De kerkbrand van 1757
Martien
van Asseldonk
13 juli
2014
Deze gegevens
mogen gebruikt worden onder verwijzing naar: Martien van Asseldonk,
www.oudzijtaart.nl
In 1757 brandde
de kerk met de kerktoren gedeeltelijk af. De resolutieboeken,
dorpsrekeningen, kerkrekeningen en de aantekeningen van dominee Josselin
geven daarover informatie.
De kerk vóór de
brand (1676).
De oorzaak van de
brand
-
Resolutieboek 17-2-1757:
Maandag savonts synde geweest den 14 februari
deeses jaers, ontrent halff tien uuren, is door een sterke blixem waar
op immediaat een seveere donderslag volgde, wiert men immediaat gewaer
datter boven int spits van de tooren een vuur vlam uijtquam.
-
Dominee Josselin:
op den 14 februari ’s avonts om half thien de
Heere ons bezogt hebbende met brand die den toren van de kerk door een
donderslag getroffen
-
Dorpsrekening:
Wanneer op maandag den 14 february des snagts
den thoorn alhier door een blixemstraal en opgevolgde donderslag boven
int spts in den brant raakte
Het verloop van
de brand en het blussen:
-
Dominee Josselin:
en tot het steenwerk toe vernielt heeft, als
ook de drie daer in hangende clokken versmolten
-
Resolutieboek: Dat alle moijte wert aegewent soo om te blussen als om
boven de aff te saagen off aff te kappen, dat wat daar ontrent wiert int
werk gestelt van geen effect was en de vlam handt over handt meester
wiert, mosten wy soo eenen schoonen toorn, drye clokken sien verbranden
en smelten tot aen het steenwerk toe, en in den toorn is alles mede
verbrandt door het valle van denselve. De poogingen om den kerk met alle
de huijsen in de Straet te conserveren wende men alle devoiren aen,
egter na dat soo kerk en afdak op verscheyde plaetsen in brandt was
geweest onder Godts goetheijt, niettemin veel beschaedigt, heeft
behouden.
-
Dorpsrekening: en wat devoiren men aanwende, de vlam niet konde
stuijten, en tot het steenwerck toe geheel met alle de clokke verteerde,
men als doen alle middelen int werck stelde om met Godts hulpe de kerck
die op verscheijde plaatse all in den brant was te blussen, ’t geene
door persoonen, egter niet sonder perikel van haar leven te verliesen,
in desen hebben uijtgemunt, en het verder woeden der vlammen voorgecomen
zijnde daar door niet alleen de kerck, het gemeentens raathuijs, de
secretarije, pastorye en genoegsaam de gansche straat gesouveert, die
anders onvermijdelijk het droevig lot van den brant mede soude hebben
moeten ondergaan, waaromme regenten als een betamelyk werck hadden
geoordeelt soodanige persoonen die in desen haar leven hebben gewaagt
een douceur behoorde. Soo hebben heeren schepenen geresolveert en
geordonneert aan de navolgende persoonen voor hare getrouwe diensten toe
te leggen soodanige somme als by derselver ordonantie dato 24 february
1757 geslagen, en welke de rendanten ook hebben betaalt volgens
derselver quitantie onder de ordonantie gestelt.
o
Als aan Peter van Wijk, meester leydecker betaalt 10-15-0
o
Aan Adriaan van der Eerde, meester timmerman 5-0-0
o
Aan Gerit van Haastenburg, timmerman 3-10-0
o
Aan Jan Clerx, meester smit, 3-10-0
o
Aan de drije brandtmeesters van Gemert met d’ brantspruyt hier gecomen
10-18-0
o
Aan Laurens Jan Laurenssen die de brantspruyt van Gemert mede met syn
peert heeft wesen affhalen en weder helpen brengen 3-0-0
o
Item aan Arnoldus van den Broek met twee karren van daar helpen
overbrengen tgeene tot de brantspruijt behoorde 5-0-0
o
Aan Peter van Grinsven voorgespannen 1-0-0
o
Van gelijke aan Willem van den Broek 1-0-0
o
Aan de bode van Geemert ordre brengende van heeren regenten aldaar dat
absoluut de brantspuyt weder tot Gemert mogt werden gelevert met een
karvragt betaalt 2-12-0
o
Aan Adriaan Claassen die tyde van den brant den leijdecker na Roij met
zyn paart heeft gehaalt betaalt 1-4-0
o
Item betaalt aan Van Meusel die den brant by de wagters aan den toorn
had besorgt 0-5-0
-
Kerkrekening: betaalt aan Adriaan van der Eerde, meester timmerman, die
seer veel en in perikel van syn leven gewaagt om te horden en blussen de
kerk van den brant door het affbrande van de toorn de snagts tussen den
14 ende 15 february 1757 op de kerck reets aangegaan voor te coomen,
gelijk geschiet is en dus voor een douceur de somme van 5 gulden
-
Dorpsrekening:
14 february 1757 daags voor den brant volgens
ordonantie en quitantie betaalt vijff gulden vyff stuyvers voor het
aancoop van een groote lange leer die wonderlyk met dese ongelukkige te
pas is gecomen 5-5-0
-
Dorpsrekening: het out raathuys .. staande ten noorde van den
affgebranden toorn, alles door dit ongeluk gedestrueert
De dagen na de
brand
-
Dorpsrekening: Na het affbranden van den thoorn regenten bedugt dat nog
niet geheel geblust was, stelde daar een wagt by en wel mede Adriaan van
der Eerde en Lambert Claassen, timmerlieden, nu het hout dat hier en
daar nog was hangende en alles bijeen te versamelen, die daar mede
doorgebragt hebbende agt dagen, en daar voor volgens ordonantie en
quitantie betaalt 7-10-0; en aan de waaker voor jenever gegeven 5-5-0
-
Dorpsrekening: Op 24 february 1757 na voorgaande publicatie publiq
vercogt eenig weijnig hout van den affgebranden tooren gecomen 5-18-0
-
Kerkrekening:
Aan Adriaan van der Eerde voort opruijmen van
de vloer in de kerk die tsedert het afbranden van den toorn en daarna
met plavuijsen besaijt veel dik met sant was overlegt, 2-5-0
-
Betaalt voor wit sant [om de vloer mee te bestrooien] die na dit ruymen
in de kerk is gebruyckt, 0-9-0
-
Dominee Josselin: .. heb ik 2 dagen daer aen (juist dank-, vast- en
bedendag wezende) verklaert de plaetse Mat. 3 : 6.7, dog in de school,
alzoo de kerk zeer vuijl en nat was geworden door het loopen heen en
weer der menigte van menschen die met de brandspuijten van Gemert
gehaald, weer deden, met succes onder Godts zegen, ter behoudenisse van
de zelve, en van de Straat.
-
Dominee Josselin: Eer, vermits door ontsteltenis en verwarring der
gedagten zoo van mijn gemeente (daer toe ook verscheijde van Dinther
waren toegevloeijt) en van mij zelven, ik onderdeelde op het stuk van
bekeering mogelijk niet genoegzaam had kunnen aendringen, of genoegzaem
met indruk verstaen worden, zoo heb ik ten dien einde op den volgende
sondag, wezende den 20 dito, mij breeder en nadrukkelijker dien
aengaende uitgelaten in en na de opening der woorden der profeete
Jesaid, Cap. 55 : 6.7., tot onzer aller blijdschap wederom in de kerk,
welke nu wederom opgeruimt en wat schoon gemaekt was.
De eerste plannen
voor herstel, de financiering
-
De kerk was verantwoordelijk voor het onderhoud van de kerk, het dorp
voor het onderhoud van de toren en de eigenaar van de tienden in
principe voor de tiendklok.
-
Resolutieboek: corporele vergadering op 12-6-1757. Er moet iets gebeuren
voor het herstel van de afgebrande ruiter van de toren, klokken en
uurwerk. De schepenen hebben drie projecten laten opstellen, die aan de
vergadering worden vertoond. De vergadering verzoekt dat de schepenen
een comite vormen bestaande uit een van de schepenen met nog twee andere
inwoners, om het maken van een nieuwe toren met verhoging van het
steenwerk, en het herstel van de ‘clokken, en horologie en uurweyser’ te
bevorderen. Men vertrouwt erop dat ze de Staten Generaal zullen vragen
om door middel van vermindering van de landsbelasting, een plaatselijke
reële omslag of op een andere manier die het meest voordelig is voor de
gemeente, de bouw te financieren, en ondertussen het daarvoor benodigde
bedrag ergens lenen.
-
Resolutieboek: De schepenen machtigen op 15-8-1757 stadhouder P.
Eckringa om namens Veghel een request te sturen naar de Staten Generaal
om vermindering van de te betalen verponding, bede en gemene middelen te
verzoeken, vanwege de kosten voor de bouw van de toren, het beschadigde
deel van de kerk, alle klokken en het uurwerk.
-
Resolutieboek: Resolutie van de Staten Generaal van 18-1-1758, met
betrekking tot het request van Peter Eckringa gedaan namens Veghel om de
Rentmeester van de Geestelijke Goederen te gelasten de schade aan de
kerk ten laste van de tienden te doen herstellen, en de gemeente van
Veghel te permitteren voor het herstel van de toren en het maken van een
nieuw uurwerk 4.000 gulden te lenen, mits die binnen 6 jaar afgelost
wordt; Veghel zou zes jaar lang een remissie dienen te krijgen van een
tiende part van de verponding zonder dat de geërfdens daarvan zouden
jouisseren, en om nog een extra reële omslag te doen van een twintigste
van een ordinaire verponding, en een jaarlijkse personele omslag van 100
gulden. Is de toren eenmaal opgetimmerd, dan moet de Rentmeester van de
Geestelijke Goederen gelast worden om nieuwe klokken te doen maken van
de gesmolten spijs en in de toren te doen installeren.
De 4.000 gulden mag geleend worden, mits een precies bestek van
reparatie wordt gemaakt en publiek wordt aanbesteed; de rente mag ten
hoogste 3% zijn; de obligatie en deze resolutie dienen binnen drie weken
ter domeinen geregistreerd te worden; het geleende kapitaal moet in de
rekening van 1758 voor ontvang worden geboekt; het geleende bedrag moet
in 8 jaar moet worden afgelost, ieder jaar 500 gulden, met ingang van
1759, de aflossing jaarlijks apart voor uitgaaf te boeken en ook aan de
domeinen gemeld moet worden. De verlaging van de verponding wordt
geweigerd. Wel mag gedurende de 8 jaar een twintigste verponding extra
reeel worden omgeslagen, de rest via een personele omslag.
-
Resolutieboek: En is by haar Edel Mogende resolutie van 12-5-1758
verstaan dat dese oncosten moeten weren gedragen en betaalt door het
gemeene lant en de gemeente van Veghel na rato van de swaarte van
derselver tiendklock ten dien eijde en ten fine van liquidatie met
opgemelde heere rentmeester te liquideren, hebben heeren regenten den 20
december 1759 gecommitteert den schepenen Hendrik van Asseldonk en
borgemeester Jan van den Tillaar, die dan ingevolge van dien by
liquidatie van weegens dese gemeente schuldig bevonden en betaalt
239-19-12
De aanbesteding
van de reparatie van de toren
-
Dorpsrekening 1758-1759:
Volgen de oncosten tot opbouw van den nieuwen
thoorn. Om daar aan te beginnen was by Jan F. Van de Weijer, lantmetyer
na affmeeting van de lengte en breete van den thoorn die op het
steenwerck was affgebrandt het formeeren van een gront teeckening wat
coste tot restauratie van een spits op den toorn verscheijde perspective
en met uytmakinge van de begrooting der costen etc. alles volgens
specificatie hebben de rendanten dies wegens op ordonnatie en quitantie
aan den selven betaalt de somme van 29-7-0
Om dat groot werck met vrugt en voordeel voor de gemeente te beginnen
wiert geresolveert den secretaris tot Osch te versoecken copie bestecq
van haren gemaakte en ook afgebrande nieuwen thoorn en vant horologie,
ten welcken eynde den 13 february 1758 missive is geschreven en per
expresse affgevaardigt, betaalt 0-15-0
Den 19 dito in den nagt de versogte ampelen copien per expresse becomen,
daar voor coomt heer secretaris 7-15-0; aan den expresse betaalt 1-5-0
Item vervaardigt biljet van de te doene besteedinge tegen den 28 maart
per expresse na s’ Bosch by N. Beusecom te laten drucken 100 exemplaren
2-0-0; aan expresse betaalt 0-12-0
Bekentmakinge ingevult wesende, alomme soo binnen als buyten ’t lant
versonden en de aanplekking besorgt zijnde, dieswegens verschoten en
betaalt 6-18-0
Wanneer dat nu dusverre in gereetheyt was, heeft men met meester Hendrik
Deene cum suo het bestecq soo mede uyt dat van Osch geformeert en op
28-3-1700 agtenvyfftig publicq besteedt en wel dat het selve voor primo
november compleet opgemaakt mogte zijn en daar op aangenomen by Goort
Weekers omme en voor de somme van twee duysent vyff hondert vijfftig
gulden en welcke somme de rendanten volgens ordonantie en wuitantie aan
hem hebben betaalt, dico 2550-0-0
-
Resolutieboek: Op den agtentwintgsten maart 1758 is almede van wegens
den heere rentmeester De Kempemaar in syne qualiteyt ende op approbatie
van haar Edele Mogende mitsgaders regenten van Veghel publicq
aanbesteedt het maken in den toorn, leveren en besorgen van een nieuw
belfort met den aancleven van dien voor de somme van vijffhondert en
vyftig gulden.
De reparatie van de toren
-
Resoutieboek: De schepenen
authoriseren president J.W. van Thielen en schepen Jan van de Crekelhof
om dagelijks de werkzaamheden te inspecteren.
Dorpsrekening: De regenten deses dorps soo veel in haar vermogen synde
aanigsints bedugt wesende oft mogelyck het affgekeurdt hout crijgt
wederom tot ander cleynder werck off wel ander hout niet conform den
bestecque met pin gat off andersints gebruyckt werdende, vonden goet en
tgeene ook waarlyk van een goet effect is geweest by haar resolutie van
6-6-1758 verscheyde regenten te committeeren waar van altyt een present
by het werck te blyven op redelycken zalaris.
Sulx effective is van die tyt aff aan tot dat alles volbragt was
geschiet, ’t geval sou weesen vyff volle maanden egter maar genomen
hondert dagen a 15 stuyvers beloopt 75-0-0
Den aannemer was mede verpligt volgens conditie den ganschen toorn te
beplancken en met leyen te decken, dan nog den bodem onder de ster
gelyck mede de agt steylen van de ster met root cooper te leggen en
beslaan, dog van den ronden bol daar op staande was van geen cooper
gemelt te welck int generaal by timmerlieden en leydeckers geoordeelt
woert, dat soodanig leyen om dien grooten ronden bol van geen nut soude
weesen door den wint werden affgeslagen en voervolgens telckens
reparatie, leckasie en verderff onderworpen en alsoo men geen genoegssam
tijt hadde om daar van een publique besteeding te comen doen, soo hebben
de beste ingesetenen (om desen ronden bol in root cooper te omvangen)
daar toe een vrijwillige gifte gegeven, het root cooper ten dien eynde
tot Nimweegen laaten coopen en affhalen, ende daar aen met tolvragt te
cost gecomen de somme van 14-18-10
Item tselve daaromme na vereysch van de rondigheyt het cooper gesneeden
en geprepareert synde, laten leggen, benagelen en gedeeltelyk te
sonderen, verwen, en wat daar toe verrigt met vacatie en verdiensten
alnog te cort gecomen de somme van 21-12-0
Den 14 november 1758 dat werck compleet wesende is tselve opgenoomen en
gevisiteert door meester Hendrik Deenen, Cornelis van den Brant en
Adriaan van der Eerde, respective molemeester en timmerlieden, welck ook
daar van acte hebben gegeven, 17-0-0
Den 34 july 1759 betaalt volgens ordonnatie en quitantie aan Cornelis
van den Brant, meester timmerman, wegens vier dagen gevaceert met
provisioneel visiteren vant hout tot den opbouw van den toren, off
tselve conform den bestecque was, de somme van 8-0-0
Item op ordonantie en quitantie betaalt den 26 february 1759 aan Geerit
van de Leemput wegens en ter saake dat de knegts van den werckbaas boven
aan den nieuwen toren en hadden gemaakt en gehangen croone en dus voor
een feestje aldaar geconsumeert de somme van 4-14-0
De toren zoals die er na de herbouw uitzag. Tekening van Hendrik verhees
rond 1800.
Het gieten van
nieuwe klokken
-
Dorpsrekening:
over ’t reynige van de gesmolte clocke spijs
is van gemeentens weege betaalt als blykt by aparte liquidatie en
quitantie van Lambert van den Boogaart 25-13-0
-
Resolutieboek: resolutie van de Raad van State van 5-7-1757: het
hergieten van de tiendklok moet worden verzord door de eigenaars van de
grove tienden: het land bezit alle tienden in Veghel met uitzondering
van zes kleine clampen. In 1739 bij een reparatie aan de Veghelse kerk
hadden de particuliere eigenaars gesteld dat zij niet hoefden bij te
dragen, omdat hun tienden niet geestelijk maar laïcaal waren. Die zaak
is toen niet afgerond, en het land heeft toen de reparatie betaald. Het
probleem dient zich opnieuw aan. De Rentmeester van de Geestelijke
Goederen stelt dat de tiendeigenaars bij rechte gedwongen kunnen worden
om mee te betalen als bewezen kan worden dat die van geestelijken waren
of na het concilie van Lateranen van 1179 van geestelijken verkregen. De
Thesaurier Generaal meent dat dit praktisch onmogelijk is; uit een brief
die de eigenaars van de tienden in 1739 haden gestuurd (en een
commentaar van De Kempenaar) die de Thesaurier Generaal toen had
ingezien, valt inderdaad op te maken dat het van oorsprong laïcale
tienden zijn. De nieuwe tiendklok komt dus voor rekening van het land.
Blijkens de opgave van de geschutgieter Verbruggen is er wel een
frappant verschil tussen de opgave van het gewicht van de drie klokken
door die van Veghel en het gewicht van de gesmolten klokspijs.
Uiteindelijk zal 2.658 pond en nog wat spijs voor kosten van het land
zijn. Maar verder geen bezwaar tegen het gieten van een gemeenteklok van
1.800 pond en een tiendklok van 3.000 pond tegen 3 stuivers per pond en
0-12-6 voor iedere nieuwe pond spijs van het beste Engels tin gemengd
met Zweeds roij koper. De gemeente mag een afspraak maken met monsierur
Petit voor het gieten van de nieuwe klokken.
-
Dorpsrekening: de rendanten (borgemeesters) hebben volgens vier
distincte ordonantien en sulx van tyt tot tyt en wel de laatste van den
28 october 1758 betaalt aan Alexius Petit, meester clokgieter, woonende
tot Sommeren, voort vergieten van onse twee clokken met de daar
toegedane speyse tesamen ter somme van 1088-9-8
-
Alexius Petit, meester clokgieter, had den 28 october 1758 regenten
overgelevert sijne specificatie en declaratie vant vergieten der
gemeentens clok, welcke door den brant waren verteert, tesamen
bedragende 1088-9-8, daar onder een cleyn clokje op de declaratie
gemeten tgeen alleen was bedragende 402-10-0 en vervolgens van de andere
gemeentens clok genooten 685-19-8; en voor de grote clok nog 103-2-4
-
betaalt aan Dorus Brouwers voor gelevert leer in de cleepels hangende in
de clokke 1-6-0
-
Resolutieboek (1758): Op het cleijn gemeentens clokje, weegt circa 431
lb. (pond) staat dit devies:
‘s morgens precis ten agt
's middaags ten twaalff ure,
sa coster op de wagt
voor kinders en nabure
het eerste om verstant
het tweede om den dis
treckt mij met u hand
het is u pligt gewis
B(enjamin) de Jong, fecit
De reparatie van het uurwerk
-
Dorpsrekening: Almede op den 28 maart 1759 voors(chreven) publiecq
aanbesteedt en aangenomen bij Adriaan Voets, meester horologie maker
woonende tot Schijndel, omme en voor de somme van tweehondert gulden,
met nog ses gulden voor de raam daar ‘t horologie op is geplaatst
206-0-0
-
Den aannemer comt nog extraordinaris en buyten de conditie gebleeven
voort maken van een rat met de minuet wijser ten eijnde aan het
horologie altyt by nagt te connen verstellen, tot groot gemak van den
coster 15-15-0
-
Resolutieboek: Brief van schepenen aan Adriaen Voets om op vrijdag
6-10-1758 het bestelde uurwerk te komen leveren en te installeren
De reparatie van de kerk
De kerkrekening
worden een aantal uitgaven vermeld voor het onderhoud en reparatie van
de kerk, zonder dat daarbij specifiek naar de brand verwezen wordt
(behalve de kosten gemaakt tijdens en direct na de brand, die al eerder
vermeld zijn).
-
Kerkrekening 1755-1758:
o
Voor 20 graine deelen lank 22 voet op de kerck tot het nieuw fak
gebruykt, 18-0-0
o
Voor witloot als andersints tot het verwen in de kerck, 3-1-2
o
Voort maken van de groote kerckdeur als andersints, 2-0-0
o
Voort toemaken boven de deuren, 0-11-0
o
Aan een metselaar voort repareeren van den voer in de kerck, 0-6-8
o
Voor vragt van een kar planken tot Uden gehaalt, 0-15-0
o
Voor vragt vant out loot gecomen vant nieuwe fak na s’Bosch en weder ’t
nieuw gebragt, te samen betaalt, 0-7-0
-
Kerkrekening 1758-1761
o
Den 15 februarij betaalt aan Peter van Wyck, meester leijdecker, voor ’t
repareren van de kerck en glaasen door het affbranden van de toorn
beschadig met het repareeren van de glasen tesamen, 23-7-0
o
Den 3 januarij 1760 betaalt aan Jan van Wyk, meester Leydecker wegens
extraordinare reparatie aan de glasen in de groote kerck, 4-0-0
o
Aanbesteedt het witten van de ganse kercke, kerk coorn, het leggen van
nieuwe vloeren en leveren van plavuijsen, kalck als andersint,
aangenomen by Joannis van Wijk voor 166-0-0
De reparatie van
het oud raadhuis
-
Dorpsrekening: na voorgaande publicatie hebben regenten op den 30
november 1758 publicq besteedt het vernieuwe van een leije dak boven het
out raathuys en leverantie van plancken etc. daar toe noodig, staande
ten noorde van den affgebranden toorn, alles door dit ongeluk
gedestrueert, breeder by de conditie, en is aangenoomen by Peter van Wyk
voor 94-0-0
|
||