Kroniek van het jaar 1715


BHIC, Oud DTBB bboeken van Veghel   

Op  19 mei 1715 werd in Veghel begraven: Rodolphus Agidij, visuus, instructor parvularum in Zijtard, zo schreef de pastoor in het begraafregister. In het Nederlands vertaald: Roelof Dielissen, onderwijzer van de kinderen in Zijtard.

 

Na afloop van de Tachtigjarige Oorlog in 1648 werd in Veghel, zoals in andere plaatsen in de Meierij, in de school in de Straat een gereformeerde schoolmeester aangesteld. De inwoners van veghel weigerden hun kinderen daar naar toe te sturen. In de notulen van de Veghelse gerformeerde kerkenraad uit 1663 wordt geklaagd dat er wel een schoolomeester was, maar dat er nauwelijks school gehouden werd. Veel Veghelaren stuurden hun kinderen naar de school in de schuilkerk net over de grens met Uden. In 1672 werd dat gebbouw niet langer als schuilkerk gebruikt, omdat er toen een schuurkerk gebouwd mocht worden ongeveer op de plaats van de tegenwoordige Lambertuskerk, maarde schuilkerk bleef na 1672 nog wel lang in geruik als school.

 

Ook in de kapel in Eerde was in 1648 een gerformeerde schoolmeester aangesteld.

 

Voor de kinderen van Zontveld en Zijtaart was het erg ver lopen naar de schuilkerk bij het tegenwoordige Mariaheide. In die tijd gingen de boerenkinderen overigens alleen in de wintermaanden een paar maanden naar school om te leren lezen, schrijven en rekenen. De rest van het jaar werden ze thuis gehouden om mee te helpen op de boerderij. Toch was er kennelijk wel behoefte aan wat onderwijs voor ook deze kinderen en vanaf een gegeven moment gaf Roelof Dielissen les in het gehucht Zijtard (de tegenwoordige Leinserondweg). Er was geen sprake van een schoolgebbouw, hij gaf les in een woning, waarschijnlijk in het huis waar hij woonde.

 

Schoolmeester Roelof Dielissen woonde aanvankelijk in Veghel in de Straat, zijn vader Dielis Roelofs had daar in 1650 een huis gekocht. In 1672 werd het huis in de Straat weer verkocht. Later woonde Roelof dus in Zijtard (waar precies is niet bekend) waar hij kinderen les gaf, totdat hij in 1715 oveleed.

 

Of hij nog een opvolger gehad heeft is niet bekend. Rond 1740 kwam er in de hele Meierij een einde aan dit soort katholieke of 'paapse' bijschooltjes, omdat het geleidelijk aan miinder bezwaarlijk gevonden werd om de kinderen naar de reguliere dorpsschool met de gereformeerde schoolmeester te sturen.