De oorlogen tussen 1356-1374
Martien van Asseldonk
19 december 2014
Deze gegevens mogen gebruikt worden onder verwijzing naar: Martien van
Asseldonk, www.oudzijtaart.nl
Vanaf 1356 werd de macht van de
hertog aan de noordgrens van de Meierij geregeld betwist. In dat jaar
maakte Willem V van Holland gebruik van de hoge nood waarin Brabant door
de oorlog met Vlaanderen verkeerde. Bij het verdrag van Bergen op Zoom
van 29 maart 1357 kwam de feitelijke soevereiniteit over Stad en Land
van Heusden in handen van de graven van Holland. Onmiddellijk na de
Hollandse machtsovername in Heusden in 1357 liet hertogin Johanna van
Brabant het huis Onsenoort bezetten, ten teken dat haar de ‘overste
heerlicheit’ toekwam.
Ergens rond het jaar 1360 liet
Walraven van Valkenburg, heer van Herpen, het slot in Herpen afbreken.
Walraven bouwde een nieuw slot te Ravenstein, vanwaar uit hij enkele
plundertochten op het platteland ondernam. In 1362 belegerde Wenceslaus,
hertog van Brabant, Ravenstein en nam Herpen in. Er ontstond een
conflict tussen Walraven van Valkenburg en de hertog over de opvolging
in de heerlijkheid Valkenburg. De kosten van deze oorlog werden
gedeeltelijk door de dorpen in de Meierij gedragen. In 1365 werd een
bestand gesloten.
In of kort ná 1363 werd Onsenoort
vanuit Holland aangevallen en ingenomen door de gebroeders Jan en Gerard
van Neerveen. De Bosschenaren stuurden een leger dat het huis ontzette.
In 1365 kochten hertog Wenceslaus
en hertogin Johanna van Brabant het huis en de heerlijkheid Boxmeer. Het
huis werd hierna gesloopt. In 1370 droeg Rutger den Ouden het huis en de
heerlijkheid Onsenoort in leen op aan de graaf van Holland. Hiermee kwam
er een einde aan de Brabantse heerschappij over Onsenoort.
In die tijd ontstond er een
geschil tussen Wenceslaus en Willem, hertog van Gulik, over het wegnemen
van goederen van Brabantse kooplieden in het Land van Gulik. In
Baesweiler kwam het als gevolg hiervan in 1371 tot een veldslag, waaraan
Brabantse leenmannen deelnamen. De oorlog werd verloren en hertog
Wenceslaus en veel van zijn medestrijders werden gevangen genomen.
In 1372 ontstond er een twist
tussen Brabant en Holland over Vlijmen en Engelen. Een partijgenoot van
de hertog stak het huis te Onsenoort in brand. Aanhangers van de graaf
van Holland vielen goederen van Brabanders in Zeeland aan en troepen
onder leiding van Reinoud van Brederode vielen de Meierij binnen en
verbrandden veel huizen in de omgeving van Sint-Oedenrode. Bossche
milities staken hierna Vlijmen en Engelen in brand. In 1374 kwam het tot
een bestand.
Gegevens uit onder andere de schoutsrekeningen
In
1356 kreeg de stad van de hertog het recht elk huisgezin in de Meierij
te verplichten één man voor één dag per jaar naar 's-Hertogenbosch te
sturen om aan de stadsveste te komen werken.
Soms werden ook leenmannen opgeroepen om met de kwartierschout uit te
trekken. Zo reed de kwartierschout van Peelland in 1368 of 1369 uit
‘metten mannen ende dyenstluden uut Pedelant’.
In
1369 had de kwartierschout van Maasland ‘die clocken in sinen ambacht’
doen luiden en met krijgsvolk naar ‘Mondic’ getrokken, omdat daar de
vijand gesignaleerd was.
In 1371 in de strijd bij Baesweiler vochten de schouten van de hertog
ieder onder een eigen banier mee en voerden ieder een eigen rot aan.
Alleen de aanwezigheid van de hoogschout van 's-Hertogenbosch staat niet
vast.
In 1372 was de oorlog docht bij Veghel geweest en mogelijk werd kort
daarna de landweer tussen Veghel en Erp aangelegd om de inwoners van
Veghel enige beschermng te bieden tegen legers. |