De Gelderse oorlogen van 1524-1528 en 1533
Martien van Asseldonk
19 december 2014
Deze gegevens
mogen gebruikt worden onder verwijzing naar: Martien van Asseldonk,
www.oudzijtaart.nl
In
1524 werden de vijandigheden tussen Brabant en Gelre hervat toen Orthen
door de Geldersen in brand gestoken werd en het vee geroofd. De stad
trok uit met ongeveer honderd ruiters en honderd voetknechten en veel
Geldersen werden gedood of gevangen. Driel, Rossum en Heerwaarden werden
verbrand. De Geldersen brachten op hun beurt schade toe aan Tilburg,
Reusel, Borkel en Heeze. Ze werden verdreven en opnieuw werd er een
bestand gesloten.
In
1528 vielen drieduizend Gelderse soldaten vanuit het zuiden via de Peel
Brabant binnen. De weerbare mannen werden per klokslag opgeroepen om het
land te verdedigen. Vermoedelijk zijn toen ook in Veghel de weerbare
mannen per klokslag opgeroepen geweest. Op 1 juni 1528 werden de
Geldersen verslagen op de heide tussen Heeze en Leende.
Later in dat jaar verbrandden de Geldersen Oss en Nuland. Ze werden door
een leger ruiters onder leiding van de hoogschout van 's-Hertogenbosch
teruggedreven. Op 5 oktober 1528 werd vrede gesloten.
Het
stadsbestuur van Helmond verklaarde op 15 augustus 1529, dat tijdens de
laatste oorlog Helmond van 's-Hertogenbosch bevel kreeg ‘dat wij onse
stadt souden stercken metten grachten te wijen, lantweren ende
dreyboemen ende alle stercten te repareeren omme die vianden der
Gelderssen te wederstaen, keren ende scutten’.
Rond 1533 werd getwist over de belening van Boxmeer. De inwoners van
's-Hertogenbosch waren beducht dat de hertog van Gelre de heerlijke
rechten in Boxmeer van de hertog van Brabant zou kopen. Hierdoor zou
Gelre een bruggenhoofd aan de Brabantse zijde van de Maas krijgen.
Floris van Egmond, graaf van Buren, die de heerlijkheid Cuijk en Grave
in pand hield van de hertog van Brabant, werd door 's-Hertogenbosch en
de andere plaatsen in de Meierij financieel in staat gesteld, om de
heerlijkheid Boxmeer te kopen.
|