Diensten geleverd in de periode 1792-1795 (oorlog)
Martien van
Asseldonk
6 december 2014
Deze gegevens
mogen gebruikt worden onder verwijzing naar: Martien van Asseldonk,
www.oudzijtaart.nl
In 1789 brak in Frankrijk de revolutie uit. In 1792
verklaarde Frankrijk de oorlog aan Oostenrijk. Op 6 november 1792
versloegen de Franse legers de Oostenrijkers bij Jenappes, waarna de
Franse legers in de Zuidelijke Nederlanden, tot dan Oostenrijks gebied,
uitbundig binnengehaald werden. Op 1 februari 1793 verklaarde Frankrijk
de oorlog aan Engeland en de Republiek. Op 14 februari 1793 trokken de
Fransen Deurne binnen, op 2 maart Helmond en op 6 maart werd ook
Eindhoven van Franse troepen voorzien. De bezetting duurde slechts kort.
Op dezelfde dag dat Eindhoven bezet werd, trokken de Fransen zich alweer
terug en op 18 maart 1793 leden de Fransen te Neerwinden een zware
nederlaag tegen de Oostenrijkers.
Ruim een jaar later, op 26 juni 1794, werden de
Oostenrijkers echter door de Fransen bij Fleurus verslagen. In het
najaar van 1794 vielen de Franse legers Staats-Brabant opnieuw binnen.
Engelse, Staatse en Oostenrijkse troepen boden weerstand, maar half
september was het platteland van de Meierij geheel in Franse handen.
Vanaf 22 september 1794 werd 's-Hertogenbosch door de Fransen belegerd.
Op 9 oktober gaf de stad zich over. In januari 1795 trokken de Fransen
over de bevroren rivieren naar het noorden. Op 18 januari 1795 vluchtte
stadhouder Willem V naar Engeland. Overal namen de patriotten nu de
macht in handen. Hiermee kwam definitief een einde aan het Ancien
Régime. Op 16 mei 1795 werd in 's-Gravenhage een verdrag getekend tussen
Frankrijk en de Republiek der Verenigde Nederlanden, die nu ‘de Bataafse
Republiek’ ging heten. Frankrijk en de Republiek sloten een offensief en
defensief verbond. De Republiek beloofde Frankrijk militair en
financieel te steunen en stemde in met de inlijving van
Staats-Vlaanderen, Maastricht en Venlo bij Frankrijk. Met dit verdrag
eindigde de Franse bezetting.
Hoe het er in Veghel aan
toegegaan is wordt beschreven in een brief van de municipaliteit van
Veghel van 20-1-1797
aan het
Committe van Algemeene Zaken van het Bontgenootschap ter Land, waarin
wordt gevraagd om teruggave van betaalde belasting. De municipaliteit
betoogt:
Dat het dorp geduurende den
tegenwoordigen oorlog oneindig veel geleeden heeft, eerst bij der
retraite van de Engelsche en Hessische en Hanoversche armée. Bij welke
geleegenheid zeer veel, ja meest de beste ingezeetenen van de gemeente
zyn mishandelt en uytgeplundert in zoo verre dat in een aantal van de
voornaamste huijsen niets hoe ook genaamd overbleef, en naderhand bij
het inrukken van de Fransche troupes, hetgeen niet eerder als na een
heevige en geweldige attaque heeft plaats gehad en na dat alvorens zeer
veele huijsen door het geschut van het canon waaren beschadigt en de
brug door de gemeente opnieuw over de rivier d’ Aa gelegt en van welke
de kosten op 2.400 hebben beloopen ten eenenmaal vernield was en
afgebrand, het gemelde dorp meer nog geleeden heeft.
Dat de geheele Fransche armee vervolgens
genadert zijnde en zig in en rondomme het dorp geplaats hebbende de
ingeseetenen al aanstonds zyn berooft geworden van al den voorraad die
zij in hunne schuuren hadden, terwijl het stroo zoo maal ongedorsche
werd weggehaald en gebruykt om tenten te maken voor de armee waar door
de ingeseetenen volgens naukeurige leijsten in een ogenblik berooft
werden van 5.594 vaten rogge, 5.913 vaten haver, 521.570 ponden stroo en
1.241.020 ponden hooij, behalve dat van drie nog meer ongelukkige
ingesetenen de huijsen, schuuren tot den grond afgebrand.
Dat de gemeente van Veghel daerenboven op
een ondbeschryfelyke wyse is gelast geworden door allerlij soorten van
requesten soo van hoy, strooy, rogge, paarden, rundbeesten en andere
noodwendigheeden zoo voor de armee als ruyters waar van de kosten op het
minst geweest belopen zullen f 23.000-0-0, behalven nog de kosten van de
gesende arme die ruijm f 8.600 zullen uitmaken en de meenigvuldige
diensten die de ingesetenen soo ten behoeve van de Fransche als van de
Geallieerde arme hebben moeten presteeren, ende de aanhoudende
inquartieringe waar door deselve veel maanden agter den andere zijn
belast geweest.
Dat de gemeente van Veghel van de
voorschreven overmaat van rampen notoir zoude hebben moeten succumbeeren
en absoluut buyten staat zou zijn geweest om de agterstallige slands
lasten op te brengen ten waare de supplianten hier en daar geen
geleegenheid hadde gevonden om eenige penningen teegens zeer hoge
intrest genegotieerd te krijgen, doch dat de gemeente eevenwel daar
meede in geene deelen gered is meer in teegendeel onder den last van
voorschreven rampen alnog is zugtende en geen vooruitzigt ter wereld
heeft om zig daar uit eenmaal te konnen redden, ten zij U lieden op het
voorbeeld van meer andere plaatsen in de Meyerye mogten goed vonden aan
hun supplianten de behulpzaame en weldogende hand toe te reijken. Mits
welke zoo keeren de suppliante zig tot U lieden ootmoedig versoekende
dat het U lieden behagen mag aan hun supplianten ten behoeve van de
gemeente van Veghel in consideratie van voorschreven alleszinds enorme
rampen te doen restitueeren de reeds betaalde halve verponding over
1794, mitsgaders de geheele beede en gemeene middelen over datzelve
jaar.
Door het Committe van Algemeene Zaken van
het Bontgenootschap ter Land werd dit verzoek voor advies in handen
gestelt van den ontfanger der verpondinge, gemeene middelen en beede in
het kwartier Peelland. Het Committe vond op 24-2-1797 goed dat ten
behoeve van de gemeente van Veghel uijt de reeds betaalde lasten zal
worden gerestitueert een somme van f 2.800 op de verponding over 1794,
op de gemeene middelen over ’t selve haar f 2.600 en op de beede een
somme van f 200, wordende de ontfangers Kien en Van Breugel gelast de
resitutie te effectueren.
Het jaar 1792
Dorpsrekening 1792-1793:
Geen uitgaven voor soldaten gevonden. Er waren
wel enkele uitgaven voor het transport van arme dan wel zieke personen,
maar er staat niet bij geschreven dat het soldaten of soldatenvrouwen
waren.
Het jaar 1793
Op 21 februari 1793 besloten de Staten Generaal 'in achting genomen
hebbende de zorgelijke en gevaarlijke omstandigheden in welke de
republiek is gebracht door de vijandelijke aanvallen uit naam van de
Franse natie of liever van hare tegenwoordige bestuurders zoo
onrechtvaardig als onverhoedts reeds ondernomen
en dat de uytvlugten van derselver verspreyding zoo in de
frontieren van den staat als in de bysondere provincien en steeden in
dezelve zoo kommerlyk en bedenkelyk zyn' dat om een krachtige bijstand
van God gebeden diende te worden. In alle plaatsen diende men daartoe
elke veertien dagen te bidden. De Veghelse schepenen besloten daar om 13
maart 1793 me te beginnen van 9 tot 10 uur 's morgens.
Op 3 maart 1793 ontving het dorpsbestuur van Veghel van
stadhiuder Nouhuijs een verzoek om op 5 maart arbeiders naar Den Bosch
te sturen 'voorzien met een schup, spade, byl, hacks of ander werktuyg',
om tegen betaling van een dagloon om op het fort Creveceur de buiten
posten en aan de versterking van de stad te gaan werken. De regenten
riepen toen de rotmeesters bij elkaar die iedere een lijst maakten van
bekwame werklieden in hun rot. De lijst telde in totaal 83 personen
waarvan er 40 uitgeloot werden om in den Bosch te gaan werken, behalve
de 5 die vrijwillig mee gingen. De
volgende personen werden geloot:
Johannes Tonij Vermeulen, Aart van
Doorn, Tonij Johannis van de Ven, Arie Clerx, Aart Lambert Aarts,
Hendrik Tonij Schyndel, Johannis Jan van Boxmeer, Tonij Geerit Lieshout,
Peter Boudewijns, Daniel Vervoort, Johannis van Stappen (vrijwillig),
Jan van Duijnhoven, Jan Dilis Pepers, Lambert Stoots (vrijwillig), Jan
Verhoeven, Johan Verputten, Lambert van Eynthoven (vrijwillig),
Wilhelmus Verputten (vrijwillig), Jan Tijss, Lambert Clercx, Gijsbert
Hoofs, Hendrik Wanroij, Roeloff van Eynthoven, Johannis Lambert
Eijnthove, Bert van Bosch, Willem Constant, Jan van Bergh, Adriaen Nol
Donkers, Hendrik Donkers, Johannes Dielis Pepers, Jan van den Bosch,
Johannis Raijmakers (vrijwillig), Johannis Rykers, Jan van Doorn, Tonij
Marte Lieshout, Gerrit Vermeulen, Hendrikus Jan Boxmeer, Michiel P.
versteegde, Evert Raijmakers en Hendrik van Cleeff
Toen op 5 maart 1793 de Franse ruiters Veghel
bereikten, werd er een vrijheidsboom opgesteld en werd er om de
vrijheidsboom gedanst. Dat dansen werd later afgedaan als een onschuldig
voorval, als kinderspel. Toen de Fransen zich een dag later al
terugtrokken, ontstonden er problemen voor Veghel. De regenten
verklaarden toen niet te weten wie die vrijheidsboom wilde planten, dat
wisten ze ongetwijfeld we, maar men hield de mede-burgers de hand boven
het hoofd. Ongetwijfeld leefden er ook onder de Veghelse bevolking
patriotische sympathiën.
Op 26 januari 1793 was bijvoorbeeld
Willem Francis Coolen door het dorpsbestuur aangesteld als ‘medicine
doctor’. Hij was een vurig patriot.
Dit is wat de
archieven meedelen over de vrijheidsboom:
-
Vergadering van schepenen op 8-3-1793, naar aanleiding van een brief van
Charles Bigot, ’s Bosch, van 8-3-1793, aan de regenten van Veghel. Ik
ben geinformeerd dat door U Eerwaarden is opgerigt een zoogenaamde
vryheids boom als mede eenige fouragie gelevert, althans op weg geeest
is, voor de vyanden van den staet. Soo dient deese om U Eerwaarde te
ordonneren den vryheidtsboon terstondt te dien amoveren en my ten
spoedigste te laten toekomen en declatoir van U Eerwaerde, waer by U
Eerwaerde in het cordt ten opsigte van het planten van den voorschreven
boom als mede tot de geleverde en op weg geweest zynde fouragie en
speciael of en welke ingesetenen zig schuldig hebben gemaakt aen
collusie met den vyandt of oproerigheydt tegens hueren overigheidt.
-
En is direct den schepen Peter J. Verhoeven naar St. Oedenrode aan de
heer J.W. van Nouhuijs, officier, gesonden, waer op circa drie uuren
namiddag tot antwoord is bekomen de navolgende.
-
Nouhuijs antwoordde: Eerwaarde Heer. Ik heb den ingesloten van de Heer
Bigot gesien. Ik ben van oordeel dat aan de requisitie daar in gemeld
ten eerste behoord te worden voldaan en het declatoir bij die missive
gemeld sullen U Eerwaarde worden gedaen, soo al sulx en in gemoede sulle
doen. Soo U Eerwaarde vermeenen dat ik daer bij diene tegenwoordig te
zyn, wil ik morgen om 9 uuren wel te Veghel koomen, dog ik niet preesent
geweest synde kan daar ontrent niets verklaaren. Rooy, 8-3-1793. En
hebben regenten den soogenaamde vryheydtsboom doen amoveren.
-
De schepenen van Veghel verklaren verder ‘dat hier de vyffde deeses ten
halv elff uuren gebeurde dat France troepen dragonders syn binnen komen
rijden in volle galop door de Straet met een gits er by voor uyt spande
tot voor het raadhuijs, waer op den president van syn huys kwam
afgegaan, die sy int Frans vroegen:
“Waer is de borgemeester?” Dat
hij daar op antwoorde president te syn. Daer op commandeerde den
officier aan syn dragonders van aff te sitten en tegen den president
seyde hem te moeten spreeken. Dat sy alsoo in huijs syn gegaan en
gevolgt werd door twee dragonders, waar van eene binnen en de ander
buyte ging. Den officier seyde fourasie te moeten hebben, en de
president op deses de schepenen by elkanderen heeft ontboden aan wien
den officier int schrifte opgaff en ordoneerde de fourasie in de
resolutie gemeld, en regenten geen van alle wynig off veel Frans
kennende vroegen aan den officier off geen van de dragonders Hollands
sprak om sulkx te vertalen, en was er een die Duijts spreekende sulx
deede aan regenten. Dat hij officier intussen vroeg 3 vat haver voor de
paerde en drank voor de dragonders. Dat byna een halv uur hadde vertoeft
en eenige glase wyn hebbende gedronken voor laast aan regenten seyde van
maer te maken dat de leverantie prompt morgen vroeg voor 9 uuren tot
Gemert was, en off sij sulx aannemen, en regenten seyde sulx immers te
moeten doen en dus soude doen.
-
Den officier daar op de deur uytgaende tegelyk met regenten en buyten
komende soo ’t scheen aanstons verder te sullen vertrekken, dat toen soo
als men heeft horen seggen er luijden waren die seyde:
“Men moest den vrijheitsboon eerst
planten,” dog uyt hoofde van de confusie en benaauwtheyt die
regenten behoorde niet te weeten wie sulx waren. Dat den officier
ordonneerde de paerden in den stal te brengen en dat sy direct naar de
stallen daar by synde die ’t geaardste waren in namen.
-
Dat eenige dragonders uyt de stallen komende met verscheyde lieden gins
en weer gingen en een boom syn gaan halen, en soo als regenten geen
formaat syn in het Falievelt, warende eerst geweest in het Heysbos, dog
konde daer geen soort na haare smaak vinde, moeste langere boomen hebben
als daar stonde. Dat sij circa een uur syn weg geweest en soo ontrent
tegen een uur onder schreeuwen en singen in de Straet syn gekomen met de
dragonders en verscheyde andere van mannen, vrouwen en kinderen en
geplant int midden van de Straet en deselve versiert met linte, welke
doch een dragonder eyge wert hebben.
-
Dan van den officier gesegt wierd iets te moeten hebben voor hem en
dragonders en ook bier en wijn, ’t geen hem ook besorgt synde, den
officier geweest bij den president en de andere dragonders, eenige bij
Heynsberge en eenige bij Gerbrandts. Dat circa halv twee uuren den boom
stond toen eenige dragonders, kinderen, vrouwen en manspersoonen rontom
hem dansten en weten dat niemant soo ver men weet van iemans gesegt
wierd meede te doen, dan die sulx uyt eyge beweging dede, en dat sulx
mogelyk twee minuten heeft geduert. Dat de dragonders toen syn gaan
eeten en drinken en vervolgens circa ten drie uuren weder syn weg
gereden en hoe genaemt soo ver men weer niets is voorgevallen en ’t volk
rustig en vreedig den dag verder heeft laten passeeren sonder eenige de
minste gedaene drijgementen. Dat in ’t geneeraal gevraagt wierd offer
met een ton bier voort planten van den boom wierd gegeven en wierd door
regenten beantwoord van neen.
Deze verklaring werd op 9 maart
1793 met de dorpsbode verzonden en aan de hoofdschout in Den Bosch
overhandigd.
Vergadering van schepenen op 6
maart 1793.
-
Is binnen deesen plaats komen rijden een officier en twaalff dragonders
van ’t dertiende regiment in Franse dienst, ordonnerende dat des
anderdaags ’s morgens vroeg tot Gemert moest werden gelevert eenig
fourages bestaande in een quantite
de cent cinquante plations de fourage pezante manne vingt livres e
paseille quantitie de Boiscaux d’ avoisne sur la place de Gemert,
volgens desselfs schriftelyke ordres, dat sulx niet hebbende durven
weygeren, gekogt is en verder versogt te leveren. Dat sy intussen haer
verblyff alhier hebbe geplant een boom int midde van de straat versiert
met linte dat na dat manschappen en paerden gegeten en gedronken hadde
weder syn weggereden. Dat aanstonts na ’t vetrtrek werd gecommiteert
door schepenen Schepen Hendrik van Eert naar den stadhouder Van Nouhuijs
om te vertellen wat er gebeurd was.
-
Men heeft niets naders te konnen doen en moeten leveren gelijk andere
plaatse gedaan hebben. Dat des anderendaags smorgens vroeg de
geordonneerde fouragie van veghel is weggereden met sig hebbende den
schepen Hendrik van de Ven en Peter Verhoeven en komende voor de brug
van Erp genaamt Cox welke halff affgebroken was en dus niet over deselve
kon passeeren, den schepen Hendrik van de Ven daar op syn karre heeft
laten staen voor de brug en in persoon gaande naar Gemert waer hij de
Franse troupe heeft gevonden, heeft sig geaddresseert aan den
borgemeester die soo hij segt order had maer te ontvangen waneer de
fouragie kwam en wanneer niet afhaalde dan maar voor haer dorp te
gebruijken, dan scepen van de Ven hem vragende of daar van schriftelyke
orders kon aantonen en soo niet dan niet sou terug reijden met syn
geladen karre en dit manquerende is weder ontrent die kaer gearriveert,
aan de meede regenten raport doende vant voorgevallende, welke hem
aanstons verder in commissie hebben gestelt raport te doen aan de
stadhouder Van Nouhuijs, en is intussen tijd de gemelde fouragie bij
elkander weder afgelost en sal verder daer van worden kennis gegeven aan
de Rentmeester de Domeijnen in alles mondeling raport doen den 7 maert
aenstaende.
-
J. de Jong, J. A. Kuijpers en Hendrikus van de Ven rapporteren dat ze de
stadhouder en de Raad en rentmeester Generaal der Domeinen alles in
kennis gegeven zijn. En zijn gereden met de fouragie Kox en terug en
hebben het selve afgelost in de schuur bij Jan Trimbosch: Hendrik Jan
van Eert, Peter van der Heyden, Hendrikus Tony van de Ven, de weduwe van
Adriaan Lankvelt, Jan Adriaen Verhoeven, Hendrik P. van Horst, Gerrit
Smits, Hendrik Groenendaal, Peter Antony Dirx, Jan Raijmakers
In de periode van 15 maart tot 21 april 1793 tot werden door Veghel
paarden en karren geleverd voor de strijd tegen de Fransen.
Brief van de Raad en rentmeester
Generaal der Domeinen, W.G.J. van Rhemen, Den Bosch, 11-3-1793, aan de
regenten van Veghel. Hij vraagt hoeveel karren en paarden zich gereed
kunnen houden om het land te dienen.
Antwoord van president J. de Jong
van 12 maart 1793 aan de Raad en rentmeester Generaal der Domeinen. Er
syn int geheel bevonden kar en paerdt te hebben behalve van regenten en
borgemeesters en dagelyks by den anderen moeten syn in getal van 240.
Waer van bevonden is dat paerden onder syn die buyten staet syn om te
dienen 26. Dus overig 214 waer onder een met name Hendricus Verhoeve
onwillig. En welke personen sig allen hebben gedeclareert van sig gereed
te sullen houden om op de eerste ordre den lande te dienen.
Brief van de Raad en rentmeester
Generaal der Domeinen, W.G.J. van Rhemen, Den Bosch, 13-3-1793, aan de
regenten van Veghel.
Op order van de gouverneur moet ik U vragen om morgenvroeg
in deze stad te komen met 20 karren en paarden en nog 30 losse paarden
met hamen en strengen of hagten om ten dienste van de lande te
gebruiken. Men moet voor ieder paard voor een of twee dage een bos hooi
en voeragie meebrengen. Dese missieve ontfange savonts ontrent 10 uren
en syn immediaat schepenen vergadert.
Vergadering van het dorpsbestuur
gehouden den 13-3-1793 ’s avonds om 11 uuren. De karren moeten uyterlyk
ten vier uuren tot Dinther bij elkanderen syn, waar de president
Gerbrandts hen sal inspecteren en vervolgens geleyden naar Den Bosch bij
de Raad en Rentmeester Generaal der Domeinen en daar verdere orders
afwachten.
Met paard en kar, huiff, hoij etcetera vertrokken op de 14e:
Aart Wilms van den Heuvel (terug op 17 april), Tony Tijsse van de Ven
(21 april), De weduwe Groenendael (21 april), Johannis van de Linden (21
april), Matheus Hendrik van de Donk (21 april), Antony Vercuijlen (21
april), Jan Aart Govers (29 april), Willem A. Donkers (29 april),
Johannis Tonij Donkers (23 april), Johannis H. van Doorn (27 april),
Lambert Dirk van Doorn (29 april), Hendrikus A. Tillaar (21 april),
Hendrikus J. van Eert (21 april), De weduwe Cornelis Hurkmans (28
april), Hendrikus J. van de Ven (21 april), Hendrikus van de Linden (21
april), Francis Dorelaijers (23 april), Gysbert van der Linden (21
april), Lambertus J. van Beek (27 april), Hendrikus Keurlings (21
april),
Paard, haam en hagte: Lambert J. van de Ven (terug op 17
april), Antonij Rovers (17 april), Tony J. van Lieshout (19 april),
Adriaan Aart Donkers (19 april), Jan Claas Raijmakers (21 april),
Hendrik Dirk van Doorn (17 april), doorgestreept: de kinderen van H. van
de Elsen, doorgestreept: Jan Nol Verputten, Martinus van Zutphen (21
april), Hendrikus A. van Hooft (21 april), Antonij Hurkmans (20 april),
Johannis van Tillaer (17 april), Marte L. Boxmeer (21 april), Johannes
H. van Lieshout (23 april), Johannes H. van de Ven (16 april), Geert van
Roij (23 april), Jan Raijmakers (21 april), Johannis Smits (17 april),
Lambert J. Vebrugge (23 april), de weduwe Hendrik van Beek (21 april),
Geert van den Heuvel (19 april), Jan Oppers (21 april), Jan Smits (21
april), Jan van Zutphen (18 april), doorgestreept: Johannes van
Santvoort, Piet van den Boer (18 april), Roeloff Kilsdonk (18 april),
Lambert van de Ven (18 april), Dirk Tonij van Eert (17 april), De weduwe
Johannis Kilsdonk (18 april), de weduwe Jan van de Ven (21 april),
Hendrikus Hendrikus van de Ven (19 april),
Brief van de Raad en rentmeester
Generaal der Domeinen, W.G.J. van Rhemen, Den Bosch, 14-3-1793, aan de
regenten van Veghel.
In mijn brief gisteren schreef ik per abuis 30 losse
paarden in plaats van 130. U dient met spoed te zorgen dat hier morgen
om 9 uur ’s morgens 70 karren zijn in plaats van de 100 losse paarden
met haam en hagten, ten dienste van de lande. Voor ieder paard moet voor
vier dagen haver en hooi meegebracht worden. Hiervoor kunnen 2 of 3
karren extra meegestuurd worden.
Vergadering van het dorpsbestuur
gehouden den 14-3-1793 ’s avonds om 12 uuren. Om 11 uur ’s avonds was de
brief van de Raad en rentmeester Generaal der Domeinen gekomen, om
morgenvroeg 70 karren te leveren. Schepen Hendrik J. van Eert is
gecommitteert om mee te gaan. En syn op de 15e vertrocken
welke door Peter J. Verhoeven waeren aengesegt:
Laurens van de Rydt (terug op de 17e maart,
Hendrik Lambert van de Ven (17 maart), Johan Antoni Vermeule, fourasie
gevaren (17 maart), Willem Verhoeve (17 maart), Hendrik van de Hintelt
(17 maart), Lambert Peter Lambert Linders (19 maart), Jan der Kinderen
(17 maart), Johan Slits (17 maart), Eymbert J. van den Oever (17 maart),
Hendricus Hendricus Weydeven (17 maart), Johan B. van de Rydt (18
maart), de weduwe van Antony van der Heyde (17 maart), Hendricus L. van
der Linde (18 maart), Wilbort Verhoeve (18 maart), Hendrik Jans Vermeule
(21 maart), Rover L. Houbrake (16 maart), Johan Loymans (18 maart),
Lambert Daniel van Uden (21 maart), Jan Ketelaers (16 maart), de weduwe
Lambert van der Heyde, met paerdt en kar om fouragie voor de losse
paerden te varen na ‘s Bosch (21 maart), Hendrik J. van den Oever (17
maart), Gerart A. Verbeek (17 maart), Johan Aert Verbeek (22 maart),
Daniel van der A (17 maart), de weduwe Corstiaen Burgers (21 maart), Jan
Arie Verhoeve (21 maart), Jan Dirk Vermeule (21 maart), Lambert Verhoeve
(20 maart), Hendrik Johan Vogels (17 maart), Antony Hendrick van Eert
(17 maart), Rut Corstiaen Burgers (17 maart), Francis Jan Boxmeer (18
maart), Jan Wilm van den Broek (18 maart), Wilbort M. van de Donk (17
maart), Cornelis Hendrick van Doorn (21 maart), Jan Welt Vorstenbos (21
maart), Antony L. van Doorn, met voerasie (21 maart), Johannes van
Tillaert, met voerasie (21 maart), de weduwe Aert Johan van de Ven, met
voerasie (21 maart), Willem Janse Tillaer (21 maart), Jan Peter
Ketelaers (17 maart), Peter van Bergeyk (17 maart), Hendrik Mateus van
de Donk (17 maart), Lambert Jan Reybroek (21 maart), Corstiaen
Versteegde (17 maart), Dries van de Vleut (17 maart), Roeloff Donkers,
voorspan tot fourasie (17 maart), de weduwe Wilm Reybroek 17( maart),
Lambert Jan Vermeule (17 maart), Hendrik Aert van de Velde (17 maart),
de weduwe Adriaen Ketelaers, voorspan voor fourasie (18 maart), Antonie
van der Steen (17 maart), Lambert Jan van de Ven (17 maart), Aart Jan
Ceurlings (17 maart), Johannis Jan Reybroek (17 maart), Jan Johan van de
Ven, voerasie kar (18 maart), Antony Peter Verhoeve, met fourasie (16
maart), Johan Jacob Santvoort (17 maart), doorgestreept: Gerrit Kivits,
Matheus Hendrick Reybroek (17 maart), de weduwe Jan van de Hintelt (17
maart), doorgestreept: Hendrik van Doorn, doorgestreept: Hendrik Hendrik
van de Ven, Peter Jan Tillaer (21 maart), de weduwe Adriaen Lankvelt (17
maart), Hendrick Aert van de Bogaert (19 maart), de weduwe Hendrik van
den Broek (17 maart),
doorgestreept: Lourens van de Ryt, Johan L. van den Heuvel (17 maart),
Wilbort L. van Doorn (18 maart), Johan L. van Doorn (17 maart), Johan P.
van Hooft (17 maart), de kinderen Laurens Bredenrode (17 maart), Dirk P.
van Hooft (17 maart), Marte P, van de Pol (17 maart), Claes L. Versteede
(21 maart), Jan Nol Verputten (17 maart), Lambert A. van Steen (17
maart), de weduwe Jan Donkers (17 maart), Hendrik Jan van den Heuvel (17
maart), Lambert Roeloff van den Heuvel (17 maart), Lambert Matys Wilbors
(18 maart), Johannis Tijssen van de Ven (19 maart), Aart Langens (19
maart), Lambert van de Ven, voorspan met voerasie kar (18 maart), Dirk
Hendrik van Asseldonk (18 maart), Johannis Verputten (17 maart), Hendrik
P. Lieshout (17 maart), doorgestreept: Adriaen Hendrik Tillaer, de
weduwe Lambert Reybroek (21 maart), de weduwe Dirk van den Heyve;
(17 maart), Willem Bouwens (17 maart), Mateus Hendrik Lieshout,
met fourasie kar (18 maart), de weduwe Adriaen Vogels (18 maart),
Martinus van Asseldonk (18 maart), Laurens van Hooft (17 maart), Willem
van der Steen (17 maart), Peter Frankevoort, met fourasie (18 maart),
Aart van Asseldonk, met fourasie (18 maart), Hendricus Hendricus van der
Donk (17 maart), Johannes Dirkk van den Heuvel (17 maart), Peter
Hendrick van Eert (17 maart), Peter van Hooft (17 maart), Johan van
Reybroek (21 maart), JanTonie van de Ven (17 maart), Dirk van de Velde
(17 maart), Hendricus van den Tillaer, met fouragie kar (18 maart), Jan
Verbrugge (18 maart), Peter Laurens van de Ryt (17 maart), de weduwe
Gerrit Verwetering (18 maart), Claes Lambert van Doren (18 maart), Jan
Dirk Burgers (17 maart), Jan Corsten (17 maart), Wilbort Matijs Wilbors
(17 maart), Lambert B. van de Reyt (17 maart), Jan Tony Reykers, met kar
met fourasie (16 maart), Gerrit Jan van Eert (17 maart)
Hendrik J. van Eert, weder
geretourneert synde den 16 maart 1793 rapporteert dt hij de karren en
paarden in Den Bosch gebragt heeft bij Gerbrandts en heeft bevonden
gebrek te lyen aan hoij en haver, versoeken die huijden die reets in Den
Bosch waren toe te willen sende fourasie.
Was gecommitteerd van wegens
regenten van Veghel Johannes Dirk van Doorn, borgemeeser, en Willen van
Dijk om naar den Bosch te gaan om haver en hoij te brengen naar de door
Veghel geleverde paarden en karren:
-
Rut Boudwijns vertrokken op 16e
terug op 17e
-
Doorgestreept: Johannis Dirk van Doorn
met kar en paard met 1000 pond hoij
-
Jan Hak, ut supra, vertrokken op 16e
terug op 17e
-
Seger Donkers, 60 vaten haver, vertrokken
op 16e terug op 17e
-
Hendrikus Sijmons, 1000 pond hoij
vertrokken op 16e terug op 17e
-
Hendrikus Aert
Verputten, voorspan voor de kar haver, vertrokken op 16e
terug op 17e
Als conducteur gesteld de
borgemeester Johan Dirk van Doorn en dient tot 8 april, en ook
Gerbrandts.
Brief van de Raad en rentmeester
Generaal der Domeinen, W.G.J. van Rhemen, Den Bosch, 17-3-1793, aan de
regenten van Veghel. Verzoek om 40 personen met paarden naar Den Bosch
te sturen.
Peter Hendrik van de Ven, Aart van Berkel, Dirk van Berkel,
Johannes Jan Schepens, Lambertus Hendrik van den Broek, Adriaen
Vorstenbos, Jan Gerrit Lieshout, Lamberrt van Tillaer, Johannes Peeter
Lieshout, Johannes J. van der Steen, Antony H. van der Linden, de
kinderen Antony Leenders, Lambert Jan van de Broek, de kinderen Hendrik
van den Else, Antony L. van de Ven, de weduwe Johannes van Son, Joost
van der Heyde, Adriaen L. van Asseldonk, Gerardt Timmermans, Claes van
Geffen, Jan Steve Burgers, Martinus B. Van de Rydt, Lambert Tybos, Rut
de Leest, Gerrit Voogels, Willem Dielis Pepers, Willen Heijermans.
Hendrik B. Van de Rydt, de kinderen Dirk de With, Jan de Paister, de
weduwe Peter Lambert Leenders, Jan Janse van der Linden, Lambert Jooste
van der Sande, Roelof Oppers, Hendrik Olieslagers, Antony L. Tillaer,
Johannes Antony Hendrix, Hendrik Ketelaers, Lambert van Hooft, Dirk van
Lith
Veghel den 17 maert 1793. En sullen
dese door Johannes van Doorn, borgemeester, na ’s Bosch worden geleyt.
Brief van de Raad en Rentmeester
Generaal der Domeinen, W.G.J. van Rhemen, Den Bosch, 17-3-1793, aan de
regenten van Veghel. Eerwaarde heeren. Het is met bysonder genoege dat
ik U Eerwaarden nog in alle haast kan melden dat de veertig heden per
onderofficier geordonneerde paerden nie nodig zullen zyn en dus niet
behoeven te komen en de reets op weg zynde kunnen retourberen, dewijl er
schikkinge zyn gemaakt. Ontfangen ’s avonts om agt uere en dus all de
geordonneerde bedankt en tuys gelaten.
Den 18 maert 1793, ’s avonds om 7
uuren is gekomen Gysbert van den Bogaart, Gijsbert van Bogaert,
scheepen, commissaris van de paerden van den dorpe Erp, die rapporteert
dat hij verzoek van 12 luijden welke thans van ons met de paerden tot
Loon op Sand syn in d’ armee, dat deselve daar sonder eenig fourasie
sijn, dat met geen mogelijkheid is daar iets te bekomen en dat sij aan
de regenten laten versoeken haer tog te willen helpen. Dat hij over Den
Bosch was gereden en sig bij den Raad en Rentmeester Generaal Van Rhemen
heeft geaddresseert die hem ook verder had gesonden na Erp om fourasie
meede voor syn volk, ‘t welk in deselfde omstandigheijt van de onse
waren. Is geresolveert na toe te senden 1000 pont hoij en 18 vat haver
geladen op 2 karren om die onder geleijden van Gysbert van den Bogaert
voorschreven te brengen tot Loon op Sand off wel daar onse voorschreven
luyden mogte zyn, namentlyk Peter Hendrik van de Ven en Aart van Berkel,
en heden nagt te vertrekken.
-
Peter Hendrik van de Ven, vertrokken 19e
2 uur ’s morgens, 21e geretourneert.
-
Aart van Berkel, ut supra vertrokken en
27e geretourneert
Op den 19 maart 1793 is met
fourasie na Loon op Sand gereden de navolgenden, hebbende Gijsbert van
Bogaert, scheepen, commissaris van de paerden van den dorpe Erp, meede
aldaer synde order gehad en rapport gedaan om fourasie te besorgen.
Peter Hendrik van de Ven, vertrokken 19e 2 uur ’s morgens, 21e
geretourneert en Aart van Berkel, ut supra vertrokken en 27e
geretourneert
Brief van A. M. van Bulter,
capiteyn per order van de hertog van Brunswijk, Oisterwijk, 18-3-1793,
aan de regenten van Veghel. Is comen ryden uyt het dorp van Vegel het
getal van 38 karren met paerden aen het hooft quartier van zyn hoogheid
mijn heere hertoghe van Brunswyk vels, welke geene fouragie hebben en er
in dese environs voor haast niets is te bekomenen door dien deselve voor
alsnog door de schaarsheydt der paarden hier in den omtrek nog niet uyt
den dienste van den lande konnen werden ontslagen. Soo neme de vryheidt
U Eerwaarden te versoeken te willen sorgen in navolging van die van
Schyndel en St. Oedenrode ten minste voor zes dagen fouragie alhier te
willen zenden, zullende zoo spoedig die luyden door den wagemeester van
de graeff na huere wooningen werden geexpideert. Daer in lag een leyst
van de volgende persoonen:
Hendrikus Burgers, Jan Dirk Vermeulen, Willem Jan Tillaer,
Gysbert van der Linden, Lambert van Uden, de weduwe Corstiaen Burgers,
de weduwe A. H. van Rybroek, Antony L. van Doorn, Jan P. Smits, de
weduwe L. van der Heyden, Peeter van den Tillaer, Jan A. Verhoeven,
Willen Tony Donkers, Hendrikus van der Linde, Jan Welt Vorstenbos,
Hendrik J. van de Ven, Marten Boermans, Hendrik J. Vermeulen, Johannes
van Reybroek, Jan Raymakers, Johannes van der Linden, de weduwe Jan van
Beeck, de weduwe Jan Hendrik van de Ven, Hendricus A. Tillaer, Jan
Oppers, de weduwe G. Groenendael, Hendricus A. van Hooft, Tony Tyse van
de Ven, Martinus J. Zutphen, Hendricus J. van Eert, Jan Claas Raymakers,
Hendricus Keurlings, de weduwe Aert J. van de Ven, Cornelis H. van
Doorn, Tony Tyse Verweyen, Johannes A. van den Tillaer, Jacob Ketelaers
en Johannes Verbeek
Is voorschreven missive en leyst
ontfangen den 18 maert 1793 ’s avonts ontrent 10 uure. En is daar op
direct geordonneert seeve luijden met karren en paarden om sig te
begeven na Oisterwijk int hoofdquartier met 4.000 pont hoij en 80 vaten
haver en als conducteur er bij Johannis Dirk van Doorn. Vertrokken ten 5
uuren den 19 maert 1793:
-
Dirk van Berkel, op 25e
geretourneert
-
Adriaan Vorstenbosch, op 20e
geretourneert
-
Johannis Paulus Heeswijk, op 25e
geretourneert
-
Johannis J. van der Steen, op 20e
geretourneert
-
Antonij van der Linden, op 25e
geretourneert
-
Kinderen Antonij Leenders, op 20e
geretourneert
-
Antony L. van de Ven, op 20e
geretourneert
-
Doorgestreept: Hendrik Jan van den Broek
De dorpen van Vechel en Schyndel
worden gelast zonder enig uitstel om 10 daage vouragie naar hier te
brengen, dewijl derselver paarden alhier te Oisterwyk door de voeragie
van andere dorpen zyn gespeyst. Dit is de order van heer van Brunswyk,
19 maart 1793. Door de president ontvangen op 19 maert 1793, namiddag om
4 uur. En is daar op direct geordonneert om te besorgen 9 karren hoij
voeder 800 pont en 4 karren haver, ieder 40 vaten. En zij de navolgende
karren en paarden gegaan, op weg zijnde de 20e en op de 25e
geretourneert:
de weduwe Johannis van Son, Jan Steeve Burgers, Matheus van
Reyt, Lambert Rybroek, Lambert Rybroek, Rut de Leest, Hendrikus Hendrik
Ketelaers. De weduwe Dielis Pepers, Willem Heijermans, Hendrik B. Van de
Reyt, de kinderen Dirk de Wit, de weduwe Peter Lambert Leenders, Jan Jan
van der Heyden en Lambert Goort van de Lande.
Brief van A.H. Gerbrandts, uit naam
van de capiteyn Bulter, Oisterwyk, 20-3-1793. Vermits de hier liggende
persoonen, karren en paarden als mede te Loon op Zandt dienen afgelost
te worden, soo is myn versoek om op ontfang dezes andere carre en goede
paarden na alhier te doen koonen, de carren met fouragie thans alhier
zullen blyven dus er die konnen worden afgerekent om daer voor geen
andere te zenden.
Ontfangen op 20-3-1793 om 4 uur
door Johannes Dirk van Doorn. En syn dien nagt geordonneert om andere
Veghelse luyden aff te lossen de navolgende persoonen, welke om 4 uuren
allen moeten syn ten huysen van Jan van Zutphen in de Ceulse Kar met
paard, haam en hagt en sal aldaar wagten Johannes Dirk van Doorn,
borgemeester, om deselve als geleytsman ter bestemder plaats te brengen.
Lambert Tony van Hooft (terug op 6 april), Roeloff Matijs
Oppers (26 maart), Hendrik Olijslagers (4 april), Antony L. Tillaar (4
april), Johannis Antony Hendrix (4 april), Dirk van Lith (8 april),
Joost van der Heijde (28 maart), Adriaen Jan Raymakers (4 april), de
kinderen Hendrik van Elsen (4 april), Johannis Schepens (4 april), Jan
Hak (8 april), Seger Donkers (8 april), Hendrik Loijmans (20 april),
Hendrik Dirk van Doorn (4 april), Johannis Arie Tillaer (4 april),
Johannis H. van de Ven (8 april), Aart W. van den Heuvel (8 april), de
weduwe Jan van de Hintelt (4 april), Johannis L. van Doorn (28 maart),
kinderen Lourens Bredenrode (4 april), de weduwe Dirk van den Heuvel (25
maart), Willem Lambert Tillaer (28 maart). Lourtens van Hooft (4 april),
Willem van der Steen (4 april), Hendrikus Hendrik van de Donk (4 april),
Johannis Dirk van den Heuvek (28 maart), Peter van Eert (4 april), Peter
van Hooft (8 april), Jan Tonij van de Ven (23 maart), de weduwe Peter L.
van Reijt (4 april), de weduwe Gerrit Verweteringh (4 april), de weduwe
Dirk Burgers (8 april), Antonij Verhoeven (4 april), Johannis van
Rijbroek (4 april), Aart Ceurligns (4 april), Lambert J. van de Ven (3
april), Antony van der Steen (4 april), Lambert Vermeulen (4 april)
Johannes Dirk van Doorn komt op
25-3-1793 terug uit Oisterwijk met het bericht dat voor de paarden moet
worden gelevert 200 pond hoy en 40 vaten haver. Is besloten om dit naar
Loon op Zand te tranporteren. De volgende lieden moeten om 10 uur bij
Jan van Zutphen over Brugge zijn, alwaer Johannes van Doorn hen verder
zal begeleiden. Vertrokken op 25 maart:
-
Matheus Hendrik van Reybroek, 800 pond
hoy, terug op 27 maart
-
De weduwe Marten van Reybroek, 800 pond
hooy, terug op 27 maart
-
Hendrik Matheus van de Donk, 800 pond
hoy, terug op 8 april
-
Hendrik Johannes Verhoeve, 40 vaten
haver, terug op 29 maart
Op vrijdag 22 maart 1793 des
namiddag om 4 uur sijn hier gekomen een officier, twee onderofficieren
en 9 gemeene en een vrouw in Pruysische dienst, komende uit Den Bosch,
die een een kar met een paert en een rypaert wilden hebben om, na een
nacht ingekwart te zijn geweest, naar Gemert te gaan. Deze zijn op
23-3-1793 geleverd, namentlyk Johannes Janse Santvoort met kar en paerdt
en Jan van Zutphen met een reypaerdt. En syn deselve daegs daer na den
24 maert 1793 geretourneert synde weer terug uyt Gemert
Brief van stadhouder Nouhuijs,
Sint-Oedenrode, 24-3-1793, aan de regenten van Veghel. U Eerwaarden
sullen denkelijk een aanschrijven van de Raad en Rentmeester Generaal
der Domeinen ontvangen hebben om voor 1 april een lijst te mogen hebben
van de karren en paarden die in dienst zijn geweest van zijn Pruysise
Majesteit deesen Staat en mogelijk voor de Keizerlijke Majesteit.
Gelieve te maken volgens bijgaand model. Naam
= met kar en paard = met losse paarden = af gegaan =
terug gekomen = daar geweest = geld tegoed. Volgt een lijst met
161 namen, aantallen en bedragen.
Lijst van 26-3-1793 van personen
die hooi en haver geleverd hebben, die van tijd tot tijd naar het leger
in Loon op Zand, Tilburg, Oisterwijk en ’s Bosch geleverd is, en wat die
daar voor ontvangen hebben.
Peter Verhoeven voor verschotte int
kopen van hoy en haver met het wegen en telkens empressens ende over
hoy, haver en opbinden van hoy in busselen in alles 5-13-0. Samen
560-8-8. Hier van een memorie van den heere rentmeester vergegeven en
ook in de volgende welke nog betaald moeten worden.
Nog haver gekogt en gelevert
Van dees is terug gebracht 40 vaten
haver en 600 pond hoy. Naderhand precies bevonden te syn 67 ½ vat,
belopende aan gelt 60-15-0. Vant hoy is niets gekomen.
Brief van de Raad en Rentmeester
Generaal der Domeinen G.W.J. van Rhemen, ’s Bosch, 19-3-1793, aan de
regenten van Veghel. Dewijl er thans zo tot dienst van zyn Pruyssische
Majesteit als van deesen staat en mogelijk ook voor de Francen van zyn
Keiserlijke Majesteit van meest alle dorpen en plaatsen in de Meyerye
karren en paarden worden gebruykt en het billik is dat de luyden in
redelykheidt daar voor wprden betaalt, zoo gelieve U Eerwaerden ider in
haare plaats naauwkerig aantekeningen te houden van alle karren en
paarden die tot voorseyde dienst zyn gerequireert van of tot wiens
behoeve deselve zyn geemployeert en hoe veel daegen deselve gedient
hebben, van wele aantekening of lysten ik U Eerwaarden versoek met den
eersten april aan my comt te zenden. Ontvangen op 28-3-1793.
Op 28 maart 1793 is gekomen
Johannis Dirk van Doorn, welke dient bij het leger te Oosterwijk bij de
karren en paarden van Veghel aldaar, tijding brengende dat tot aflossing
van de aldaar synde paarden moesten wesen 24 andere en dat die
morgenvroeg tegen 6 uur klaar moestem zijn, 15 met haam, sael, ligt en
hagte, en de rest als gebruikelijk met haam en hagten, en waren daer toe
geordonneert de navolgende personen:
Jan Peter Ketelaars, Hendrik Aart
van Velde, de weduwe Antonij van der Heyde, Hendrikus Hendrik Weijdeven,
Eymbert Jan van den Oever, Johan Slits, Jan der Kinderen, Willem
Verhoeven, Johan Antonij Vermeulen, Lourens van de Reijt, Hendrik Jan
van den Oever, Gerrit Verbeek, Daniel Joost van der Aa, Hendrik Vogels,
Antony Hendrik van Eert, Rut Burgers, Wilbort Matheus van Donk, Jacob
Roeloff Donkers, Corstiaen Versteegde, Lambert A. van der Steen, weduwe
Jan Donkers, Lambert Roeloff van den Heuvel en Lambert Baltus van de
Reyt
Brief van 29-3-1793 van M. van de
Graaff, wagemeester te Oosterwijk aan de regenten van Veghel. Het is op
hoge order dat ik U Eerwaarden aanschryve om te senden zoo veel hoij en
haver als voor ses dagen nodig is voor uwe paerden die by de armee syn,
omdat er altijt soo veel fourasie in voorraad moet syn. Verder moet ik U
informeren dat er volstrekt geen aflossing meer sal geschieden, daar om
spaart de moeyte van paerden te senden, daer sulx vergeeds moeyte en
kosten is.
Brief van 29-3-1793 van A. H.
Gerbrandts uit naam van den capteyn Bulter te Oisterwijk aan de regenten
van Veghel. Versoeken op ontvangst deeses fourasie voor ses dagen voor
de 20 in slandts dienst gestelde paerden alhier te doen komen. Op
30-3-1793 zijn de navolgende personen vertrokken met kar en paarden
geladen met 2.400 pond hoij en 80 vaten haver:
Jan Corsten (terug op 4 april), Peter van Bergeijk (6
april), Rut Boudewijns (6 april), Johannis van de Ven (6 april), Roeloff
Kilsdonk (6 april)
Op 4-4-1793 zijn de regenten
geordonneerd te rijden met losse paerden om de paarden in slands dienst
zijnde te Oosterhout af te lossen. De volgende personen zijn vertrokken:
Jan Peter Ketelaars, Willem Boxmeer, de weduwe Adriaen
Lankvelt, Hendrik Aart van Eerde (onderstreept, in marge: niet voldaan
aan het request de regenten), Hendrik Weijdeven Eymbert Jan van den
Over, Johan Slits, Willem Verhoeven, Hendrik van de Hintelt, Jan der
Kinderen, Liurens van de Reyt, Johan Tonij Vermeulen.
Den 8 april syn uyt de d’ armee
terug gekomen Johannes Antony van de Ven, Rut Boudewyns, Peter van
Bergeyk en Roeloff Kilsdonk, en hebben terug gebragt 59 ½ vaten haver en
hoij welke teveel in d‘ armee voor onse paerden geweest waren, en
afgelost bij Jan Trimbosch.
Dien syn alle door ingeseten afgehaalt toen de Hanoversche troupes hier
waren die dan alle door Jan Trimbosch geschiet.
Op 13-4-1793 zijn binnen dese dorpe
gekomen de quartiersmakers van den Hanvorse regiment, synde het 10e
regiment van de generaal majoor Diepenbroeck, geseyt hebbende op deese
plaetse om tegen den 14de synde mogen hier binnen te komen,
’t geen dan ook geschiet is. En syn geordonneert te leveren 25 karren
ende met twee paerden bespannen tegen de 15de ’s morgens om 6
uuren. Vertrokken zijn met kar en paarden:
Lambert Dirk van Doorn, doorgestreept Willem Boxmeer, de
weduwe Adriaen Lankvelt, doorgestreept: Eymbert Jan van den Oever, Johan
Slits, Willem Verhoeven, Jan Aart Govers, Tonij J. Lieshout. Adriaan
Aert Donkers, Hendrik Aart van den Bogaart, Jan Raijmakers, brouwer,
Adriaen Vorstenbosch, Johannis J. van der Steen, de kinderen Antonij
Leenders, Antonij Tysse van de Ven, de weduwe Gerling Groenendael, Johan
van der Linden, Antonij Verkuijlen, Hendrik J. van Eert, Hendrik J. van
de Ven, Hendrikus van de Linden, Hendrik Ceurlings, Jan Claas
Raijmakers, Martinus van Zutphen, Hendrik Antony van Hooff,
doorgestreept: Marte van Boxmeer, de weduwe Hendrik van Beek, de weduwe
Cornelis Hurkmans
Kar met paarden plus een los paard: Hendrik Aart van de Velde, Hendrik
Weydeven,
Alleen een los paard: Hendrik W. van de Hintelt, Jan der
Kinderen, Lourens van de Reyt, Johan Tonij Vermeulen, Gerrit Verbeek,
Daniel Joost van der Aa, Hendrik Vogels, Antony Hendrik van Eert, Rut
Burgers, Wilbort M. van Donk, Jacob Roeloff Donkers, Corstiaen
Versteegde, Lambert A. van der Steen, de weduwe Jan Donkers, Lambert
Roeloff van den Heuvel, Lambert Baltus van de Reyt, Lambert Peter
Lamberts, Johan Tijsse van de Ven, Johannes Smits, Jacob Ketelaers,
Hendrikus van de Tillaer, Jan Oppers
Aldus is dese lijst geformeert op
15-4-1793. En sijn deselve alle ’s morgens om 8 uur met voornoemd
regiment vertrokken, toen rond 9 ½
uur voornoemd regiment weer is teruggekomen en opnieuw
ingekwartierd. Van de paarden en karren zijn er nog enige naar Erp
moeten rijden voor de bagage. En heeft de commanderende officier
generaal majoor order gegeven om 22.000 pond forasie te halen te Grave.
Daartoe zijn geordonneerd personen. Zijnde 3 dagen weg geweest.
Kar en paard: De weduwe Cornelis Hurkmans, Jan Aart Govers,
Jan Claas Raijmakers, Antonij Tijsse van de Ven, Willem Jan Tillaer, De
kinderen Tonij Leendert van Bogaert, De weduwe Hendrik van Beek, Adriaan
Aert Donkers, Lambert Dirk van Doorn, de weduwe Adriaen Lankvelt, Antony
Tijsse van de Ven, Jan Raijmakers, brouwer, Hendrik Ceurlings, Hendrik
J. van de Ven, Hendrik Tonij van Hooft, Johannes van de Landen, Antony
Tijs Vercuylen, Hendrikus van de Linden, Hendrik Aart van den Bogaert,
Gijsbert van der Linden, Antony Johan van Lieshout, Jan Smits
Los paard: Hendrikus Hendrik Weydeven, Hendrikus Arie
Tillaer, Johannis Hendrik Tillaar, Lourens Jan van de Reyt, Johan Tony
Vermeulen, de weduwe Jan Donkers, Lambert Roeloff van den Heuvel,
Johannes Tijsse van de Ven, Lambert B. Van Reyt, Jacob Ketelaers,
Hendrikus W. van Hintelt, Hendrik Vogels, Hendrik Aart van de Velde,
Johan Arie Smits, Gerrit Verbeek, Wilbort M. van de Donk, Tony Hendrik
van Eert, Rut Burgers, Lambert van der Steen
Die vertrokken syn ten 11 uren
onder geleide van de officier en verder commando en moeten deselce alle
daar naar Oosterwijk.
Namiddag heeft de generaal majoor
order gegeven des wegens 25 karren met paarden bespannen tegen de 16e
’s morgens om 6 uren en hebben de navolgende personen geladen en de
overige niet om reden dat den Erp enige karren moest besorgen.
Kar en paard: Gerrit Hendrik van Eert, Hendrik Jacob
Vermeulen, Corstiaen Burgers, Cornelis Hendrik van Doorn, Antony L. van
Doorn, Johannes Arie Tillaer, weduwe Aart Johan van de Ven, Lambert Jan
Rybroek, de weduwe van Johan van Son, Jan Steeve Burgers, Matheus van
Reyt, Rut de Leest, Hendrik Hendrik Ketelaers, Hendrik Baltus van de
Reyt, de kinderen Dirk de With, de weduwe Peter Lambert Leenders, de
weduwe Geling Groenendael, Jan Jan van der Heyde, Johan Loijmans
Met een los paard: Claas Lambert Versteegde, de weduwe
Hendrik Reybroek, Johan W. Reybroek, Johan Tonij Donkers, Francis
Dorelaijers, Antonij Hurkmans, Gerrit van Roij, Lambert J. Verbrugge,
Johan Dirk van den Heuvel, Peter Hendrick van de Ven, Johan van
Santvoort, Jan van Zutphen, Adriaen Vorstenbosch, Johannes J. van der
Steen, Hendrik Loijmans, Jan Tonij van de Ven, Johannes Hendrik van
Doorn, Willem Lambert Tillaar, Aart van Berkel
Ieder een dag betaalt, beloopt 38
personen, 95 gulden. De commanderende generaal heeft aan regenten
versogt de nodige papieren waer van betaling sou worden gedaen, is int
Hoogduits gedrukt. Den 23e april syn de vorige lijsten alle
in order gebragt
Brief van de regenten van Veghel
van 18-4-1793 aan de Raad en Rentmeester Generaal der Domeinen. Bij deze
de ingevulde lijst, met opgave van de personen voor de Pruisen hebben
gediend. De overigen hebben door de Hollandse armee gediend. Op 15 april
is hier het regiment Hanovers regiment van genmeraal Diepenbroek
ingekwartierd geweest, die op de 16 april ’s morgens weer vertrokken
zijn. Maar 2 uur later keerden ze al weer terug, en ze zijn nog gebleven
tot 17 april ’s morgens. Wij hebben 21 karren dubbel gespan voor dezelve
naar Grave naar het magazijn om fourasie moeten zenden, en die naar
Oisterwyk moeten brengen, waarvan er nog enkele weg zijn. Op de eerste
dag dat het regiment uitmarcheerde zijn er 50 paarden en 25 karren
meegeweest en weer teruggekeerd. Op de tweede dag is eenzelfde aantal
geordonneerd geworden, waarvan er nu nog 17 à 18 karren en circa 40
paarden weg zijn, door dien den dorpe toen eenige karren heeft moeten
geven, alles 10. En hebben alle reden over die troupes content te syn.
Op 21 april 1793 zijn binnen deese
plaats gekomen de quartiersmakers van een Hanovers regiment, synde het 4e
regiment van den generaal majoor Mutiopatent, om half elff uur ’s
avonds, om de quartiere tegen den 22 april 1793 te arrangeren en binnen
te komen, ’t geen dan ook geschiet is. Tot wegbrenging van deselve naar
Oorschot syn geordonneert 2 karren dubbel gespan, vertrokken op 22 april
om 1 uur ’s middags.
Met kar en paarden: Hendrikus van der Linden en Lambert
Johannes van de Ven.
Met losse paarden: Jan Oppers en Gerrit van den Heuvel.
Den 22 april syn van voornoemd
regiment geinquartiert geweest 446 man, synde de overige manschappen
naae St. Oedenrode en Erp geweest. Tot vervoering van haer bagage syn
geordonneerd de volgende karren en paarden op 23 april, om 5 uur ’s
morgens.
Met karre en paarden: de weduwe van Willem van Hintelt,
Willem Verhoeven, Daniel Joost van der Aa, Jan Verhoeven, Lambert
Verhoeven, Johannes B. Van Reyt, Jan Willem van den Broek, Francis
Boxmeer, Hendrik J. van den Oever, Corstiaen Arie Versteegde, Jacob
Roeloff Donkers, Johannis Nelis van Cleeff, Adriaan Hendrik van Doorn,
Adriaan van Asseldonk, Adriaan Jan Raijmakers, Antonij Lambert van de
Ven, Hendrik Dirk van Dooren, de weduwe Jan van de Hintelt, Antonij
Peter Verhoeve, de weduwe Adriaan Ketelaars, Johannis Arie Smits,
Hendrik F. Van Eert
Met losse paarden: Lambert Peter Lambers, de weduwe van Jan
Boeren, Jan Tonij Rykers, Jan Vermeulen, Leendert Tybos, de weduwe Delis
Pepers, Hendrikus Lambert van der Heyden, Jan van den Oever, Johan Aart
Verbeek, de kinderen Lourens Breedenrode, Lourens van Hooft, Lambert
Vermeulen
Lijst van 21-4-1793. Oncosten
gevallen door de gemeente gedaen aen het regiment van de Hanoverse
troupen van hoij, stroij en haver.
Peter Verhoeven voor torff in de
wagt etcetera te samen 1-5-0. Jan Trimbosch voor ’t lossen van hoij en
haver en plaatse van ’t selve. Voor Johan de Jong, naar Antwerpen en
Brussel geweest om de Hanoverse troepen na te vorsen en nog wat kosten.
Brief van de Raad en Rentmeester
Generaal der Domeinen aan de regenten van Vegel, ’s Bosch, 22-4-1793.
Hierbij de vijf acquiten van generaal Diepenbroek. Men moet zich
presenteren aan de commissaris generaal der Hanoverse troepen de heer
Watson die op vrijdag naar Nijmegen is vertrokken, de secretaris van
Heeswijk en Dinther, Boll, weet waar hij zich thans ophoudt. De lijst
der karren en paarden zyn mij voldoende, maar U Eerwaarden hebben niet
uitgedrukt hoeveel dagen den conducteur Gerbrandts heeft gehad, ik meen
22 dagen, als dit anders is, dan verzoek ik U dat aan mij te melden.
Bovenstaand bericht op 23 april
ontvangen en de president is op 24 april ‘s morgens naar Dinther gereden
om met secretaris Boll te spreken. Boll was gisteren uit Nijmegen
teruggekeerd en hij had de commissaris generaal Watson aldaar niet
gesproken. Op 24 april is secretaris Boll van Dinther hier geweest, en
hij heeft aan de regenten meegedeeld hetgene de regenten van Heeswijk en
Dinther ten opzichte van de gegeve aquite gedaan hebben. Dat hij door de
regenten gecommitteert was om naar de commanderende officier van de
aldaar geweest synde Hanovenaar te reyden en van deselve was ’t mogelijk
te obtineren de manqueerende acquite en verder te hooren waar het geld
kan ontvangen en ook sulx te doen.
Schepenen van Veghel machtigen op
25-4-1793 president Johan de Jong om naar de commanderende officier van
de Hanoverse infanterie, regiment nr. 10 van de generaal majoor van
Dieoerbroek te gaan, die op 15, 16
en 17 april laatstleden hier ingekwartierd is geweest, waar hij
zich ook moge bevinden, om van hem de aquite te krijgen voor de
geleverde rations, karren en paarden.
Brief van de regenten van Veghel
van 25-4-1793 aan de regenten van Erp. Wij zijn voornemens om iemand te
committeren om naar de commanderende officieren van de laaste Hanoverse
troupen te gaan om eenige manquerende aquiten voor karren, paarden en
geld te krijgen. We moeten U melden dat er onder ons generaal acquite
ook paarden en manschappen uit Erp vermeld staan en int geheel 8 karren.
Rapport van de commissie naar
Brussel door Johan de Jong namens Veghel en van Boll namens Dinther. ’s
Avonds te Hoogstraten gearriveerd. Daar hoorden we dat de Hanoverse
troepen 4 à 5 dagen over Westmalle verder getrokken zijn, maar dat een
van de comissarissen te Antwerpen was gebleven en de geleverde koeien
bij zich had. Op de 27e zijn wij naar Antwerpen vertrokken,
en we hebben die heer toen aangesproken, dit was een Frans sprekende
Engelsman. Hij zei dat hij wel commissaris was van de Hanoverse troepen,
maar niet verder dan het Cleefsland. De commisaris die over onze zaak
ging bezond zich te Nijmegen, genaams Wedser. Hij dacht dat we daar om
betaling zouden kunnen vragen. Te Brussel zouden we nog een andere
commissaris kunnen spreken. Hij zei dat hij geen de minst swarigheid
had om te betalen, dat de tarieven hetzelfde waren als waarvoor
zij met de heer Snijderas in Gelderland waren overeen gekomen. Verzoeken
aan de regenten van Veghel om de declaratie schriftelijk en in het Frans
te mogen hebben. Hiermee naar Brussel gereden, maar geen commissaris
gevonden, de troepen waren op de 29e weer vertrokken en tot
Sondert in de Baronie gekomen en vanaf daar op 31 april, ’s nachts om 1
uur weer hier teruggekeerd.
Vergadering van officier,
schepenen, borgemeesters, twaalfmannen, kerk en Heylige Geest meesteren
op 15-7-1793. Door de officier wordt ingebracht dat van gemeentenswege,
volgens aanschrijven van de Raad en Rentmeester der Domeinen van
15-6-1793 zal worden betaald voor de geleverde diensten aan de troepen
van de staat en de Pruijssische troepen. Dat de penningen uit de sloten
van de rekeningen van de verponding, bede en gemene middelen kunnen
worden gevonden.
Vergadering gehouden op 21-12-1793.
Ingevolge resolutie van haer Edele Mogenden van 18-11-1793 moeten de
personen de voor de armee van deze staat als mede voor de armeee der
Pruijsische troupen met kar en paard in dienst zijn geweest per dag van
de gemeente 2-10-0 worden betaald. Het totale bedrag is 4.06310-0. Hier
bij komt nog betaald voor het gestorven paard van Johannes van de Ven,
getaxeerd op 100-0-0, en aan Peter van de Boer, syne schade aan syn
paard gehad, ’t welk regenten in gemoede blykt, 30-0-0. Nog aan schepen
Hendrik van Eert die voor regenten als conducteur was gestelt bij de 50
paaarden in Den Bosch, voor 20 dagen is 6-0-0. Hendrikus van de Ven en
Peter Verhoeven voor het kopen van fouragie, ieder 6 dagen is 18-0-0.
Voor vacatien van de president 18-0-0.
De schepenen ordonneren op
21-12-1793 Peter Antony Dirx cum suis, borgemeesteren over 1793, om de
personen die met paarden en karren gediend hebben uit te betalen.
Vergadering van schepenen op
27-12-1793. De resolutie van de Staten Generaal van 20-11-1793 wordt ter
vergadering gebracht, waarin wordt bepaald de bedestonden in plaats van
om de veertien dagen alle maanden te houden. De vergadering besluit om
de predikant en de pastoor te informeren. De maandelijkse bedestonde zal
op woensdag van 10 tot 11 uur gehouden worden, te beginnen op 15-1-1794.
Men moet zich er aan houden op straffe van een boete van 3 gulden, 1/3
voor de officier, 1/3 voor de armen en 1/3 voor de aanbrenger.
Dorpsrekening 1793-1794:
-
Volgens ordonantie en quitantie betaalt aan aan de weduwe Heynsberge
voor verteering aan de arbeijders welke gebruykt waeren tot het
removeren van de vryheyts boom door de bovengenoemde Franse troupes
geplant, de somme van 2-13-0
-
12 maart aan Lambert Clerx als gids na Uden met Hollandsche
quartiermakers, 0-12-0
-
Voor een vragt hoij van het Ham na het dorp met verschot aan arbeyders
den 17 maert 0-16-0
-
15 april aan Adriaan Verbrugge als gids met de Hanoverse quartiermaker
na Uden, 0-6-0
-
15 april aan Aert Smits als gits met de quartiermakers voorschreven,
0-6-0
-
15 april: aan Hendrik Smits met de quartiermakers voorschrfeven na Erp,
0-6-0
-
16 en 17 april denselve met een batteljon voorschreven,2 x
0-6-0
-
16 en 17 april aan Willem Gering als fids met de Hanoverse troupes na
Schijndel, 2 x 0-6-0
-
16 april aan Francis Zeelen als gits na Erp met voorschreven gedeelte
vant regiment, 0-6-0
-
16 april aan Johannes Wynand van Ceulen als expresse na Oosterwyk ter
requisitie van den Hanoverse generael, 1-10-0
-
Denselven als gits met het batteljon voorschreven, 0-6-0
-
Denselven na Schyndel met de quartiermakers voorschreven, 0-6-0
-
17 april aan Willem Gerbrandts als expresse na De Graeff tot besoging
van fourasie door den Hanoverse generaal Diepenbroek, 1-4-0
-
22 en 23 april aan verscheyde gidse betaelt. 11-2-0
-
28 april aan Peter Antonij Dirx voor transport van 4 Pruyssise vrouen en
3 kinderen na Uden, 0-18-0
-
12 meij aan Willem Gertin als gits met 2 compagnie grenadiers Van
Leeuwen na Schyndel, 0-6-0
-
2 junij aan Matheus van de Donk als gits na Schyndel met de regiment
quartiermaker Van Leeuwen na Schyndel, 0-6-0
-
15 december Aart Smits betaelt als gits na Uden met een officier na
Wesel moetende, 0-6-0
-
Betaalt aan de weduwe Heynsbergen voor expressens na De Grave, Dinther
en verder bode loon voor d'armé dienende 2-1-0
-
Aan Johannis van Doorn voor verschot aan een gits om in den nagt de
aansegging van leverantie van paarden voor de armee te doen, 0-10-0
Het jaar 1794
Dorpsrekening 1794-1795:
-
7 february aan Willem Gering als gits na Erp met 't Eerste battaljon
Rood Munster, 0-6-0
-
9 february aan Jan Vermeulen voor transport van twee gequeste soldaten
na Uden met kost en drank, 0-18-0
-
9 february aan Laonard Zeelen als gits met de quartiermakers van 't
eerste battaljon Rood Munster na Erp, 0-6-0
-
16 february aan Willem gering als gits bij de quartiermakers van 't
eerste battaljon Waldek na Uden
-
Dito aan denselven als gits met het battaljon, 0-6-0
-
Dito aan denselve als gits van het tweede battaljon na Erp, 0-6-0
-
Dito als gits met de quartiersmakers, 0-6-0
-
2 en 3 maart aan Willem Gering als gits me de quartiermakers van 't
depot van 't regiment Bodaun na Rode, 2 x 0-6-0
-
12 maart ut supra met de quartiermaker van 't battaljon Welike na
Lieshout, 0-6-0
-
13 maart dito met het battaljon, 0-6-0
-
14 maart als gits met het battiljon Swetsers na Uden, 0-6-0
-
Iten aan Leonardus Zeelen met de quartiermakers van het selve, 0-6-0
-
15 maart aan Willem Gering als gits met de quartiermakers van een depot
jagers na Son, 0-6-0
-
17 maart met een battiljon jagers na Rode, 0-6-0
-
17 maart aan Leonardus Zeelen als gits met een detachement cacalerij
Orange Vriesland na Rode, 0-6-0
-
13 maart aan Peter van Lankvelt als gits na Eynthoven met de
quartiermakers van Switsers Mey, 0-6-0
-
3 april aan Peter van Lankvelt voor transport van een soldaat na Erp met
spysen, 0-14-0
-
11 april aen Jan Peter Smits voor transpoer van een sieke ruyter na
Uden, 0-15-0
-
13 julij aan Hendrikus Arie Tillaer voor transport van twee gequeste
soldaten van 't regiment Mey na Uden, 0-15-0
-
20 julij aan Jan Peter Smits voor transport van een gequeste ruyter met
spysing na Uden, 0-18-0
-
3 augustus aam Willem Gering voor gits met 3 ruyters van Hesse
Philipstal na Erp, 0-6-0
-
8 augustus aan Johannis van Ceulen voor gits aan den officier van
hanover na Schyndel, 0-6-0
-
9 augustus aan Peter van Lankvelt voor transport van een gequest soldaer
na Erp, 0-12-0
-
20 augustus aan Adriaen Peter Wagemans als gits voor een komando van
Hesse Philipstal na Erp en Dinter, 0-12-0
-
23 augustus als gits met de Hanoverse artillery na Dinther, 0-6-0
-
31 augustus aan Johannes Hendrik van de Ven voor transport van 3
militaire na Erp met spysing, 0-15-0
-
Dito aan Willem gering als gits met bagasie van de Hanoverse na Erp,
0-6-0
-
Dito ut supra met een officier, 0-6-0
-
Dito aan Lambert van den Bos als gits met een Hanoverse officier na
Volker, 0-12-0
-
29 augustus aan Huybert de Groot als gits met de cavalrij van Damser na
Rode, 0-6-0
-
Dito aan Antonij en Matijs Callars als gits met vier keyserlyke husaren
na Uden, 0-12-0
-
Diro aan Jan H. van den Bogaert als gits met een Hessies officier na
Volker en Zeelland, 0-15-0
-
2 september aan Jan Tomas van Bogaert als gits met een Hessies officier
na Volker, 0-12-0
-
14 september aan Peter Nouwens met een Hessies officier als gits na
Uden, 0-6-0
-
14 september aan Wilhelmus Kremers ut supra na Uden, 0-6-0
-
Dito aan Jan Tysse voor de Hanoverse cavallery 4 maal als gits na Rode,
1-4-0
-
Dito aan den zelve voor 3 maal met deselve na Erp, 0-18-0
-
Dio aan Dirk Vermeulen als gits met Hanoverse troupes na Uden, 0-6-0
-
Dito aan Wynant van Ceulen voor 6 reyse na Erp als gits met de
Jonoverse, 1-16-0
-
Dito ut supra voor agt reyse met deselve na Rode, 2-8-0
-
Dito ut supra voor vier mael na Uden met de Engelse, 1-4-0
-
Dito ut supra voor ses mael na Dinter met de Hanoverse, 1-16-0
-
Dito aan Johannis Aart Verstappen als gits met een Hanoverse officier na
Erp, 0-6-0
-
Dito aan Tomas Lambert van Lieshout als gits met de Hanoverse twee mael
na Dinther, 0-12-0
-
30 augustus aan Jan Johannis van Doorn als gits met een Hanovers
officier na Volker, 0-12-0
-
3 september ut supra als gits met Engelse husaeren na Gemert, 0-12-0
-
6 september aan Jan Johannis van Doorn voorschreven met een Hanovers
husaar na Aarle Beek, 0-12-0
-
7 september aan denselve als gits met een comando Hanoverse na Erp,
0-6-0
-
8 september met een Engels commando, 0-6-0
-
11 september ut supra na Vorstenbosch, 0-6-0
-
13 september ut supra na Uden, 0-6-0
-
Dito aan Reynier Johannes van de Wiel als gits met een officier van
Dinther, 0-6-0
-
Dito ut supra met een Engelse dragonder na Uden, 0-6-0
-
Aan Antony Kallars als gits met een officier na Vorstenbosch, 0-6-0
-
10 dito als gits met een wage met sake geladen van Hanoverse na Uden,
0-6-0
-
11 dito als gits met de Engelse na Rode, 0-6-0
-
10 dito aan Jan Peter Smits als gits te paerd na Rode, 0-15-0
-
1 september aan Lambertus van den Bos als gits met een Engels officier
na Uden, 0-6-0
-
7 september met een Hessies officier na Erp, 0-6-0
-
8 september als gits met een Engelse na Vorstenbos in de nagt, 0-10-0
-
10 september als gits met een Hanoverse na Schyndel, 0-6-0
-
12 september als gits met een Engels officier na Rode in de nagt, 0-10-0
-
13 september met een Engels officier na Dnther, 0-6-0
-
Dito aan Marte van de Pol als gits met een Engels officier na Erp, 0-6-0
-
13 september aan Wynand van Ceulen met een Engels officier na Dinther,
0-6-0
-
Diro aan Hendrik Voets met een Engels officier na Rode, 0-6-0
-
14 september ut supra na Erp, 0-6-0
-
Dito aan Lendert van Kilsdonk ut supra na Uden, 0-6-0
-
Dito ut supra na Erp, 0-6-0
-
Dito aan Antony Loymans als gits met een Hanovers na Erp, 0-6-0
-
16 dito aan Antony Callars als gits met een officier in de nagt na Uden,
0-12-0
-
Dito aan den selve met een Engels officier in de nagt na Vorstenbosch,
0-10-0
-
13 dito als gits met een officier na Dinter in de nagt, 0-10-0
-
Diro aan Willem Verbrugge als gits met een hanocers officier na Erp,
0-6-0
-
14 dito aan Francis van der Jeugt als gits met de Engelse artillery na
Uden, 0-6-0
-
Dito als gits met de Hanoverse na Uden, 0-6-0
-
Dito als gits met een Engelse officier na Erp, 0-6-0
-
Dito met een Engelse ma Dinter, 0-6-0
-
14 dito aan Wynant van Ceulen als gits met de Engelse ses mael na Uden,
1-16-0
-
Aan Johan van Doorn als gits met de Hanoverse artellerie, 0-6-0
-
Dito aan Rut Pynappels als gits met de Engelse 7 maal na Dinter, 2-2-0
-
Dito aan Roeloff Schippers met de Hanpverse twee maal na Erp, 0-12-0
-
Dito aan Claas Raaymakers als gits met de Engelse 2 maal na Uden, 0-12-0
-
Diro aan den bod evan Erp als gits na Dinter, 0-6-0
-
3 september aan Tonij Loymans als gits met een Hanovers officier, 0-6-0
-
3 dito aan Lambert Jan van de Ven als gits met de Hanoverse twee mael na
Erp, 0-12-0
-
Aan Jan Tysse als gits met de Hanoverse na Uden, 0-6-0
-
Ut supra naar Erp, 0-6-0
-
Ut supra na Dinther 0-6-0
-
Betaalt aan den brenger van de requisitien van de paerden in drie reyse
wegens de France, 0-18-0
-
Aan A. H Gerbrandts voor een portipé voor den diender a;s hebbende de
France de vorige meede genomen, 0-12-0
-
Aan Hendrik Jan van Eert voor verschot met leverantie van hoy na Dinther
voor de France, 2-16-0
-
Betaalt voor een kar klott gebruykt ten huijse van de wedue Gerbrandts
daar alle orders van de Franse werde afgewagt, 2-0-0
-
Voort rondbrengen van een placaat off order van de France, 0-6-0
-
10 november op order van regenten aan een Franse dragonder gegeven welke
in denst is geweest voor de gemeente, 2-12-0
-
18 september 1794 aan den commissaris van de Franse van het magasin van
hooy en haver gegeven omdat de karren soude worden afgelost die met de
leverantie van hoij en haver daer waren, 1-0-0
-
1 november aan den commissaris van 't magasijn tot Dinther gegeven van
't aflossen van de karre als voor, 5-2-0
-
Een ‘vertaalsman’ toen de franse troupes hier binnen syn gekomen terwijl
niemand van regenten de france taal magtig was, voor 24 dagen
Dorpsrekening 1794-1795, uitgaven voor de reparatie van de
brug:
-
Voor 6-6-0 touw gebruykt tot aan de brug die opgeslagen moest worden
nadat de Hannoverse troupes de grote brug verbrand hadde
-
Betaalt aan Joachiem Nouwens, meester timmerman, voor verscheyde dagen
arbeytsloon van hem en syn knegt aan de nieuwe opgemaakte brug, synde de
oude nieuwe brug door de Hanoverse troupes afgebrand geworden) de somme
van 39-7-8
-
Betaalt aan Adriaan van den Berg de somme van 7-2-0 voor 19 dagen
arbeytsloon aan de voorschreven nieuw te maken brug 7-10-0
-
Aaan Hendrikus Nouwens, meester timmerman, ten eynde voorschreven de
somme van 29-0-8
-
Betaalt aan Jan Delis Pepers, Jan Tijse en Hendrikus van Heeswijk ten
eynde voorschreven de somme van 4-5-0
-
Betaalt aan Johannis Kerkhoff voor leverantie van tien ribbe en twee
eyke boomen gebruykt tot het eynde voorschreven de somme van 52-10-0
-
Betaalt aan Johannis Joris Donkers, meester smit, voor leverantie van
nagel en eyserwerk tot de voorschreven brug, mitsgaders eenig eyserwerk
tot de brandspuyten en ook eenig reparatie aan den aak die vanwegens de
gemeente gebruykt was en in die tijd beschadigt hadde etcetera, de somme
van 31-9-4
-
Betaalt aan Roeloff Schippers voor het dempen van de rivier Aa by het
maken van de brug int jaar 1794 0-15-0
-
Aan Jan Tijs voor de weg maken aan de gemeentens brug 0-6-0
Op 6-2-1794 besteden de regenten de
levering van 28 losse paarden aan, om te transporteren de bagage ven het
eerste batiljon van Berd Munsters, hier gekomen en de volgende dag naar
Mierlo vertrokken.
-
Aangenomen door: Dries Marten Dictusse, Johannis Arie Ketelaars, Gerrit
Hendrik van de Velde, Hendrikus Jan van de Ven, Peter Jan Tillaer, Jan
Aart Govers, Claas Lambert Versteegde, Johannis Lambert van den Heuvel,
Johannis Willem Reybroek, Aart van Asseldonk, Hendrik van Lieshout, Jan
Johannis van de Ven, Hendrik Dirk van Doorn.
En dewijl niemant vrywillig willende aannemen, soo werden de navolgende
persoonen geordonneert:
-
Jan Steeve Burgers, Matheus B. Van de Reyt, Willem Heijermans, Johannis
Jan Wilms, Hendrik B. Van Reyt, de kinderen Dirk de Wit, Ariaen Willem
van Hintelt, Johannis Antony Vermeulen, Willem Verhoeven, Hendrikus
Willem van Hintelt, Lambert Peter Leenders, Johan Slits, Johannis van
Ryt, Wilbort Verhoeven, Hendrik Jacob Vermeulen
Op 2-3-1794 zullen de regenten
publiek aanbesteden het leveren van 8 karren met een paard bespannen als
mede 4 losse paarden, om de bagage te transporteren van het depot van
het regiment Bedank, komende van Grave en moeten naar Eindhoven.
De karren met paard ieder voor
2-16-0 aangenomen door:
-
Gerrit van den Heuvel, Hendrik Willem Tillaer, Johannis Willem Reybroek,
Peter Willem Rybroek, doorgestreept: Aart W. van den Heuvel, Tony
Lambert Tillaer, Gerrit Hendrik van der Velde, Antony Johannis van
Rybroek.
De losse paarden ieder voor 2-14-0 aangenomen door:
-
Jan Aart Govers, Hendrik Drk van Doorn, Gijsbert van de Linden, Johannis
Lambert van den Heuvel
Op 10-3-1794 zullen de regenten
publiek verpachten de levering van karren met paarden voor het transport
van de bagage van het depot van het regiment van de Luitenant Generaal,
welke heden ingekwartierd is en morgen naar Mierlo zal vertrekken.
Aangenomen door:
-
Johannus Adriaen Smits, voor 2-16-0
-
Jan Raijmakers, 2-16-0
-
Aart Dirk van Doorn, 2-12-0
-
Dirk van Lith, 2-12-0
-
Dries Marten Dictusse, 2-12-0
-
Hendrikus Willem Tillaer, 2-10-0
Brief van de Raad en Rentmeester
Generaal der Domeinen W.G.J. van Rhemen van 3-4-1794 aan de regenten van
Veghel. Ik ben verzocht om de plaatsen die kosten hebben moeten maken
ten orzaak van de Franse troupes aan te schrijven om lijsten en
specificaties van deze kosten. Graag ten spoedigste antwoord.
De regenten ordonneren op 28-7-1794
de navolgende personen, vanwege de korte tijd, om naar Den Bosch te gaan
werken:
-
Johannis Verstappe, Lambert Stoots, Jan Verhoeve, Jan van Duijnhoven,
Francis van Lieshout, Jan Tijsse, Jan van den Berg, Thomas van Lieshout,
Arie van den Berg, Hendrik Tony Schyndel, Tonij Gerit Lieshout, Johan
Nol Verputten, Anthonij van den Hurk, Lambert Hendrik Eynthove, Johannis
van Duijnhove, Arie van den Heuvel, Johannis van der Heyde, Hendrik van
Cleeff, Antonij Rijkers, Jacob van Daal, Arnoldus Hendrik Smits,
Johannis Dielis Pepers, Jan van den Berk, Piet van Tienen, Gerrit
Vermeulen, Johannis Gysbert Raijmakers, Peter Raymakers, Jan Hendrik van
der Heijde, Hendrik Clerx, opsigter.
Vergadering van schepenen op
28-7-1794. Brief van Boll, secretaris van Dinther, aan zijn neef de
secretaris van Veghel J. de Jong. Opt ogenblik ontfangen een brieff van
den heer Ackerdijk dat er een Hanoverse commissaris in den Bosch om de
acquite te betaelen van derzelver troupes, doch dat uiterlijk op dinsdag
in Den Bosch moeten zijn, terwijl dat weder vertrekt, vezocht dit U
Edele te melden. De schepenen machtigen secretaris Johan de Jong om naar
den Bosch naar de cmmissaris van de Hanoverse troupen te gaan, om aan
dese te overleveren de acquiten door de Hanoverse troupes gecommandeerd
door generaal majoor Diepenbrouck en dat van generaal de Mutio die in
1793 in deze plaats ingekwartierd zijn geweest, en ook over te geven de
karren en paarden die geleverd zijn, zonder daar een acquite van
gekregen te hebben.
Vergadering van regenten op
31-7-1794. De secretaris is naar Den Bosch geweest om de acquiten, ook
dat van St. Oedenrode en Erp, aan de Hanoversen te geven, en heeft
ontvangen 1.436-11-0 in ducaten, die hij voor 5-7-0 had moeten aannemen.
De vergadering besluit het bedrag, na aftrek van de kosten, in
evenredigheid over Veghel, Sint-Oedenrode en Erp te verdelen. De
president en vice-president worden gecommitteerd om te assisteren. Met
aantekeningen betreffende betalingen.
Vergadering op 31-7-1794. Is
gelezen de navolgende brief van de gouverneur, geschreven op 29-7-1794,
die ’s avonds op 30-7-1794 ontvangen werd. Hebben goedgevondenen dat
zijnde omstandigden van U Eerwaarden te requireren dat alle schuyten en
vaartuygen, het zy groot of kleijn met al deselve toebehoren die uw
plaats worden bevonden binnen den tyd van ses uuren na ontfangen
overgegeven te worden. Zullende de genen die zodanig vaartuij heeft
overgebragt zig moeten adresseeren aan den luitenant ingeneur Van Wulsen
om een recipis te ontfangen, en aanwysinge alwaer de schuyt off vaartuyg
moeten worden gelegen. Waar op gedelibereert is dat de schuyten welke
onse ingesetnen mogte hebben sal worden getransporteert naar ’s Bosch,
dog dat men alhier binnen bevind de schuijt of pleijt welke men rekent
vermits haere groote en swaerte als eenige portabel, als kunnende niet
per as vervoert worden, veel min de rivier aff komen om reden bijna geen
water is, waer over een missieve aan den heere gouvernmeur sal worden
geschreve als volgt:
Ingevolge order van den heere gouverneur van ’s Bosch
moeten de brengers een vaartuygje off schuijtje sig addresseeren aan den
luytenant ingeneur van Wulsen niet alleen om een recipis te ontvangen,
maar ook aanwijzingen te doen alwaer ‘t schuytje moet worden gebragt.
Jan Cluytmans en Goort Tonij Vervoort sijn de brengers.
Vergadering vans chepenen op
1-8-1794, absent Plomp, Gerbrandts, Van Eert en Kuypers. Jan Cluijtmans
en Goort Tonij Vervoort verklaren dat sij gekomen waren met de selve na
de aldergrootste moijte gedaan te hebben tussen de brug van Heeswijk en
’t casteel en toen de schuyt daer hebben laten leggen, als vindende
onmogelijk verder transportabel, brengende den brieff aen haar
gouverneur weder terug. Is besloten de volgende brief aan de gouverneur
te schrijven.
Op Uw verzoek zou er reeds gistern een klyn vaartuyg off
schuijtje van onse plaats Veghel in den Bosch syn gearriveert. Alle
middelen sijn gebruijkt om sulx te doen. Dan men heeft het selve circa
halv weegs tot Heeswijk moeten laten leggen, terwijl de rivier geen
water daer meer had en niet door deselve kan gebragt worden. We hadden
een brief meegegeven dat hier nog een grooter vaartuijg off pleyt was,
dat die onder water lag, en dat vermits de grootte en swaarte
intransportabel is per as en per water omdat het te laag is.
Brief van W.C. Ackersdijk aan de
regenten van Veghel. Op order van de gouverneur moet ik U aanschrijven
om uit Uw plaats op de 14-8-1794 aan het gouvernment 80 man te zenden om
te arbeiden aan slants werken in hout en aardewerk, zullen de schuppen
en gereetschappen moeten mede brengen, dog 10 of 12 moeten een hiep of
hackmes mede brengen en een van de tachtig moet voor opzichter dienen.
Er zal een dagloon betaald worden van 14 stuivers, en sullen niet langer
dan tot zaterdag acht dagen behoren te blijven.
De brief ontvangen op 13-8-1794, ’s
morgens om 7 uur. De president heeft daarop om 1 ½ uur namiddag een
vergadering van schepenen belegd, aanwezig vijf schepenen, absent
Kuypers en Plomp overleden. En is besloten de navolgende personen te
ordonneren om aan het verzoek te voldoen:
-
Gregorius Merkelbag, Willem Verwege, Matys Constant, de weduwe Willem
Otten, Peter van de Laar, Lambert van den Bos, Wynant Coolen, Hendrik
van den Brandt, Jan Trimbosch, Peter L(ambert) Kluytmans, Marte van
Valeren, Hendrik Voets, Jan van Gerwen, Peter Tijse van de Ven, Willem
Lambert Raymakers, Joseph Coenen, Jan van der Velde, L(eendert) Gast,
Symon Hommelis, Joost van der Jeugt, Rut Pynappels, de kinderen van
Lambert van den Bogaert, Roelof Schippers, de weduwe Jan Haubrake,
Gysbert de Jongh, Peter van de Leemput, Jan van den Bogaert, weduwe
Peter van Beers, Christiaan Ville, Claes Piek, Henricus van der Pol,
weduwe Hendricus van der Linden, Johannis Lambert van Valderen, Piet Jan
Clerx, Lambert van Valderen, Hendricus van der Meyden, Johannes Dirk van
Doorn, Israel Natan, joodt, kinderen Willen Frankevoert, Hendricus Wilm
Nauwens, Jan Hendricus van den Bogaert, Jan Bouwens, Joseph van Tillaer,
de weduwe Hendricus van den Bos, Fransis van Eyk, Dirk van der Lande,
weduwe Peeter van de Velde, Hendricus van der Landen, Leonart Ceelen,
Johannis Smits, Jan Kilsdonk, de weduwe Antoni Schey, Philip van Veghel,
Peter Wolweber, Symon Hurkmans, Aart Jan Aarts, Willem van Huemen,
Willem Constant, Johannes Snellaers, Hendricus van Gestel, Jan van
Duynhoven, Johannes Kuyter, Johan Gysbert Raymakers, Antonie Cransen,
Antoni Johan van de Ven, Aart Kemps, Johan Vermeule, Joseph Vermeule,
Johan Joris Donckers, Peter Antoni Reijkers, Peter W. van der Heiden,
Willem Johan Verbrugge, Andries Stans, Antony Hofmans, Antoni Jan de
Leeuw, de weduwe Johan van Doren, Johan Toni van de Ven, Gerardt Luycas
van Lieshout, Peter Cranen
De schepenen van Veghel verklaren
op 10-11-1794 borgemeester Aart Antonij van den Heuvel te machtigen om
met secretaris Johan de Jong naar Sint-Oedenrode te gaan om daar de
burger Bruys of de regenten van die plaats te spreken, en betaling te
bekomen van geleverde paarden aan de Franse Republicq door deese dorpe
gedaan, en waar van de leyste tot St. Oedenrode sijn berustende.
Op 11-11-1794 heeft bruger Bruijs
gezegd dat schepenen van Veghel 28-16-0 Hollands geld mee moesten
brengen voor gemaakte kosten. De commisie heeft daarna bij Bruijs om een
schriftelijke copie gevraagd van de declaratie en verschotte welke
gedaan zijn tot wegbrenging etcetera van de gerequireerde paarden, welke
deselve burger absoluut wilde betaalt hebben in contante Hollandee
penningen en geen assignatie. De commisie was al weer buiten en werd
door Bruijs terug geroepen en hij heeft toen zijn rekening in assignatie
ontvangen. Soo als hij dan ook aan ons gecommitteerde 21 paarden volgens
den uyttreksel uyt de originele leyst waar bij de prijs bepaald is tot
de somme van 5455 L. net alle deselfs naame overgegeven geeft. De
gecommiteerden vinden dat Bruijs bepaalde kosten zoals wijn niet op onze
rekening kan brengen. Is besloten dat het werk van de gecommitteerden in
orde bevonden is en verders te verzoeken de assignatie aan degenen die
de paarden geleverd hebben ter hand te stellen onder behoorlijke
quitantie en aan burger Bruys te vragen of de onkosten die gemaakt zijn
tot laste van de gemeente moeten komen, dan wel of die aan de luijden
die de paarden gelevert aangerekent moeten worden.
Brief van 21-11-174 aan burger
Bruys te St. Oedenrode. Niet wetende of de gemeente dan wel of de liede
die haare paarden den 16e van
dumaire derde jaar der republicq tot St. Oedenrode ten behoeve
van de Franse Republicq gelevert hebben den onkoste welke door onze
gecommitteerde aan Uw voldaan zyn worden tot reekening brengen en dus
wie van beyden die betalen moeten. Ook of de lieden die de paarden van
onze dorpe van Brussel getransporteert hebebn van den gemeente off wel
door den ingezetenen uyt haar privé ook moete voldoen
Antwoord van 21-11-1794 van den
burger Brueijs aan regenten van Veghel. Het is de regenten van St.
Oedenrode van den beginne aff en zoo als mij sedert gebleken is ook aan
regenten van de meeste dorpen voorgekomen dat de kosten op de levering
der paarden gevallen niet bij ieder bijsonder persoon maar bij de
gemeente van ieder dorp gedragen moeten worden. De aanschrijving van de
Fanse Republicq is immers geweest aan de regenten. Plus nader betoog
over verdeling van kosten.
Het jaar 1795
Dorpsrekening van 1795:
-
11 januarij 1795 betaalt aan Jan Tijsse als gedient hebbende tot gits
met de Franse commandant en
eens na Erp en eens na Dinther, 0-18-0
-
6 juni 1795 aan Francis van Dijk hedient als gits voor de Hanoverse in
de jaere 1794 eens na Uden, eens ma Erp, eens na Dinther en eens na
Rooij, 1-4-0
-
13 december aan de weduwe van Hendrik van Beek voor transport van een
Franse officier na Uden, 0-15-0
-
16 december voor transport van twee sieke soldaten na Erp, 0-12-0
-
Aan Jan Claas Raymakers voor transport van een sieke Franse soldaat na
Dinter, 0-15-0
-
Aan Cornelis van den Elsen voor hoij en haver geven aan de Hanoverse
wagt van den jaere 1794, 0-15-0
-
Aan Claas Raymakers voor twee dage en nagte oppassen van een Franse
soldaat siek zynde van een besmettelyke siekte, 2-0-0
Dorpsrekening 1795, inkomsten en uitgaven voor de nieuwe
brug:
-
Op den 25 juny 1795 hebben regenten van Veghel publiecq verkogt eenige
planken welke gebruykt waren geweest tot een tweede brug die door de
Engelse troupes verbrandt was geweest en daar van ontfangen by de
rendanten eene somme van 28-10-0
-
35 (..) deelen tot gebruyk van den brug over de rivier
-
Betaalt aan Lambert Peter Verhoeven voor 38 dagen arbeytsloon int
omhakken en saagen van de bomen gebruykt tot de nieuwe brug als synde de
oude door de Hanoverse troupes verbrand eene somme van 21-6-0
Op 29-5-1795 wordt in plaats van de
gewezen president en vicepresident tot commissarissen benoemd G. van
Roij en Johannis dirk van Doorn om met de secretaris betreffende de
verdere betaling van de twee regimenten Hanoverse troupes af te doen en
te vereffenen.
Brief van de municipaliteit van St.
Oedenrode van 27-5-1795, aan de municipaliteyt van Veghel. Blykende de
kanttekening van de vergadering gehouden op 1-8-1794 zijn de gegeven
acquiten van de Hanoverse troupes die in 1793 alhier verbleven, aan de
dorpen voldaan, en dus wy dien aangaande geene preetensie meerder konnen
formeeren.
Brief van 29-5-1795 aan de leden
van de municpaliteit van Veghel van de secretaris van Erp, 29-5-1795.
Wij hebben een opgave bij alle ingezetenen alhier laten doen van de
inkwartiering van de Hanoverse troepen in 1793. Die troepen zijn op 15
april in gekomen en op de 17e weer vertrokken en binnen deese
plaats syn gebilletteert geweest, bedraagt 531 manschappen, 6 officieren
en 31 paarden. Die den 21 april zijn ingekomen in alles gebilletteert
geweest 308 gemene manschappen, 5 officieren en 19 paarden.
Wy ondergetekende alle leden van de
oude regering alhier verklaren op 2-8-1795 ter requisitie van de
tegenwoordige leden van de municipaliteyt dat de secretaris Johan de
Jong buyten ons wetens geen andere acquite door ons wegens de Hanoverse
trouoes in den jaere 1793 synde der hande gesteld als de navolgende: een
van 1.372 portions, een van 233 rations, een van 1.371 portions, een van
vier gitsen en een van 18 karren. Synde alle 4 van het regiment genaemt
Dieperbroeck den 14 en 16 april 1793 alhier ingekwartierd geweest. En
dan nog een van het regiment van Mutio bestaande in 1.535 portions en 38
karren, namelijk voor Veghel 325 portions, voor St. Oedenrode 802
portions en Erp 408 portions en ontrent de karren 18 voor Veghel, 12
voor St. Oedenrode en 8 voor Erp.
Wij, leden van de nieuwe
municpaliteit van Veghel verklaren op 20801795 op verzoek van secretaris
Johan de Jong dat wij alles seer naauwkeurig met de bewijzen daar bij
hebben nagezien, en bevonden dat den selven geen andere off meeder
penningen wegens de troupes van de Hanoverse die in 1793 hier
ingekwartierd zijn geweest, van haar commissaris heeft ontvangen, als
denselven reets lange tijd aan onse ingesetenen heeft betaald en
verantwoord. Wat Erp aangaat is de secretaris aan hen debit 8 vrachten
met paard en kar voor die troupes gediend hebbende waarvoor 20 gulden
moet betalen, en nog 313 portions gerekend voor 0-4-4 die door Johannis
Dirk van Doorn uit naam van de secretaris aan de municpaliteyt van Erp
is voldaan.
Vergadering van de municipaliteyt
op 9-8-1795. Wordt besloten de navolgende publikatie te doen. Dat
vermits alle dagen slandts tienden staen verpagt te worden op de de
lande welke onder slandts tienden gelegen syn de gewassen op de velden
te laten staan totdat de municipaliteyt off lid van dezelven daer sij
eerst by sijn die haar nader onderrigting sullen geven. En sal de
rotmeester worden aangesegt aan ieder in den haare de lieden te
waarschouwen wanneer de verpagting sal geschieden.
Brief van de provisionele
representanten van het volk van Bataafs Braband aan de municipaliteyt
van Veghel, Tilburg, 8-8-1795. Daar van allomme by ons veele klagten
inkoomen dat de verpagting der tienden aen bijsondere corpora en
persoonen toebehoorende over al swaarigheeden ontmoet, die veelal uijt
opstooking van quaadwillige en onrustige persoonen voorkoomen, welke de
heilige woorden van gelijkheid, vrijheid en broederschap,
voortspruytende uyt de geproclameerde rechten van den mensch en burger
misbruijken tot zodaanige misdadige oogmerken welke de veijligheid van
besittinge van een ider in de waagschaal stelt, zoo ist dat wij ter
handhaving van het recht ieder mensch en burger op zyn wettige eygendom
competeerende hebben goed gevonden U lieden als belast met de sorg van
den veijligheid van persoonen en besittingen onder U lieder district aan
te schryven daartoe aangesogt off gevraagt wordende aan alle eigenaars
off administrateurs van tienden in het verpagten, insamelen, aanschryven
off zoodanig ander middel als zij tot het nuttig gebruijk van dit
eygendom zullen int werk stellen off reeds gestelt hebben, de
behulpsaame hand en noodige bescherming te verleenden, alle
tegenkantingen metterdaad weeren en na den geenen welke met woorden off
daaden aan onse heylsame oogmerken hindernisse soude willen toebrengen
naaukeurig informatien te neemen ten eynden teegens deselve worden
geprocedeert.
De tienden werden op 13-8-1795
verpacht. Brief van de municipaliteyt van Veghel op dezelfde dag aan de
provisionele representanten van het volk van Bataafs Braband.
Niemand heeft de tienden willen pagten. Wy vinden ons in de grootste
verlegentheid. De tienden staat alle op het veld, insamelen durven wij
niet te ondernemen om reden de ingesetenen met veel opstokinge verstelt
zyn, plaatse voor soodanige versameling van tiende wil off durft niemant
dulde, selfs wierd publieq onder de verpagting geroepen dat de
Bossenaers hadde gesegt dat de schuure off huijse daer de insameling van
tiende geschieden sou in brand gestoken worden en des gelyke drygementen
mee. Ook kan men niemand om reden voorschreven bekomen die sig daer toe
in eenig werk wil laten emploijeren. Wij versoeke u orders te stellen
als de goede saek vereyst, dan ons de meedelen doen toekomen waer meede
aant oogmerk van ’t selce kan worden voldaen.
Publicatie van1 5-8-1795. Daar de
municplaiteit er alles toe gedaan heeft om de tienden verpacht te
krijgen. Verscheijde leeden onder onse ingeseeten hebben zich schuldig
gemaakt om allelei leugens, oproerige tijdinge en kwaadspreekinge te
verspreiden, waardoor niemand de tienden heeft durven pachten. Op
17-8-1795 zullen de tienden opnieuw verpacht worden. Oproerkraaiers
zullen vervolgt worden. Op 17-8-1795 werden de tienden wel verpacht.
De vergader besluit op 9-10-1795 de
volgende brief te schrijven aan de provisionele representanten van
Bataafs Braband. Geeft te kennen dat het dorp van Veghel geduurende de
tegenwoordige oorlog vanwege contributie en karre vragten schuldig is
geworden de somme van 33.939-8-14. De ingesetenen kunnen hun penningen
niet langer ontbeeren. Dat de gemeentenskas geheel en al is uytgeput
derhalven bedagt heeft moeten zyn op gepaste middelen om in de betaaling
van voorschreven schulden van tijd tot tyd te voorsien en ten dien
eynden door de corporeele vergadering van Veghel is geresolveert
geworden om de dair toe benoodigde penningen voor reekening van de
gemeente te negotieren tegens den intrest uyterlyk van vyff procente. We
vragen daarvoor uw toestemming.
Overzicht van de kosten gemaakt
voor leverantie van karre vragten voor de Fransche armee binnen Veghel,
met de gemaakte kosten
Aan de Hanoverse
Extract resolutie van de provisionele representanten van Bataafs
Braband, 5-11-1795. Is gelezen het requeste van de municipaliteuyt van
Veghel betreffende hun schuld van 33.339-8-15 en met het verzoek om
tegen maximaal 5 % geld te mogen lenen. Het verzoek wordt goedgekeurd.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||