeijth, ende den eersten bij den laesten stuijver sal betaelt ende voldaen worden

 

 

 

Op 9-3-1699 werd de reparatie van de brug opnieuw aanbesteed: conditie en voorwaarden waer op de heeren schepenen, borgemeesteren, agtmannen ende regenten van Vechel hebben aanbestelt de brugh om op te maken als volgt. Ende dat aan Huijbert ende Marten Jan Huijbertus van den Boogaert, mitsgaders Hendrick Arien Aerts, meester timmermannen ende inwoonderen van Gemonde onder St. Mighiels gestel

 

-        Eerstelijck soo gelooven de voorschreven aannemers tot haeren lasten te sullen leveren ten eerste op den bequaemen tijt sonder eenige kosten ofte lasten van de gemeijnte goet s.ersig leverbaer hout, te weten

o   Ses sloven, ijder slooff beslagen twaelf duijm int vierkant, bestaande in ses nieu gebonden

o   Item veerthien paelen die goet ende sifficant sijn en tien duijm op de kroon int vierkant beslagen, ende die soo veel voeten in te heijen, soo diep alse behooren ende sufficant sijn

o   Item tusschen ijder gebont sal moeten sijn seven ribben met eijser bequaeme bouten vast gemaeckt ende gespannen

o   Item onse plancken daer op te leggen, ende die aan de gelooffde penningen bij de regenten te korten, voor soo veel als die gekost hebben, mits de plancken die gemelte timmerluijden daer toe voorder leveren ende gebruijcken sullen, sullen moeten wesen gelijck onse planckens sijn

-        Item de aannemers sullen oock moeten aan haer geloofde pennngen laeten corten de twee sloven ende eenen paal van de gemeente tegenwoordig aam de brug leggende voor soo veel als die in gelt gekost hebbende

-        Item de brug te (voederen) ende met goede sufficante plancken te overkleden die ijder moeten sijn agt voeten lanck

-        Item aan de zijde twee naelden over de brugh met eijseren sufficante bouten op ijder slooff wel vast te maecken

-        Item aan ijder zeijde een dobbelde sufficante leuninge, wel vast gespannen met stuijcxkens op de sloove

-        Item de breette van de brug moet wesen soo als deselve tegenwoordig is

-        Item de paelle onder de brugh moet aan de gebonden met de oude leeninge gespannen worden, dat de pleijten hoeren coers daar door niet door en hebben

-        Item de hooffden aan ijder eijndt van de brugh moet behoorlijck opgeplanckt en sufficant gemaeckt worden

-        Item de aannemers sullen gehouden sijn onder de brugh int nidtsen onder de twee gebonden daar de pleijten door vaeren, ses goede sufficante paelen hebben te steecken.

-        Ende te mitsen de brugh te spannen omtrent eenen voet hooger als aan de eijnde, te weten hooger alse tegenwoordig is

-        Item sullen de aannemers de paelen die zij daer uijt konnen krijgen hebben uijtte wijnen ende die met de geheele oude brug te leveren aen de kant ten behoeven van onser gemeijnte die te behouden

-        Item de aannemern sullen gehouden wesen daar toe te leveren goet sufficant hout ende eijserwerck tot haeren lasten ende kosten als voor

-        Item de aannemeren sullen gehouden wesen de nieuwe brug in behoorlijcke forma ende bequaemenheijt hebben op te leveren

-        Waar van de regenten allen haer houdt daer toe doende dullen mogen laeten visiteren van twee onpartijdige timmerluijden, kennisse daer van hebbende, en alles dat onbequaam bevonden wort uijt mogen keuren in welcker plaetse de aannemers ander sullen gehouden wesen te leveren

-        Iten alle het oude eijserwerck van de oude brug comende, sal wesen tot bate ende profijt van de aannemeren

-        Daar voor de voornoemde regenten hebben gelooft aan de voorscshreven aannemers eene somme van vijff hondert en vijftig gulden en daer van aan de aannmers op de hant te ggeven eene somme van twee hondert guldens

-        Mits eerst ende voor al te leveren bij de aannemers soo veel hout dat goet en sufficant is aan de brugh als de waardije van de handt penninge inporteren ende bedragen sullen

 

 

Aanbesteding op 9-9-1716: conditien ende voorwaarden waarnaer de regenten van Vechel voor de minst biedende sullen aanbesteeden den voorhoofden van de brugge soo als alhier in het kort is volgende:

 

-        Eerstelijk sullen naer de oost zijde van de brugge twee nieuwe palen op te rigte, een voet dick, lanck 40 voet, moet een ingeheijt worden den ouden uyt halen ende alle drie in den sloot behoorlyk gewerkt worden ofte met een lip gelyk als sy staen naer de west zijde

-        Item sal aan de vleugels twee nieuwe palen ingeheijt moeten worden naar de oude lengten emde dickte waertegens de vleugels van de plancken moeten komen

-        De plancken sullen moeten wesen goed eyken houdt sonder spint, dik een halven duijm Bossche maet

-        Alle het oude hout dat niet bruijkbaer en is reserveeren de regenten aan haar selve, dog het ysere goet sal werden gekeurt, sal den aannemer mogen gebruijken ende het geene den aannemer comt te breecken in het maecken sal wederom tot sijne costen moeten op maecken

-        Naer de west zijde sullen de vleugels met nieuwe planken moeten opgemaekt werden, de dickte als boven ende onder den brugh gerepareert werden naar eysch dat het dicht is

-        De leunen van de brugh daer het los is sullen vast moeten gemaekt werden

-        Alle het ijserwerk sal wesen tot last van den aannemer

-        Alle het werk sal moeten gemaekt sijn tussen vandaegh ende veerthien dagen, ofte ten langste drie weecken, ofte sal verbeuren alle daegen drie gulden die gecort sullen worden aen sijn aengenomen loon

-        Dit werk sal oogenomen ende gevisiteert werden door de regenten ende twee oft drie meester timmerluijden ende bij aldien dat voorschreven werk niet naer behooren volgens dit bestecq was gemaekt, soo sal het selven opnieuw moeten hermaecken tot sijne cost en soo lange als het gped werk is

-        Den aannemer sal alle het nieuwe werk eer het sal verarbeyden bekent maeken ende laten sien aan de regenten daar toe te committeren, ofte het goet hout ende bequaem is

-        Den aannemer sal aanstonts moeten betalen eenen gulden en thien stuijvers tot wijncoop

-        Den minsten insetter sal hebben een gulden tot treck geldt

 

 

Aanbesteding op 23-7-1722: de schepenen en borgemeester verpachten publiek het leveren van ‘een partije plancken tot de brug alhier’:

 

-        Den aennemer sal deselve plancken moeten saagen van goet gesont eijcken hout, sonder vou oft spijnde, dick anderhalven duijm

-        Nog sal den aennemer deselve plancken op de voorschreven alhier op sijnen coste wel en in ordre moeten leggen en verwercken, des soo sallen de besteeders de nagels daar toe besorgen

-        Den aennemer sal deselve plancken niet mogen verwercken alvoorens bij imant uyt de magistraat syn gevisiteert, die oock den aennemer sal ordonneeren hoe en waar te leggen

-        Dese besteeding geschier met de hondert voet viercant en naar advenant bevonden woert te betalen

-        De betaling sal soo haest de verschreven brugge compleet is gemaeckt ende opgenomen door de borgemeesters werden gedaen

 

 

Uit de dorpsrekeningen:

 

-        1726-1727: Ende alsoe de gansche brug met nieuwe plancke mogt versien worden. Joost Hendrik Joosten ordre gemeentens timmerman voor werken aan de aan brug

-         1727-1728: Mits de brugge geheel gedevaliseert en gand met plancken vernieuwt mogt werden, hebben regenten ’t leveren van dien aenbesteet de 100 voet à negen gulden aen Daniel van Bergeijk met nog het leveren van ribben ende alsoo volgens specificatie in verscheyde reijse gelevert vryentwintig hindert een ent zestig voeten plancken monterende de somme van 212-9-11 met ribben, paalen ende schaale aen de hooffde van wedereijnde de brugge de somme van 75-16-5. Eenen ijken boom gebruickt tot de naalden over de brugge. Nagelen tot de brug. Het leggen van plancken en ribben op de brugge. Het maacken der hooffde wedereijnde van de brug en vleugels. Sligten der aarde aen de brugge

-         1727-1728: Ontfangen van de oude plancken gecomen van de brugge

 

 

Aanbesteding op: 10-8-1739: conditie waar op heeren regenten van Veghel na voorgaande proclamatie aan de minst aennemende sullen besteede het maken vant hooft eijndt aen d’ over sijde van de Brug:

 

-        Voor eerst sal den aannemer all de plancken soo aandt hooft als vleugels nieuwt en sonder eenige spinde van goed eijcken hout moeten weesen, dick 1 ½ duijm en eenen voet dieper in de gront genagelt in de paalen met smisnagels lank 3 ½ duijm, op de paal twee nagels

-        Aan dit eijnd van de brug ende aent hooft moet gemaakt worden een rib vast gemaakt met swaluwe staeten aen weder eijnde in de paal, en wel vast genagelt dock vyff en ses suijm sonder spinde dit gansch voorhooft moet regt gestelt worden, en soo wanneer daer aen iets manqueert, wordt van de oude plancken comende vant eerste voorhooft gerepareert, genagelt ende voorsien worden als voor.

-        Op de brug moet voor soo veel iets aen mancqueert met nieuwe plancken werden versien, dick als voor, en ten minsten met drye nagels van wedereijnde cast genagelt als voor

-        Dit werck moet binnen eenen maant compleet opgemaakt wesen, en sal aan de gedane aenneminge de penningen werden besorgt, dog de aennemeer connen verdagt wesen geen hout nog plancken te verarbeijde alvoorens is gevisiteert ende goet gevonden

 

 

Vergadering van schepenen, borgemeesters en achtmannen op 6-5-1745. De schepenen melden dat de brug is vermolmd. Ze hebben al 609 voet planken betsteld voor 6-15-0, maar dit is niet genoeg, ook andere en meer materiaal is nodig. Dit kost veel geld, ‘t geen sij alleen op haer niet hebben willen neemen en derhalven bij desen de vergaderinge voorbrengen wat verder te doen. De vergadering besluit om de levering van meer planken en het verdere hout publiek aanbesteden, indien doenlijk het hout van de gemeentens boomen te halen. Als men te kort komt dan bijkopen, het werk aan te besteden.

 

Aanbesteding op 13-5-1745: publieke aanbesteding van levering van 710 voet eiken planken voor de brug. Van de planken moet 240 voet uit planken van 12 bestaan, en de resterende 470 voet uit planken van 10 voet. De planken moeten minstens een voet breet zijn.

 

Vergadering van schepenen, borgemeesters en achtmannen op 8-6-1745. Eenpariglijk wordt besloten om de brug over de rivier op vrijdag 18-6-1745 eerst af te laten breken en daarna op 19-6-1745 het arbeidsloon publiek aan te besteden.

 

Vergadering van het dorpsbestuur op 28-10-1745: alsoo regenten deses dorps van Veghel sijn genootsaekt geweest de brug alhier over de rieviere d’ Aa leggende, alsoo heel was versleten, te maeken, soo ist dat schepenen voornoemt ordonneren Jan van Eert, Jan Jansse van den Heuvel, Jan van Rijbroek en Dirk Mateeusen, borgemeesters van 1745 op te halen bij haar personele quotisatie alnog ¼ van dien tot betalinge van de oncoste daer ontrent gevallen.

 

Uit de dorpsrekeningen:

 

-        1744-1745: wegens plancken tot de brug alhier ingecogt van de weduwe Rogier van Deursen tot Sint Oedenrode 63-1-4

-         1745-1746: de brugge alhier over de rieviere d’Aa bijna voort meeste ontramponeert wesende, hebben regenten geoordeelt deselve ten deel te vernieuwen, ten dien eynde eenige gemeentens boomen affgecapt, andere aangecogt, en voorts de materiale gecogt en in arbeyt, en op dat alles suffisant soude wesen laten maken, dar den ouden affval, spaander, etc. den 12 july 1745 public is vercogt en dieswegens by de rendanten ontfangen 57-18-0

 

 

Publieke aanbesteding op 11-9-1749  van het verven van het raadhuis en de gemeentens brugge:

 

-        De aennemer sal de brug precies heden over agt daegen en het raedthuijs over veertien daegen hebben geverft, sullende voor ieder dag nae die tyt eene gulde werde affgetrocke van syn aengenome penningen

-        Dit verwe sal door regenten werde opgenomen en soo niet wel mogte wesen geverft sal den aennemer niets dan alleen sijn verschot van olij en verff profiteeren

-        Den aennemer sal soo drae dit werk compleet is gemaekt sijn gelt werde besorgt

-        Den aennemer sal ten syne coste hier uijt werde gegeven copye

-        Aen den raedthuijs sal den aennemer moeten verwe deselve couleur, soo als altans geverft is, dog eerst met grontverff, en sal hij aennemer de soldering in plaets van roodt hemelsblauw moeten verwen, te weten boven de raedtcamer

-        Aen de brug sal den aennemer deselve eerst met grontverff moete verwen en alsdan kennisse aen schepenen geven om opgenomen te werden en dan deselve verwen de bovenste leuningen roodt, de middelste blauw en de stootpaelen en stijlen wit en de twee lange paelen blauw

-        Den aennemer sal alle specie door toe te gebruijke ten sijnen coste leveren

 

 

Vergadering van schepenen op 28-3-1759. President van Thielen brengt het punt van de reparatie van de brug op. De aanbesteding zou op 5 april 1759 geschieden, maar het bestek moet eerst wel zijn goedgekeurd. Het bestek is niet bewaard gebleven.

 

Op 11-10-1759 is door Adriaen van der Eerde, meester timmerman in Veghel in bijwezen van schepenen de brugge over de Aa gevisiteerd, die op 5 april 1759 was aanbesteed en aangenomen door Antony Willems Verbrugge. De brug is volgens het bestek gemaakt.

 

 

Uit de dorpsrekening van 1759-1760 blijkt dat in 1759 de brug verbreed is:

 

-        De brugge over de riviere d’ Aa leggemde, gedeeltelijk vergankelyk, ook te nauw om plegten daar door te connen passeeren, waar over clagten waaren voor gecomen, de regenten geinformeert hebbende dat men deselve absoluet op die weijte soude moeten maken, resolveerde alsdan mede de optreckende brugge en wat daar aan dependeert publicq te besteeden, soo als na geformeerde ampele bestecque en alomme gedane publicatie den vijffden april 1759 publicq is besteedt en aangenomen by Tony Willems Verbrugge voor de somme van 293-10-0, daar onder gereeckent het leggen van een nieuwe schoor op den dyk

-        En boven dien wegens het eijswerk boven de 40 pont daar aan gelevert 12-10-4

-        Alsmede wegens plancken buyten het bestecq daar aan gelevert 15-0-0

-        13 july zyn gecommitteert den president Tielen en secretaris om van tyt tot tyt by dit te maken werck verscheynen eenig hout der bestecque aff te ceuren, soo als differente reijse is voorgevallen, veel moijte daar mede gehadt, vermits veel te weynigt was aangenomen, egter conform de conditie mogt werden volbragt 18-8-0

-        Item betaalt aan Adriaen van der Eerde, meester timmerman, voor ‘t opneemen en visiteere van dit werk 3-2-8

-        En aan Joannis van Doorn, meester timmerman, ter saak ut supra 1-8-0

 

 

Uit de dorpsrekening van 1769-1770:

 

-        Betaelt aen Laurens Hendric van Dueren, meester smit, voor brugnagelen gebruykt tot reparatie van de groote gemeentens brugge over de river de Aa liggende 7-6-0

-        Betaelt aen Willem Nauwens, meester timmerman, voor leverantie van planken, schamppaelen, schabben en arbeytsloon aen de groote gemeentens brugge over de riviere de Aa gelevert en verdient tot 29-4-0

 

 

Vergadering van de president, schepenen, borgemeesters, twaalfmannen, H. Geestmeesters en kerkmeesters op 20-2-1772. De grote gemeentensbrug moet vervangen worden. De vergadering autoriseert regenten om bestek te maken en het werk publiek aan te besteden. Dit bestek is iet bewaard gebleven.

 

Uit de dorpsrekening van 1772-1773:

 

-        Betaelt aen Godefridus Weekers voort maken van alle materialen en maken van een geheele nieuwe brugge over de rieviere de Aa alhier, welke op den 26 maert 1772 publiecq was aenbesteedt en by hem aengenomen voor 1.440-0-0

-         Volgens ordonantie en quitantie betaalt aen G. v. D. Ven, meester timmerman, wonende te Roosmalen, voor diverse reysen vacatie int visiteere en opnemen van de geheele nieuwe gemaakte brugge over de riviere de Aa samen 16-0-0

-        Volgens ordonantie en quitantie betaelt aen Antony L. Van Hooff voort vaeren van sandt aen de brug en nog voor betalinge aen vragten en werke aen de brug off voorhooft gedaen te samen 4-10-0

 

 

Aanbesteding op 22-10-1789 door de regenten van het leveren van eenige hondert voet planken en 135 voet eyke gezaagde houten tot de leuninge, alle tot de gemeentens brug alhier:

 

-        Den aennemer der planken sal gehouden syn te leveren soo veel voeten eyke planken als heere besteders aanstonts na de aannemeing aen den aennemer sullen seggen en onder deese conditie noteerende sullen niet minder dan 500 en niet meerder dan 950 voeten weesen, swaar gesaags synde ruijm twee duijmen en niet minder, ieder plank lank 13 voeten, aen beyde de eynde regt te schaven, doorgaans breed minstens een voet sonder spind, quade quasten, vuurig, hanepotig, ringelhoud off diergelyke dat eenig letsel aan deselve toebrengt.

-        Den aannemer der leuninge sal gehouden syn te leveren 135 voeten best eyke hout in voegen als hier boven van de planken gesegt is voor leuninge van de gemeentens brug, swaar 5 en 7 duijm en sulx in ses stukken, ieder stuk even lank, vierkant uijt het hart gesaagd sonder lamme kanten en sonder minste spind

-        De aannemers sullen gehouden zyn deselve planken en leuninge in voegen voorschreven voor primo maert aanstaande alhier op de kerkhoff leveren wanneer heeren besteeders deselve sullen keuren en het afgetekent wordende hout sullen de aannemers immdediaet daer van daan moeten ruijmen en waanneer de aannemers daer aan niey voldoen sullen ieder verbeuren eene somme van twee ductaen welke aan haare bedongen penninen gekort sullen worden

 

 

Uit de dorpsrekeningen:

 

-         1789-1790: uitgegeven 71-13-12 voor 370 voeten twee dymse eyke brugh planken tegen 0-3-14 de voedt om te gebruyken tot legging van de brug over de rieviere de Aa

-         1790-1791: Betaelt aen Jan Hendrik Jooste als op den 22 october 1789 publieq aengenomen hebbende het leveren van circa 500 voete planken tot de gemeentens brug alhier en by syn metinge bevonden gelevert te syn 493 voeten à 0-3-14 per voet, en nog gelevert 135 voeten tot de leuninge der brug à 0-5-15, en syn de planken tot de brug in de leuninge tot ribben omdat nu eyser daer aen syn gemaekt in den jaere 1792 tot ribben etcetera gebruykt, 134-13-0

 

 

Vergadering van het dorpsbestuur op 10-11-1790. Is geresolveerd terwijl de groote brug in een gansche ontrampeerde staat is en noodsakelyk dient te worden gerepareerd aan den architeq Van Hees tot Boxtel wonende te schrijven ten einde deselve over comt om op te nemen en een bestecq te formeren en verders intussen eenige nodige materialen van steen, houtwerk in te kopen.

 

Aanbesteding op 22-3-1792 door de regenten van Veghel van het maken van twee stenen hoofden en vleugels en een eysere paal tegen de affschuuringe van de brug en verder reparatien. De lengte van de brug tussen de twee steenen hoofden onder aan het roosterwerk sal moeten syn 62 voeten, de voorhoofd mueren lank 14 voeten, de steene vleugels lang 8 voeten, alles in manieren navolgende:

 

-        De aannemer sal bij laag water wedersyts de twee houten hoofden en voor vleugels van agtere moeten ontgraven en verder ruyme openinge moeten graven om de brug wederseyts 2 ½ voet te verlengen tot het aanleggen der steene hoofden en vleugels, welke te grave opening soo ruym moeten syen dat het heij en roosterwerk daer onverhindert in aangebragt en bewerkt kan worden, en soo diep dat het roosterwerk off bedding ten minste 8 duijm onder het laagste somer water komt te leggen. Verder de houte hoofde en vleugels uytbreeken en buiten het werk ruijmen, alle palen, planken en stronken die er gevonden mogte worden uyt den grond trekken, op dat er niets in den grond blijven het werk den aanleg van de nieuwe bedding komt te verhinderen. Ook moet den aannemer wederzeyts de brug leggen de vereyste kist dammen tot het droog maken en droog houden van de gegrave putten voor het aanleggen van het heij en roosterwerk, de fondering van voorschreven beyden vleugels en die met de nodige ton overlans off andersints moeten droog houden dat daar in onverhindert droog het heij en roosterwerk bewerkt kan worden.

 

-        Dat ..ig dus op hare behoorlyke lengte, wyte ende dikte gebragt, en den put droog synde, sal den aannemer volgens tekening onder ieder hoofd en vleugels verdeelen 6 eyken off dennen kespen (mva: kesp = dwarslegger die over de koppen van heipalen werd gelegd in funderingen) door malkander, wesende lang 5 voet, swaer 8 en 10 duymen, dog onder ieder kesp (daer) te heijen off in den grond slaan drie mastpaelen en onder de hoekkespen vier mastpalen lang 7 voet, off soo veel langer als den grond vereysen sal en aan den aannemer sal geordineerd worden, dus onder ieder hooft en vleugels 26 mastpalen, rond soo als den boom die geeft over het cruijs 8, 9 en 10 duijm. Deese palen sal hij met een bequaeme heij van van vereijsten swaarte die met 12 off 14 man moet getrokken worden in den grond heijen tot de bepaalde diepte, dan daer over brengen de voorschreven kespen dezelve met pinnen en gaten aen de paelen werken, off wel op iederen paal met een eyseren 3 duijmen spijker bout, lank 18 duym, aan de palen vast spijkeren, verders over de eyndens van de kespen brengen, soo voor de hoofden als vleugels de nodige sandstroken, swaer 7 en 9 duym, lang volgens de tekening met swaluwe starten op de kespen in laten en met twee ¾ duijmse eijken treknagels dair op vast maken.

 

-        Den aannemer sal over deese kespen tegens de sandstroken brengen twee duymse denne off eyke planken wel digt tegens malkanderen, gedreeven ieder plank op ieder kesp met 2 vijjf duijmse taye nagels vast spykeren. Van voren sal de aannemer volgens de tekening nevens het roosterwerk moeten heijen een reij eyken off dennen, dan planken lang 7 voet, dik 3 duym, alle met tanden en groeven in malkanderen en gesaegt en digt in malkanderen geheyt en met taije gesmeede nagels van ¼ duym aan de sandstrooken sufficant vast spijkeren.

 

-        Op desen grondslag sal den aannemer het metselwerk moeten aanleggen ter dikte van vier steenen en daar de contra forte komen 6 steen tegelyk opmetselen ter hoogte van 2 ½ voet en als dan soo gedaen een halven steen en voorts van drie tot drie voeten te sneijden tot dat het onder de hoogte der rollaag komt te blyven van 2 ½ steen gevende op ieder voet hoogh een duijm hessing, hier over te leggen een rollaag van klinker steen van 2 ½ en dik 1 ½ mopsteen off als de vleugels sullen sonder rollaag naar goed vinden van de heeren besteeders tot veryeste hoogte werden opgetrokken. Over de vleugels sal den aannemer moeten leggen op ieder een Soseynse blaauwe deksteen, lang 9 voet, dik vyff duym, breed 22 duijm, van een lengte en die ieder aan twee eysere anckers die en de muur gewerkt moeten worden door gemelde blaauwe dekstuk off steen met lood vast te gieten soo als onder de bewerking geoordineerd sal worden.

 

-        Den aannemer sal dit muurwerk van voren met een en een halve Gelderse klinkert steen en van agteren beste klinkert steen Hollands gebak in een goed verband in goede en vette bestaard tras moeten opwerken, alle het metselwerk vol en sat werken in een goed kruijs verband met dunne laege sindelyk bewerkt, de maeten na beloop van de helling en schuijnste van het werk, sierlyk gekapt, wel voegen en stootvoegen en met den dogge door reijden. Ook moet den aannemer verdagt syn het metselwerk soo hoog op te trekken dat de brug volgens de tekening gemaakt synde den middel 6 duym hogere komt als deselve sig tans bevinde. Op ieder hooft sal den aannemer leggen een eyke stooff, lang 14 voet, swaer 12 en 13 duym, waer toe den aannemer in ieder steene hoofd sal metselen 3 eysers, 5/4 duym ankers, syde met veere in de muure gewerkt en boven met eenig muurwerk sluyten, ook sorg moeten dragen dat de blauwen dekstukken wel aant muurwerk sluyten en tegen den hoofde passe naar den eysch van het werk. Mede sal den aannemer op de vier hoeken van de vleugels en hoofde in het metselwerk in goet verband moeten werken op yder hoek 7 blaauwe Soeseynse hoeksteen, volgens tekening lang 3 voet, breed een voet en dick 14 duym, off soo dik dat de 7 stukken onder de sloof komen te sluijten wel naer het beloop van de vleugels en hoofe schuijn en glad gekapt en behoorlyk geformeert. In ieder steen een sponning te hacken van een halve metselsteen die al in gewerkt moet worden. Verder in ieder Sozynense steenstuk van agteren te kappen en met loot vast gieten een eysere een duymse ancker van agter met een kruck in het muurwerk vastwerken. Ook sal den aannemer wel sorg moeten dragen dat de voorschreven blaauwe stukken digt over en weder op malkanderen comen te sluijten en in alles bewerken na genoegen van de heeren besteders. Ook sij den aannemer verdagt dat hij op ijder hoek 7 stuk Zosynde steene nodig heeft en dus voor den vier hoeken 28 stuk, soo als dezelve voorschreven syn.

 

-        Verders bestaet deese brug tans in vyff waterbinten die alle sullen blijven staan, dog de oude leningen en planken sal den aannemer daer van afnemen en buyten het werk ruymen. De ribbe sal den aannemer van de gebintens moeten nemen ten eynde om alle de geene die goed bevonden sullen worden wederom te begruijken. Dit verrigt synde sal den aannemer moeten leveren 5 (ge)lyke plaaten, lang 13 voet, swaer 6 en 13 duym op ieder slooff een plaat wel pas gewerkt, en met drie eyseren spykerbouten de plaaten op de sloven vast te spijkeren. Dog den aannemer moet verdagt syn dat alle de voorschreven plaeten wel waterpas volgens de tekening op de sloven werden vast gemaakt, het sy met iets dunner off dikker aff te werken, en dat vervolgens in dat werk off bind volgens de tekening van het eynde naar het midde vier duym komen te reijsen en dat deselve wat rond komen te leggen voor het aflopen van het water.

 

-        Op alle de voorgemelde sloven sal den aannemer leggen de ribben volgens de tekening vyff in de breete, de twee buytenste moetem nieuwe eijke ribben syn, swaer 8 en 9 duym en moeten ieder twee fakken in lengte bereijken, wederseyts aan ieder steene hoofd op het eerste waterbind sal den aannemer meede aan ieder seyde moeten leveren 3 eyke ribbe, swaar 8 en 9 duym, lang van het midde van het eerste waterbind tot over de sloven van de nieuwe steene hoofde. De verder ribbe sal den aannemer van de beste afkomende oude voor soo verre die goed gekeurt sullen worden nogen gebruijken, ingevalle er geen oude ribbe genoeg goed bevonden mogte werden om dit werk verders te maaken, sullen de selve van wegens de gemeente aan den aannemeer geleverd worden. Den aannemer sal de ribbe leggen de twee buytenste aan de buytenseijde van malkanderen leggen 11 voet 4 duym en alwaer deselve op de sloven komen 2 ¾ duym diep in sinken, de middelste een halve duijm, de andere en vervolgens opdat de brugge meede op haere breete dat rond en aflopende sal komen, mede sal den aannemer de ribben op alle sloven met ¾ duymse eijsere speyker boute, lang 15 duym, vast nagelen.

 

-        Op dezen ribben sal den aannemer leggen het deck van eyke twee duijmse planken lang 11 voet 9 duym die door de gemeente aan de aannemer sullen gelevert worden. En moet sorg dragen dat selve wederseyts 2 ¾ duym over de buijten kante van de ribbe comen maer dan leyn regt afsagen, als mede dat boven ieder slooff eenen plank komt ter breete van 20 duym off soo breet als (deese) sal komen behoren, alle de planken regt gekapt en sonrer spind en het quaad gesuivert, tegens makanderen regt gesloten en digt gedreeven op alle de ribbe wel te nagelen met taije 5 duymse nagels niet verders van (..) dezen als vier duym. Hierop sal den aannemer wederzeijts brengen de rader stukken, lang 30 duym, regt en digt tegen malkanderen gedreeven en met 60 pont taije nagels naer den eysch genagelt, hier voor sullen de planken meede door de gemeente gelevert worden. Ook sal den aannemer op alle de eyndens der sloven leggen eyke dekstukken dik 2 ½ duym, lank en breed dat desleve rontom 1 ½ duym oversteeken en tegens de ribben sluyten van boven en aan den eysch voor het afwateren geb..end en met taije nagels van vereyste lengtens op de sloven vast maken als dan deese dekstukken en eyndens ­­­van den planken op de brug twee maalt tarren met Wormer teer en met hamerslag bestroijen en dit de gansche brug off bovendek eenmael als ook de hytpaelen.

 

-        Nog sal den aannemer moeten leveren en stellen een eysere leuning off balustrade bestaande van 28 eysere gegote baleysters op de brug en agt dito op de dekstukken voor de vleugels ieder ten minste swaar 110 of 115 pond. Den aannemer sal onder in deselve doen gieten van taaij eyser gesmeede pinnen dik 1 ¾ duym voor die op de brugge met gaate door de buyten ribbe moeten gewerkt worden. Deese pinnen lang buyten de borsten 14 duijm en met de noodige scheer gaeten voorsien die hij vervolgens op sufficante revetten onder de ribben sal vast scheerenen de scheere naer den eysch vast stellen. De baluyster die in de blouwe Sosyne steene moeten gewerkt worden sal den aannemer de pinnen meede van taaij eijser onder in deselve doen gieten, 2 duym vierkant lang, 4 duym behoorlyk met lood vastgieten en van agteren tot steuning een eyser staaff op ieder hoek moeten leggen indien sulx noodig geoordeelt sal werden als wanneer het den aannemer onder den bewerking sal worden geordineerd. Door de selve balusyters sal hy brengen 1 ¾ duym ronde eysere staven volgens de tekening onder en boven in het verband doen vergaderen en met eysere pinnen voorsien en met lood naer den eysch vast gieten op de eynde van de vier beugels sal hij die cierlyk met een ront naar den eysch doen buijgen. Op het eynde van de leuning van de vleugels sal den aannemer op aanwysing moeten maken en stellen twee schuttinge bestaande ieder schutting in twee eyke paken lang 7 voet, swaar 7 en 7 duym, agt kand en met tonde koppen gemaekt daar door werken in ieder seven eyke 1 ½ duym schaijen, breed 7 duym, soo lang a;s veryst en met eyke treknagels behoorlyk opsluijten. Als nog te leveren vier eyke palen met ronde koppen en agt kand, swaer 6 en 6 duym, te plaatse hem aan te weijsen, deese heynsels gesteld synde sal den aannemer die eens gronden en twee maal verwen met goede gekookte leijn olij van couleur als hem sal geordineerd worden. Als meede sal den aannemer nog moeten leveren en stellen op den binnenkant van de brug agt eysere steek schieren van twee duym eyser soo als hem onder de bewerking sal geordineerd worden, en al het eyserwerk twee mae swart verwen.

 

-        Den aannemer sal de aan aarding agter de steene hoofden moeten doen met gelyke lagen van een en een halve voet, en wet met swaar houte stompe vast aan stampen tot op de hoogte van de brug als dan van de oude afgekomen planken, tot soo lang bevonden sal syn de aarde haere volkome sakking gedaen heeft. Verders aam wederseyde te leggen eyke stoot valken ieder lang twaelff voet, swaer 7 en 8 duym en hier tegen moet den steenweg aansluyten.

 

-        Den bastaard tras die tot het maaken van deesen nieuwe hoofden en vleugels beslagen sal moeten worden, sal bestaan in vyff deelen kalk en twee gelyke deelen tras en twee gelyke deelen sand alles wel door makanderen geslagen wel geboud en herbouwd en voor het verwerken nogmaals herbouwd.

 

-        De eyke planken voor het bovendek en raderstukken van de brug sal doer de gemeente gelevert worden en wyders sal den aannemer alle verdere materialen en geedschappen niets anders uytgesondert sig selve moeten versorgen, de steene beste klinkert op de rivier de Maas off Wael gebakken en voor agter aan te werken beste klinkert Hollands gebak, de kalk beste Luykse kalk tijdig te voren gelost, de tras beste verse tras dorste keus en verders alle materialen ieder in syn soort goed en deugsaam alle het houd goed gesond eyken hout sonder eenig gebrek, het dennen soo als van het eyken is gesagt, het eyser alle taaij eijser, de speykers alle taaije spijkers, de blaauwe steen Brusselse off Sosaytse steenen, sonder schadelyke aders off eenig ander gebruik, hoe het ook genaemt mogte worden, en verders alle materialen ieder in syn soort goed en deugsaam ter keuse van de heeren besteders en alles meesterlyk gewerkt naer den eysch vant werk, blyvende de oude materialen voor de gemeente.

 

-        Naar de besteding sal den aannemer sig van de nodige materialen voorsien, dog geen mogen verwerken voor en aleer deselve door off van wegens de heeren besteders sullen syn goedgekeurt, en sal den aannemer voor den 15 julij aanstaande syn materialen aan het werk moeten gelevert hebben en ter visitatie aan gepreseneerd die als door off van wegens de heeren besteders worden gevisiteerd, de afgekeurde sal hij terstond weg ruijmen en andere in plaatse leveren, en bij foute van dien reserveren de heere besteeders aan haer edele de magt om het selve volgens den inhoude van dir bestecq ten costen en lasten van den aannemer te versorgen. Ingevallen men ondervind den aannemer afgekeurde materialen verwerkte, sal hij iedere reijs verbeuren eene somme van ses gulden boven dan deselve moeten wegnemen en veranderen. Ook sal den aannemer na den 15 julij sig gereed moeten houden om op de eerste aansegging van de heeren besteders een begin van het werk te maken.

 

-        Bij bekwaam water op de eerste aansegging als voorschreven is sal den aannemer aan het werk moeten gaan en een genoegsaam getal werkvolk aant werk moeten stellen, mitsgaders met het werk sonder interruptie voortvaren en syn werk binnen den tyd van drie weeken soo verre te hebben afgemaakt dat de passasie wederom met karren en wagens kan voortgaan. Item sij heere besteders nader kwamen te ondervinden dat sulx door geen versuijm van den aannemer langer duurde ‘t geene bij dissievie van de heeren bestederen sal moeten blijven berusten, op peene van ses guldens daags die hij lamger komt te werken dat de passasie belemmerd blijft en sal het geheel werk binnen 7 weeken afgedaan moeten syn en aan den inhoud van dit besteq volkomen opgeleverd op peene als voor en bij foute van dien reserveeren de heeren besteders de magt aan haar edele om dit werk tot costen en lasten van den aannemer en borgen te doen afmaken. Ook sal den aannemer die gedurende tijd van ’t maken van de brug moeten sorgen dat de passagie voor de voetgangers gebruykt kan worden.

 

-        De maet waer meede dit werk gemeten is, is de Rynlandsche maet van 12 duym op de voet.

 

-        Soo onverhoopt in dit besteq iets vergeten syn. ’t Welk onder de bewerking absoluut nodig geoordeeld word, soo sal den aannemer verpligt syn alle het selve met de leverantie der daer toe nodige materialen te moeten maken op aansegging, even off als was sulx in deesen ten duydelyksye bepaald worde, voorts egter blyvende by den aard vant werk int bestecq, egter onder conditie dat de costen daer van in alles te samen genomen niet meer bedragen als 50 guldens eens,waer tegens het onverwagt buytenwerk sal afgerekend worden.

 

-        Wanneer in deese eenige duysterheden in het begrip der aannemers mogte voorkomen, soo sal den aannemer verpligt syn sig in alles te gedragen na de explerentie daer van te geven door de heeren besteders by den architecq mits niet gaande buyten den aart vant werk.

 

-        En dal niemans mogen aannemen die in eenige slands off dorps werken in gebreeken is gebleeven.

 

-        De betaling dal gedaan worden met contant geld, te weten binnen 4 weeken na dat den aannemer ’t werk compleet dal hebben afgemaakt en door en van wegens de heeren besteders goed gekeurt en gepreesen, welke opneming off visitatie sal geschieden ten costen van de gemeente, dog soo bij de opneming bevonden wierd het werk niet conform naer den inhoud deses gemaekt te syn, soo sal den aannemer gehouden syn het selve op aanwijsing terstond te maken en te herstellen en bij foute van dien reserveren de heeren besteders aan haar Edele de magt om het werk andermael te besteden off in dagloon te laten maken en verders te doen visiteeren alsmede alle de dagen die naar den bepaalde tijd gewerkt worrden te corten, alles tot kosten en lasten van den aannemer en syn borgen.

 

-        Den aannemer sal moeten stellen twee goede en sufficante borgen die soo wel als den aannemer een voor al op verbant van haeere persoonen en goederen sullen moeten geloven deese bestecq ende conditien in alles na te komen en te voldoen.

 

-        De aannemer sal moeten ligten copie van dit bestecq voorsien met slands zegel

 

-        Den laagsten insetter al voor trekgeld genieten de somme van vyff silvere rixdaalders

 

 

Uit de dorpsrekening van 1792-1793:

 

-        Inkomsten: Voor alle man verkogt den afbraak van de gemeentens oude brug 57-16-0

-        betaelt aen Jan Trimbosch voor leverantie van ribben en 470 voet planken tot de gemeentens brug gebruykt welke te kort kwamen, de somme van 88-16-0

-        Volgens ordonantie en quitantie betaelt aen Francis van Eijk, meester metselaar, vam regenten aangesteld synde om het opsigt continuelyk te houden over het metselwerk, kalk bouwen, tras, etc., van de te maken nieuwe brugh welke door Van Wanroij was aangenomen te maken en heeft geasisteert 22 ½ dag à 1-0-0 daegs, de somme van 22-10-0

-        Voor het aanvaren van sant voor de gemeentens brug 1-16-0

-        Voort optassen aan de brug 2-0-0

 

Dit werk werd aangenomen door Jan van Wanroij uit Den Bosch. Bij het afrekenen ontstond er een geschil tussen het dorpsbestuur en Jan van Wanroij over de extra gemaakte kosten. Dit geschil sleepte zich voort tot 1804. Uiteindelijk trok Jan van Wanroij aan het langste einde. Hier is een apart opstel over geschreven.

 

 

In 1794 werd de brug verbrand.

 

Vergadering van de municipaliteyt op 9-3-1797. De president communiceert het verzoek van de municipaliteyt aan het committe van algemeene zaken van het Bontgenootschap ter Land ingevolge de resolutie van de vergadering op 20-1-1797. Deel van die brief:

 

Dat het dorp geduurende den tegenwoordigen oorlog oneindig veel geleeden heeft, eerst bij der retraite van de Engelsche en Hessische en Hanoversche armée. Bij welke geleegenheid zeer veel, ja meest de beste ingezeetenen van de gemeente zyn mishandelt en uytgeplundert in zoo verre dat in een aantal van de voornaamste huijsen niets hoe ook genaamd overbleef, en naderhand bij het inrukken van de Fransche troupes, hetgeen niet eerder als na een heevige en geweldige attaque heeft plaats gehad en na dat alvorens zeer veele huijsen door het geschut van het canon waaren beschadigt en de brug door de gemeente opnieuw over de rivier d’ Aa gelegt en van welke de kosten op 2.400 hebben beloopen ten eenenmaal vernield was en afgebrand, het gemelde dorp meer nog geleeden heeft.

 

 

Dorpsrekening 1794-1795:

 

-        Voor 6-6-0 touw gebruykt tot aan de brug die opgeslagen moest worden nadat de Hannoverse troupes de grote brug verbrand hadde

-        Betaalt aan Joachiem Nouwens, meester timmerman, voor verscheyde dagen arbeytsloon van hem en syn knegt aan de nieuwe opgemaakte brug, synde de oude nieuwe brug door de Hanoverse troupes afgebrand geworden) de somme van 39-7-8

-        Betaalt aan Adriaan van den Berg de somme van 7-2-0 voor 19 dagen arbeytsloon aan de voorschreven nieuw te maken brug 7-10-0

-        Aaan Hendrikus Nouwens, meester timmerman, ten eynde voorschreven de somme van 29-0-8

-        Betaalt aan Jan Delis Pepers, Jan Tijse en Hendrikus van Heeswijk ten eynde voorschreven de somme van 4-5-0

-        Betaalt aan Johannis Kerkhoff voor leverantie van tien ribbe en twee eyke boomen gebruykt tot het eynde voorschreven de somme van 52-10-0

-        Betaalt aan Johannis Joris Donkers, meester smit, voor leverantie van nagel en eyserwerk tot de voorschreven brug, mitsgaders eenig eyserwerk tot de brandspuyten en ook eenig reparatie aan den aak die vanwegens de gemeente gebruykt was en in die tijd beschadigt hadde etcetera, de somme van 31-9-4

-        Betaalt aan Roeloff Schippers voor het dempen van de rivier Aa by het maken van de brug int jaar 1794 0-15-0

-        Aan Jan Tijs voor de weg maken aan de gemeentens brug 0-6-0

 

 

Dorpsrekening 1795:

 

-        Op den 25 juny 1795 hebben regenten van Veghel publiecq verkogt eenige planken welke gebruykt waren geweest tot een tweede brug die door de Engelse troupes verbrandt was geweest en daar van ontfangen by de rendanten eene somme van 28-10-0

-        35 (..) deelen tot gebruyk van den brug over de rivier

-        Betaalt aan Lambert Peter Verhoeven voor 38 dagen arbeytsloon int omhakken en saagen van de bomen gebruykt tot de nieuwe brug als synde de oude door de Hanoverse troupes verbrand eene somme van 21-6-0

 

 

Openbare aanbesteding op 8-6-1797 van de levering van 500 eyke twee duymse planken tot een tweede dek op de gemeentens groote brug, onder de navolgende conditie:

-        De aannemer sal moeten sorgen te leveren eyke planken, ieder lank negen voeten, gesaagt synde twee duym dik, best in syn sond sonder vuur, bederff off quade kwasten, en sulx binnen den tijd van een maand, wanneer den aannemer die alhier bij off ontrent de brug sal moeten brengen tot examinatie en goedkeuring van de besteederen, de afgekeurde sal hij aannemer direct moeten verbrengen en immediaet andere in de plaats leveren, sonder eenige de minste tegensegging.

-        Na de levering en goedkeuring van deselve sullen sij haare bedongen gelden binnen den tijd van veertien dagen worden voldaan.

-        Tot naarkoming van ’t geene voorschreven is, sullen sij aannemers gehouden syn te stellen twee borgen die een voor al sullen geloven deese conditie te sullen nakomen op peene van weder dadelyk ten haaren costen opnieuw te besteeden en de schade de gemeente daar door komende te leyden op hun werde verhaalt.

-        De maat waer meede hier gerekent word syn Bosse mate, elff duym op de voet.

-        Ieder plank moet ten misnte de breede van ses duym hebben en regt van wederseyde gestreeken, sonder dat er eenige spind aan blijft en mogen ook geen hard planken leveren off moeten die midde door saegen en dan eevenwel haar breete houden.

-        Den besteding geschiet per voet.

 

 

Dorsprekening 1797:

 

-        Betaalt aan Jacobus Johannis van Doorn voor leverantie van 500 voet twee duymse eyke planken à drie stuijvers vier penningen per voet bolgens publieque aanbesteding als meede voort sagen van gemeentens bomen tot planken der groote brug te samen de somme van 88-13-0

 

 

In 1799 werd de houten leuning vervangen door eentje van ijzer. Dorpsrekening 1799:

 

-        Betaalt aan Jasper van Doorn voor syn gedaane verschotten van 854 pont gegoten eyser synde tien pilaren als meede voor 30 geslagen eysers en nog 336 pont idem  met de vragt van Luijk herwaerts als tot gebruyk van de leuning van de groote brug van de gemeente 127-2-0

-        Volgens ordonnantie en quitantie betaalt aan Johannis Joris Donkers, meester smit, syne verdienste en leverantie van lood, eyser etc. aan de gemeentens brug en leuning, mitsgaders aan de gemeentens pastorije pomp, etc., samen de somme van 87-11-12

-        Volgens ordonnantie en quitantie betaalt aan Hendrikus Nouwens, meester timmerman, voor gedaane arbeytsloon en leverantie van planken, ribbe, etc. tot brug en schooren, samen 88-15-8

-        Volgens ordonnantie en quitantie betaalt aan Aart Jan Aarts, meester timmerman, voor syn gedaane arbeytsloon vant maken van de gemeentens brug over de rivier d’ Aa 27-5-12

 

 

Naast de reparaties aan de brug worden in de dorpsrekeningen ook geregeld uitgaven vermeld voor het ophogen van de weg naar de brug. Bijvoorbeeld in de dorpsrekening van 1780-1781:

 

-        Betaalt aen Dirk van Doorn voort vaeren van steengruys aen de gemeentens brugge 1-7-0

-        En aen een arbeyder die een dag had helpen werken vant steengruys aen de brug 0-10-0

 

 

 

Het schoonmaken van de brug

 

Vanaf 1746 worden uitgaven vermeld voor het schoonmaken van de brug. Later werd dat werk gecombineerd met andere taken. Uit de dorpsrekeningen:

 

-        1746-1747: betaalt aan Adriaan Maes voor ’t affveegen en reijnigen van de brugge 0-5-0

-        1776-1777: Volgens ordonantie en quitantie betaelt aen Gysbert Smits voort uytdoen van de vuyligheyt voor de brug en schoonmaken van de gemeentens brugge 6-0-0

-        1779-1780: aen Gysbert Smits voort uytdoen van de vuyligheyt aen de brug, schoonmaken van den schoorken van de kerkhof aen steken en schoonhouden der lantaern het geheel jaer volgens accoort 12-0-0

-        1782-1784: aen de weduwe Gysbert Smits volgens accoort voort schoonmaken van de gemeentens brug, geut neve de kerkhof, lantaerne vullen en aensteke, jaers 12-0-0

-        1789-1790: aen de weduwe Gysbert Smits voor het schoonmaken van de brug en de geut neve de kerkhof 8-0-0