Waterloop

In 1651 had Hanrick Adriaens  een geschil met Adriaen Janssen Copens, molenaar op de Coeverinck en  met Jan Claessen. Het gaat over de afwatering vanaf het Rijbrock lopend naar een sloot op het naar de erven van Adriaen Janssen Copens en Jan Claessen.  De waterloop loopt vanaf het Rijbrock naar de rivier de Aa. Hanrick Adriaens,  die vlak naast Adriaen Janssen Copens en Jan Claessen woont, heeft achter zijn schuur de sloot dicht gegooid. De personen Govart Govartsen, Mathijs Peters, Arnt Gevartsen en Antrhonis Ghijsbert de Smit hebben op 30 december 1651 als arbiters besloten dat Hanrick Adriaens de dichtgemaakte sloot achter zijn schuur moet openen zodat het water weer zijn koers kan nemen door de schoor bij Michiel Donckers, gelegen in de Valstraet, en verder kan stromen naar de rivier de Aa.


Vanwege een geschil tussen Veghel en Sint-Oedcenrode over de afvloeiing van het water van Jekschot tekende Jan F. de Weijer in 1753 voor de Rooise partij een situatie-schets, Hierop tekende hij ook de waterlopen die vanaf Zondveld door het Reibroek naar de Aa stroomden.
 




 


Een deel van deze waterlopen staat ook getekend op de kaart van Verhees van 1806. Op de kaart van De Weijer is het Noorden beneden, terwijl op de kaart van Verhees het Noorden boven is.



 


De lopen zijn op de tekening hieronder geprojecteerd op de kadasterkaart van 1832 (met het noorden weer boven). De letters corresponderen met die op de kaart van De Weijer.





 

Jan F. De Weijer op zijn kaart uit 1753 de volgende beschrijving:

"Van K tot L loopt desen loop door eenige lage weijen tot aan een bruggetje genaamt in de Voort, synde aldaar de scheydinge tussen St. Oden Rode en Veghel. Van de Voort verder door en langst eenige tuellanden en neffens het Rybroek tot in M, al waar desen loop sig splitst in 2 loopen, ider besonder uytwaterende in de rivier de Aa.

Waar van den eenen loopt van den anderen, langst het Rybroek aan d’ een sijde en eenige teull- en weylanden aan d’ andere sijde, langst een wegh tot aan een bruggetje breet 3 ½ voet in voors(creven) wegh, get(ekent) N, en een eynig lager voor een wey aan O leyt een schoor over desen loop breet 1 ½ voet, waardoor ’t water niet op syn tyd kan lossen.

Loopt dan verder van O tot P alwaar desen loop in de rivier d’ Aa invalt, den loop coor dat die in d’ Aa in valt breet 5 voeten, de rivier d’ Aa een weijnig boven den mont van den loop breet 24 voeten, alwaer voors(creven) rivier d’ Aa behoorde breet te wesen 28 voeten volgens resolutie van d’ Edele Mog(enden) Heeren Rade van State der Vereenigde Nederlanden van dato den 10 april 1731.

Den loop ten zuijde loopt door ’t Rijbroek van M tot in Q en ontfangt verscheyde kleijne loopjens off uijtwateringe op het Rijbroek, loopt dan verder door eenige teull- en weijlanden breete van 4 à 5 voeten tot in de Rivier d'Aa aan R."

Dat de eigenaren van aangrenzende percelen verantwoordelijk waren voor het onderhoud van deze lopen blijkt uit een publicatie van 2-11-1800: de ontfanger generaal en rentmeester der domeynen van het voormalig gewest van Bataafs Braband en commissarissen uit het departementaal bestuur van de Dommel hebben op 29-10-1800 een bericht gestuurd, te zien in het register van publicatien. Waar op besloten is om op 5-11-1800 over dien loop beginnende op ’t schoor aan de drie loopens op ’t Zontvelt inspectie of schouwing te dien, en een ieder die daer neve gërft leggen van daer tot de rivier d’ Aa moeten die dag preesent syn, ten eynde haer te konnen gelaste wat gedaan moet worden.